Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 1 december 2015 de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat de paragrafen 4 en 6 opnieuw opengesteld moeten worden, zodat aanvragen in 2018 en 2019 kunnen worden ingediend;

 

Overwegende dat in paragraaf 4 tevens voor enkele nieuwe projecten normbedragen zijn toegevoegd; dat daarnaast voor zowel paragraaf 4 als paragraaf 6 een aantal technische aanpassingen zijn doorgevoerd;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

Artikel I Wijzigingen

 

A.

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    in onderdeel j wordt “2018” vervangen door: 2019;

  • 2.

    er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • m.

      VAT-kosten: engineeringskosten gemaakt in de voorbereiding en begeleiding van een project, geraamd conform de Standaardsystematiek voor kostenramingen, SSK 2010.

 

B.

In artikel 4.6, eerste lid, onderdeel d, onder 2°wordt “2018” vervangen door: 2019.

 

C.

Artikel 4.7, komt te luiden:

Artikel 4.7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie als bedoeld in artikel 4.4, onder a, komen in aanmerking:

    • a.

      de lump sum bedragen, genoemd in bijlage 3, tabel 1 tot en met 6, van deze regeling, vermeerderd met een vast bedrag van 15% van het lump sum bedrag voor VAT-kosten;

    • b.

      voor projectonderdelen waarvoor geen lump sum bedrag als bedoeld onder a is opgenomen:

      • 1°.

        kosten voor werkzaamheden ten behoeve van aanleg, bouw, wijziging of inrichting van de betrokken infrastructuur;

      • 2°.

        kosten voor verwerving van een onroerende zaak tot maximaal de taxatiewaarde;

      • 3°.

        kosten voor vergunningen en leges;

      • 4°.

        kosten voor materiaal;

      • 5°.

        kosten voor bijkomende voorzieningen, die nodig zijn om de betrokken infrastructuur na voltooiing zijn functie te kunnen laten vervullen;

      • 6°.

        kosten voor schadevergoeding aan derden;

      • 7°.

        kosten voor voorlichting over de uitvoering van het project, gericht op begeleiding gedurende de bouw;

      • 8°.

        kosten voor omleidingsroutes voor openbaar vervoer vanaf drie maanden na start van de werkzaamheden;

      • 9°.

        kosten voor het verleggen van kabels en leidingen, voor zover dit technisch noodzakelijk is en niet reeds op andere wijze de kosten vergoed of gecompenseerd kunnen worden;

      • 10°.

        kosten voor grondverwerving;

      • 11°.

        meerkosten als gevolg van slechte bodemgesteldheid;

      • 12°.

        kosten voor het aanbrengen of aanpassen van verkeersregelinstallaties;

      • 13°.

        een vast bedrag van 15 % van de subsidiabele kosten, genoemd onder 1 tot en met 12, voor VAT-kosten.

  • 2.

    Voor subsidie als bedoeld in artikel 4.4, onder b, komen in aanmerking:

    • a.

      de lump sum bedragen, genoemd in bijlage 3, tabel 7, behorende bij deze regeling;

    • b.

      voor projectonderdelen waarvoor geen lump sum bedrag als bedoeld onder a is opgenomen: alle kosten voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie.

  • 3.

    Voor subsidie als bedoeld in artikel 4.4, onder c, gelden lump sum bedragen, vermeerderd met een vast bedrag van 15% van het lump sum bedrag voor VAT-kosten.

  • 4.

    Voor subsidie als bedoeld in artikel 4.4, onder d, komen, voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie alle kosten voor subsidie in aanmerking, vermeerderd met een vast bedrag van 15% van de overige subsidiabele kosten, voor VAT-kosten.

 

D.

Artikel 4.8, onder d komt te luiden:

  • d.

    materiaalkosten voor de vervanging van kabels en leidingen;

 

E.

In artikel 4.9 wordt “1 december 2017 tot en met 15 januari 2018” vervangen door: 1 december 2018 tot en met 31 januari 2019.

