Stimuleringsregeling Bovenlokale Evenementen 2019

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 23 oktober 2018 hebben vastgesteld:

STIMULERINGSREGELING BOVENLOKALE EVENEMENTEN 2019

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Bovenlokale uitstraling: het evenement moet niet alleen op de eigen lokale gemeenschap gericht zijn, waarbinnen het evenement plaatsvindt, maar ook op het aantrekken van publiek en deelnemers van buiten deze gemeenschap.

  • 2.

    (Volks)cultuur: zowel professionele als amateurkunsten op de terreinen muziek, zang, dans, toneel, beeldende kunst, media, mode, film, design, architectuur, vormgeving, bibliotheken, letteren, taal, literatuur, monumenten, archeologie, musea, schutterijen, immaterieel erfgoed, carnaval en culinaire evenementen.

  • 3.

    Evenement: een georganiseerde gebeurtenis, activiteit, (openlucht)manifestatie, (thema)dag/dagen, op het gebied van (volk)cultuur en/of sport, open voor publiek.

  • 4.

    Sport: één of meer van de speerpunt-, kern- en/of kanssporten als bedoeld in het van toepassing zijnde provinciaal sportbeleid.

Artikel 2 Doel van de regeling

Doel van deze stimuleringsregeling is om evenementen met een bovenlokale uitstraling op het gebied van (volk)cultuur en/of sport, die mede door vrijwilligers worden georganiseerd en uitgevoerd, te stimuleren waardoor de sociale verbindingen in leefgemeenschappen worden versterkt.

Artikel 3 Aanvrager

Voor subsidie kunnen uitsluitend verenigingen en stichtingen, waarvan het bestuur onbezoldigd is, in aanmerking komen.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende criteria:

  • 1.

    Het evenement start in 2019

  • 2.

    Het evenement vindt (grotendeels) in de provincie Nederlands-Limburg plaats.

  • 3.

    Er moet sprake zijn van een Limburgs belang. Hiervan is sprake als:

    • a.

      aanvrager is gevestigd in Nederlands-Limburg; en/of

    • b.

      het evenement (grotendeels) in Nederlands-Limburg plaatsvindt.

  • 4.

    Het moet een (volks)cultureel- en/of sportevenement met bovenlokale uitstraling betreffen.

  • 5.

    Het evenement dient plaats te vinden met inzet van vrijwilligers.

  • 6.

    De aanvrager heeft van de gemeente(n) een financiële bijdrage(n) ontvangen voor het betreffende evenement waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 5 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening 2017 Provincie Limburg e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • 1.

    het evenement niet aansluit bij de doelstelling van deze stimuleringsregeling zoals gesteld in artikel 2;

  • 2.

    de subsidieaanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • 3.

    niet wordt voldaan aan alle criteria in artikel 4;

  • 4.

    het een evenement met een besloten karakter betreft;

  • 5.

    het bij een sportevenement reguliere clubwedstrijden in competitieverband op nationaal of internationaal niveau betreft;

  • 6.

    de Provincie Limburg het betreffende evenement waarvoor subsidie wordt aangevraagd al subsidieert en/of financiert.

    Indien voor het evenement een bijdrage wordt ontvangen van een organisatie die van de Provincie Limburg subsidie/financiering ontvangt om een bijdrage aan projecten te verstrekken, wordt die bijdrage ook beschouwd als subsidiëring/financiering van de Provincie Limburg. Uitzondering zijn bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg en/of het Cultuurparticipatiefonds Limburg;

  • 7.

    het een evenement betreft dat in opzet en/of naam (grotendeels) hetzelfde is als een evenement waarvoor een subsidie is toegekend binnen de Stimuleringsregeling Bovenlokale Evenementen 2018;

  • 8.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode en specifieke termijn zoals vermeld in artikel 9.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de looptijd van deze stimuleringsregeling vast.

  • 2.

    De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 7 Subsidiebedrag

  • 1.

    De vast te stellen subsidie voor een evenement bedraagt maximaal € 2.500,00.

  • 2.

    De subsidie zal nooit hoger zijn dan de financiële bijdrage(n) van de gemeente(n) aan de vereniging of stichting voor het betreffende evenement waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 8 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2.

    De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van de hieronder genoemde bijlagen en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht). De volgende bijlagen dienen aan het aanvraagformulier te worden toegevoegd:

    • a.

      Een begroting, met een overzicht van alle kosten en inkomsten, welke is toegespitst op het betreffende evenement waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      Een bewijs van een financiële bijdrage(n) van de gemeente(n) voor het betreffende evenement waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 9 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag dient uiterlijk 30 dagen na de start van het evenement te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Gelet op de looptijd van deze stimuleringsregeling dient de subsidieaanvraag uiterlijk 30 januari 2020 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 3.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 11 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze stimuleringsregeling treedt de dag na publicatie in het Provinciaal Blad in werking.

  • 2.

