Subsidieregeling MKB innovatie stimulering regio en topsectoren R&D samenwerking Noord-Nederland 2018

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 26 juni 2018, kenmerk 4.9/2018001621, team Economie, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Subsidieregeling MKB innovatie stimulering regio en topsectoren R&D samenwerking Noord-Nederland 2018

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene Subsidieverordening (ASV) van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) 2016;

 

gelet op artikel 25 van Verordening nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 (gewijzigd bij Verordening van 14 juni 2017 (EG) nr. 1084/2017), waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (de Algemene Groepsvrijstellingsverordening);

 

gelezen de Gemeenschappelijke regeling SNN;

 

gelet op het Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Subsidieregeling MKB innovatie stimulering regio en topsectoren R&D samenwerking Noord-Nederland 2018 vast te stellen.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

mr. L. Maarleveld, secretaris a.i.

 

 

Uitgegeven 29 juni 2018

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV): Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187);

  • b.

    mkb-onderneming: kleine onderneming, middelgrote of micro-onderneming in de zin van bijlage I van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • c.

    R&D-samenwerkingsproject: project, bestaande uit industrieel onderzoek, zoals bedoeld in artikel 2, lid 85 van de AGVV of experimentele ontwikkeling, zoals bedoeld in artikel 2, lid 86, van de AGVV of een combinatie hiervan, in daadwerkelijke samenwerking en voor gezamenlijke rekening en risico uitgevoerd door een R&D-samenwerkingsverband;

  • d.

    R&D-samenwerkingsverband: verband dat geen rechtspersoonlijkheid bezit, bestaande uit twee of meer van elkaar losstaande MKB-ondernemingen, welk verband is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een R&D-samenwerkingsproject;

  • e.

    penvoerder: een deelnemer in een R&D-samenwerkingsverband, die zorgdraagt en verantwoordelijk is voor de projectadministratie, aanvragen en verzoeken;

  • f.

    innovatieprogramma's topsectoren: de thema's zoals omschreven in de innovatieprogramma's voor de topsectoren water, agri&food, tuinbouw & uitgangsmaterialen, hightech systemen & materialen (inclusief ICT), chemie (waaronder bio based economy), life science & health, energie, logistiek en creatieve industrie;

  • g.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

 

Artikel 2 Doel van de regeling

De subsidieregeling heeft als doel innovatie bij het midden- en kleinbedrijf in de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen te stimuleren.

 

Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    De subsidie kan worden verstrekt aan de deelnemers in een R&D-samenwerkingsverband.

  • 2.

    Elke deelnemer aan het R&D-samenwerkingsverband neemt niet meer dan 70% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten van het R&D-samenwerkingsproject voor zijn rekening.

 

Artikel 4 Penvoerder

  • 1.

    Binnen het R&D-samenwerkingsverband wordt een penvoeder aangewezen.

  • 2.

    Alle aanvragen en verzoeken in een project dienen door de penvoerder gedaan te worden.

  • 3.

    Het SNN verricht betalingen enkel aan de penvoerder.

 

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor een R&D-samenwerkingsproject dat past binnen:

  • a.

    Research and Innovation Strategy for Smart Specialization (RIS3) Noord-Nederland en de Noordelijke Innovatie Agenda (NIA); en

  • b.

    de Innovatieprogramma’s topsectoren.

 

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen in aanmerking de kosten bedoeld in artikel 25, derde lid, van de AGVV.

  • 2.

    Voor de loonkosten wordt een vast uurtarief van € 60,-- gehanteerd.

 

Artikel 7 Niet-subsidiabele kosten

Niet subsidiabel zijn:

  • a.

    omzetbelasting in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 en vergelijkbare belasting van andere staten;

  • b.

    buitenlandse reis- en verblijfkosten;

  • c.

    boetes en sancties.

 

Artikel 8 Staatssteun

De bepalingen uit hoofdstuk I en II en artikel 25 van de AGVV zijn van toepassing.

 

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde in artikel 2.4 van de ASV SNN 2016 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    werkzaamheden die onderdeel zijn van het project zijn aangevangen vóór de ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    niet minimaal 50% van de subsidiabele kosten van het project wordt gedragen door deelnemers die zijn gevestigd in de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen en die in deze provincies ondernemingsactiviteiten uitvoeren;

  • c.

    het project niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling;

  • d.

    het project niet in overeenstemming is met het doel van deze regeling;

  • e.

    de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag op de uiterste datum van indiening;

  • f.

    de aanvrager een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel c, van de AGVV;

  • g.

    de onderneming de subsidie wil aanwenden voor een project waarvoor reeds door een bestuursorgaan of de Europese Commissie subsidie is verstrekt of dat deel uitmaakt van een dergelijk project;

  • h.

    aan de onderneming in hetzelfde kalenderjaar al subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;

  • i.

    het subsidiebedrag lager zou zijn dan € 50.000,--;

  • j.

    het niet voldoende bijdraagt aan de vernieuwing van producten, processen of diensten of wezenlijke nieuwe toepassingen van bestaande producten, processen of diensten;

  • k.

    het niet voldoende bijdraagt aan het creëren van economische waarde voor de deelnemers in het samenwerkingsverband en de sectoren zoals bedoeld in het Innovatieprogramma topsectoren, of de daarmee samenhangende positieve gevolgen voor de Noord-Nederlandse economie;

  • l.

    de kwaliteit van het R&D-samenwerkingsverband ontoereikend is om het R&D-samenwerkingsproject uit te voeren;

  • m.

    de kwaliteit van het projectplan onvoldoende is.

