Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 5605 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 5605 | Verordeningen |
Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Paragraaf 1.1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1.1 Begripsomschrijvingen
‘de-minimisverordening’ wordt vervangen door: algemene de-minimisverordening
Artikel 1.2.1 Bij aanvraag in te dienen gegevens
Toelichting lid 3 komt als volgt te luiden:
In artikel 1.1.8 is nader toegelicht wanneer sprake kan zijn van staatssteun.
Toelichting Lid 4 sub b komt als volgt te luiden:
De in dit lid bedoelde verklaring is onderdeel van het betreffende aanvraagformulier. In artikel 1.1.1 is een definitie gegeven van ‘onderneming in moeilijkheden’.
Toelichting van artikel 1.1.8 komt als volgt te luiden:
Toelichting: Overheden die steun willen verlenen, moeten zich houden aan de regels voor staatssteun. De staatssteunregels zijn neergelegd in de artikelen 107, 108 en 109 Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Staatssteun is in principe verboden. Er gelden echter vele uitzonderingen (vrijstellingsmogelijkheden) op het staatssteunverbod. Een maatregel levert pas staatssteun op als er aan alle voorwaarden van de cumulatieve criteria van het staatssteunverbod wordt voldaan. De Europese Commissie beoordeelt staatssteun op basis van vijf criteria:
Bij subsidieverlening is bijna altijd wel sprake van het tweede t/m het vierde criterium. Of voldaan wordt aan het eerste en vijfde criterium wordt nader getoetst op basis van vragen in het betreffende aanvraagformulier. Meer informatie over staatssteun is o.a. te vinden op www.europadecentraal.nl .
Indien sprake kan zijn van staatssteun dan is in de betreffende subsidieparagraaf vermeld welke Europese vrijstellingsverordening van toepassing is. Dit kan bijvoorbeeld de algemene de-minimisverordening, de Algemene Vrijstellingsverordening (AGVV) of de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV) zijn.
Subsidies op basis van de AGVV en de LVV kunnen alleen verstrekt worden als voldaan wordt aan de algemene en procedurele bepalingen zoals opgenomen in hoofdstuk 1 van de AGVV dan wel LVV en de betreffende van toepassing zijnde artikelen.
Dit betekent in ieder geval dat de subsidie een stimulerend effect moet hebben (artikel 6 van de AGVV en de LVV). Ingeval van de AGVV betekent dit dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd nog niet zijn gestart op het moment van de aanvraag. Ingeval van de LVV zijn de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd nog niet gestart en starten pas nadat de subsidie is verleend. Ook mag de subsidieontvanger niet in moeilijkheden verkeren (artikel 1.1.1) en er mag geen terugvorderingsbesluit genomen zijn ten aanzien van eerder verleende staatssteun (de zogenoemde Deggendorfclausule) (artikel 1.1.4).
Ook kan de subsidie lager worden verleend of vastgesteld indien de subsidie leidt tot overschrijding van de steunpercentages en steundrempels zoals opgenomen in hoofdstuk 1 dan wel het betreffende artikel van de AGVV of LVV. Alle financiële bijdragen van overheden voor de betreffende activiteit, worden bij elkaar opgeteld om het totale subsidiebedrag te bepalen (cumulatie) (artikel 8 van de AGVV en LVV).
Op grond van de algemene de-minimisverordening kunnen overheden aan ondernemingen de-minimissubsidie tot € 200.000,- verstrekken over een periode van drie belastingjaren zonder dat dit staatssteun oplevert. Deze steun is zo minimaal (de-minimis) dat het weinig tot geen impact heeft op de interne markt. Voor een onderneming uit de visserij bedraagt de maximale de-minimissubsidie € 30.000,- en voor een landbouwonderneming maximaal € 15.000,- over een periode van drie belastingjaren.
Paragraaf 2.1 Effectuering Ruimtelijk beleid
Sub d komt als volgt te luiden:
Artikel 2.1.3 komt als volgt te luiden:
Artikel 2.1.3 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Artikel 2.1.4 Subsidiabele kosten
In lid 2 en de toelichting bij lid 2 wordt ‘financiele’ vervangen door: financiële
Paragraaf 2.2 Leefbare kleine kernen
Titel van artikel 2.2.4 komt als volgt te luiden: Artikel 2.2.4 Hoogte van de subsidie
Artikel 2.2.9 komt als volgt te luiden:
Artikel 2.2.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
leerervaringen binnen twee maanden na afronding van de subsidiabele activiteit te delen op een platform dat beschikbaar is gesteld via www.overijssel.nl/thema's/sociale-kwaliteit/.
Toelichting: Om bij te dragen aan kennisdeling in de provincie deelt de aanvrager op welke wijze de fysieke maatregelen hebben bijgedragen aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit, sociale kwaliteit, identiteit en leefbaarheid van de kleine kern.
Paragraaf 2.3 Verbeteren van de haveninfrastructuur en –faciliteiten
Lid 5 komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 2.3.4 komt als volgt te luiden: Artikel 2.3.4 Hoogte van de subsidie
Aan artikel 2.3.4 wordt de volgende toelichting toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de Algemene de-minimisverordening ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 2.4 Investeringsimpuls verduurzaming goederenvervoer over water
Artikel 2.4.1 Begripsbepalingen
voor ‘installatie’ wordt geplaats: mobiele of vaste
Aan Lid 1 sub a(ii) wordt de volgende toelichting toegevoegd:
Toelichting: Ook een havenbedrijf wordt gezien als een bedrijf.