 

F.

In artikel 4.10 wordt “€ 15.571.350” vervangen door: € 15.989.266.

 

G.

Artikel 4.11 komt te luiden:

Artikel 4.11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4.4, onder a, bedraagt 50 % van de subsidiabele kosten dan wel 50% van het bedrag bedoeld onder artikel 4.7, eerste lid, onder a, tot een maximum van € 5.000.000.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4.4, onder b, bedraagt 80 % van de subsidiabele kosten dan wel 80% van het bedrag bedoeld onder artikel 4.7, tweede lid, onder a, tot een maximum van € 500.000.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4.4, onder c, bedraagt:

    • a.

      € 7.500 voor een buurtbushalte, vermeerderd met de VAT-kosten;

    • b.

      € 10.000 voor een stadbushalte, vermeerderd met de VAT-kosten;

    • c.

      € 10.000 voor een streekbushalte, vermeerderd met de VAT-kosten.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4.4, onder d, bedraagt 50 % van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 25.000.

  • 5.

    In afwijking van het eerste en het vierde lid, wordt de subsidie niet verstrekt, indien de hoogte van de subsidie minder bedraagt dan € 5.000.

  • 6.

    In afwijking van het tweede lid, wordt de subsidie niet verstrekt, indien de hoogte van de subsidie minder bedraagt dan € 8.000.

 

H.

In artikel 4.13, onder b wordt “2019” vervangen door: 2020.

 

I.

Artikel 6.1 komt te luiden:

Artikel 6.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    ABRI: wachthokje bij bushaltes;

  • b.

    besloten busvervoer: personenvervoer per bus, niet zijnde openbaar vervoer;

  • c.

    bouwkundig kunstwerk: door mensenhanden gemaakt, meestal niet voor bewoning bestemd bouwwerk ten behoeve van infrastructuur;

  • d.

    daily urban system: systeem van verbindingen van Brabantse steden met hun omliggende regio en andere steden voor dagelijkse verplaatsingen;

  • e.

    DRIS: Dynamisch reisinformatiesyteem;

  • f.

    fietsinfrastructuur: infrastructuur die noodzakelijk is om OV-reizigers van een nieuwe fietsparkeervoorziening naar HOV of station te leiden of deze voorziening te verbinden met de doorgaande weg;

  • g.

    fietsparkeervoorziening: een openbaar toegankelijke parkeervoorziening voor fietsen bij een HOV halte of station, die bedoeld is voor voortransport en natransport bij OV;

  • h.

    goederen terminals: overslagpunt en opslagpunt voor goederen;

  • i.

    hoogwaardig openbaar vervoer: vervoer dat samen met de trein en knooppunten de ruggengraat van het openbaar vervoer vormt in Brabant en dat beschikt over eigen infrastructuur en daardoor het snelste, meest betrouwbare, hoogfrequente en comfortabele openbaar vervoer biedt;

  • j.

    HOV: hoogwaardig openbaar vervoer;

  • k.

    HOV-businfrastructuur: fundering en verhardingen van busbanen of busstroken met daarbij behorende bouwkundige kunstwerken;

  • l.

    HOV busstation- en HOV-bushalte-infrastructuur: perron, overkapping, toegangspad, haltehaven en de hierbij behorende verhardingen en funderingen;

  • m.

    HOV-halte: halte waar een HOV-bus halteert;

  • n.

    KAR-systeem: systeem dat verkeerslichten beïnvloedt met een radiosignaal;

  • o.

    keurmerk FietsParKeur: landelijk keurmerk voor fietsparkeersystemen;

  • p.

    knooppunt: voorziening waar overstapfaciliteiten wordt geboden tussen hoogwaardig openbaar vervoer zijnde trein en bus en andere modaliteiten zijnde fiets, bromfiets, auto, voetgangersvoorzieningen of vliegtuig;

  • q.

