Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2018, 4409 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2018, 4409 | Overige besluiten van algemene strekking |
Opdracht ex. artikel 3.18 van de Wet natuurbescherming voor de bestrijding van muskusratten en beverratten, provincie Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op de artikelen 3.18 en 3.25, eerste lid, van de Wet natuurbescherming;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 24 november 2009 een aanwijzingsbesluit (ISSN 0920-1408, nr. 219/09) op basis van artikel 67 van de Flora- en faunawet hebben vastgesteld waarbij onder andere muskusrattenbestrijders in dienst van, dan wel in opdracht van waterschappen in Noord-Brabant, zijn aangewezen ter beperking van de stand van de muskusrat en de beverrat;
Overwegende dat de Staatssecretaris van Economische Zaken, bij besluit van 17 juni 2013, tot 16 juni 2018 ontheffing heeft verleend voor de daarbij, in het kader van de schadebestrijding, te gebruiken middelen;
Overwegende dat op 1 januari 2017 de nieuwe Wet natuurbescherming in werking is getreden;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond daarvan bevoegd zijn aan muskus- en beverratbestrijdingsorganisaties opdracht, voorheen aanwijzing, te geven om de omvang van populaties van de beverrat en de muskusrat te beperken, daarvoor middelen aan te wijzen, voor de betreding van gronden toestemming te geven, en daarbij voorschriften te stellen;
Overwegende dat enkele muskus- en beverratbestrijdingsorganisaties in meerdere provincies actief zijn en het voor een heldere en eenduidige uitvoering van de bestrijdingstaak wenselijk is uniformiteit in de uitvoering van schadebeheer en bestrijding van muskus- en beverratten na te streven, waarover afstemming heeft plaatsgevonden in het Interprovinciaal overleg;
Overwegende dat er in verband hiermee aanleiding bestaat voor de bestrijding van de muskus- en beverrat een nieuwe opdracht te geven en het op 24 november 2009 genomen aanwijzingsbesluit gedeeltelijk in te trekken;
Aan de Bestrijdingsorganisatie Muskusrattenbeheer Rivierenland, en de Bestrijdingsorganisatie Muskusrattenbeheer Brabantse Waterschappen, in gemeenschappelijke regeling ondergebracht bij Waterschap Brabantse Delta, opdracht te geven om de omvang van de populatie van de muskusrat en de beverrat te beperken. Dit is in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, visgronden, wateren en andere eigendommen (met name gewassen en oeverkanten/oeverbeschermingen, en overige waterstaatkundige en infrastructurele werken), ter bescherming van wilde flora en fauna, ter instandhouding van natuurlijke habitats en in het algemeen belang.
Dat de personen die namens de organisaties, bedoeld onder I, zorg dragen voor de uitvoering van de werkzaamheden, ook zonder toestemming van de grondeigenaar, toegang hebben tot alle gronden binnen het grondgebied van de provincie Noord-Brabant, zo nodig met behulp van de sterke arm als bedoeld in art. 3.18, tweede lid, onder a Wnb.
’s-Hertogenbosch, 11 juni 2018
Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,
de voorzitter,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Bijlage 1: Aanvullende voorschriften
Deze opdracht mag alleen worden gebruikt door personen die daarvoor schriftelijk door de bestrijdingsorganisaties zijn gemachtigd. De gemachtigde dient in het bezit te zijn van de schriftelijke machtiging waaruit blijkt dat hij/zij muskusrattenbestrijder is bij één van de genoemde organisaties genoemd onder I van het besluit. Die schriftelijke machtiging moet op eerste vordering aan de daartoe bevoegde ambtenaren ter inzage worden gegeven;
De bestrijdingsorganisaties genoemd onder I van het Besluit zijn verplicht de onder II van het besluit bedoelde persoon van zijn bestrijdingstaak te ontheffen indien:
de persoon verwijtbaar in strijd handelt met de in deze opdracht vastgelegde voorschriften, de Landelijke gedragscode muskus- en beverratten zoals vastgesteld door bestuurlijke Commissie Muskus- en Beverratten van de Unie van Waterschappen op basis van de Flora- en Faunawet of de opvolger van deze gedragscode en
Het gebruik van wapens en de inzet van een hond/honden is slechts toegestaan als dit plaats vindt bij schriftelijke machtiging van de betrokken bestrijdingsorganisatie. Vuur-, gasdruk- en luchtdrukwapens, die geen geweer zijn, worden slechts gebruikt voor het doden van levend in de kooi gevangen muskusratten, beverratten of bruine en zwarte ratten;
Voor 1 juni van elk kalenderjaar stuurt de bestrijdingsorganisatie(s), een samenvattende rapportage naar Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Deze rapportage omvat minimaal de inzet van uren, een specificatie van de bemachtigde dieren naar soort, vangmiddel, periode en waterschap, evenals een lijst van eventuele dode bijvangsten, gespecificeerd naar waterschap, periode en vangmiddel. Zo nodig wordt in het rapport een advies opgenomen met betrekking tot eventuele aanpassing van de opdracht van Gedeputeerde Staten.
