Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 11 juni 2018 tot wijziging van de Verordening ambtelijke bijstand Provinciale Staten van Noord-Holland 2003

Provinciale Staten van Noord-Holland;

 

Overwegende dat het gewenst is om de verordening inzake ambtelijke bijstand aan Provinciale Staten aan te passen aan de huidige praktijk;

 

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 27 maart 2018;

 

Gelet op artikel 33, derde lid, van de Provinciewet;

 

Besluiten:

ARTIKEL I  

De Verordening ambtelijke bijstand Provinciale Staten van Noord-Holland 2003 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 1, tweede lid, wordt de zinsnede “als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van

het Reglement van orde voor provinciale statencommissies in Noord-Holland 2007” geschrapt.

 

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

Het tweede lid alsmede de aanduiding ’1.’ voor het eerste lid vervallen.

ARTIKEL II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Haarlem, 11 juni 2018

Provinciale Staten van Noord-Holland,

dhr. J.W. Remkes, voorzitter.

Mevr. K. Bolt, griffier.

Toelichting

A

Het Reglement van orde voor provinciale statencommissies in Noord-Holland 2007 is in 2015 ingetrokken. Een verwijzing met betrekking tot het begrip statencommissie dat in de Provinciewet is geregeld, is niet nodig.

 

B

In artikel 6, eerste lid, is bepaald dat het resultaat van de geleverde ambtelijke bijstand door de betrokken ambtenaar aan het betrokken statenlid of de betrokken statencommissie bekend wordt gemaakt. In de praktijk wordt zo mogelijk een personele scheiding gemaakt tussen enerzijds advisering van het statenlid en anderzijds advisering van Gedeputeerde Staten.

Het huidige tweede lid bepaalt dat indien Gedeputeerde Staten of een of meer leden informatie wensen over de inhoud van het gegeven advies, zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken statenlid of de betrokken statencommissie wenden.

Het tweede lid past niet meer in de huidige verhoudingen tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten. In de praktijk verzoeken Gedeputeerde Staten niet aan een statenlid om informatie over een aan dat statenlid gegeven ambtelijk advies. Het betrokken statenlid bepaalt zelf wat met het gegeven advies wordt gedaan en aan wie informatie over het advies wordt gegeven. Dit hoeft niet te worden geregeld in deze verordening.

Naar boven