Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2018, 3781 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2018, 3781 | Verordeningen |
Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Provincie Limburg 2017
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor Staten- en commissieleden
Aan Staten- en commissieleden en fractievolgers worden vergoed de reiskosten in een kalender jaar o.b.v. een uiterlijk 31 maart in het daaropvolgende jaar in te leveren ingevuld format declaratieformulier vanaf het woonadres van het Staten- of commissielid voor het bijwonen van activiteiten vermeld op de politieke kalender van Provinciale Staten van Limburg (waaronder de vergaderingen van Provinciale Staten en van een Statencommissies), alsmede van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen, gemaakt t.b.v. het Statenwerk zowel binnen als buiten de provincie.
Staten- en commissieleden ontvangen op aanvraag een NS Businesscard, waarmee op rekening en op saldo kan worden gereisd. Voor reizen op rekening ontvangt de provincie rechtstreeks van NS een factuur, de kosten van reizen op saldo kan het Statenlid declareren bij de griffier met in achtneming van het bepaalde in artikel 19 van deze verordening.
Aan Statenleden worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfskosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie en verband houdend met zijn Statenlidmaatschap gemaakte reizen dan die voor het bijwonen op het provinciehuis van vergaderingen van Provinciale Staten en van een Statencommissie, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld in artikel 5 van de Reisregeling Binnenland.
Artikel 6 Buitenlandse excursie of reis
Onder buitenland wordt in dit kader verstaan een reis buiten Nederland, België, Luxemburg en Noordrijn-Westfalen van 250 kilometer of meer enkele reis, gemeten vanaf het Provinciehuis. Daarmee worden reizen t.b.v. het bijwonen van vergaderingen (van gremia) van de Euregio Rijn-Maas beschouwd als een binnenlandse reis.
De aan het Statenlid in artikel 2 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden toegekende onkostenvergoeding is bedoeld voor de kosten, die een Statenlid maakt ten behoeve van representatie, vakliteratuur, contributies en lidmaatschappen, telefoonkosten, bureaukosten en porti, zakelijke giften, bijdrage aan fractiekosten, ontvangsten en excursies.
Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de provincie als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 12a van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.
Artikel 11 Ouderdomspensioen en invaliditeitspensioen
Het lid van Provinciale Staten, dat als gevolg van het aanvaarden van het Statenlidmaatschap, wordt geconfronteerd met een vermindering van werktijd in zijn of haar hoofdberoep, welke werktijdvermindering tot gevolg heeft dat zijn of haar uitzicht op pensioen en/of een uitkering als gevolg van invaliditeit wordt verminderd, kan een vergoeding ontvangen welke strekt tot voortzetting van de verzekering, op het niveau dat gold onmiddellijk voor het aanvaarden van het Statenlidmaatschap.
Artikel 12 Uitkering bij overlijden
In geval van overlijden van het Statenlid wordt aan de weduwe of weduwnaar van wie het Statenlid niet duurzaam gescheiden leefde een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden, welke het Statenlid laatstelijk genoot over een tijdvak van drie maanden. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar van wie het Statenlid niet duurzaam gescheiden leefde nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen, of minderjarige kinderen waarover de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van de enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen dan geschiedt de uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van het inkomen van het Statenlid.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de achtergebleven geregistreerde partner alsmede degene met wie het overleden Statenlid ongehuwd samenleefde en een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd als bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, van de Algemene nabestaandenwet.
Een lid van Provinciale Staten heeft recht op van provinciewege betaalde rechtsbijstand in het geval hij als gevolg van de rechtmatige uitoefening van werkzaamheden die voortvloeien uit het Statenlidmaatschap of het gebruik van zijn bevoegdheden als Statenlid aansprakelijk wordt gesteld voor schade dan wel op grond van zijn Statenlidmaatschap gedaagde wordt in een gerechtelijke procedure. De aanspraak bestaat niet als er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid.
Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor gedeputeerden
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
Indien de gedeputeerde voor het woon-werkverkeer geen gebruik maakt van een dienstauto met of zonder chauffeur wordt hem naar keuze:
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
Aan de gedeputeerde wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 25, voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 25 bedoelde reizen ten behoeve van de provincie gemaakt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van de dienstauto met of zonder chauffeur een vergoeding verleend. De vergoeding betreft:
De gedeputeerde worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 26 volledig vergoed.
Artikel 21 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De gedeputeerde die bij benoeming nog niet over woonruimte in de provincie beschikt heeft ten laste van de provincie aanspraak op vergoeding van:
Artikel 22 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen en verstrekkingen bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h van de Wet op de loonbelasting 1964.
Hoofdstuk 4 Voorzieningen voor leden van door Gedeputeerde Staten aan te wijzen (sub)commissies als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet
Artikel 23 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen
Aan de leden van door Gedeputeerde Staten aan te wijzen (sub)commissies als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.
Leden van door Gedeputeerde Staten aan te wijzen (sub)commissies als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet ontvangen bovendien voor de voorbereiding van de vergaderingen van die (sub)commissies een vergoeding per uur, tot een door Gedeputeerde Staten te bepalen maximum aantal uren per vergadering. De vergoeding per uur is gelijk aan het bedrag bedoeld in lid 1 van dit artikel.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die op grond van een verordening als lid van door Gedeputeerde Staten aan te wijzen (sub)commissies als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 94 van de Provinciewet ontvangt.
Artikel 24 Reis- en verblijfkosten
Aan de leden van door Gedeputeerde Staten aan te wijzen (sub)commissies als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van dergelijke commissies tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland.
Hoofdstuk 5 De procedure van declaratie
Artikel 25 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:
Artikel 26 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het Statenlid, onderscheidenlijk de gedeputeerde dient het declaratieformulier voor kosten gemaakt voor activiteiten in een kalenderjaar uiterlijk voor 1 april van het daaropvolgende jaar in bij de griffier, onderscheidenlijk de algemeen directeur of de door hem aangewezen ambtenaar onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 27 Rechtstreekse facturering bij de provincie
De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 27, 28, 29 en 33 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het Statenlid, onderscheidenlijk de gedeputeerde voor akkoord ondertekende factuur aan de griffier, onderscheidenlijk de provincie.
Artikel 28 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening regelende de geldelijke en andere rechtspositionele voorzieningen ten behoeve van gedeputeerden, Staten- en commissieleden 2012, vastgesteld op 12-10-2012 en daarna gewijzigd op 28-3-2014 (1e Wijziging) en 6-11-2015 (2e wijziging), vervalt bij de inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rechtspositie gedeputeerden, Staten- en commissieleden Provincie Limburg 2017”.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-3781.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.