 

Artikel 10 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt € 2.000.000,--.

  • 2.

    Van het plafond zoals genoemd in het voorgaande lid wordt maximaal 50% aan subsidies verleend aan R&D-samenwerkingsprojecten van meer dan € 200.000,--.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur SNN verdeelt het in het eerste lid bedoelde bedrag op volgorde van rangschikking conform artikel 14, lid 3, van deze regeling. Indien het subsidieplafond zou worden overschreden bij subsidieverlening aan meerdere aanvragen die gelijk zijn gerangschikt, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 11 Aanvraagperiode

Subsidie kan worden aangevraagd van 2 juli 2018 9.00 uur tot en met 6 september 2018 17.00 uur.

 

Artikel 12 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een projectplan conform het door het SNN beschikbaar gestelde format.

  • 2.

    De aanvrager voegt bij de aanvraag voor subsidie in ieder geval een beknopte samenvatting van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd die kan worden gebruikt in voor een ieder toegankelijke publicaties.

 

Artikel 13 Subsidiehoogte

  • 1.

    De subsidie bedraagt 35% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Het subsidiebedrag voor een R&D-samenwerkingsproject bedraagt ten hoogste € 350.000,--.

  • 3.

    Het subsidiebedrag bedraagt ten minste € 25.000,-- en ten hoogste € 100.000,-- per deelnemer aan het R&D-samenwerkingsverband.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid, bedraagt het subsidiebedrag per deelnemer ten minste € 25.000,-- en ten hoogste € 175.000,--, indien het subsidiebedrag voor het R&D-samenwerkingsproject meer dan € 200.000,- bedraagt.

 

Artikel 14 Rangschikking

  • 1.

    Het Dagelijks bestuur SNN kent aan een project een hoger aantal punten toe naarmate:

    • a.

      er meer technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, proces, of dienst wordt verwacht;

    • b.

      er meer economische waarde wordt gecreëerd voor de deelnemers in het R&D-samenwerkingsverband, de sectoren genoemd in de Innovatieprogramma's topsectoren of de Noord-Nederlandse economie;

    • c.

      de kwaliteit van de R&D-samenwerking hoger is, ten minste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de capaciteiten van de deelnemers en de kwaliteit van de projectorganisatie;

    • d.

      er meer sprake is van sectoroverstijgende combinaties en van combinaties van de sectoren genoemd in de Innovatieprogramma's topsectoren die niet conventioneel zijn.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur SNN kent voor de onderdelen a, b en c van het eerste lid ten minste een en ten hoogste dertig punten toe en voor onderdeel d van het eerste lid ten minste een en ten hoogste tien punten.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur SNN rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger, naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.

 

Artikel 15 Beslissen aanvraag

De termijn voor het nemen van een besluit op een subsidieaanvraag is 6 december 2018.

 

Artikel 16 Subsidieverplichtingen

  • 1.

    Met de uitvoering van het R&D Samenwerkingsproject wordt gestart binnen 6 maanden na de subsidieverlening.

  • 2.

    Het project wordt uitgevoerd binnen 24 maanden na de start van het project.

  • 3.

    Bij de subsidieverlening wordt in elk geval de verplichting opgelegd de kosten van de uitvoering van het project op eenduidige wijze in de administratie van de subsidieontvanger weer te geven.

 

Artikel 17 Voorschotten

  • 1.

    Binnen 3 weken na de verleningsbeschikking wordt een voorschot verstrekt van 40% op het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    Een tweede voorschot kan op aanvraag worden verleend naar evenredigheid van de gemaakte en betaalde subsidiabele projectkosten. Dit tweede voorschot bedraagt ten hoogste 40% van het verleende subsidiebedrag.

 

Artikel 18 Vaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen 13 weken na afloop van het project een verzoek tot subsidievaststelling in met gebruikmaking van een daartoe beschikbaar gesteld formulier.

  • 2.

    Het verzoek tot subsidievaststelling wordt in iedere geval vergezeld van:

    • a.

      een eindverslag omtrent de uitvoering en de resultaten van de activiteiten;

    • b.

      een mededeling van andere inkomsten, waaronder subsidies, waarmee de activiteit waarop de subsidie betrekking heeft, is gefinancierd; en

    • c.

      indien het subsidiebedrag € 125.000,-- of meer bedraagt, een controleverklaring van een accountant of accountant-administratieconsulent als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt dat met de aanvraag wordt voldaan aan de voorschriften bedoeld in artikel 4:45 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 19 Termijnen

De termijn voor het nemen van een besluit op een verzoek tot subsidievaststelling is 13 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

 

Artikel 20 Bekendmaking, inwerkingtreding en sluiting

  • 1.

    Deze regeling wordt bekendgemaakt in de Provinciale Bladen van Drenthe, Fryslân en Groningen en treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Deze regeling werkt terug tot en met 2 juli 2018 voor zover de bekendmaking plaatsvindt na 2 juli 2018.

  • 3.

    Deze regeling wordt ingetrokken op 7 september 2018. Op aanvragen die zijn ingediend voor deze datum blijft de regeling van toepassing.

 

Artikel 21 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: MIT R&D-samenwerking Noord-Nederland 2018.

 

 

Naar boven