Er wordt gewerkt aan een nieuwe Gedragscode Wet Natuurbescherming voor Waterschappen die gebaseerd wordt op de nieuwe Wet natuurbescherming. Deze Gedragscode Waterschappen gaat ter goedkeuring naar EZ. In de Gedragscode Waterschappen wordt muskus- en beverratbestrijding opgenomen in het hoofdstuk praktische uitvoering. De separate Gedragscode Muskus- en Beverratten zal dan komen te vervallen.
I. Muskusrat en beverrat zijn invasieve diersoorten die door menselijk handelen sinds het begin van de vorige eeuw in Europa en ook in Nederland terecht zijn gekomen.
Door de grote aantallen veroorzaken ze schade aan gewassen, visgronden, wateren en andere eigendommen (met name gewassen en oeverkanten/oeverbeschermingen, en overige waterstaatkundige en infrastructurele werken). Om de wilde flora en fauna te beschermen en natuurlijke habitats in stand te houden en in het algemeen belang is het noodzakelijk de omvang van de populatie van de muskusrat en van de beverrat te beperken. Door de populatieomvang te beperken worden genoemde risico’s verminderd.
De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de bestrijding van muskus- en beverraten. Artikel 3.2a van de Waterwet draagt de zorg voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskusratten en beverratten op aan de waterschappen.
De waterschappen hebben die verantwoordelijkheid neergelegd bij een aantal bestrijdingsorganisaties.
Op basis van artikel 3.18, eerste lid, in samenhang met het vierde lid, van de Wet natuurbescherming kunnen Gedeputeerde Staten opdracht geven aan bestrijdingsorganisaties om de omvang van de populaties muskus- en beverratten te beperken. Aan de uitvoering van die opdracht kunnen voorwaarden worden gesteld.
II. Uit het oogpunt van volksgezondheid en openbare veiligheid moet een effectieve bestrijding gewaarborgd zijn. Daarom vinden wij het particuliere belang in dit geval ondergeschikt aan het belang van een effectieve bestrijding. In artikel 3.18, tweede lid, van de Wet natuurbescherming is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om te bepalen dat de bestrijders toegang tot gronden hebben, zo nodig met behulp van de sterk arm.
III. In artikel 3.18, derde lid, van de Wet natuurbescherming is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om te bepalen wat er met de bemachtigde muskus- en beverratten gebeurt. Voor zover gevangen in het buitengebied kunnen de dieren als aas worden achter gelaten. Binnen de bebouwde kom worden de dieren verwijderd. De kadavers kunnen ook aangeboden worden voor onderzoek of gebruikt worden voor het trainen van honden voor de bestrijding.
IV en V. Op basis van Artikel 3.25, eerste lid, van de Wet natuurbescherming moeten Gedeputeerde Staten de middelen aanwijzen die voor het vangen en doden van muskus- en beverratten mogen worden gebruikt. De als bijvangst in de kooien gevangen bruine- en zwarte ratten worden met de gelijke middelen gedood.