    Ontwikkelagenda: door de stuurgroep vastgestelde ontwikkelagenda Spoor, HOV en Knooppunten, waarin de Brabantse ambitie, analyse en strategie tot 2028 is vastgelegd;

  • r.

    OV: openbaar vervoer;

  • s.

    OV-reiziger: gebruiker van OV;

  • t.

    OV-servicewinkel: voorziening, waar de reiziger vanuit een punt optimale service ontvangt voor de hele busreis of treinreis;

  • u.

    P&R-voorziening: openbaar toegankelijke parkeervoorziening bij een HOV-halte of station, die bedoeld is voor automobilisten die aansluitend met het openbaar vervoer of besloten busvervoer verder reizen;

  • v.

    stuurgroep: stuurgroep Netwerkprogramma Brabantstad Bereikbaar, waarin de B5-gemeenten, openbaar vervoerbedrijven; spoorbeheerders, wegbeheerders en de provincie zijn vertegenwoordigd;

  • w.

    toeleidende infrastructuur: infrastructuur die noodzakelijk is om een nieuwe P&R-voorziening naar het knooppunt of de HOV-halte te leiden of de P&R-voorziening te verbinden met de doorgaande weg;

  • x.

    VAT-kosten: engineeringskosten gemaakt in de voorbereiding en begeleiding van een project, geraamd conform de Standaardsystematiek voor kostenramingen, SSK 2010;

 

J.

In artikel 6.2 vervallen de onderdelen b tot en met e alsmede de aanduiding “a.”

 

K.

In artikel 6.6 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    het eerste lid, onder g komt te luiden:

    • g.

      ten aanzien van de cofinanciering van het project vooraf bestuurlijke afstemming geweest;

  • 2.

    het tweede lid, onder a vervalt, onder verlettering van onderdeel b tot en met d tot onderdeel a tot en met c.

 

L.

In artikel 6.7 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    onderdeel g vervalt, onder verlettering van onderdeel h tot en met m tot onderdeel g tot en met l;

  • 2.

    onderdeel h, komt te luiden:

    • h.

      kosten voor verleggen van kabels en leidingen, voor zover dit technisch noodzakelijk is en de kosten niet reeds op andere wijze vergoed of gecompenseerd kunnen worden;

 

M.

In artikel 6.8 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    in onderdeel a wordt “28 juni 2016” vervangen door: 1 mei 2017;

  • 2.

    in onderdeel b wordt “artikel 6.7, eerste lid, onder m” vervangen door: artikel 6.7, eerste lid, onder l;

  • 3.

    in onderdeel c wordt “reguliere werkzaamheden” vervangen door: “reguliere werkzaamheden zoals beheer, onderhoud en exploitatie”;

  • 4.

    onderdeel e komt te luiden:

    • e.

      materiaalkosten voor de vervanging van kabels en leidingen.

 

N.

In artikel 6.9 wordt “17 oktober 2016 tot en met 1 juli 2017” vervangen door: 18 juni 2018 tot en met 15 december 2018”.

 

O.

In artikel 6.10 wordt “€ 5.305.000”vervangen door: €1.891.000.

 

P.

In artikel 6.12 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    in het derde lid wordt “door middel van loting” vervangen door: door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 2.

    er worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

    • 4.

      De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen worden gerangschikt in volgorde van trekking.

    • 5.

      De subsidie wordt verdeeld in de volgorde van trekking zoals door loting bepaald.

 

Q.

In artikel 6.13 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    in onderdeel c, wordt “1 juni 2019” vervangen door: 1 juni 2021

  • 2.

    in onderdeel d vervalt “eenmalig”.

 

R.

