Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 26 september 2017, nummer 81B36E5, tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

 

Gelet op 125, tweede lid, en 134, tweede lid, van de Ambtenarenwet;

Besluiten:

Artikel I

 

Artikel C.7 komt te luiden:

 

Gedeputeerde staten verhogen het op grond van artikel C.6 bepaalde salaris van de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt op 1 januari van elk kalenderjaar, met 3% van dit maximumsalaris, tenzij:

  • a.

    het salaris van de ambtenaar in het voorafgaande kalenderjaar tussentijds met 3% is verhoogd op grond van een beoordeling; of

  • b.

    blijkens een beoordeling het functioneren van de ambtenaar niet aan de gestelde eisen voldoet.

Artikel II

 

Artikel C.9 komt te vervallen.

Artikel III

 

Artikel C.10 inclusief aanhef komt te luiden:

Artikel C.10 Waarderen van bijzondere prestaties of extra inzet

Aan de ambtenaar of een groep van ambtenaren kan een extra waardering ‘boter bij de vis’ worden toegekend bij een bijzondere prestatie of geleverde extra inzet.

Artikel lV

 

Artikel F.7 komt te luiden:

 

De ambtenaar en zijn leidinggevende houden periodiek een planningsgesprek en een voortgangsgesprek.

Artikel V

Dit besluit treedt in werking na publicatie in het Provinciaal Blad op 1 september 2017.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten Utrecht van 26 september 2017,

Voorzitter,

Secretaris,

Naar boven