Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2018, 525 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2018, 525 | Overige besluiten van algemene strekking |
Openstellingsbesluit paragraaf 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen 2018 Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg
Gedeputeerde Staten van Limburg stellen ter voldoening aan het bepaalde in artikel 4:27 juncto 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelings-programma 2014-2020 (POP3) Limburg, op 16 januari 2018 het volgende besluit vast:
Openstellingsbesluit Paragraaf 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen 2018 Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg
Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg, hierna te noemen “Verordening”, besluiten Gedeputeerde Staten Paragraaf 2 “Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische bedrijven” van Hoofdstuk 2 (hierna te noemen “Paragraaf 2 fysieke investeringen 2018”) van deze Verordening onder volgende nadere regels open te stellen.
Artikel 1 Openstellingsperiode
Paragraaf 2 “Fysieke investeringen 2018” wordt opengesteld voor het indienen van subsidieaanvragen voor de periode vanaf 5 februari 2018 tot en met 15 maart 2018 (17:00 uur). Een subsidieaanvraag dient uiterlijk 15 maart (17:00 uur) te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.
Het subsidieplafond wordt voor 2018 voor Paragraaf 2 “Fysieke investeringen 2018” vastgesteld op € 2.700.000,00 bestaande uit 50% ELFPO en 50% Provinciale middelen.
Artikel 4 Subsidiabele activiteit
Conform artikel 2.2.1, eerste lid, van de Verordening kan subsidie worden verstrekt voor fysieke investeringen:
Kosten voor het ontwikkelen, beproeven of demonstreren van innovatie(s) vallen buiten de scope van deze paragraaf en komen niet in aanmerking voor subsidie. Het gaat zowel bij (a) als bij (b) om fysieke investeringen..
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient het project respectievelijk de hierbij horende investeringen een bijdrage te leveren aan ten minste één van de in artikel 2.2.1, tweede lid, van de Verordening genoemde thema’s:
maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en/of een gesloten kringloop, met als resultaat een vermindering van de emissie van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en/of grond- en oppervlakte water (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en/of minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);
Deze thema’s zijn sterk gerelateerd aan de speerpunten van de vier investeringslijnen van het “Investeringsprogramma Limburgse Land- en Tuinbouw Loont 2 (LLTL2)”, de notitie “Limburgse agro voor de wereld van morgen: vier accenten voor een duurzame agenda” en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL-2014). Betreffende beleidsdocumenten zijn beschikbaar op www.limburg.nl.
Indien de aanvraag géén betrekking heeft op één of meerdere van bovenvermelde thema’s zal de aanvraag worden afgewezen.
Aanvragen die uitsluitend betrekking hebben op fysieke investeringen om de emissie naar grondwater te reduceren komen niet voor subsidie in aanmerking en zullen worden afgewezen. Voor dergelijke investeringen wordt in 2018 een separate openstelling voorzien.
Mestverwerkingsconcepten gericht op mestscheiding al dan niet in combinatie met mono- en covergisting komen ook niet voor subsidie in aanmerking en zullen worden afgewezen.
Aanvragen die betrekking hebben op mestraffinage (terugwinnen van mineralen uit mest) komen wel in aanmerking. Dit dient dan duidelijk bij de aanvraag te worden aangetoond.
Subsidie wordt verstrekt voor de kosten uit artikel 2.2.3, eerste lid, van de Verordening. Dit zijn:
Conform artikel 2.2.3, tweede lid, van de Verordening zijn ook de volgende kosten subsidiabel:
De overige in artikel 2.2.3, tweede lid, van de Verordening opgenomen kosten komen evenals de vermelde kosten bij artikel 1.13 (eerste en tweede lid) van de Verordening niet voor subsidiëring in aanmerking.
Conform artikel 1.12, tweede en derde lid van de Verordening zijn voorbereidingskosten (als vermeld bij derde lid) indien zij gemaakt zijn binnen één jaar voordat de aanvraag om subsidie is ingediend subsidiabel.
In aanvulling op artikel 2.2.4 van de Verordening bedraagt het te verstrekken subsidiebedrag per aanvraag maximaal € 250.000,00 en minimaal € 20.000,00. De subsidieaanvraag wordt afgewezen wanneer het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 20.000,00 bedraagt. Het subsidiepercentage bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de volledig ingediende aanvragen op basis van de criteria zoals beschreven in artikel 2.2.5 van de Verordening en hieronder nader weergegeven.