Bijlage 3 komt te luiden:

Bijlage 3 bij Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

 

Definitieve normbedragen van de subsidiabele kosten voor fietspaden Tabel 1

Type fietspad

solitair fietspad*

solitair fietspad*

aanliggend fietspad

fietsstrook

aantal richtingen

2

1

1

1 (Bibeko)

1 (Bubeko)

gewenste breedte = B

3,50 m

2,50 m

2,50 m

2,00 m

2,00 m

Normbedrag gewenste breedte

€ 194,00

€ 144,00

€ 232,00

€ 80,00

€ 70,00

B minus 0,01 - 0,10 m

€ 188,00

€ 138,00

€ 222,00

€ 76,00

€ 66,00

B minus 0,11 - 0,20 m

€ 182,00

€ 132,00

€ 213,00

€ 72,00

€ 62,00

B minus 0,21 - 0,30 m

€ 177,00

€ 126,00

€ 204,00

€ 68,00

€ 58,00

B minus 0,31 - 0,40 m

€ 171,00

€ 120,00

€ 194,00

€ 64,00

€ 54,00

B minus 0,41 - 0,50 m

€ 166,00

€ 115,00

€ 185,00

€ 60,00

€ 50,00

* met een solitair fietspad wordt een vrijliggend fietspad bedoeld. Dit kan geheel vrijliggend zijn of middels een berm > 0,5 m gescheiden van de rijbaan.

 

 

Voor de solitaire fietspaden gelden de onderstaande meer- en minderprijzen.

minderprijs per m1 indien er voor zwart asfalt wordt gekozen bij een breedte van 3,5 m

 € 22,00

minderprijs per m1 indien er voor zwart asfalt wordt gekozen bij een breedte van 2,5 m

 € 16,00

meerprijs per m1 voor het aanbrengen van verlichting

 € 44,00

 

Aanliggend fietspad en fietsstrook worden altijd uitgevoerd in rood asfalt

minderprijs per m1 fietsstrook Bubeko als er geen verbreding nodig is.

 € 13,00

 

Incidentele kosten

Incidentele kosten zijn kostenposten waarvoor aanvullend op het basisnormbedrag subsidiabel kosten mogen worden opgevoerd. Hiervoor dient bij de aanvraag een inhoudelijke technische motivering en gespecificeerde kostenraming te worden gevoegd.

Type incidentele kosten die aanmerking komen

Opmerkingen

1. Kosten verleggen kabels en leidingen

Kostenraming op basis van offertes nutsbedrijven en DO-ontwerp zijn een vereiste.

2. Kosten grondverwerving

Kostenraming op basis van taxaties is een vereiste.

3. Meerkosten ivm slechte bodemgesteldheid *

Onderbouwing meerkosten en grondboringen/onderzoek zijn een vereiste.

4. Aanbrengen/aanpassen verkeersregelinstallatie

op basis van offertes

* Hiervan kan sprake zijn wanneer de fysieke draagkracht onvoldoende is, bijvoorbeeld in gebieden met veen of klei. Hier wordt niet bedoeld de milieutechnische staat, zoals bijvoorbeeld bodemverontreiniging

 

Normbedragen fietsstraten tabel 2

Type

omschrijving

breedte asfalt incl. rabatstroken van het normbedrag

bestaande verharding

gesloten

open

A

Fietsstraat zonder overrijdbare middenberm met autoverkeer in één of twee richtingen

 

 

 

A1

Rode rijloper breedte maximaal 4,5 m en minimaal 3,5 m, zonder trottoirbanden

4,0 m

 € 105

 € 212

A2

Rode rijloper breedte maximaal 4,5 m en minimaal 3,5 m, met trottoirbanden

4,0 m

 € 118

 € 243

A3

Rode rijloper breedte maximaal 4,5 m en minimaal 3,5 m, met aan één zijde parkeren

4,0 m

 € 188

 € 306

A4

Rode rijloper breedte maximaal 4,5 m en minimaal 3,5 m, met aan twee zijden parkeren

4,0 m

 € 245

 € 349

A5

Rode rijloper breedte maximaal 3,65 m en minimaal 3,1 m met rabatstroken breedte maximaal 0,9 m en minimaal 0,5 m , zonder trottoirbanden

