Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit 2018

 

Dit Provinciaal Blad komt in de plaats van het op 6 november 2018 gepubliceerde Provinciaal Blad nummer 8191 van 2018.

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 30 oktober 2018, kenmerk 4.2/2018002408, team Plattelandsontwikkeling, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van het Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit 2018

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 1.3 en hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de Verordening POP3-subsidies provincie Drenthe 2018 (Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014 – 2020), hierna te noemen de verordening;

 

overwegende dat het wenselijk is maatregelen uit te voeren die de biodiversiteit binnen het Natuurnetwerk Nederland in de provincie Drenthe versterken;

 

 

BESLUITEN:

 

 

het Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit 2018 vast te stellen.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Uitgegeven 8 november 2018

 

 

 

 

Artikel 1 Openstelling en subsidieplafond

  • 1.

    De maatregel Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit, zoals opgenomen in hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de verordening, wordt opengesteld voor de periode van 12 november 2018 9:00 uur tot en met 15 februari 2019 17:00 uur.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor deze openstellingsperiode bedraagt € 10.020.000,--.

  • 3.

    Het subsidieplafond bestaat voor € 5.010.000,-- uit EU-middelen POP3, € 2.505.000,-- uit provinciale middelen Realisatie EHS en € 2.505.000,-- uit provinciale middelen Cofinanciering Europa.

 

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze openstelling kan worden aangevraagd door:

  • a.

    natuur- en landschapsorganisaties

  • b.

    provincies

  • c.

    waterschappen

  • d.

    bestuurscommissies

  • e.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor niet-productieve investeringen die betrekking hebben op de maatregelen zoals beschreven in het Programma Natuurlijk Platteland en daardoor de biodiversiteit binnen het Natuurnetwerk Nederland in de provincie Drenthe versterken.

  • 2.

    Subsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt voor niet-productieve investeringen met een aangetoonde directe link met de landbouw.

 

Artikel 4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de verordening wordt subsidie geweigerd indien niet wordt voldaan aan de subsidievereisten genoemd in artikel 5.

 

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de investering dient (grotendeels) plaats te vinden binnen de op de kaart in bijlage 1 aangegeven gebieden;

    • b.

      het totaal aan proceskosten voor voorbereiding en uitvoering van de fysieke maatregelen bedraagt maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten; dat betreft de kosten die vallen onder artikel 6, lid 1, onderdelen e, f en g, inclusief bijbehorende niet-verrekenbare of compensabele btw.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid liggen aan het project ten grondslag:

    • a.

      een projectplan conform format Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

    • b.

      een begroting van de kosten van het project;

    • c.

      een toelichting op de begroting;

    • d.

      een sluitend financieringsplan van de kosten van de activiteit, met inbegrip van een opgave van subsidies of vergoedingen die voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen zijn aangevraagd, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • e.

      indien de aanvraag betrekking heeft op een investering en de investering leidt naar waarschijnlijkheid tot negatieve omgevingseffecten, bevat de aanvraag om subsidie een verkenning naar de mogelijke negatieve omgevingseffecten van de investering.

  • 3.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten via het Samenwerkingsverband Noord-Nederland door middel van een daarvoor ontwikkeld webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl/pop3.

 

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten, voor zover de kosten direct samenhangen metde investering:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      de kosten van aankoop van grond;

    • d.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • e.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a van de verordening;

    • f.

      voorbereidingskosten;

    • g.

      de kosten van projectmanagement en projectadministratie.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.12 van de verordening kunnen de subsidiabele kosten genoemd in lid 1slechts bestaan uit de volgende kostentypen:

    • a.

      personeelskosten voor zover zij zijn berekend overeenkomstig artikel 1.9 van de Verordening;

    • b.

      kosten derden: kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.

 

Artikel 7 Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Subsidie wordt niet verstrekt indien het subsidiebedrag na beoordeling lager is dan € 150.000,--.

 

Artikel 8 Selectiecriterium

De aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden beoordeeld op basis van een geografisch selectiecriterium. De activiteiten dienen plaats te vinden in de gebieden die zijn begrensd zoals is weergegeven op de kaart in bijlage 1 van deze openstelling.

 

Artikel 9 Bevoorschotting

1. In aanvulling op artikel 1.23 van de verordening kan maximaal één keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend op basis van realisatie.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding en horizonbepaling

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het ProvinciaalBlad waarin het wordt geplaatst.