Lid 1 sub d komt als volgt te luiden:
‘toelichting’ wordt met een hoofdletter geschreven
Lid 3 sub a komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 2.4.4 komt als volgt te luiden: Artikel 2.4.4 Hoogte van de subsidie
Aan artikel 2.4.4 wordt de volgende toelichting toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 2.5 Waterveiligheid en klimaatbestendigheid IJssel-Vechtdelta
Sub g komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 2.5.4 komt als volgt te luiden: Artikel 2.5.4 Hoogte van de subsidie
Aan artikel 2.5.4 wordt de volgende toelichting toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening of de de-minimisverordening landbouw ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Artikel 2.5.8 wordt toegevoegd
Artikel 2.5.8 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 moet een aanvraag voor subsidie ontvangen zijn uiterlijk op 1 oktober 2018 voor 17.00 uur.
Paragraaf 2.6 Ruimtelijke kwaliteit groene omgeving
Een nieuw lid 5 wordt toegevoegd:
Titel van artikel 2.6.4 komt als volgt te luiden: Artikel 2.6.4 Hoogte van de subsidie
Aan artikel 2.6.4 wordt de volgende toelichting toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van algemene de-minimisverordening ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 2.7 Huisvesting statushouders
Titel van artikel 2.7.4 komt als volgt te luiden: Artikel 2.7.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 2.8 Vitaliteit van binnensteden (stadsarrangementen)
Sub c komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 2.8.4 komt als volgt te luiden: Artikel 2.8.4 Hoogte van de subsidie
Aan artikel 2.8.4 wordt de volgende toelichting toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van algemene de-minimisverordening ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 3.1 Hernieuwbare energie en energiebesparing
Artikel 3.1.1 Begripsbepalingen
‘waterenergie’ komt als volgt te luiden:
waterenergie: is energie die gewonnen wordt met behulp van een technische voorziening door het gebruik van stroomsnelheid of hoogteverschil in oppervlaktewaterwater, is thermische energie in de vorm van (rest)warmte- of koude gewonnen uit water, of is energiebenutting waar water als opslagmedium dient om hernieuwbare energie toe te passen. Energie uit water omvat alle vormen van energiewinning en energieopslag met water als hernieuwbare energiebron.
Aan lid 1 sub d wordt de volgende toelichting toegevoegd:
Toelichting: In artikel 1.1.8 is nader toegelicht wanneer sprake kan zijn van staatssteun
Titel van artikel 3.1.4 komt als volgt te luiden: Artikel 3.1.4 Hoogte van de subsidie
De toelichting van artikel 3.1.4 wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Als er sprake is van staatssteun dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening of vaststelling. Wanneer voor dezelfde activiteit al steun is verleend dan kan dit betekenen dat onder toepassing van artikel 8 van de AGVV afgeweken wordt van de in dit artikel genoemde maximum percentages. Dit betekent onder andere dat de totale overheidsbijdrage voor de betreffende activiteit in totaal niet meer bedraagt dan:
Artikel 3.1.5 komt als volgt te luiden:
Artikel 3.1.5 Subsidiabele kosten
Toelichting: Indien sprake is van eigen loonkosten van de aanvrager ten behoeve van de installatie van de technische voorziening dan zijn deze overeenkomstig artikel 1.1.5 eerste lid sub b, subsidiabel voor een vast tarief van € 35,- per uur. Voor loonkosten van derden geldt artikel 1.1.5 derde lid.
Artikel 3.1.7 Weigeringsgronden
Paragraaf 3.2 Haalbaarheidsstudies nieuwe energie en energiescans
Lid 1 sub g komt als volgt te luiden:
indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU dan voldoet de subsidie aan de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij.
Toelichting: In artikel 1.1.8 is nader toegelicht wanneer sprake kan zijn van staatssteun.
Titel van artikel 3.2.4 komt als volgt te luiden: Artikel 3.2.4 Hoogte van de subsidie
De toelichting van artikel 3.2.4 wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
Titel van artikel 3.3.4 komt als volgt te luiden: Artikel 3.3.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 3.4 Logistieke biomassaprojecten
Sub f komt als volgt te luiden:
indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan voldoet de subsidie aan de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij.
Toelichting: In artikel 1.1.8 is nader toegelicht wanneer sprake kan zijn van staatssteun.
Titel van artikel 3.4.4 komt als volgt te luiden: Artikel 3.4.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Artikel 3.4.7 Verplichtingen subsidieontvanger
‘subsdieontvanger’ wordt vervangen door: subsidieontvanger
Paragraaf 3.5 Energielening Overijssel
Sub d: ‘SvN’ wordt vervangen door: SVn
Sub i komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 3.5.4 komt als volgt te luiden: Artikel 3.5.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: In deze subsidieparagraaf is de rentekorting de subsidie. Bij een lening van € 100.000,- bedraagt de rentekorting maximaal 3%. De rentekorting (= de steun=subsidie) per jaar is maximaal € 3.000,-. Bij een lening met een looptijd van 10 jaar bedraagt de subsidie maximaal € 30.000,-. Bij een lening met een looptijd van 5 jaar bedraagt de maximale subsidie € 15.000,-. Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven
Artikel 3.6.1 Begripsbepalingen
energiebesparing: de volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Het protocol Monitoring energiebesparing 2001 is te vinden op de website http://www.ecn.nl/ (publicatienummer: ECN-C-01-129).
Energieopwekking: de volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Het protocol Monitoring Hernieuwbare Energie is te vinden op de website http://www.rvo.nl .
Artikel 3.6.2 Subsidiabele activiteiten
In de aanhef wordt ‘3’ wordt vervangen door: twee
Lid 4 komt als volgt te luiden:
Lid 5: ‘rechtspersoonlijkheid’ wordt vervangen door: beoogde rechtsvorm
Artikel 3.6.4 komt als volgt te luiden:
Artikel 3.6.4 Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.1.6 lid eerste lid zijn ook kosten voor leges en vergoedingen voor de inzet in uren van vrijwilligers subsidiabel tot maximaal € 15,- per uur.
