Provinciaal blad van Gelderland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2018, 6958 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2018, 6958 | Beleidsregels |
Wijziging Beleidsregels gedogen in milieuzaken en grondwaterzaken Gelderland 2007
Bekendmaking van het besluit van 12 september 2018 zaaknummer 2018-005432 tot wijziging van een regeling
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5.2 eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 8.1 van de Waterwet, artikel 22 van de Ontgrondingenwet, artikel 7.2 van de Wet natuurbescherming, artikel 11.1 van de Wet luchtvaart en artikel 25 Wet hygiëne en veiligheid badinrichting en zwemgelegenheden.
Overwegende dat het in verband met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming en het op
6 juli 2016 door Gedeputeerde Staten vastgestelde Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving wenselijk is de Beleidsregels gedogen in milieuzaken en grondwaterzaken Gelderland 2007 te actualiseren;
Gedeputeerde Staten van Gelderland
Vast te stellen de tweede wijziging van de Beleidsregels gedogen in milieuzaken en grondwaterzaken Gelderland 2007
De beleidsregels gedogen in milieuzaken en grondwaterzaken Gelderland worden als volgt gewijzigd:
De titel komt te luiden: Beleidsregels gedogen Gelderland 2018.
Artikel 1, tweede lid komt te luiden:
Artikel 2, tweede lid komt te luiden:
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd.
Onder vernummering van het derde lid tot het tweede lid vervalt het tweede lid.
In artikel 10 wordt ‘wordt deze ingetrokken’ vervangen door: kan deze worden ingetrokken.
In artikel 11 wordt ‘Beleidsregels gedogen in milieu en grondwaterzaken 2007’ vervangen door: Beleidsregels gedogen Gelderland 2018.
De toelichting wordt als volgt gewijzigd:
De “Algemene toelichting” wordt als volgt gewijzigd:
De eerste zin van de eerste alinea komt te luiden:Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot bestuursrechtelijke handhaving van onderdelen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet, de Ontgrondingenwet, de Wet natuurbescherming, de Wet luchtvaart en de Wet hygiëne en veiligheid badinrichting en zwemgelegenheden.
De laatste zin van de eerste alinea komt te luiden:De beleidsregels moeten worden bezien in relatie tot het provinciale Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving 2016 zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet, de Ontgrondingenwet, de Wet natuurbescherming, de Wet luchtvaart en de Wet hygiëne en veiligheid badinrichting en zwemgelegenheden
De toelichting op artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd.
De toelichting op artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
De laatste zin komt te luiden:
In de tweede plaats hebben de beleidsregels betrekking op handhavingssituaties waarbij Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn op grond van de Waterwet, de Ontgrondingenwet, de Wet natuurbescherming, de Wet luchtvaart en de Wet hygiëne en veiligheid badinrichting en zwemgelegenheden
De toelichting op artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
De toelichting op artikel 3, eerste lid, komt te luiden.
Gedogen vindt in de regel plaats op aanvraag. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin het Rijk heeft aangekondigd nationale wetgeving te zullen wijzigen waardoor een vergunningplicht voor bepaalde activiteiten komt te vervallen. Handhaving gedurende een dergelijke overgangsperiode is dan ook niet opportuun. De wijziging van de regelgeving heeft meestal betrekking op groepen van burgers en bedrijven. Een specifiek gedoogverzoek is in een dergelijke situatie overbodig.
Na de toelichting op artikel 3, tweede lid wordt de volgende toelichting ingevoegd:
Ondernemers zijn verantwoordelijk voor hun handelen. Daartoe behoort ook het beschikken over vergunningen voor de activiteiten die zij ontplooien. Uitgangspunt is in alle gevallen dat degene die handelingen wil verrichten of projecten wil uitvoeren, zorgdraagt voor de daartoe vereiste vergunning of ontheffing. Als deze ontbreekt, zullen Gedeputeerde Staten in beginsel tot handhaving overgaan. Het instrument van gedogen is een sluitstuk voor situaties waarin handhaven niet redelijk is. Handhaven is niet redelijk als er concreet zicht op legalisatie bestaat. Hiervan is sprake als de procedures om tot legalisatie te komen in een zodanig stadium verkeren dat binnen afzienbare termijn legalisatie verwacht mag worden op basis van de relevante wetten. Daarnaast is van belang of de aanvraag kwalitatief voldoende is om een vergunning op te kunnen baseren.
Het risico op vertraging in de behandeling ligt doorgaans in de volgende gevallen niet bij de aanvrager;
indien de inwerkingtreding van de vergunning wordt vertraagd als gevolg van de afhankelijkheid hiervoor van een ander bestuursorgaan dan Gedeputeerde Staten. Dit kan zich voordoen in situaties waarbij Gedeputeerde Staten bevoegd gezag is voor de omgevingsvergunning, maar voor het afgeven van de vergunning een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad nodig is vanwege strijdigheid met het bestemmingsplan.