  • 2.

    Dit besluit vervalt op 31 december 2023.

 

Toelichting

Voor niet-productieve investeringen is in het Plattelandsontwikkelingscomité van 25 mei 2016 door de Europese Commissie gesuggereerd om te werken met een geografisch selectiecriterium als enig criterium. Het is aannemelijk dat indien een gebied problemen kent elke activiteit die in het maatregelfiche past zal bijdragen aan vermindering van het probleem. In dit geval zal in de openstelling bepaald worden dat alleen maatregelen in een probleemgebied en maatregelen in het gebied dat van directe invloed is op het probleemgebied voor subsidie in aanmerking kunnen komen.

 

Om de afronding van het robuuste Natuurnetwerk in 2027 te realiseren, heeft de provincie Drenthe het Programma Natuurlijk Platteland vastgesteld. Hierin staan de afspraken voor natuur en water voor de komende jaren, waarbij wij de bestaande nationale en Europese afspraken verbinden met een dynamisch en ondernemend Drenthe. Het Programma Natuurlijk Platteland zet daarbij nadrukkelijk in op het beleven, benutten en beschermen van de natuur. Hierbij koppelen wij de uitvoering van natuurdoelen zoveel mogelijk aan andere doelen, zoals water en landbouw, maar ook klimaat, vrijetijdseconomie en energie. De uitvoering vindt plaats in acht deelgebieden: Hunze, Drentsche Aa, Bargerveen, Noordwest, Zuidwest, Nieuwe Drostendiep, Reest en Oude Diep. Dit doen wij samen met alle partners in het landelijk gebied.

 

De maatregelen die worden uitgevoerd dienen een link met de landbouw te hebben. Landbouw is afhankelijk van goede milieuomstandigheden. Een robuust ecosysteem heeft een positieve invloed op de landbouw in de omringende gebieden. Wij sluiten aan op de uitgangspunten van het Europese landbouwbeleid voor de verduurzaming en vergroening van de sector, waarmee ook versteviging van biodiversiteit wordt beoogd.

In het projectplan moet worden beschreven hoe de link met de landbouw wordt gelegd.

 

Omschrijving maatregelen Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit 2018

 

1a Inrichting Bongveen

Ten behoeve van hydrologisch herstel, het creëren van condities voor ontwikkeling van natte schraallanden, benutten van kwelinvloed en aantrekkelijk en passeerbaar leefgebied voor vissen, zijn onder meer de volgende maatregelen noodzakelijk:

  • het verbreden, verondiepen en gedeeltelijk dempen waterlopen ten behoeve van vermindering verdroging/herstel kwelsituatie

  • aanleg natuurvriendelijke oever langs de Masloot

 

1b Noordma

Verbinden van de natuur in deelgebied Tusschenwater met het Zuidlaardermeer, zijn onder meer de volgende maatregelen noodzakelijk:

  • aanleg moeras en plas-dras;

  • aanleg van beekbegeleidend bos en bloemrijk grasland

  • aanleg van een waterverbinding onder/door de N386 om de nieuwe loop van de Hunze vanaf Tusschenwater te verbinden met het Zuidlaardermeer

  • hermeandering van de Hunze, graven nieuwe loop

  • afgraven grond om waterberging en natuurontwikkeling mogelijk te maken

  • realisatie van natuurvriendelijke oevers en rietoevers

  • aanleg van kaden

 

1c Elzenmaat Annermoeras

Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • aanleg van moeras en plas-dras

  • aanleg van kaden

  • realisatie van natuurvriendelijke oevers

  • hermeandering van de Hunze

 

1d Inrichting tweede fase Strubben-Kniphorstbos

Is vervallen.

 

1e Drentse weg (Fochteloërveen)

Het betreft een inrichting aan de noordwestzijde van het N2000 Fochteloërveen. Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • op een oppervlakte van 26 ha dempen van sloten

  • watergangen verondiepten

  • kades aanbrengen

  • duikers en verdeelwerk aanleggen

  • bos omvormen en delen planten

Door de uitvoering van deze maatregelen voorwaarden gecreëerd om het hydrologische systeem van het habitattype herstellend hoogveen te verbeteren, zowel van het habitattypen gelegen binnen het projectgebied als het aangrenzende herstellend hoogveen. De inrichting zal daarnaast zorgen voor geleidelijke overgangen tussen bos, heide en herstellend hoogveen.