    Deze stimuleringsregeling vervalt met ingang van 31 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Stimuleringsregeling Bovenlokale Evenementen 2019”.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 23 oktober 2018.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. drs. G.H.E. Derks MPA

TOELICHTING

STIMULERINGSREGELING BOVENLOKALE EVENEMENTEN 2019

Algemeen

Deze regeling is voortgekomen uit het initiatiefvoorstel vanuit Provinciale Staten om te komen tot een stimuleringsregeling voor bovenlokale evenementen georganiseerd door vrijwilligersorganisaties op het gebied van cultuur en sport. Dit voorstel werd op 4 november 2011 unaniem aangenomen door Provinciale Staten en is door Gedeputeerde Staten uitgewerkt in een subsidieregeling. Aanleiding voor nog een vervolg is de constatering dat deze regeling in een duidelijke behoefte voorziet door het mede mogelijk maken van evenementen, georganiseerd door vrijwilligers in verenigingsverband en daarmee de sociale verbindingen in leefgemeenschappen versterkt.

Subsidie kan alleen worden aangevraagd door verenigingen en stichtingen, waarvan het bestuur onbezoldigd is. Alleen deze soort vrijwilligersorganisaties komen dus voor een subsidie in aanmerking. Op deze wijze wil de Provincie Limburg ondersteuning geven aan de belangrijke sociale functie die deze organisaties van oudsher vervullen in de lokale gemeenschappen, die nog eens wordt verbreed wanneer de gehele lokale gemeenschap bij het organiseren van een evenement wordt betrokken. De bedoeling van de regeling is uitdrukkelijk niet om reguliere kleinschalige activiteiten te stimuleren die niet boven de reikwijdte van de lokale gemeenschap uitkomen. Hiervoor verwijzen wij naar de verantwoordelijkheid van de lokale gemeenschappen en gemeenten.

Deze regeling is een nadere subsidieregeling in aanvulling op de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., die op de website www.limburg.nl/subsidies > subsidiestelsel 2017 is te vinden.

Artikel 4, zesde lid Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, geldt dat de aanvrager van de gemeente(n) een financiële bijdrage(n) heeft ontvangen voor het betreffende evenement in 2019. Dit betekent dat met het (enkel) hebben van bijdrage(n) in natura van de gemeente(n) niet wordt voldaan aan dit criterium. Een bijdrage in natura waarvoor de gemeente zelf extra kosten maakt (bijvoorbeeld korting op zaalhuur, het om niet ter beschikking stellen van een zaal), wordt binnen deze regeling gezien als financiële bijdrage van de gemeente. Kosten gerelateerd aan reguliere werkzaamheden/taken van de gemeente, ambtelijke inzet en vrijstelling van vergunningen worden niet gezien als een bijdrage in natura waarvoor de gemeente zelf extra kosten maakt. Over de relatie tussen de hoogte van de provinciale subsidie en de gemeentelijke subsidie is in artikel 7, tweede lid, een bepaling opgenomen.

 

Wij vragen u gelet op het vereiste van een financiële bijdrage(n) van de gemeente(n) om als bijlage, behalve een begroting, een bewijs aan te leveren dat u deze bijdrage(n) van de gemeente(n) ontvangt. Een aantal verenigingen en stichtingen krijgt van de gemeente (bijvoorbeeld o.b.v. het ledenaantal) een structurele jaarlijkse subsidie. In dat geval is de financiële bijdrage voor het betreffende evenement veelal verdisconteerd in die structurele subsidie. Indien een vereniging of stichting deze jaarlijkse subsidie (geheel of gedeeltelijk) wenst in te zetten voor het betreffende evenement, dient het hierboven genoemde bewijs van de bijdrage door de gemeente een schriftelijke verklaring van de gemeente te zijn, waaruit blijkt dat de in de begroting genoemde financiële bijdrage van de gemeente afkomstig is uit de structurele subsidie, maar mag worden ingezet voor het betreffende evenement dat start in 2019.

Artikel 5, zesde lid Afwijzingsgronden

Als de Provincie Limburg al een financiële bijdrage verstrekt aan het evenement, via deze regeling of op andere wijze, wordt de aanvraag afgewezen. Let daarbij tevens op het volgende: een aantal organisaties krijgt van de Provincie Limburg subsidie of financiering om zelf bij te dragen aan projecten. Indien het evenement van één of meerdere van die organisaties een bijdrage ontvangt, zien wij dit ook als een bijdrage van de Provincie Limburg en wordt de aanvraag afgewezen (behalve indien het een bijdrage betreft van het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg en/of het Cultuurparticipatiefonds Limburg). Een overzicht met voorbeelden van organisaties waarvan wij een bijdrage beschouwen als subsidie/financiering van de Provincie Limburg vindt u op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen > subsidie bovenlokale evenementen.

Artikel 5, zevende lid Afwijzingsgronden

Indien voor een vorige editie van het evenement een bijdrage werd verstrekt in het kader van de Stimuleringsregeling Bovenlokale Evenementen 2018 wordt de aanvraag afgewezen, óók indien de aanvraag toen door een andere organisatie is ingediend.

Artikel 7, tweede lid Subsidiebedrag

Uit deze bepaling blijkt dat het subsidiebedrag wordt berekend aan de hand van de financiële bijdrage(n) van de gemeente(n). In lijn met artikel 4, zesde lid, wordt alleen gekeken naar de ‘financiële’ bijdrage(n). Dit betekent dat bijdrage(n) in natura, waarvoor de gemeente zelf geen extra kosten maakt, niet worden meegenomen bij de berekening van het subsidiebedrag. Zie ook de toelichting op artikel 4, zesde lid hierboven.

Naar boven