Muskusrat en beverrat vallen als exoten niet onder de beschermende werking van de Wet natuurbescherming. Ook exoten kunnen bij opdracht ex artikel 3.18 Wet natuurbescherming worden bestreden. Deze opdracht komt wat betreft de muskusrat en de beverrat ook voort uit vaststelling door de Europese Commissie van de Unielijst met invasieve uitheemse exoten. Opname op de Unielijst eist van iedere lidstaat dat deze binnen anderhalf jaar na opname op de lijst over effectieve beheermaatregelen beschikt. De middelen die mogen worden gebruikt voor het vangen en doden van dieren worden bij het geven van een opdracht door GS aangewezen (Art 3.25, eerste lid, van de Wnb ). De te gebruiken middelen zijn ten aanzien van zoogdieren vrij gelaten of niet limitatief opgesomd, waarmee ook gezegd is dat deze middelen wel moeten voldoen aan de aan die middelen gestelde algemene eisen, zoals de plicht te voorkomen dat het dier onnodig lijdt (artikel 3.24, eerste lid en 3.25, derde lid van de Wnb).
Onderbouwing toegestane vang- en dodingsmiddelen
Bestrijding van muskusrat en beverrat op populatieniveau (populatiebeheer) vergt middelen die actief vangen en middelen die passief vangen. De eerste groep middelen wordt doelgericht geplaatst op plekken waarvan men heeft geconstateerd dat een te vangen dier er gebruik van heeft gemaakt. In hetalgemeen betreft dit het plaatsen van een klem voor het hol van het te vangen dier. Daarnaast bestaan er klemmen die men plaatst op een plek waar men het te vangen dier aanwezig weet, maar niet weet waar het dier huist. Op zo’n plek kan men ook proberen een dier in een kooi dood of levend te vangen. Al deze middelen moeten (overeenkomstig de door de Unie van Waterschappen vastgestelde gedragscode en werkinstructies) zodanig worden geplaatst en van ontsnappingsmogelijkheden voor ongewenste vangsten worden voorzien, dat de nadelen van deze middelen zo laag als mogelijk worden gehouden.
Levend gevangen muskusratten en beverratten kunnen - als men het dier eenmaal aan de staart in handen heeft – effectief worden doodgeslagen. Levend gevangen muskusratten en beverratten die in een kooi zitten kunnen effectief met een kort of lang vuurwapen of luchtdrukwapen worden gedood. Daarnaast kan het voorkomen dat muskusratten en beverratten effectiever geschoten kunnen worden dan gevangen, bijvoorbeeld op het moment dat gronden onder water lopen. Ook is het soms nodig een dier dat men niet met een vangmiddel te pakken krijgt met het geweer te doden indien dat dier ter plaatste niet langer getolereerd kan worden.
VI. Muskus en beverratten kunnen zich in de bebouwde kom bevinden maar bevinden zich vooral in het veld. Bestrijding zal hoofzakelijk in het veld plaats vinden. In Artikel 3.25, vierde lid, van de Wet natuurbescherming is bepaald dat Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om de muskus- en beverrattenbestrijders toe te staan dat zij zich buiten gebouwen mogen bevinden met de vang- en dodingsmiddelen zoals die in dit besluit genoemd zijn in lid III.
VII. Gedeputeerde Staten kunnen bij extreme winterse omstandigheden of bij extreme perioden van grote en langdurige warmte de jacht op alle wildsoorten opschorten.
Muskus- en beverratten zijn geen wild in de zin van de Wet natuurbescherming. Juist een vorstperiode kan een weersomstandigheid zijn die nodig is om uitstroom te voorkomen en de populatie in toom te houden. Nadelen van extreme warmte of kou kunnen veelal door uitvoeringsmaatregelen worden voorkomen waardoor geen onnodig lijden bij levend gevangen dieren optreedt. Gedeputeerde Staten kunnen bij genoemde weersomstandigheden ook besluiten deze opdracht op te schorten. Afhankelijk van de lokale omstandigheden kan dat besluit gelden voor de gehele of voor delen van de provincie.
Een overweging om de bestrijding stil te leggen bij bijvoorbeeld strenge vorst kan zijn dat men geen verontrusting wil bij de laatste wakken in verband met watervogels.