Toelichting: De kosten voor vrijwilligers als bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid en de inzet in uren van vrijwilligers als bedoeld in artikel 1.1.6 eerste lid zijn subsidiabel. De inzet in uren van vrijwilligers wordt verantwoord met een urenadministratie.
Artikel 3.6.4a wordt toegevoegd:
Artikel 3.6.4a Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.1.6 zijn aanschaf- en installatiekosten voor technische voorzieningen die leiden tot energieopwekking of energiebesparing niet subsidiabel.
Toelichting: Te denken valt aan de kosten voor het aanschaffen en installeren van zonnepanelen, een windturbine en isolatiemateriaal.
Artikel 3.6.5 komt als volgt te luiden:
Artikel 3.6.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie als bedoeld in artikel 3.6.2 sub a en b bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,- per lokaal energie-initiatief waarbij het maximum voor de activiteit als bedoeld in artikel 3.6.2 sub a € 20.000,- bedraagt. Gedeputeerde Staten kunnen hiervan afwijken indien sprake is van een energie-initiatief waarbij in fase 1 meer dan € 20.000,- aan kosten derden gemaakt gaat worden.
Indien sprake is van het opwekken van zonne-energie met gebruikmaking van de Regeling Verlaagd Tarief bedraagt de subsidie als bedoeld in artikel 3.6.2 sub a en b 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000 per lokaal energie-initiatief. Indien sprake is van het opwekken van zonne-energie met gebruikmaking van de Regeling Verlaagd Tarief en er is sprake van te verwijderen asbest van daken bedraagt de subsidie als bedoeld in artikel 3.6.2 sub a en b 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 40.000 per lokaal energie-initiatief
Toelichting: De postcoderoos zon is inmiddels een beproefd concept. Initiatiefnemers kunnen gebruik maken van de opgebouwde kennis en ervaring van andere initiatieven. Subsidie mag worden ingezet om andere initiatieven te betalen voor hun kennisinbreng.
Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
‘of betrekking heeft op subsidie voor het opstellen van een bedrijfsplan’ komt te vervallen
‘toelichting’ wordt vervangen door: Toelichting
Artikel 3.6.8 Voorschotverlening
‘Om een voorschot te kunnen ontvangen voor de subsidie als bedoeld in artikel 3.6.2 sub c, moet de subsidieontvanger een bedrijfsplan overleggen’ komt te vervallen
Artikel 3.6.9 wordt toegevoegd:
Artikel 3.6.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.3 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Paragraaf 3.8 Stimulering actieve marktaanpak verduurzaming woningen
Sub b komt als volgt te luiden:
De titel van artikel 3.8.4 komt als volgt te luiden: Artikel 3.8.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023
In de titel wordt ‘ENergie’ vervangen door: ‘Energie’
Artikel 3.10.1 Begripsbepalingen
Sub c komt als volg te luiden:
Titel van artikel 3.10.4 komt als volgt te luiden:
Artikel 3.10.4 Hoogte van de subsidie
‘voor een energiestrategie en 80% van de subsidiabele kosten voor een gebiedsgerichte aanpak’ komt te vervallen
Paragraaf 3.11 Earth Hour Overijssel
Titel van artikel 3.11.4 komt als volgt te luiden: Artikel 3.11.4 Hoogte van de subsidie
Er wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 3.12 Gebiedsgerichte aanpak energietransitie Overijssel
Algemene toelichting: De sturingsfilosofie van het Programma Nieuwe Energie Overijssel gaat onder meer uit van een gebiedsgerichte benadering. Een gebiedsgerichte benadering is noodzakelijk vanwege afhankelijkheid tussen collectieve en individuele oplossingen, de veelheid aan partijen en de verschillende investeringsritmes. In een gebied kunnen opgaven worden verbonden, belangen worden gebundeld, kan werk met werk worden gemaakt en kunnen geldstromen worden omgebogen. Hierom is beoogd de energieopgaven in Overijssel integraal op te pakken, met aandacht voor samenhang tussen sociale, economische en fysieke aspecten.
Op basis van deze subsidieparagraaf kunnen Overijsselse gemeenten subsidie aanvragen voor het ontwikkelen van een gebiedstransitieplan, aan de hand waarvan de integrale transitie van een gebied naar een aardgasvrije energievoorziening kan worden gestart.
Artikel 3.12.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
gebiedstransitieplan: een uitvoeringsplan voor de integrale transitie van een gebied naar een aardgasvrije energievoorziening, op basis waarvan deze transitie door de stakeholders kan worden gestart. Het gebiedstransitieplan bevat minimaal de volgende inhoud;
een uitwerking van sociale, financiële, technische en ruimtelijke elementen;
Toelichting: Bijvoorbeeld: wijkanalyses, hoe bewoners of bedrijven zijn betrokken, de financiering van de uit te voeren maatregelen, de gemaakte afweging tussen de verschillende opties van aardgasvrije energievoorzieningen, een beschrijving van de huidige en de toekomstige energie-infrastructuur, de ruimtelijke inpassing en (indien bekend) de inpassing van het uitvoeringsplan in relatie tot bovenlokale strategieën.
Artikel 3.12.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het ontwikkelen van een gebiedstransitieplan.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.12.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 3.12.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 80% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,- per aanvraag.
Artikel 3.12.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend de volgende kosten zijn subsidiabel:
Artikel 3.12.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.1 overlegt de aanvrager een gebiedsdossier met de volgende inhoud:
een begroting waaruit de totale kosten en de dekking van deze kosten blijkt.
Toelichting: Dit betreffen de kosten voor het ontwikkelen van een gebiedstransitieplan. In de begroting moeten de kosten waarvoor subsidie wordt gevraagd duidelijk worden gespecificeerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de drie kostensoorten van artikel 3.12.5.
