Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2018, 3622 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2018, 3622 | Verordeningen |
Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent referendum Referendumverordening Noord-Holland 2018
Provinciale Staten van Noord-Holland;
Gelezen het advies van Gedeputeerde Staten van 20 februari 2018, kenmerk 1000711/1045338;
Overwegende dat het gewenst is dat onder intrekking van de vigerende Referendumverordening voor de provincie Noord-Holland regels worden vastgesteld over een raadgevend referendum;
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
In de in deze verordening omschreven gevallen wordt een referendum gehouden, indien na een kennisgeving van ten minste vijfhonderd kiesgerechtigden en een inleidend verzoek van ten minste tienduizend kiesgerechtigden, ten minste vijfenveertigduizend kiesgerechtigden daartoe bij een definitief verzoek, de wens kenbaar hebben gemaakt.
HOOFDSTUK 4 Kennisgeving van een referendumverzoek en inwerkingtreding besluit
HOOFDSTUK 6 Inleidend verzoek tot het houden van een referendum
Het inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan door ten minste 10.000 kiesgerechtigden en wordt gevormd door het totale aantal geldige verzoeken tot het houden van een referendum.
De voorzitter van de referendumcommissie besluit slechts dat het inleidend verzoek niet wordt toegelaten, indien het aantal ingediende verzoeken minder bedraagt dan tienduizend, dan wel, indien toepassing is gegeven aan artikel 17, tweede lid, het aantal geldige verzoeken minder bedraagt dan tienduizend.
Gedeputeerde staten stellen regels vast betreffende de wijze waarop de steekproef wordt uitgevoerd. Deze regels hebben ten minste betrekking op de omvang van de steekproef, de kenmerken op basis waarvan de selectie voor de steekproef wordt bepaald en de vaststelling van het totaal aantal geldige verzoeken op basis van de uitkomst van de steekproef.
De voorzitter van de referendumcommissie maakt het besluit inzake de toelating of afwijzing van het inleidende verzoek zo spoedig mogelijk bekend door kennisgeving van het besluit op de voor de provincie Noord-Holland gebruikelijke wijze. Een afschrift van het proces-verbaal wordt voor een ieder ter inzage gelegd.
De voorzitter van de referendumcommissie draagt er zorg voor dat het verzegelde pak, bedoeld in artikel 20, wordt vernietigd drie maanden nadat onherroepelijk is vastgesteld dat geen referendum zal worden gehouden of, indien de officier van justitie of de rechter-commissaris in het kader van een strafrechtelijk onderzoek een verzoek heeft gedaan tot overdracht van het verzegelde pak, nadat dit onderzoek is afgerond, of, indien strafvervolging is ingesteld of grond van deze verordening, nadat er een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is. Van deze vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.
HOOFDSTUK 7 Het definitieve verzoek tot het houden van een referendum
Het definitieve verzoek tot het houden van een referendum wordt gevormd door het totale aantal geldige verklaringen ter ondersteuning van het inleidend verzoek.
Binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit van de referendumcommissie dat het inleidend verzoek is toegelaten, dan wel van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat een beroep tegen het besluit van de referendumcommissie dat het inleidend verzoek niet wordt toegelaten gegrond wordt verklaard, kan iedere kiesgerechtigde bij de voorzitter van de referendumcommissie een verklaring tot ondersteuning van het inleidend verzoek afleggen. De verklaring tot ondersteuning dient binnen de termijn van zes weken door de voorzitter te zijn ontvangen.
De referendumcommissie besluit slechts dat het definitieve verzoek niet wordt toegelaten, indien het aantal afgelegde ondersteuningsverklaringen minder bedraagt dan vijfenveertigduizend, dan wel, indien toepassing is gegeven aan artikel 27, tweede lid, het aantal geldige ondersteuningsverklaringen minder bedraagt dan vijfenveertigduizend.
Gedeputeerde Staten stellen regels over de wijze waarop de steekproef wordt uitgevoerd. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de omvang van de steekproef, de kenmerken op basis waarvan de selectie voor de steekproef wordt bepaald en de vaststelling van het totaal aantal geldige ondersteuningsverklaringen op basis van de uitkomst van de steekproef.
Op de zitting maakt de voorzitter van de referendumcommissie aan de aanwezige kiezers bekend:
Het besluit tot toelating van een definitief verzoek houdt tevens de vaststelling in dat een referendum zal worden gehouden.
De voorzitter van de referendumcommissie draagt er zorg voor dat het verzegelde pak, bedoeld in artikel 33, wordt vernietigd drie maanden nadat onherroepelijk is vastgesteld dat geen referendum zal worden gehouden of, indien de officier van justitie of de rechter-commissaris in het kader van een strafrechtelijk onderzoek een verzoek heeft gedaan tot overdracht van het verzegelde pak, nadat dit onderzoek is afgerond, of, indien strafvervolging is ingesteld of grond van deze verordening, nadat er een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is. Van deze vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.
Binnen een week nadat het besluit van de referendumcommissie dat een referendum zal worden gehouden, onherroepelijk is geworden, stelt de referendumcommissie, na overleg met Gedeputeerde Staten, de dag van de stemming vast. De bekendmaking van het besluit geschiedt op de voor de provincie Noord-Holland gebruikelijke wijze.