VIII. Bestrijding van muskus- en beverratten is mensenwerk in combinatie met het toepassen van bestrijdingsmiddelen. Om er voor te zorgen dat de juist personen met de daarvoor bestemde middelen de gronden betreden zijn aanvullende voorschriften opgesteld. Die aanvullende voorschriften hebben betrekking op het aanwijzen van die bevoegde personen, de inzet van wapens, afstemming met betrekking tot het betreden van gronden, voorkomen van verstoring van natuurwaarden en de wijze van rapporteren over de bemachtigde muskus- en beverratten en eventuele ongewenste bijvangsten.
IX. Deze opdracht was voor inwerking treden van de Wet natuurbescherming, in de vorm van een aanwijzing, gebaseerd op ex. Art 67 van de Flora- en Faunawet. Met het geven van deze opdracht vervallen bepaalde onderdelen van die aanwijzing.
X. Dit betreft de formele publicatie van dit besluit.
Toelichting Aanvullende voorschriften
De handhaving van de Wet natuurbescherming berust bij Gedeputeerde Staten. Om te voorkomen dat onbevoegde personen zich met vang- en dodingsmiddelen op de gronden begeven dienen de personen die door bestrijdingsorganisaties zijn gemachtigd voor uitvoering van deze opdracht zich te kunnen legitimeren en de schriftelijke machtiging te overleggen.
Wanneer muskus- en beverrattenbestrijders verwijtbaar in strijd handelen met de voorschriften, de Wet natuurbescherming of de landelijke interne gedragscode muskus- en beverratten van de Unie van Waterschappen c,q, de Gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen, behouden Gedeputeerde Staten zich het recht voor om de bestrijdingsorganisatie te verzoeken die personen van hun taak te ontheffen.
Een bestrijdingsorganisatie kan besluiten het gebruik van een hond of het gebruik van een vuurwapen aan bestrijders toe te staan (permanent of tijdens een bepaalde actieperiode etc.). Het is niet de bedoeling dat iedere bestrijder een vuurwapen mag gebruiken. De regelgeving rond het gebruik van een vuurwapen beperkt de bestrijder immers ook sterk bij de uitvoering van die bestrijding.
Lid II van het besluit maakt het mogelijk dat bestrijders ook zonder toestemming van de eigenaar de gronden mogen betreden. Dat neem echter niet weg dat eerst wel verzocht moet worden om toestemming. Wordt die toestemming niet gegeven dan moet aan de eigenaar van de grond wel gemeld te worden met welk doel de gronden toch betreden gaan worden.
Omdat er geen openbaar register is van gebruikers/pachters zal niet in alle gevallen om toestemming aan de gebruiker gevraagd kunnen worden.
In natuurgebieden kan door de bestrijding risico ontstaan op verstoring of beschadiging van natuurwaarden. Daarom is het algemene uitgangspunt dat bij bestrijding altijd vooraf overleg plaats vindt met de beheerder van het natuurterrein. In het overleg met de beheerder met betrekking tot periode en tijdstip van de bestrijdingsactiviteiten en de manier van bestrijden wordt uitgegaan van het zo weinig mogelijk aantasten van de natuurwaarden.
Bestrijding binnen Natura 2000 terreinen wordt bij voorkeur uitgevoerd in perioden van het jaar dat doelhabitats en doelsoorten afwezig zijn of het minst kwetsbaar zijn, een en ander in overleg met de beheerder en in aansluiting op het Natura 2000-beheerplan van het gebied. Ook gebruik van vervoermiddelen dient in dat licht te worden afgewogen. Is de bestrijding in het beheerplan niet geregeld of wordt de bestrijding uitgevoerd op een wijze die op gespannen voet staat met de beheerdoelstellingen, dan kan een toetsing of vergunning in het kader van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming vereist zijn.
Om de bestrijding zo effectief mogelijk uit te kunnen voeren en om zo nodig de manier van bestrijden aan te kunnen passen is het van belang om inzichtelijk te maken welke vangsten en eventuele bijvangsten worden gedaan. De betreffende informatie kan leiden tot het adviseren aan Gedeputeerde Staten met betrekking tot aanpassing van de opdracht. Ook kan de rapportage bijdragen aan het verbeteren van de vangtechnieken en het verder verbeteren van de verschillende werkinstructies die door de Unie van Waterschappen worden uitgegeven in het kader van de landelijke interne Gedragscode Muskus- en Beverratten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-4409.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.