Artikel 3.12.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 3.12.8 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de aanvrager op basis van deze subsidieparagraaf in het betreffende kalenderjaar al twee keer een subsidie heeft aangevraagd.
Artikel 3.12.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
erop aan te sturen dat minimaal een factor tien van het bedrag dat aan subsidie is ontvangen in het gebied wordt geïnvesteerd, rechtstreeks ten behoeve van de transitie naar een aardgasvrije energievoorziening.
Toelichting: De subsidieontvanger toont aan dat aan deze verplichting wordt voldaan door middel van de investeringsbegroting als onderdeel van het gebiedstransitieplan. Naast investeringen door de gemeente zelf, ziet deze bepaling ook op investeringen door andere stakeholders.
Artikel 3.12.10 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot vaststelling
In aanvulling op artikel 1.5.2 tweede lid overlegt de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een kopie van het gebiedstransitieplan.
Toelichting: In het geval dat de subsidie meteen wordt vastgesteld conform artikel 1.5.1, kunnen Gedeputeerde Staten in de verleningsbeschikking aan de subsidieontvanger vragen om na afronding van de subsidiabele activiteit het gebiedstransitieplan te overleggen.
Paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving 2.0
Sub l komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 4.3.4 komt als volgt te luiden: Artikel 4.3.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 4.4 Ontwikkelopgave Twickel
Lid 1 sub e komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 4.4.5 komt als volgt te luiden: Artikel 4.4.5 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening, de-minimisverordening landbouw of de LVV (Landbouwvrijstellingsverordening) ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Subparagraaf 4.5.2 Uitvoeren maatregelen voor aandachtsoorten
Titel van artikel 4.5.2.3 komt als volgt te luiden: Artikel 4.5.2.3 Hoogte van de subsidie
Subparagraaf 4.5.3 Kennis en onderzoek aandachtsoorten
Titel van artikel 4.5.3.3 komt als volgt te luiden: Artikel 4.5.3.3 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 4.6 Instandhouding gescheperde schaapskuddes Overijssel
sub d. ‘een begrazingsplan gedurende de periode 2018 t/m 2021’wordt vervangen door: een begrazingsplan voor in ieder geval één jaar met de intentie om deze voor te zetten gedurende de periode 2018 t/m 2021;
Titel van artikel 4.6.4 komt als volgt te luiden: Artikel 4.6.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening of de AGVV (Algemene groepsvrijstellingsverordening), dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Artikel 4.6.6 Subsidiabele kosten
‘forfaitait’ wordt vervangen door: forfaitair
Artikel 4.6.10 komt als volgt te luiden:
Artikel 4.6.10 Volgorde van behandeling
Aanvragen worden in behandeling genomen op basis van ingediende volledige aanvragen. Indien na sluiting van de indieningstermijn als bedoeld in artikel 4.6.7 het subsidieplafond wordt overschreden, dan krijgt een aanvraag voor traditionele gescheperde schaapkuddes, zijnde schaapskuddes die minimaal vijf jaar of langer bestaan, prioriteit.
Artikel 4.6.12 Verplichtingen subsidieontvanger
‘subsdieontvanger’ wordt vervangen door: subsidieontvanger
Er wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 4.7 Zoetwatervoorzieningen door Terreinbeherende Natuurorganisaties (TBO’s)
Toelichting: Op 7 september 2015 is de bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden 2016-2021 regio Oost getekend door de minister van I&M. De regionale partijen hebben de bestuursovereenkomst individueel ondertekend in de periode juni - november 2015. Het doel van deze bestuursovereenkomst is om over voldoende zoetwater te beschikken en nadelige effecten van droogte tegen te gaan in de regio Oost-Nederland. Gedeputeerde Staten van Overijssel is één van de vele ondertekenaars.
Ter uitwerking van de bestuursovereenkomst is het werkprogramma Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden 2016-2021 met als titel "Wel goed water geven!" op 27 mei 2015 vastgesteld door het Regionaal bestuurlijk Overleg Rijn-Oost (RBO). In dit werkprogramma zijn ook zoetwatermaatregelen opgenomen die terreinbeherende organisaties uit gaan voeren.
De subsidieregeling is gericht op het uitvoeren van zoetwatermaatregelen door terreinbeherende natuurorganisaties binnen het werkgebied van het waterschap Vechtstromen. Waterschap Vechtstromen heeft in nauwe samenwerking met de terreinbeheerders een werkprogramma opgesteld waarin zoetwatermaatregelen zijn opgenomen binnen het werkgebied van het waterschap in de periode 2018-2021. Dit werkprogramma is geaccordeerd door het Regionaal bestuurlijk Overleg Rijn-Oost (RBO).
Artikel 4.7.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 4.7.2. Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan het behouden van voldoende zoetwater, die zijn gericht op het tegengaan van effecten van droogte én die opgenomen zijn in het werkprogramma.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.7.2 voldoet aan de volgende criteria:
De subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat het Rijk de decentrale uitkering Deltafondsmiddelen voor Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden, zoals overeengekomen in de bestuursovereenkomst, ter beschikking stelt.
Artikel 4.7.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten.
Artikel 4.7.6 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.1.6 sub a zijn legeskosten wel subsidiabel.
Artikel 4.7.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
In afwijking van artikel 1.3.2 verstrekken Gedeputeerde Staten de aanvrager een voorschot van maximaal 25% per jaar van de verleende subsidie. Het voorschot kan niet meer bedragen dan de door de provincie ontvangen decentrale uitkering Deltafondsmiddelen voor Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden van het betreffende jaar.
Artikel 4.7.10 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.3, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Gedeputeerde Staten gaan niet eerder over tot eventuele lagere vaststelling van de subsidie dan na advies van het Regionaal bestuurlijk Overleg Rijn-Oost.