5,0 m (3,6 + 2*0,7)

 € 122

 € 291

A6

Rode rijloper breedte maximaal 3,6 m en minimaal 3,1 m met rabatstroken breedte maximaal 0,9 m en minimaal 0,5 m , met aan één zijde parkeren

5,0 m (3,6 + 2*0,7)

 € 191

 € 333

A7

Rode rijloper breedte maximaal 3,6 m en minimaal 3,1 m met rabatstroken breedte maximaal 0,9 m en minimaal 0,5 m , met aan twee zijden parkeren

5,0 m (3,6 + 2*0,7)

 € 252

 € 376

B

Fietsstraat met overrijdbare middenberm met autoverkeer in twee richtingen

 

 

 

B1

twee rode rijloper breedte maximaal 2,5 m en minimaal 2,0 m

4,6 m ( 2* 2,3 m)

 € 146

 € 290

B2

twee rode rijloper breedte maximaal 2,5 m en minimaal 2,0 m met aan één zijde parkeren

4,6 m ( 2* 2,3 m)

 € 230

 € 377

B3

twee rode rijloper breedte maximaal 2,5 m en minimaal 2,0 m met aan twee zijden parkeren

4,6 m ( 2* 2,3 m)

 € 294

 € 423

C

Fietsstraat met autoverkeer in één richting

 

 

 

C1

rode rijloper breedte maximaal 3,5 m en minimaal 3,0 m met aan één zijde parkeren en trottoir

3,2 m

 € 175

 € 271

 

meer- minderprijs per 0,1 m asfaltbreedte voor alle type fietsstraten

0,1 m

 € 2

 € 4

 

Incidentele kosten

Incidentele kosten zijn kostenposten waarvoor aanvullend op het basisnormbedrag subsidiabel kosten mogen worden opgevoerd. Hiervoor dient bij de aanvraag een inhoudelijke technische motivering en gespecificeerde kostenraming te worden gevoegd.

Type incidentele kosten die aanmerking komen

Opmerkingen

1. Kosten verleggen kabels en leidingen

Kostenraming op basis van offertes nutsbedrijven en DO-ontwerp zijn een vereiste.

2. Kosten grondverwerving

Kostenraming op basis van taxaties is een vereiste.

3. Meerkosten ivm slechte bodemgesteldheid *

Onderbouwing meerkosten en grondboringen/onderzoek zijn een vereiste.

4. Aanbrengen/aanpassen verkeersregelinstallatie

op basis van offertes

* Hiervan kan sprake zijn wanneer de fysieke draagkracht onvoldoende is, bijvoorbeeld in gebieden met veen of klei. Hier wordt niet bedoeld de milieutechnische staat, zoals bijvoorbeeld bodemverontreiniging

 

Normbedragen betontegels vervangen door asfalt Tabel 3

 

Definitieve normbedragen subsidiabele kosten rotondes tabel 4

Type rotonde

variant

Normbedrag subsidiabele kosten afgerond*

Enkelstrooks rotonde

 

 

BIBEKO zonder fietsvoorziening

€ 284.600,00

BUBEKO zonder fietsvoorziening

€ 307.600,00

BIBEKO met fietsvoorziening op rotonde

€ 375.100,00

BIBEKO met vrijliggende fietsvoorziening

€ 412.700,00

BUBEKO met vrijliggende fietsvoorziening

€ 410.500,00

Tweestrooks rotonde

(BUBEKO, BIBEKO)

 

 

 

 

 

 

zonder fietsvoorziening enkel op/enkel af

€ 417.200,00

zonder fietsvoorziening dubbel op/enkel af

€ 616.800,00

zonder fietsvoorziening Enkel op/dubbel af

€ 482.500,00

zonder fietsvoorziening dubbel op/dubbel af

€ 359.500,00

met vrijliggende fietsvoorziening enkel op/enkel af

€ 566.000,00

met vrijliggende fietsvoorziening dubbel op/enkel af

€ 759.000,00

met vrijliggende fietsvoorziening enkel op/dubbel af

€ 586.400,00

met vrijliggende fietsvoorziening dubbel op/dubbel af

€ 574.800,00

Turborotonde

(BUBEKO, BIBEKO)

