Verlenging looptijd aanwijzing DAEB activiteiten Stichting Kunstloc Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 14 en artikel 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VwEU);

 

Gelet op het besluit van de Commissie, nr. 2012/21/EU van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, kennisgegeven onder nummer C(2011) 9380 (hierna: Vrijstellingsbesluit);

 

Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;

 

Overwegende dat Diensten van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het VwEU. Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving, moet daarvoor een onderneming specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB worden belast;

 

Gelet op het besluit van Provinciale Staten van Noord-Brabant van 3 oktober 2014 inzake Nut en Noodzaak steunfuncties (PS besluit 56/14);

 

Overwegende dat voor de Stichting Kunstloc Brabant bij besluit van 24 april 2018 een gewijzigde DAEB-aanwijzing heeft plaatsgevonden in verband met de fusie van Stichting BKKC en Kunstbalie per 1 juni 2018.  

 

Overwegende dat de looptijd van deze DAEB-aanwijzing verlengd dient te worden.

 

Besluiten:

 

Betreffende de activiteiten Stichting Kunstloc Brabant ten behoeve van:

  • -

    het versterken van de culturele sector in Brabant en het verbinden van de creatieve en innoverende kracht van deze sector met actuele opgaven in het sociale, ruimtelijke en economische domein. 

  • -

    het ter beschikking stellen van kennis en netwerken met betrekking tot cultuureducatie, amateurkunst, talentontwikkeling, professionele kunsten, topcultuur aan overheden, culturele veld, bedrijfsleven en anderen die zich willen verbinden met cultuur ter ondersteuning van initiatieven en uitvoering van projecten en programma’s.

  • I.

    aard en duur van de openbare dienstverplichtingen:

    De openbare dienstverplichting gaat in op 1 juni 2018 en loopt tot uiterlijk tot 1 januari 2023.

     

  • II.

    betrokken ondernemingen en het betrokken grondgebied:

    Stichting Kunstloc Brabant t.b.v. diensten die worden uitgevoerd op het grondgebied van de provincie Noord-Brabant.

     

  • III.

    aard van de uitsluitende of bijzondere rechten, die de ondernemingen zijn toegekend:

    Niet van toepassing.

     

  • IV.

    de parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie:

    De opbouw van de kosten voor de diensten is beschreven in de jaarlijks in te dienen subsidieaanvraag.

     

  • V.

    de regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen:

    De grondslag is te vinden in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant. De subsidie wordt vastgesteld op basis van daadwerkelijk gemaakte in aanmerking komende kosten.

's-Hertogenbosch, 30 oktober 2018

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Bezwaar  

Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

 

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC te ‘s‑Hertogenbosch

 

Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, de naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar.

Daarnaast vragen wij u vriendelijk om uw telefoonnummer te vermelden. Zo kan de provincie, indien aan de orde, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.

 

Voor meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften verwijzen wij u naar www.brabant.nl/bezwaar.

 

Het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 16 en e‑mailadres bezwaar@brabant.nl.

 

Voorlopige voorziening

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde “voorlopige voorziening” te vragen bij: de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 70584, 5201 CZ 's‑Hertogenbosch.

 

Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo’n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van spoedeisend belang.

 

Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

 

Naar boven