 

1f Geelbroek

In het kader van het NNN is het doel voor het gebied de ontwikkeling van een 'Natuurlijk boslandschap'; in het kader van Natura 2000 geldt als doel het verbeteren van de kwaliteit en vergroten van de oppervlakte van het habitattype Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen). Daarnaast kent het gebied een beleidsdoel op het gebied van water, namelijk het 'bovenstrooms' vasthouden van 180.000 m3 water, wat bijdraagt aan het voorkomen van wateroverlast 'benedenstrooms'. Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • herstel van de natuurlijke waterhuishouding met hogere (grond)waterstanden door scheiden van de afwatering van het natuurgebied van die van de landbouwgronden

  • aanleggen slenken

  • om de oostelijke slenk goed te laten functioneren zonder dat het verkeer hiervan hinder ondervindt, is het verleggen van een deeltraject van de Geelbroekerweg een oplossing

  • dempen van perceelsloten en hoofdwatergangen in het natuurgebied

  • afdammen of omvormen van sloten naar ondiepe greppels

  • aanleggen van kaden om het water in het gebied te houden en beschermt woonpercelen en landbouwgronden

  • specifieke maatregelen om de mogelijke negatieve effecten van de voorgaande maatregelen op woonpercelen en voor de landbouw te voorkomen (ook buiten het plangebied maar wel onderdeel van het project)

Na de inrichting ontstaat in het overgrote deel van het gebied een grootschalig relatief natuurlijk systeem van bos, struweel, ruigte, moeras en grasland. Het meer natuurlijke landschap zal aantrekkelijk zijn voor onder meer amfibieën (kikkers, padden, salamanders) en allerlei soorten moerasvogels. Ook voor de natuurgerichte recreant ontstaat een aantrekkelijk gebied. De doelstelling voor het vasthouden van water in natte perioden is gerealiseerd. Er treedt geen significante schade op voor de omgeving (wonen, landbouw, verkeer).

 

1g Flessenhals

Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • hermeandering van de Hunze

  • aanleg natuurvriendelijke oevers, laagtes en poelen

  • aanleg bosschages en singels

  • afgraven van grond ten behoeve van verschraling, terugbrengen reliëf en natuurontwikkeling

  • realisatie kunstwerken en faunavoorzieningen

 

1h Holtingeveld Ootmalanden

Het gebied moet door het aanleggen van inlaat- en verdeelwerken en het aanleggen van kades geschikt worden gemaakt om in pieksituaties 400.000 m3 water op te kunnen vangen. Intern draagt het dempen van sloten, het aanleggen van een slenk en het ten behoeve van de kamsalamander aanleggen van poelen bij aan het hydrologische herstel. Doeltypen zijn onder andere nat heischraal grasland, kleine zeggenvegetaties dotterbloemhooiland. Het na de uitvoering van deze maatregelen opzetten van het grondwaterpeil zorgt voor het terugdringen van de verdroging en verbetering van habitattypen in het Holtingerveld.

 

1i Eekmaten, Wijsterbroek, Mantigerzand middenraai en Boerveenseplassen

 

Eekmaten (Vossenberg):

Watergang verdroogt het natuurlijke beekdal (kwantiteit en kwaliteit) en gewenste natuurlijke peilschommelingen ontbreken. Het is wenselijk om de landbouwwatergang buiten het beekdal op de oostflank te leggen. Realisatie natuurherstel is dan mogelijk en er kan regenwater vastgehouden worden. Landbouw kan snel blijven afvoeren onder alle omstandigheden. Herstel bovenloop beekdal tot aan de noordgrens en gericht op grondwater natuur. In graslanden nieuwe beek herstellen, mede gericht op afvoer 'zure' regenwaterlens. Extreem vasthouden en herstel sponswerking afronden over gehele beekdal door middel van knijpstuw.