De toelichting op artikel 4, tweede lid, onder a, wordt als volgt gewijzigd:
De tweede alinea komt te luiden:
In bepaalde situaties zal pas in een later stadium kunnen worden bepaald of er sprake is van concreet zicht op legalisatie. Soms moet worden afgewacht welke zienswijzen tegen de ontwerpbeschikking worden ingebracht voordat kan worden bepaald of sprake is van concreet zicht op legalisatie. Dat kan het geval zijn bij technisch ingewikkelde of maatschappelijk omstreden initiatieven. In die gevallen moet zorgvuldig worden onderzocht of gedogen wel het aangewezen instrument is.
In de eerste zin van de toelichting op artikel 4, tweede lid onder b. wordt ‘milieuactiviteit’ vervangen door: activiteit.
De toelichting op artikel 4, derde lid komt te luiden:
Er zijn gevallen waarbij door het starten van een activiteit, vooruitlopend op de vergunningverlening, een bestaande schadelijke situatie kan worden beëindigd, verminderd of gereguleerd. Daarbij geldt dat er geen alternatieven voorhanden zijn waarmee hetzelfde effect kan worden bereikt.
De toelichting op artikel 4, vierde lid, vervalt.
In de eerste zin van de toelichting op artikel 5, eerste lid, wordt ‘beogen een milieu- of grondwaterbelang te dienen’ vervangen door: een belang, die de wetten genoemd in bijlage 1, beoogt te beschermen.
In de toelichting op artikel 5, tweede lid, wordt ‘de (werking) van een inrichting’ vervangen door: een plan, project of handeling.
De toelichting op artikel 5, derde lid, komt te luiden:
Een proef dient niet gericht te zijn op het behalen van economisch voordeel. De proeven mogen niet worden uitgevoerd met grotere hoeveelheden dan strikt noodzakelijk voor de proef.
De laatste zin van de toelichting op artikel 5, vierde lid, vervalt.
De laatste zin van de toelichting op artikel 7, eerste lid, vervalt.
De toelichting op artikel 7, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
In eerste zin van de toelichting op artikel 9 tweede lid, wordt ‘milieu en waterwetgeving’ vervangen door: de wetgeving genoemd in bijlage 1.
De toelichting op artikel 10 komt als volgt te luiden.
Het is van belang dat een gedoogbeschikking wordt nageleefd. Is dit niet het geval, dan zal de begunstigde tot naleving worden gesommeerd. Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt, kan de gedoogbeschikking worden ingetrokken.
De laatste zin van de toelichting ‘schema gedoogbeleid in overgangssituaties, zie provinciaal blad, nr 2012/107 van 6 juli 2012, blz. 12’ vervalt.
Gepubliceerd te Arnhem
Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland
C. Bieze - Gedeputeerde Omgevingsvergunningen en Handhaving
Bijlage 1 behorende bij de Beleidsregels gedogen Gelderland 2018
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c, d, e, g en i, en het tweede en derde lid.
Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
Artikel 5 lid 1 (ontheffing voorschriften in geval van bijzondere omstandigheden)
Artikel 7 lid 1 (opleggen nadere voorschriften)
Artikel 10b lid 5 (opleggen zwemverbod bij niet aangewezen zwemplassen)
Artikel 11 lid 1 (opleggen zwemverbod badinrichting)
Artikel 11 lid 2 (opleggen zwemverbod badinrichting in oppervlaktewater) Artikel 11 lid 3 (toepassing zwemverbod eerste lid door CvdK in geval van acute gezondheidsrisico’s)
Artikel 8.64 (Vaststelling Luchthavenregeling)
Artikel 8a.51 (Ontheffing Terreinen Stijgen en landen Tijdelijk Uitzonderlijk Gebruik)
Artikel 6.4 (Vergunning onttrekking grondwater en infiltratie water)
Artikel 8 lid 2 (vergunning voor ontgrondingenverbod)
Omgevingsverordening Artikel 3.4.3.3. (meldingsplicht niet vergunningplichtige ontgrondingen) Omgevingsverordening Artikel 3.4.3.2 (wijze van melding)
Artikel 2.7 lid 2 (verbod verrichten van activiteiten die (significant) negatieve effecten kunnen hebben op Europeesrechtelijk beschermde natuurgebieden.)
Artikel 3.1 Verbod verstoren, vangen en doden van Europeesrechtelijk beschermde vogelsoorten
Artikel 3.4. Verbod hulpmiddelen bij vangen en doden van Europeesrechtelijk beschermde vogelsoorten
Artikel 3.5. Verbod verstoren, vangen en doden van Europeesrechtelijk beschermde diersoorten
Artikel 3.9 Verbod hulpmiddelen bij vangen en doden van Europeesrechtelijk beschermde diersoorten
Artikel 3.10 Verbod verstoren, vangen en doden van nationaal beschermde soorten
Artikel 3.17 Ontheffing schadebestrijding
Omgevingsverordening Artikel 3.7.7.1 (wijze van melden houtkap)
Omgevingsverordening Artikel 3.7.7.2 en artikel 3.7.7.7 (termijn van melding houtkap)
Omgevingsverordening Artikel 3.7.7.4. en artikel 3.7.7.6 (ontheffing tot herplantverplichting)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-6958.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.