Paragraaf 5.1 Mobiliteit Overijssel
Titel van artikel 5.1.4 komt als volgt te luiden: Artikel 5.1.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 5.2 Nieuwe mobiliteit Overijssel
Sub f komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 5.2.4 komt als volgt te luiden: Artikel 5.2.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als sprake is van staatssteun en de subsidieontvanger heeft al steun op basis van de algemene de-minimisverordening ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 5.3 Kennis en ondersteuning Nieuwe Mobiliteit Overijssel
Titel van artikel 5.3.5 komt als volgt te luiden: Artikel 5.3.5 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 5.4 Inzet vrijwilligers bij buurtbussen in Overijssel
Titel van artikel 5.4.4 komt als volgt te luiden: Artikel 5.4.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.1 Kennisondersteuning agro&food in Overijssel
Sub d komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 6.1.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.1.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij, dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 6.2 Innovatie agro&food in Overijssel
Artikel 6.2.2 Subsidiabele activiteiten
Sub a komt als volgt te luiden:
Sub e komt als volgt te luiden:
indien de aanvrager een landbouwonderneming is voldoet de subsidie aan artikel 14 van de LVV danwel artikel 25 AGVV. Indien de aanvrager een andere onderneming is dan een landbouwonderneming voldoet de subsidie aan de algemene de-minimisverordening of de de-minimisverordening visserij danwel artikel 25 AGVV
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. De subsidie kan alleen verstrekt worden als deze voldoet aan de vrijstellingsverordeningen zoals opgenomen in dit lid.
Titel van artikel 6.2.5 komt als volgt te luiden: Artikel 6.2.5 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting komt als volgt te luiden:
Toelichting: De subsidie is maximaal 40%. Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij of steun voor dezelfde activiteit dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Artikel 6.2.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Subparagraaf 6.7.2 MIT-Haalbaarheidsprojecten
Titel van artikel 6.7.2.3 komt als volgt te luiden: Artikel 6.7.2.3 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor de te subsidiëren activiteiten dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Subparagraaf 6.7.3 MIT-R&D-samenwerkingsprojecten
Titel van artikel 6.7.3.3 komt als volgt te luiden: Artikel 6.7.3.3 Hoogte van de subsidie
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor de te subsidiëren activiteiten dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 6.8 Leren van elkaar kringen
Titel van artikel 6.8.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.8.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.9 Ondernemend noaberschap
Titel van artikel 6.9.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.9.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.10 Product Markt Partner Combinaties (PMPC’s) Toerisme Overijssel
Artikel 6.10.1 Begripsbepalingen
Sub f komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 6.10.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.10.4 Hoogte van de subsidie
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 6.14 Scholingsvouchers zelfstandig professionals (ZP-ers)
Sub c: ‘2014, 2015 of 2016’ wordt vervangen door ‘2015, 2016 of 2017’
Titel van artikel 6.14.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.14.4 Hoogte van de subsidie
In de toelichting wordt het woord ‘tevens’ voor de eerste ‘€ 1.000,–‘ gezet.
Artikel 6.14.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag voor subsidie
In lid 2 onder a wordt twee maal ‘2014, 2015 of 2016’ vervangen door twee maal ‘2015, 2016 of 2017’
Artikel 6.14.8 Weigeringsgronden
Sub d: ‘2014, 2015 of 2016’ wordt vervangen door ‘2015, 2016 of 2017’
Paragraaf 6.15 HRM scholingsregeling MKB
Sub c komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 6.15.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.15.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 6.17 (potentieel) Beeldbepalende evenementen 2017 t/m 2019
Lid 4 komt als volgt te luiden:
De titel van artikel 6.17.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.17.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.18 Kleinere evenementen 2018
Titel van artikel 6.18.3 komt als volgt te luiden: Artikel 6.18.3 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.19 Stimulering innovaties gericht op verduurzaming agro&food sector
Sub f komt als volgt te luiden:
indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107, eerste lid van het VWEU, dan voldoet de subsidie aan de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij.
Toelichting: In artikel 1.1.8 is nader toegelicht wanneer sprake kan zijn van staatssteun.
Titel van artikel 6.19.5 komt als volgt te luiden: Artikel 6.19.5 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Bij deze subsidieverlening is er sprake van staatssteun. Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidieverlening.
Paragraaf 6.21 Voucherregeling startende ondernemers
Titel van artikel 6.21.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.21.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.23 Innovatievouchers wordt geheel herzien en komt als volgt te luiden:
Paragraaf 6.23 Innovatievouchers
Het doel van deze subsidieregeling is Mkb-ondernemingen, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties te stimuleren om versneld innovatie, onderzoek en testen te laten plaatsvinden in Overijssel.
Artikel 6.23.1.1 Begripsbepalingen
In de subparagrafen 6.23.2, 6.23.3 en 6.23.4 wordt verstaan onder:
experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, productieprocessen of diensten;
Toelichting: Experimentele ontwikkeling kan prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling, testen en validatie omvatten van nieuwe of verbeterde producten, processen of diensten in omgevingen die representatief zijn voor het functioneren onder reële omstandigheden, met als hoofddoel verdere technische verbeteringen aan te brengen aan producten, processen of diensten die niet grotendeels vast staan. Dit kan de ontwikkeling omvatten van een commercieel bruikbaar prototype of pilot die noodzakelijkerwijs het commerciële eindproduct is en die te duur is om te produceren alleen met het oog op het gebruik voor demonstratie- en validatiedoeleinden. Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante activiteiten, zelfs indien die wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden.
haalbaarheidsstudie: het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn;
maatschappelijke innovatie: een nieuw product, methode of dienst dan wel een wezenlijke nieuwe toepassing van een bestaand product, methode of dienst die bijdraagt aan de oplossing van maatschappelijke opgaven van de provincie Overijssel;
Toelichting: Een maatschappelijke innovatie beoogt een slimmere samenleving met meer publieke waarden zoals veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid of sociale kwaliteit.