 

Wijsterse broek:

Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • uitvoeren van ecohydrologisch onderzoek

  • hermeanderen beek

  • volledige verbinding maken Mantinger Bos en Weiden naar Roode Brand

  • natuurlijke, meanderende inrichting Oude Diep

  • bosstroken herplanten in herinrichten

  • natuurlijker inrichting beekdal

  • stuwen vispasseerbaar maken

 

Mantingerzand/Verlengde Middenraai:

Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • ecohydrologisch onderzoek

  • herstel van versnipperd gebied tot één groot natuurgebied

  • verbeteren van de hydrologie (vernatting)

  • inrichtingsmaatregelen uitvoeren met als hoofddoel de vorming van een hydrologische buffer voor het Mantingerzand. Droge voeten voor omwonenden

  • Mantingerzand verbinden met boswachterij Gees. Daarbij is zowel een droge als een natte verbinding belangrijk

  • af te graven teelaarde toepassen op aangrenzende landbouwflank (ophogen lokale laagtes) om natuurlijker beekpeil fluctuaties mogelijk te maken

  • verbinding tussen Mantingerbos en Weiden en Mantingerzand robuuster maken

  • regionaal kwelherstel van het brongebied

  • waterberging realiseren waardoor landbouw wordt ontlast in extreme afvoeromstandigheden. Noordoostelijk beekdal inrichten als hermeanderend, beschaduwd beekdal

 

Boerveense plassen:

Er wordt gestreefd naar parklandschap met heischrale graslanden, struweel en boselementen. Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • langs de oevers in de onderhoudsstrook van waterschap natuurvriendelijke oevers realiseren Beekherstel (hermeandering) Oude diep in dit deelgebied

  • berging realiseren, afkoppeling van landbouwgedeelte van het stroomgebied

  • inrichten van oevers en overige maatregelen aan landbouwzijde

  • overige watergangen dempen

 

EVZ Dr10:

Betreft de ecologische Verbindings Zone spoor (Hoogeveen Beilen)/A28 die niet voldoet. Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • het ontwerpen, engineeren en constructief aanpassen van viaduct om de EVZ te verbreden en te optimaliseren zodat deze wel voldoet

  • realiseren van de functiecombinatie is inrichten met een wandelroute

 

1J Lageveen

Is vervallen.

 

1K Huismaten

Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • oplossen hydrologische knelpunten

  • beekherstel

  • dempen sloten

  • ecohydrologisch onderzoek

 

1L Geeserstroom

Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • bodemval om water vast te houden en geleidelijk door te laten stromen

  • landschappelijk en cultuurhistorisch herstel

  • herstel van houtwallen en elzensingels

  • hogere delen maaien en afvoeren, vochtige hooilanden

 

1m EV Vogelzangsewijk

Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • realiseren van een ecologische verbinding langs de waterloop

  • aanleg natuurvriendelijke oevers en poelen

  • aanleg van heide, schraal grasland, bloemrijk grasland ruigtevegetatie en opgaande begroeiing

  • afgraven van de bovengrond

  • verondiepen en versmallen van de waterloop

  • realisatie kunstwerken en faunavoorzieningen

 

1n EVZ Koelveen

 

In het gebied Bargerveen liggen een aantal versnipperde natuurgebieden die via een ecologische verbinding verbonden kunnen worden en daarmee een verbeterde natuurwaarde krijgen.

Het gebied Koelveen is een landbouwgebied met versnipperde natuur- en landschapselementen die liggen tussen het Schoonebekerveld en het Oosteindsche Veen. In dit gebied kan door ruiling van landbouwgronden een verbinding ontstaan tussen deze gebieden. Het gaat om 40 ha die ingericht gaat worden om vooral uitwisseling mogelijk te maken van amfibieën en plantensoorten. Is het gebied komen natuurvriendelijke oevers, poelen, diverse vegetatieve elementen die de biodiversiteit in een groter gebied gaat vergoten.

 

10 Buffer Noord-Oost

Om de natuurkwaliteit in het Natura 2000-gebied Bargerveen te versterken is het nodig dat hydrologische buffers worden aangelegd. Aan de noordoostzijde is grond vrijgekomen om de noodzakelijke buffer te kunnen aanleggen. Deze buffer wordt aangelegd door middel van kades met daarin een inrichting die voldoende nat is om de waterstanden onder de veenbasis van het Bargerveen op peil te krijgen om zodoende een grotere oppervlakte met hoogveengroei te kunnen krijgen.

De kades krijgen een functie in het kader van ontwikkeling de drogere flora en fauna, terwijl binnen de kaden naar biodiversiteitsverhoging wordt gestreefd voor nattere soorten, waarbij mogelijk paludicultuur in beeld komt om het batte gebied in de gewenste staat te houden.

 

1P Broeklanden

Onder meer de volgende maatregelen zijn noodzakelijk:

  • waterberging/retentie

  • beekherstel

  • dempen sloten

  • verbeteren van bestaande en het inrichten en beheren van nieuwe natuur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven