Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Overwegingen
Diensten van algemeen economisch belang (DAEB) ontlenen hun bestaansrecht aan de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU). Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving, moet daarvoor een onderneming specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB worden belast. Het is naar onze mening noodzakelijk om deze dienst aan een selecte groep ondernemers toe te vertrouwen, omdat daarmee in hoge mate wordt voldaan aan algemene behoeften van - grote groepen - Brabantse burgers en wij het daarom belangrijk vinden dat deze dienst kan worden aangeboden. Hier komt bij dat wij als uitgangspunt hebben dat de onderneming sociaal verantwoorde tarieven hanteert en dat er door de onderneming continuïteit en zekerheid in de dienstverlening wordt geboden.
Voorbereidingsprocedure
Aangezien dit aanwijzingsbesluit DAEB de bestaande situatie van reeds toegekende rechten en plichten van betrokken ondernemingen bevestigt en niet verder uitbreidt is geen (nieuwe) specifieke voorbereidingsprocedure gevolgd. Een voorafgaande consultatie van andere marktdeelnemers is ook om deze reden niet zinvol geacht.
Bij besluit d.d. 31 mei 2016, no. 3985210, zijn de navolgende activiteiten van REWIN reeds aangewezen als dienst van Algemeen Economisch Belang;
- 1.
Inzet van 0,8 fte voor Bio-innovation agent die MKB’ers verder helpt in de commercialisatie van hun biobased activiteiten.
- 2.
Vouchers verlenen aan Biobased MKB’ers om hun biobased product verder te ontwikkelen bij een van de Biobased Applicatie Centra als satelliet van de Green Chemistry Campus.
Het aanwijzingsbesluit heeft een looptijd tot 1 januari 2020.
Thans worden vorenstaande activiteiten op basis van het projectplan Biovoice verder verruimd tot nieuwe diensten, welke in het verlengde te liggen van voornoemde, onder het aanwijzingsbesluit aangeduide diensten.
Tevens wordt, in verband met de nieuw aan te duiden activiteiten de looptijd van de aanwijzing verlengd tot 1 januari 2022.
Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;
Gelet op artikel 14 en artikel 106 van het VwEU;
Gelet op het Vrijstellingsbesluit van de Commissie voor diensten van algemeen economisch belang 2012/21/EU, Pb EU 2012 L 7;
Besluiten: