Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2018, 7827 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2018, 7827 | Verordeningen |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 28 augustus 2018, nr. 81D85DCA, tot vaststelling van een Uitvoeringsverordening subsidie opruiming drugsafval provincie Utrecht 2018
Subsidies als bedoeld in deze uitvoeringsverordening worden door Gedeputeerde Staten verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen voor subsidie in aanmerking de daadwerkelijk door onafhankelijke derden gemaakte kosten, voor zover deze niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen, met betrekking tot:
Artikel 8 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in elk geval niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies, als bedoeld in artikel 4 voor in 2018 gemaakte opruimkosten vast op € 20.000,-.
Gedeputeerde Staten zenden aan Provinciale Staten ter kennisneming een verslag toe over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk, e.e.a. als onderdeel van het in 2020 verschijnende Jaarverslag met uitvoeringsresultaten van het Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2019.
Toelichting, behorende bij Uitvoeringsverordening subsidie opruiming drugsafval provincie Utrecht 2018
De voorganger van de nu voorliggende uitvoeringsverordening (te weten de per 1 september 2018 vervallende 1e uitvoeringsverordening), vloeide voort uit het amendement Cegerek/Remco Dijkstra1 inzake de tegemoetkoming in kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de indertijd gemaakte afspraken tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (I&M) en de provincies over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg zouden dragen voor de (toen nog) co-financiering tot max. 50% van kosten die gemeenten en andere grondeigenaren moesten maken voor het opruimen van drugsafvaldumpingen. Deze afspraken werden in 2014 vastgelegd in het Convenant ‘Uitwerking amendement co-financiering opruiming drugsdumpingen’.2
In genoemd amendement was tevens opgenomen dat er naar een duurzame financieringsoplossing van provincies en gemeenten moest worden gezocht. Tot op heden is de jaarbijdrage van het Ministerie van I&M van € 1.000.000,- over de jaren 2015, 2016 en 2017 naar het provinciefonds overgemaakt. Het is nog niet tot een duurzame financieringsoplossing van provincies en gemeenten gekomen. Omdat de geldingsduur van de 1e uitvoeringsverordening per 1 september 2018 stopt en wij gedupeerden over 2018 niet in de kou willen laten staan, hebben wij besloten om een eigen provinciale uitvoeringsverordening in het leven te roepen.
Het doel van deze 2e uitvoeringsverordening is niet anders als die van haar voorganger: het verstrekken van subsidies tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van achtergelaten drugsafval. Er wordt ook in de provincie Utrecht regelmatig afval, afkomstig van de productie van synthetische drugs, achtergelaten/gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De kosten van het opruimen komen nu voor rekening van betrokken decentrale overheden (voornamelijk gemeenten), andere grondeigenaren of degene die het grootste zakelijk recht op de grond heeft. Deze uitvoeringsverordening maakt het mogelijk dat niet alleen aan decentrale overheden (vooral gemeenten), subsidie kan worden verleend, maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral in buitengebieden niet alleen sprake is van vol eigendom van grond, maar ook van zakelijke rechten (zoals erfpacht en opstal, waarbij bepaalde eigendomsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten), is in de uitvoeringsverordening de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.
Voor het opruimen van drugsafval bestaan in iedere regio protocollen vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidsschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of uit de Wet milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hierbij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.
De inhoud van de uitvoeringsverordening komt grotendeels overeen met de indertijd met de 12 provincies samen opgestelde uitvoeringsverordening. Bepalingen / essentialia uit de eerste uitvoeringsverordening komen ook in deze 2e uitvoeringsverordening weer terug, waar het betreft:
De regeling past binnen de kaders van de provinciale Algemene subsidieverordening. Relevante aspecten die daarin al zijn geregeld, zijn niet opnieuw in deze uitvoeringsverordening vastgelegd.
Mogelijk is subsidie voor het opruimen van drugsafval aan te merken als staatssteun, uitgaande van het volgende:
Indien hiervan in het concrete geval sprake blijkt te zijn, wordt gebruik gemaakt van de ruimte die de de-minimisverordening biedt, in algemene zin en specifiek voor de landbouwsector.
Ook voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving, zoals gehanteerd in de voorganger van de nu voorliggende uitvoeringsverordening.
Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders.
Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogd de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen.
Onder e. zakelijk gerechtigden
Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkte rechten die op een eigendom gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.
Het begrip grondeigenaar is opgevat als zakelijk gerechtigde op de grond. Van belang bij de afbakening van de doelgroep is, dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker (zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming).
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Op grond van de formulering wordt ook voor het opruimen van bodemverontreiniging door het achterlaten van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden, maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van het achterlaten van drugsafval. Overigens is het ook mogelijk dat er géén sprake is van bodemverontreiniging in situaties waarbij drugsafval is achtergelaten.
Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, wijst op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag. Het al dan niet ontvangen van een tegemoetkoming in de kosten op andere wijze is geen reden tot weigering, mogelijk wel tot matiging van de subsidiehoogte. Sinds 2013 is de reikwijdte van de Wet Bibob aangepast en kan deze rechtstreeks op iedere bijdrageregeling worden toegepast zonder dat dit specifiek is bepaald in de regeling. Wel geldt als reden tot weigering het te laat indienen van een aanvraag om subsidie.
In de regeling is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt over opruiming van achtergelaten drugsafval in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Het gaat hierbij om het jaar 2018.
De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten zijn beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is dan niet meer aan de orde.
De kosten die voor vergoeding in aanmerking komen, omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op een factuur aantoonbaar.
In de geest van de 1e uitvoeringsverordening is, dat de tegemoetkoming die gemeenten krijgen in de kosten van de opruiming van drugsafval, inclusief de BTW-compensatie, procentueel gelijk is aan de tegemoetkoming die grondeigenaren, niet zijnde gemeenten, ontvangen voor de door hen gemaakte kosten. Daarom is bij het bepalen van de te verstrekken subsidie rekening gehouden met de BTW-compensatie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-7827.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.