Selectiecriterium: kosteneffectiviteit
Het selectiecriterium kosteneffectiviteit (artikel 2.2.5, eerste lid, onder a, van de Verordening) heeft betrekking op de redelijkheid van de kosten die voor de activiteiten gemaakt worden in verhouding tot het te bereiken effect.
Op dit criterium kan als volgt gescoord worden:
Selectiecriterium: Mate van effectiviteit van de activiteit
Deze paragraaf wordt opengesteld om bij te dragen aan het realiseren van doelen van het provinciaal beleid, met name doelstellingen van de vier investeringslijnen van het “Investeringsprogramma Limburgse Land- en Tuinbouw Loont 2 (LLTL2)”, de Notitie “Limburgse agro voor de wereld van morgen: vier accenten voor een duurzame agenda” en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL-2014).
Op dit criterium (artikel 2.2.5, eerst lid, onder c) kan als volgt gescoord worden:
Selectiecriterium: Mate van innovativiteit
De mate waarin de investering bijdraagt aan innovatie en modernisering van het landbouwbedrijf of de landbouwsector (artikel 2.2.5, eerst lid, onder d). Het gaat hier om de mate waarin de innovatie (investering) gemiddeld al bij de doelgroep wordt toegepast.
Op dit criterium kan als volgt gescoord worden:
Weging van de selectiecriteria:
De selectiecriteria hebben de volgende wegingsfactoren:
Totaal maximaal aantal te behalen punten is 32.
Indien er met toepassing van de in artikel 7.2 omschreven wegingsfactoren in totaal minder dan 21 punten worden behaald, wordt de aanvraag om subsidie afgewezen.
Dit betreft een afwijking van het gestelde in artikel 2.2.5, vierde lid van de Verordening.
Indien het subsidieplafond wordt overschreden door meerdere aanvragen en de onderlinge rangschikking tussen de aanvragen gelijk is, dan zal een selectie tussen de betreffende projecten gemaakt worden door te kijken naar het selectiecriterium/de selectiecriteria waaraan de hoogste weging is toegekend. Scoren projecten dan nog altijd gelijk, dan wordt gekeken naar het selectiecriterium/de selectiecriteria waaraan de op één na hoogste weging is toegekend. Zijn er ook na toepassing van deze regels gelijk scorende projecten, dan zal overgegaan worden tot loting. De loting zal worden uitgevoerd door een beëdigd notaris.
In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening kan éénmalig per projectperiode een verzoek om een voorschot worden ingediend.
Conform artikel 1.3, derde lid, onderdeel (h) zal voor het projectplan zoals vermeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel (f) het op de website www.limburg.nl/subsidies, Actuele subsidieregelingen, Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 2014-2020 (POP3) beschikbaar gestelde format gehanteerd dienen te worden.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
de secretaris,
dhr. drs. G.H.E. Derks
Paragraaf 2 uit de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg (hierna te noemen “Verordening”) richt zich op fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen. Subsidie kan worden verkregen voor fysieke investeringen gericht op innovaties. Deze investeringen en activiteiten dienen bij te dragen aan de doelen van het Provinciaal beleid.
Het “Investeringsprogramma Limburgse Land- en Tuinbouw Loont 2 (LLTL2)” is een doorontwikkeling van beleidskader Limburgse Land-en tuinbouw Loont (LLtL1) uit 2013. Het motto van LLTL is “In 2025 is ieder Limburgs land- en tuinbouwbedrijf een lust voor haar omgeving”. Middels het programma LLTL2 worden vier investeringen aangescherpt in lijn met de doelen van het Coalitieakkoord “In Limburg bereiken we meer”:
De Notitie “Limburgse agro voor de wereld van morgen: vier accenten voor een duurzame agenda” vormt een nadere specificatie van LLTL2 en onderscheidt vier accenten:
LLTL2 geeft tevens ook invulling aan de Limburgse ambitie zoals in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) 2014 waar in paragraaf 7.6.1 volgende is opgenomen: “De land- en tuinbouw in Limburg is een innovatieve sector met economisch gezonde bedrijven en vooruitstrevende ondernemers, die duurzaam produceren en midden in de samenleving staan”.