Indien binnen de in artikel 38, tweede lid, bedoelde termijn een of meer stemmingen voor een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Provinciale Staten, de gemeenteraden of het Europese Parlement plaatsvinden, of een ander referendum op basis van deze verordening, kan als dag van de stemming voor het referendum worden aangewezen de dag van die stemming, onderscheidenlijk één van die stemmingen.
Ten aanzien van de stemming zijn de artikelen J 1, tweede tot en met vijfde lid, J 4 tot en met J 8, J 10, J 11, eerste en tweede lid, J 12 tot en met J 19, J 21 tot en met J 31 en J 35 tot en met J 38 van de Kieswet van toepassing, met dien verstande dat:
HOOFDSTUK 10 De stemopneming door het stembureau
Nadat de burgemeester van alle in zijn gemeente gevestigde stembureaus het proces-verbaal van de stemming en de stemopneming heeft ontvangen, stelt hij voor zijn gemeente de totalen van de in artikel 46 bedoelde aantallen stemmen, het aantal stemmen dat bij volmacht is uitgebracht en het verschil tussen het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten en het aantal stemmen dat is geteld vast. Voor zover mogelijk geeft de burgemeester een verklaring voor het in de vorige volzin bedoelde verschil. Tevens stelt hij op basis van de registratie als bedoeld in artikel 8 het aantal kiesgerechtigden in de gemeente vast.
De burgemeester draagt er zorg voor dat de processen-verbaal, met daarbij gevoegd de opgaven van de door hem vastgestelde aantallen stemmen onverwijld worden overgebracht naar de voorzitter van de referendumcommissie. Tevens legt hij een afschrift van deze stukken onverwijld voor een ieder ter inzage op het gemeentehuis totdat de uitslag van het referendum is vastgesteld.
HOOFDSTUK 11 De vaststelling van de uitslag van het referendum
Nadat de afschriften van de processen-verbaal van alle burgemeesters van de gemeenten in de provincie Noord-Holland zijn ontvangen, gaat de referendumcommissie over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling en bekendmaking van de opkomst en de uitslag van het referendum.
De referendumcommissie onderzoekt de geldigheid van de stemming en de juistheid van de vaststelling van de uitkomsten van de stemming door de stembureaus en beslist over de geschillen die te dien aanzien rijzen. Het neemt daartoe kennis van de processen-verbaal van de stembureaus en de door de burgemeesters van de gemeenten vastgestelde aantallen als genoemd in artikel 46.
Ten behoeve van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, kan de referendumcommissie tot een nieuwe opneming van stembiljetten, zowel uit alle als uit een of meer stembureaus besluiten. De burgemeester die de desbetreffende stembiljetten onder zich heeft, doet deze op verzoek van de referendumcommissie onverwijld naar dat orgaan overbrengen. Na ontvangst van de stembiljetten, gaat de referendumcommissie onmiddellijk tot de opneming over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal van de stembureaus. Bij deze opneming is hoofdstuk N, paragraaf 1, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.
Ten behoeve van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, is de referendumcommissie tevens bevoegd de verzegelde pakken, bedoeld in artikel N 2 van de Kieswet, te openen. De burgemeester die de desbetreffende pakken onder zich heeft, doet deze op verzoek van de referendumcommissie onverwijld naar dat orgaan overbrengen. Na beëindiging van het onderzoek worden de bescheiden uit de geopende pakken opnieuw ingepakt en verzegeld op de in artikel N 2 van de Kieswet voorgeschreven wijze.
De uitslag van het referendum wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 4, berekend op basis van de gewone meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte stemmen.
De referendumcommissie stelt de opkomst vast door de som van het totale aantal geldige en het totale aantal ongeldige stemmen te delen door het totale aantal kiesgerechtigden.
De referendumcommissie stelt vervolgens vast hoeveel procent van de kiezers die een geldige stem hebben uitgebracht zich voor, en hoeveel procent van de kiezers die een geldige stem hebben uitgebracht zich tegen het aan het referendum onderworpen besluit hebben uitgesproken.
Provinciale Staten maken de opkomst en de uitslag van het referendum zo spoedig mogelijk bekend op de bij de provincie gebruikelijke wijze.
Indien onherroepelijk is vastgesteld dat een referendum heeft geleid tot een raadgevende uitspraak tot afwijzing, wordt door Gedeputeerde Staten zo spoedig mogelijk bij Provinciale Staten een voorstel voor een besluit ingediend dat uitsluitend strekt tot intrekking van het besluit of tot regeling van de inwerkingtreding van het besluit.
Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:
stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft met het met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
HOOFDSTUK 13 Slot- en overgangsbepalingen
Gedeputeerde Staten zenden binnen zes maanden na afloop van de periode waarin een eerste referendum is gehouden, aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze verordening in de praktijk.
De bepalingen van de Kieswet en het Kiesbesluit zijn op de gang van zaken bij het referendum van overeenkomstige toepassing voor zover deze verordening daar niet zelf in heeft voorzien.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-3622.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.