Vaststellen Provinciaal Inpassingsplan WindenergieA16, provincie Noord-Brabant

Provinciale Staten van Noord-Brabant,

 

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 25 september 2018 alsmede de Nota van Wijziging van Gedeputeerde Staten 53/18 E

d.d. 25 september 2018;

 

overwegende dat:

  • -

    toepassing is gegeven aan de Wet ruimtelijke ordening;

  • -

    als uitwerking van de Structuurvisie ruimtelijke ordening, het Provinciaal Inpassingsplan WindenergieA16 is opgesteld;

  • -

    het ontwerp van het inpassingsplan samen met de bijbehorende stukken voor een ieder ter inzage heeft gelegen;

  • -

    de openbare bekendmaking heeft plaatsgevonden overeenkomstig de wettelijke bepalingen;

  • -

    de gemeenteraden van de betrokken gemeenten zijn gehoord, overeenkomstig artikel 3.26 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);

  • -

    de tegen het ontwerp inpassingsplan ingediende zienswijzen beantwoord zijn in de Nota van zienswijzen;

  • -

    artikel 3.1 en 6.12 van de Wro Provinciale Staten de bevoegdheid geven om geen exploitatieplan vast te stellen;

  • -

    artikel 3.26 van de Wro aan Provinciale Staten de bevoegdheid geven het inpassingsplan vast te stellen;

  • -

    Provinciale Staten op 19 januari 2018 een aantal specifieke vergunningen onder de provinciale coördinatieregeling hebben gebracht;

  • -

    de Crisis- en Herstelwet van toepassing is;

Besluiten:

  • 1.

    overeenkomstig het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 25 september 2018 het Provinciaal Inpassingsplan WindenergieA16-zone, digitaal vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9930.ipWindenergieA16-va01, en de bijbehorende toelichting vast te stellen;

  • 2.

    de benodigde compensatie voor het natuur netwerk Brabant NNB (overdraai en geluidhinder) uit te voeren conform de compensatieregels uit de Verordening Ruimte;

  • 3.

    geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 3.1 en 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • 4.

    de termijn als bedoeld in artikel 3.26, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening wordt bepaald op 10 jaar ingaande direct na de datum van vaststelling van het PIP;

  • 5.

    volledigheidshalve de omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 Wabo, toe te voegen aan de specificatie PCR van 19 januari 2018;

  • 6.

    de bevoegdheid voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor een project van meer dan 100MW bij Gedeputeerde Staten te leggen.

     

’s-Hertogenbosch, 28 september 2018

Provinciale Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de griffier,

drs. J.A. Deneer (plv.)

Naar boven