 

zonder fietsvoorziening dubbel op/enkel af

€ 579.700,00

zonder fietsvoorziening dubbel op/dubbel af

€ 627.900,00

met vrijliggende fietsvoorziening dubbel op/dubbel af

€ 836.400,00

met vrijliggende fietsvoorziening dubbel op/enkel af

€ 726.800,00

* het betreft hier de normbedragen voor 4-taks rotondes

de meer-/minderprijs per tak bedraagt € 30.000.

 

Tabel 5

Normbedragen duurzaam veilig maatregelen

subsidiabele kosten

30 km/u plateau in klinkers (lengte > 4,40 m)

 € 3.000,00

wegversmalling in 30 km/u gebied in klinkers

 € 3.000,00

30 km/u plateau in asfalt/beton/prefab (lengte > 4,4 m) *

 € 4.000,00

wegversmalling in 30 km/u gebied

 € 4.000,00

busdrempel in 30 km/u gebied

 € 4.000,00

50 km/u plateau in klinkers (lengte > 7,2 m)

 € 5.000,00

50/km/u plateau in asfalt/beton/prefab (lengte > 7,2 m)

 € 6.000,00

60 km/u plateau in klinkers (lengte > 8,8 m)

 € 6.000,00

60 km/u plateau in asfalt/beton/prefab (lengte > 8,8 m)

 € 7.000,00

wegversmalling in 60 km/u gebied

 € 4.000,00

wegversmalling/sluis natuurlijk sturen in 60 km/u gebied incl. verlichting

 € 6.500,00

Plateau in klinkers met een oppervlak* > 150 - < 200 m2

 € 10.000,00

Plateau in asfalt met een oppervlak* > 150 - < 200 m2

 € 12.500,00

Plateau in klinkers met een oppervlak* > 200 - < 250 m2

 € 12.500,00

Plateau in asfalt met een oppervlak* > 200 - < 250 m2

 € 15.000,00

Plateau in klinkers met een oppervlak* > 250 m2

 € 17.500,00

Plateau in asfalt met een oppervlak* > 250 m2

 € 20.000,00

bebording/belijning schoolomgeving (per richting)

 € 1.000,00

poortconstructie (bebording en belijning)

 € 800,00

* Het oppervlak is het oppervlak van de rijbaan exclusief aanliggende trottoirs e.d.

 

Normbedragen stallingsplaatsen tabel 6

Omschrijving

Subsidiabele kosten per stallingsplaats

onbewaakte stallingsplaats incl. fundering (fietsnietje)*

 € 100,00

onbewaakte stallingsplaats incl. fundering (fietsparkeur)

 € 200,00

overdekte stallingsplaats (onbewaakt en fietsparkeur)

 € 470,00

overdekte bewaakte stallingsplaats

 € 620,00

* uitgangspunt is dat per fietsnietje 2 fietsen gestald kunnen worden. Derhalve bedragen de subsidiabele kosten per fietsnietje € 200,00

 

Normbedragen sanering verkeersgeleiders in fietspaden

omschrijving

subsidiabele kosten per stuk

verkeerspaal in open verharding

 € 155,00

verkeerspaal in gesloten verharding

 € 385,00

verkeersgeleider met paal in open verharding

 € 550,00

verkeersgeleider met paal in gesloten verharding

 € 890,00

 

Normbedragen meerkosten stortkosten teerhoudend asfalt

omschrijving

subsidiabele meerkosten per ton

meerkosten storten teerhoudend asfalt 0 tot 30 ton

 € 25,00

meerkosten storten teerhoudend asfalt > 30 ton

 € 17,00

 

Normbedragen voor subsidiabele kosten van niet-infrastructurele projecten

In een aparte bijlage voor tabel 7 treft u een uitgebreidere toelichting aan op de projecten

Projectnaam + toelichting

Normbedrag subsidiabele kosten

BrabantsVerkeersveiligheidsLabel

(BVL)

 

Aanpak voor verkeerseducatie voor (speciaal) basisonderwijs.