Op de provinciale website www.limburg.nl is meer informatie beschikbaar over het provinciaal beleid inzake land- en tuinbouw. Hier zijn ook de betreffende beleidsdocumenten beschikbaar.
Subsidiabele kosten (artikel 5)
Uit de aanvraag dient (inzake met name sub a, sub d en sub f, eerste lid Artikel 1.13 van de Verordening) duidelijk te blijken c.q. gespecificeerd te worden welke kosten als vervangings danwel regulier investeringen aangemerkt kunnen worden en welke meerkosten er gemaakte dienen te worden ten behoeve van de technische innovatie.
Tot subsidiabele voorbereidingskosten kunnen worden gerekend (artikel 1.12, derde lid van de Verordening):
De selectiecriteria zijn een belangrijk sturingsinstrument waarmee de nodige accenten kunnen worden aangebracht om in te spelen op de regionale en lokale context. De selectiecriteria zijn ingesteld om een gelijke en transparante behandeling van de aanvragen mogelijk te maken. De criteria dragen bij aan een zo goed mogelijk gebruik en doelbereik van de financiële middelen.
In Artikel 2.2.5 van de Verordening zijn 4 criteria opgenomen die Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking.
*Bij gelijke score wordt eerst selectiecriterium D gevolgd (zie tendering**).
Het selectiecriterium kosteneffectiviteit kijkt naar de redelijkheid van de kosten die hiervoor gemaakt worden in verhouding tot het te bereiken effect. Als de aangevraagde kosten relatief hoog zijn ten opzichte van het effect dat wordt bereikt dan scoort de aanvraag op dit onderdeel minder.
Er is niet gekozen om dit criterium te beoordelen op basis van normkosten. Onder dit openstellingsbesluit kunnen vele investeringen gesubsidieerd worden. Het is dan ook niet mogelijk om voor deze openstelling een uitputtende lijst van investeringen met normkosten daaraan gekoppeld vast te stellen.
Met dit criterium wordt naar de haalbaarheid van de investering gekeken. Hierbij wordt gekeken naar de mate waarin de investering direct toepasbaar is, de behoefte aan de innovatie in de bedrijfstak en de wijze waarop over de investering wordt gecommuniceerd.
Effectiviteit van de activiteit
De gekozen thema’s (a) t/m (c) en/of (f) voor deze openstelling zijn sterk gerelateerd aan de speerpunten van de vier investeringslijnen van het “Investeringsprogramma Limburgse Land- en Tuinbouw Loont 2 (LLTL2)”, de vier accenten van de Notitie “Limburgse agro voor de wereld van morgen: vier accenten voor een duurzame agenda” en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL-2014).
Indien uit de subsidieaanvraag niet duidelijk naar voren komt dat de investering een bijdrage levert aan deze thema’s en beleidsdoelen komt het project niet voor subsidie in aanmerking.
Met dit criterium wordt bekeken in welke mate de investering innovatief is. Een baanbrekende investering die voor het eerst wordt toegepast scoort hoger dan dat het de eerste uitrol betreft.
De aanvragen vinden plaats middels een tender met een sluitingsdatum. Alle aanvragen die tijdig binnen zijn worden eerst getoetst op ontvankelijk- en compleetheid. Vervolgens worden de aanvragen op basis van hun scores op de selectiecriteria gerangschikt door een door Gedeputeerde Staten ingestelde Adviescommissie van hoog naar laag. Wanneer het totaal van goedgekeurde aanvragen een groter beslag legt op de beschikbare middelen (subsidieplafond) krijgen aanvragen met de meeste punten voorrang (ranking). Bij gelijke scores (na eveneens toepassing criteria met hoogste wegingsfactor**) wordt er geloot. Aanvragen die niet gehonoreerd kunnen worden vanwege gebrek aan middelen, kunnen in de opvolgende tender opnieuw worden ingediend, mits deze aan de dan geldende nadere regels voldoen.
De volgende bijlagen dienen additioneel toegevoegd te worden bij de aanvraag, Voor uitleg wordt verwezen naar het Handboek subsidies POP3: zie de website www.limburg.nl/subsidies, Actuele subsidieregelingen, Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 2014-2020 (POP3);
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-525.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.