Maatschappelijke organisatie: een privaatrechtelijke rechtspersoon die een maatschappelijke missie en doelstelling heeft, acteert in het maatschappelijke en publieke domein, geen winstoogmerk heeft, geen winst uitkeert en elke mogelijke waardeontwikkeling voor 100% inzet voor het maatschappelijke doel;
Toelichting: Bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen, zorginstellingen, universiteiten, woningcorporaties, busondernemingen, uitkeringsorganisaties en musea.
industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op ontwikkeling van nieuwe producten, productieprocessen of diensten, of om bestaande producten, processen of diensten aanmerkelijk te verbeteren;
Toelichting: Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validering van generieke technologie;
open innovatiefaciliteit: een rechtspersoon waar gedeelde faciliteiten zoals opleidingsfaciliteiten of een open acces onderzoeksinfrastructuur, zoals laboratoria en testfaciliteiten aanwezig zijn, de toegang tot panden, faciliteiten en activiteiten niet zijn beperkt en de vergoedingen, die voor het gebruik van de faciliteiten van het cluster en voor deelneming aan de activiteiten ervan worden berekend, overeenstemmen met de marktprijs of de kosten ervan weerspiegelen;
Toelichting: Bijvoorbeeld open innovatiecentra, proeftuinen en fieldlabs.
Subparagraaf 6.23.2 Innovatievouchers MKB
Artikel 6.23.2.1 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de uitvoering van een haalbaarheidsproject ten behoeve van een innovatie.
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.23.2.1 ingediend door een Mkb-onderneming gevestigd buiten Overijssel dat de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling of groot bedrijf met R&D faciliteiten gevestigd in Overijssel.
Artikel 6.23.2.3 Hoogte van de subsidie
Indien de aanvrager gevestigd is in Overijssel en de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling of groot bedrijf met R&D faciliteiten gevestigd in Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,– per aanvrager.
Indien de aanvrager gevestigd is in Overijssel en de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling of groot bedrijf met R&D faciliteiten gevestigd buiten Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7.500,– per aanvrager.
Indien de aanvrager gevestigd is buiten Overijssel bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7.500,– per aanvrager.
Toelichting: Indien de aanvrager al subsidie heeft ontvangen op basis van de de-minimisverordening kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Artikel 6.23.2.4 Subsidiabele kosten
Uitsluitend de kosten van een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling of groot bedrijf met R&D faciliteiten zijn conform artikel 1.1.5 derde lid subsidiabel.
Toelichting: Dit betekent dat eigen uren van de aanvrager niet subsidiabel zijn.
Artikel 6.23.2.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 6.23.2.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.23.2.7 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
sprake is van een aanvraag voor een activiteit als bedoeld in de artikelen 3.2.2, 6.1.2, 6.2.2, 6.19.2 of 10.2.2 van respectievelijk paragraaf 3.2 Haalbaarheidsstudies nieuwe energie en energiescans, paragraaf 6.1 Kennisondersteuning agro&food in Overijssel, paragraaf 6.2 Innovatie agro&food in Overijssel, paragraaf 6.19 Stimulering innovaties gericht op verduurzaming agro&food sector of paragraaf 10.2 Zelfstandig leven en gezond bewegen.
Artikel 6.23.2.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Subparagraaf 6.23.3 Innovatievoucher MKB Smart Industry
Artikel 6.23.3.1 Subsidiabele activiteit
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de uitvoering van een haalbaarheidsproject ten behoeve van een smart industry innovatie.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.23.3.1 voldoet aan de volgende criteria:
de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, groot bedrijf met R&D faciliteiten of bedrijf met specifieke kennis op het gebied van smart industry;
Toelichting: De specifieke kennis op het gebied van smart industry dient aangetoond te worden bij de aanvraag.
Artikel 6.23.3.3 Hoogte van de subsidie
Indien de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, groot bedrijf met R&D faciliteiten of bedrijf met specifieke kennis op het gebied van smart industry gevestigd in Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,– per aanvrager.
Indien de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, groot bedrijf met R&D faciliteiten of bedrijf met specifieke kennis op het gebied van smart industry gevestigd buiten Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7.500,– per aanvrager.
Toelichting: Indien de aanvrager al subsidie heeft ontvangen op basis van de de-minimisverordening kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Artikel 6.23.3.4 Subsidiabele kosten
Uitsluitend de kosten van een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, groot bedrijf met R&D faciliteiten of een bedrijf met specifieke kennis op het gebied van smart industry zijn conform artikel 1.1.5 derde lid subsidiabel.
Toelichting: Dit betekent dat eigen uren van de aanvrager niet subsidiabel zijn.
Artikel 6.23.3.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager een door een uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, groot bedrijf met R&D faciliteiten of bedrijf met specifieke kennis op het gebied van smart industry getekende offerte waaruit de hoogte van de subsidiabele kosten blijkt.
Artikel 6.23.3.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.23.3.7 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
sprake is van een aanvraag voor een activiteit als bedoeld in de artikelen 3.2.2, 6.1.2, 6.2.2, 6.19.2 of 10.2.2 van respectievelijk paragraaf 3.2 Haalbaarheidsstudies nieuwe energie en energiescans, paragraaf 6.1 Kennisondersteuning agro&food in Overijssel, paragraaf 6.2 Innovatie agro&food in Overijssel, paragraaf 6.19 Stimulering innovaties gericht op verduurzaming agro&food sector of paragraaf 10.2 Zelfstandig leven en gezond bewegen.
