Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 67 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 67 | Overige besluiten van algemene strekking |
Regeling vergoeding voor wacht- en storingsdiensten provincie Overijssel 2018
Besluit van gedeputeerde staten van Overijssel van 7 december 2004 (MI/2004/1429) juncto 22 februari 2005 (MI/2005/177) met ingang van 1 januari 2005.
Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 9 november 2009 (2009/0186285) met ingang van 1 januari 2010.
Gewijzigd besluit van Gedeputeerde Staten van 20-12-2010 (2010/0196721) met ingang van 1 januari 2011
Gewijzigd besluit van Gedeputeerde Staten van 13 juni 2013 (2013/0143192) met ingang van 13 juni 2013.
Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 28 november 2018, met ingang van 1 januari 2018
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Onderstaande toelichting vormt integraal onderdeel van de regeling.
Wordt geen volledige week- of weekeinddienst verricht dan wordt de vergoeding naar evenredigheid verminderd.
Onverminderd het bepaalde in artikel 2 wordt voor iedere dag dat wacht- of storingsdienst is verricht op nieuwjaarsdag, de tweede paasdag, Hemelvaartsdag, de tweede pinksterdag, de beide kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd, -eenmaal in de vijf jaar in lustrumjaren- 5 mei, een dag buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verleend (zie toelichting).
Voor zover een opgedragen en ingeroosterde wacht- en storingsdienst samenvalt met een collectieve roostervrije dag, worden de uren van een voor die dag geldende reguliere werkdag opgenomen in het werktijdrooster als zijnde gewerkte uren.
Aan de ambtenaren die tijdens de wacht- of storingsdienstperiode effectief werkzaamheden moeten verrichten, wordt een overwerkvergoeding verleend als bedoeld in het derde lid van artikel 3.4.3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies.
Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van de toelage bedoeld in artikel 2 een blijvende verlaging ondergaat, welke ten minste 3% bedraagt van de bezoldiging, wordt een aflopende toelage toegekend, mits hij de toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van de beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking van langer dan twee maanden heeft genoten.
De berekeningsbasis voor de aflopende toelage is het bedrag dat de ambtenaar over de twaalf kalendermaanden voorafgaande aan de datum waarop de blijvende verlaging van zijn bezoldiging intreedt, gemiddeld per maand aan toelage heeft genoten, verminderd met het bedrag dat hij daarna in totaal per maand gaat genieten aan toelage en aan salarisverhogingen anders dan die wegens algemene salarismaatregelen in de sector provincies.
De uitkeringsperiode voor de aflopende toelage is gelijk aan het naar boven op een maand afgeronde één vierde gedeelte van de periode, gedurende welke de ambtenaar, direct voorafgaande aan het tijdstip van de blijvende verlaging van de bezoldiging, zonder wezenlijke onderbreking van niet langer dan twee maanden de toelage heeft genoten, doch maximaal drie jaar.
De hoogte van de aflopende toelage wordt bepaald door de uitkeringsperiode voor de aflopende toelage in drie gelijke delen te splitsen, waarbij, te beginnen met het eerste deel, afronding naar boven plaats heeft op een hele maand, met dien verstande, dat hierdoor de ingevolge artikel 9 vastgestelde totale duur van de uitkeringsperiode van de aflopende toelage niet mag worden overschreden. Gedurende deze drie deelperioden bedraagt de toelage achtereenvolgens 75%, 50% en 25% van de voor de desbetreffende maand(en) van toepassing zijnde berekeningsbasis.
Indien de blijvende vermindering van de bezoldiging intreedt op de eerste dag van een maand, dan vangt de aflopende toelage op die datum aan. Treedt de vermindering van de bezoldiging in op een andere dag van de maand, dan gaat de aflopende toelage in op de eerste dag van de daaropvolgende maand. In het laatste geval wordt aan de ambtenaar over de maand waarin de vermindering van de bezoldiging intreedt, een aanvulling verleend op het door hem over die maand genoten bedrag aan toelage tot het gemiddelde maandbedrag, dat hij hieraan over de twaalf voorafgaande kalender-maanden heeft genoten.
Het aanvragen van de in deze regeling bedoelde vergoeding geschiedt op de door de salarisadministratie voorgeschreven wijze.
Met ingang van 1 januari 2005 (MI/2004/1429 jo. MI/2005/177) is de regeling gewijzigd. Als gevolg van het vervallen van de Salarisverordening is het onderdeel met betrekking tot de afbouw van toelagen toegevoegd aan de regeling (artikel 7 tot en met 11).
Met dit besluit is de tijdelijk regeling Milieuwachtdiensten EMT ingetrokken. Ook is met dit besluit de Regeling vergoeding voor gebondenheid wegens gladheidsbestrijding en de calamiteitentoelage bij de eenheid WK ingetrokken.
Als werkafspraak bij WK blijft bestaan dat alle dagen in het werkrooster worden meegenomen. Dit betekent dat geen buitengewoon verlof wordt toegekend voor wachtdiensten op feestdagen en er wordt geen verhoogde vergoeding toegekend voor wachtdiensten op collectieve roostervrije dagen.
De verouderde regeling dat vergoedingen voor wachtdiensten voor medewerkers van 60 jaar en ouder (die deze feitelijk niet meer uitvoeren) worden verstrekt, komt te vervallen.
In de praktijk worden de tijdvakken op maandagen tussen 7.00 – 8.30 uur en op vrijdagen tussen 17.00 – 19.00 uur binnen PDH beschouwd als zijnde onderdeel van de betreffende week- en/of weekenddienst. De ten gevolge hiervan boven de reguliere werkweek uitstijgende uren worden, indien aan de orde, vanzelfsprekend aangemerkt als meeruren en kunnen als zodanig worden gecompenseerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-67.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.