 

 

 

 

 

€12,50 per leerling zonder scholenbijeenkomsten

Minimum € 500,00 per school

Maximum € 5.000,00 per school

 

€ 13,50 per leerling met scholenbijeenkomsten

Minimum € 500,00 per school

maximum € 5.400,00 per school

Verkeersexamen

 

Examen voor leerlingen van (speciaal) basisonderwijs waarbij verkeerskennis wordt getest.

 

€ 3,00 per leerling voor schriftelijk examen

Geldt alleen voor niet BVL scholen.

Nieuwe verkeersmethode

 

Tegemoetkoming kosten aanschaf (eenmalige) nieuwe verkeersmethode bij deelname basisscholen aan BVL, daarna sparen scholen voor nieuwe methode en aanschaf verbruiksmateriaal via BVL normbedrag per leerling.

 

 

 

Klaar over: € 7,00 per leerling

Wegwijs: € 10,00 per leerling

Wijzer door het verkeer: € 24,00 per leerling

Let’s go!: € 7,00 per leerling

Rondje Verkeer/Stap Voor-uit/Op voeten en fietsen / Jeugdverkeerskrant: € 5,00 per leerling

TotallyTraffic

 Aanpak voor verkeerseducatie voor (speciaal) voortgezet onderwijs.

Tegemoetkoming kosten gastproject (extern) passend bij de te geven lesmodules

 

€ 2.500,00 per school normbedrag deelname na goedkeuring TT-jaarplan

 

Dode hoek stickers

 Actie om extra aandacht te vestigen op de gevaren van de dode hoek bij grote voertuigen en bestelbussen.

 

 

 

€ 500,00 per 100 stuks

€ 1.300,00 per 500 stuks

€ 2.050,00 per 1000 stuks

BOB

 

 

Voorlichtingsactie over het gebruik van alcohol in het verkeer.

€ 2.500,00 grote inzet

€ 900,00 kleine inzet

Toiletreclame BOB

 

 

€ 25,00 per poster

Voorlichtingsactie gericht op alcohol in het verkeer.

Geldt voor een periode van 2 weken.

Shot gun

 

Voorlichtingsactie over alcohol in het verkeer.

€ 1.400,00 per inzet Inclusief coördinatie.

Praktijkdag

 

 

€ 160,00 per deelnemer

Praktijk dag gericht op jonge bestuurders.

 

€ 65,00 per deelnemer Trials met € 60,00 bijdrage van ZLM vanuit Safety Deal en € 60,00 eigen bijdrage.

Afrekening vindt plaats op basis van het aantal deelnemers dat daadwerkelijk heeft deelgenomen.

Rijwijsfolder

 

Communicatie-actie om de verkeerskennis op te frissen bij nieuwe rijbewijsbezitters en mensen die hun rijbewijs hebben verlengd.

 

 

 

€ 6.800,00 per 5.000 stuks

€ 9.400,00 per 10.000 stuks

€ 11.800,00 per 15.000 stuks

€ 14.000,00 per 20.000 stuks

Brom effe normaal, werkwijze A

 

 

Programma voor jongeren tussen 12 en 18 jaar.

€ 15.850,00 per regio

Dit bedrag is gebaseerd op 12 bijeenkomsten per jaar.

Brom effe normaal, werkwijze B

 

 

Programma voor jongeren tussen 12 en 18 jaar.

€ 7.250,00 per regio

Dit bedrag is gebaseerd op 12 bijeenkomsten per jaar.