Artikel 6.23.3.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Subparagraaf 6.23.4 Innovatievoucher Maatschappelijke innovatie
Artikel 6.23.4.1 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de uitvoering van een haalbaarheidsproject ten behoeve van een maatschappelijke innovatie.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.23.4.1 voldoet aan de volgende criteria:
de activiteiten geven invulling aan de aanpak van maatschappelijke opgaven van de provincie Overijssel;
Toelichting: de maatschappelijke opgaven van de provincie Overijssel zijn te vinden op https://begroting2018.overijssel.nl/p19309/overzicht
Artikel 6.23.4.3 Hoogte van de subsidie
Indien de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, groot bedrijf met R&D faciliteiten gevestigd buiten Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7.500,– per aanvrager.
Toelichting: Indien de aanvrager al subsidie heeft ontvangen op basis van de de-minimisverordening kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Artikel 6.23.4.4 Subsidiabele kosten
Uitsluitend de kosten van een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, een groot bedrijf met R&D faciliteiten zijn conform artikel 1.1.5 derde lid subsidiabel.
Toelichting: Dit betekent dat eigen uren van de aanvrager niet subsidiabel zijn.
Artikel 6.23.4.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 6.23.4.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.23.4.7 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
sprake is van een aanvraag voor een activiteit als bedoeld in de artikelen 3.2.2, 6.1.2, 6.2.2, 6.19.2, of 10.2.2 van respectievelijk paragraaf 3.2 Haalbaarheidsstudies nieuwe energie en energiescans, paragraaf 6.1 Kennisondersteuning agro&food in Overijssel, paragraaf 6.2 Innovatie agro&food in Overijssel, paragraaf 6.19 Stimulering innovaties gericht op verduurzaming agro&food sector of paragraaf 10.2 Zelfstandig leven en gezond bewegen.
Artikel 6.23.4.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Paragraaf 6.24 Duurzame ondersteuning startende ondernemers
Titel van artikel 6.24.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.24.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.26 Jonge bedrijfsopvolgers
Sub f komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 6.26.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.26.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij kan dit gevolgen hebbenop de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 6.27 ZP-netwerkbijeenkomsten
Titel van artikel 6.27.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.27.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.28 Ondersteuning financiering Mkb-ondernemingen
In heel paragraaf 6.28 wordt MKB vervangen door: Mkb
Sub c komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 6.28.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.28.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 6.29 1000 Kansen voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt
Sub e komt als volgt te luiden:
indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan voldoet de subsidie aan artikel 31 of 35 van de AGVV of de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij.
Toelichting: In artikel 1.1.8 is nader toegelicht wanneer sprake kan zijn van staatssteun.
Titel van artikel 6.29.5 komt als volgt te luiden: Artikel 6.29.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor dezelfde activiteit of al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening, de de-minimisverordening landbouw of de de-minimisverordening visserij dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Nummer van de volgende artikelen wijzigt:
Artikel 6.29.11 wordt: 6.29.10
Paragraaf 6.30 Stimuleren Innovatiegericht inkopen
Titel van artikel 6.30.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.30.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor dezelfde activiteit of op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie
Paragraaf 6.31 Snel groeiende bedrijven
sub d. ‘Algemene de-minimisverordening‘ wordt vervangen door: algemene de-minimisverordening
Titel van artikel 6.31.4 komt als volgt te luiden: Artikel 6.31.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor dezelfde activiteit of op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 7.1 Kader culturele instellingen Overijssel
Sub b komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 7.1.5 komt als volgt te luiden: Artikel 7.1.5 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor de subsidiabele activiteit dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten
Lid 2 sub c komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 7.2.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.2.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor dezelfde activiteit of op basis van algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 7.3 Erfgoed ‘Het verhaal van Overijssel’
Sub f komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 7.3.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.3.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 7.4 Versterking productieaanbod Overijssel
Artikel 7.4.1 Begripsbepalingen
Lid 1 sub e komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 7.4.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.4.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Artikel 7.4.9 Weigeringsgronden
Paragraaf 7.5 Cultureel aanbod en talentontwikkeling
In de tweede alinea wordt ‘2017 en 2018’ vervangen door: 2019 en 2020.
Artikel 7.5.1 Begripsbepalingen
zakelijke kwaliteit: de mate van ontwikkeling met betrekking tot cultureel ondernemerschap.
Toelichting: Cultureel ondernemerschap rust op vier pijlers die nauw met elkaar verbonden zijn, te weten: artistiek onderscheidend vermogen, maatschappelijk draagvlak, verdienmodellen en bestuur en bedrijfsvoering Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het werven van fondsen en middelen, inzicht in de planning en speellijst of publieksbereik. Dit uit zich onder andere in een deugdelijke bedrijfsvoering en een overtuigende visie op publieksbereik en -ontwikkeling. Van belang is dat de aanvraag blijk geeft van een visie of strategie op het behalen van (publieks)inkomsten.
Onder ‘cultureel netwerk’ wordt toegevoegd:
samenwerking: samenwerking waarbij partijen gezamenlijke activiteiten uitvoeren of gebruikmaken van elkaars expertise bij het realiseren van de subsidiabele activiteit en de resultaten daarvan met elkaar delen;
Toelichting: Hierbij kan gedacht worden aan samenwerking met andere culturele partners of met partners buiten de culturele sector, met scholen en opleidingen, maar ook aan samenwerking tussen amateurs en professionals.
Podiumkunsten: komt als volgt te luiden:
artikel 7.5.2 komt als volgt te luiden:
Artikel 7.5.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor
Toelichting: Het gaat hierbij om instellingen die zich ‘opwaarts’ willen ontwikkelen richting landelijk niveau. De aanvrager geeft aan dat de instelling bijvoorbeeld een meerjarige landelijke fondsaanvraag nastreeft of streeft naar (grotere) nationale bekendheid, waardoor de positie van de instelling op landelijk niveau wordt versterkt.
Na sub d, wordt nieuwe sub e toegevoegd en sub e en f worden vernummer tot f en g
Nieuwe sub e komt al volgt te luiden:
sub f komt als volgt te luiden:
er is sprake van samenwerking met andere partijen;
Toelichting: er is sprake van samenwerking in de vorm van gezamenlijke activiteiten of gebruik van elkaars expertise. Hierbij kan gedacht worden aan samenwerking met andere culturele partners, met scholen en opleidingen, maar ook aan samenwerking tussen amateurs en professionals. In de aanvraag zoals bedoeld in artikel 7.5.2 sub b gaat de samenwerking over de andere partners dan diegene die het netwerk vormen.
Titel van artikel 7.5.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.5.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor de subsidiabele activiteit dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Artikel 7.5.6 Indieningstermijn aanvraag
In lid 1 wordt ’20 februari 2017’ wordt vervangen door: 27 juli 2018 en
‘3 april 2017’ wordt vervangen door: 14 september 2018
Artikel 7.5.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In de aanhef wordt ‘2017 en 2018’ vervangen door: 2019 en 2020.
sub g wordt vernummerd tot sub h
er wordt een nieuw sub g toegevoegd:
Artikel 7.5.10 Weigeringsgronden
Paragraaf 7.6 Cultuurprofielen 2017 t/m 2020
Titel van artikel 7.6.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.6.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 7.7 Cultuurparticipatie
Sub e komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 7.7.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.7.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 7.8 Cultuureducatie ‘cultuur aan de basis’
Titel van artikel 7.8.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.8.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 7.9 Cultuurmakelaars
Titel van artikel 7.9.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.9.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 7.10 Week van de Amateurkunst
Titel van artikel 7.10.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.10.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 7.11 Nieuwe makers Overijssel
Sub j komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 7.11.4 komt als volgt te luiden: Artikel 7.11.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Er wordt een nieuw paragraaf toegevoegd
Paragraaf 7.12 Herbestemming Cultureel erfgoed
Artikel 7.12.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
cultureel erfgoed: Overijsselse gebouwen en bouwwerken die vanuit het verleden zijn overgebleven, het waard zijn om behouden te blijven en bijdragen aan de karakteristieke identiteit van het gebied;
Toelichting: Te denken valt aan: gebouwen en bouwwerken die bijdragen aan de karakteristieke identiteit van het gebied zoals religieus erfgoed (bv. kerken en kloosters), industrieel erfgoed (bv. fabrieken, fabriekscomplexen en molens) en agrarisch erfgoed (bv. boerderijen en schuren). Het kan daarbij gaan om een rijksmonument of een gemeentelijk monument of een gebouw/bouwwerk waar de gemeente een verklaring voor af heeft gegeven dat het van cultuurhistorische waarde is. Naast een rijksmonument of een gemeentelijk monument is er ook sprake van cultuurhistorische waarde wanneer het gaat om:
Artikel 7.12.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het uitvoeren van een herbestemming op basis van een transformatieplan.
De aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
de subsidiabele activiteit scoort ten minste 60 punten én behaalt minimaal op 4 onderdelen uit de tabel een positieve score. De punten worden toegekend op basis van scoretabel 1.
Artikel 7.12.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 150.000,- per herbestemming.
Toelichting: Indien voor de subsidiabele activiteit al steun is ontvangen dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Artikel 7.12.5 Indieningstermijn aanvraag
In afwijking van artikel 1.2.2 kunnen aanvragen worden ingediend vanaf 15 september 2018 vanaf 9.00 uur.
Artikel 7.12.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 7.12.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 7.12.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikel 1.4.1 en 1.4.2 dient de subsidieontvanger de activiteit uiterlijk binnen drie jaar na subsidieverlening te hebben uitgevoerd.
Paragraaf 8.1 Dodenherdenking en bevrijdingsfestival
Titel van artikel 8.1.4 komt als volgt te luiden: Artikel 8.1.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 8.2 Kwaliteit openbaar bestuur
Titel van artikel 8.2.4 komt als volgt te luiden: Artikel 8.2.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 8.3 Experimenten bestuursstijl
Titel van artikel 8.3.4 komt als volgt te luiden: Artikel 8.3.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 9.1 Uitvoering Ontwikkelopgave Natura 2000
Titel van artikel 9.1.4 komt als volgt te luiden: Artikel 9.1.4 Hoogte van de subsidie
Paragraaf 9.2 Ruimte voor de Vecht
Sub c komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 9.2.4 komt als volgt te luiden: Artikel 9.2.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 9.3 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente 4.0
Lid 1 sub b komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 9.3.4 komt als volgt te luiden: Artikel 9.3.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan wel de de-minimisverordening landbouw dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 9.4 Verplaatsing landbouwbedrijfsgebouwen vanwege de ontwikkelopgave Natura 2000
Lid 1 sub f komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 9.4.4 komt als volgt te luiden: Artikel 9.4.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen voor de subsidiabele activiteit dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 10.2 Zelfstandig leven en gezond bewegen
Lid 1 sub f komt als volgt te luiden:
Titel van artikel 10.2.4 komt als volgt te luiden: Artikel 10.2.4 Hoogte van de subsidie
De volgende toelichting wordt toegevoegd:
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Paragraaf 10.3 Samen voor elkaar - lokaal geleerd, provinciaal gedeeld
Titel van artikel 10.3.4 komt als volgt te luiden: Artikel 10.3.4 Hoogte van de subsidie
Wijziging voor bijlagen bij het UBS
Wijzigingen voor de bijlagen in Ubs:
Toevoeging in bijlage 1 (businesscase): tussen ‘de samenwerkingspartners’ en ‘kwaliteit van de installaties’ wordt toegevoegd: ‘een beschrijving van de afstemming met de gemeente;’
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-5605.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.