Debat over eigengedrag in het verkeer van jongeren voor jongeren op MBO/ROC-scholen

 

 

 

€ 2.650,00 per inzet

TT-scholen dienen een eventuele inzet te financieren uit het TT normbedrag. Voortgezet onderwijsscholen die niet aan TT deelnemen, krijgen hiervoor geen subsidie.

Project waarin leeftijdsgenoten elkaar overtuigen van de risico’s die jongeren lopen in het verkeer op MBO/ROC-scholen

 

 

 

€ 2.580,00 per inzet

TT-scholen dienen een eventuele inzet te financieren uit het TT normbedrag. Voortgezet onderwijsscholen die niet aan TT deelnemen, krijgen hiervoor geen subsidie.

Project waarin jongeren op MBO/ROC-scholen middels een scootersimulator kunnen bewijzen hoe goed hun rijvaardigheid is

 

 

 

€ 2.750,00 per inzet

TT-scholen dienen een eventuele inzet te financieren uit het TT normbedrag. Voortgezet onderwijsscholen die niet aan TT deelnemen, krijgen hiervoor geen subsidie.

Project waardoor jongeren bewust worden van de gevolgen van drank- en drugsgebruik in het verkeer

 

 

€ 2.750,00 per inzet

Fietstraining voor senioren

 

 

Theoretische en praktische fietstraining voor mensen ouder dan 60 jaar.

€ 65,00 per deelnemer

Afrekening vindt plaats op basis van het aantal deelnemers dat daadwerkelijk heeft deelgenomen.

Opfriscursus autotraining (professionele organisatie)

 

 

 

 

theoriedeel € 90,00 per deelnemer

praktijkdeel € 60,00 per deelnemer

Afrekening vindt plaats op basis van het aantal deelnemers dat daadwerkelijk aan het theoriedeel heeft deelgenomen en het aantal deelnemers dat daadwerkelijk aan het praktijkdeel heeft deelgenomen.

Opfriscursus autotraining (vrijwilligersorganisatie)

 

 

 

€ 70,00 per deelnemer

Afrekening vindt plaats op basis van het aantal deelnemers dat daadwerkelijk aan het theoriedeel heeft deelgenomen en het aantal deelnemers dat daadwerkelijk aan het praktijkdeel heeft deelgenomen.

Scootmobieltraining (professionele organisatie)

 

 

 

€ 130,00 per deelnemer

Afrekening vindt plaats op basis van het aantal deelnemers dat daadwerkelijk aan het theoriedeel heeft deelgenomen en het aantal deelnemers dat daadwerkelijk aan het praktijkdeel heeft deelgenomen.

Scootmobieltraining (vrijwilligersorganisatie)

 

 

 

€ 70,00 per deelnemer

Afrekening vindt plaats op basis van het aantal deelnemers dat daadwerkelijk aan het theoriedeel heeft deelgenomen en het aantal deelnemers dat daadwerkelijk aan het praktijkdeel heeft deelgenomen.

Dynamische Snelheidsdisplay (DSI)

 

 

Snelheidsmeetsysteem.

 

€ 3.800,00 voor bord met feedback zonder smiley

€ 4.300,00 voor bord met feedback inclusief smiley.

Feedback bestaat in ieder geval uit een knipperende weergave van de gereden snelheid en het gebruik van opvallende kleuren.

30 km/uur Campagne

 

 

Pakket met voorlichtingsmateriaal voor 30 km/uur.

 

€ 125,00 per pakket

Het 30 km/uur pakket mag naar behoefte worden samengesteld.

Er zijn meerdere aanbieders.

Victor Veilig

 

 

Veiligheidsproduct en vraagt aandacht voor het matigen van de snelheid en spelende kinderen.

€ 42,50 per stuk

BVL-scholen dienen eventuele aanschaf te financieren uit het BVL normbedrag.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016.

 

’s-Hertogenbosch, 5 juni 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven