Besluit van de Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende goedkeuring Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

 

gelet op artikel 3.12, eerste tot en met zevende lid, van de Wet natuurbescherming, betreffende de opstelling, vaststelling en de goedkeuring van faunabeheerplannen;

 

gelet op hoofdstuk 3 van de Verordening faunabeheer Noord-Holland, betreffende regels ten aanzien van faunabeheerplannen;

 

overwegende dat Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland concepten van het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 heeft besproken met een plancommissie bestaande uit BIJ12, Dierenbescherming, Jagersvereniging, LTO Noord, Ministerie I&M, PWN, Schiphol en Vogelbescherming;

 

overwegende dat Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland een consultatieversie van het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024heeft voorgelegd aan de Noord-Hollandse wildbeheereenheden door tussenkomst van het provinciaal bestuur van de Nederlandse Koninklijke Jagersvereniging;

 

overwegende dat Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland de Dierenbescherming, Vogelbescherming en Faunabescherming apart om een reactie heeft ge

overwegende dato dat of gelet opgevraagd;

Besluiten:

  • 1.

    Het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024, zoals dit door het bestuur van Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland op 5 februari 2018 is vastgesteld en bij ons college is ingediend, goed te keuren met uitzondering van het onderdeel zoals opgenomen onder punt 2 van dit besluit;

  • 2.

    Goedkeuring te onthouden aan het onderdeel Beheer in de 10-20 km zone van het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 voor zover dit onderdeel betrekking heeft op afschot en vangacties van de soorten kolgans, Canadese gans, brandgans, Indische gans en nijlgans;

  • 3.

    Dat ontheffingsaanvragen op basis van dit Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 getoetst worden op de onderbouwing met betrekking tot:

    • a.

      de effecten van de verschillende maatregelen op de staat van instandhouding in combinatie met maatregelen die reeds in de gehele provincie Noord-Holland mogelijk zijn;

    • b.

      onder meer de noodzaak en effectiviteit van de in het plan genoemde middelen waaronder in ieder geval elektronische lokgeluiden en geluidsdempers;

    • c.

      onder meer de noodzaak en effectiviteit van de in het plan genoemde uitvoeringsperioden van een uur voor zonsopgang en een uur na zonsondergang;

    • d.

      de geschiktheid, de veiligheid, de noodzaak en de effectiviteit van het gebruik van het geweer op die uitvoeringslocaties waar aanvullende verbodsbepalingen van toepassing zijn, zoals uitvoeringslocaties binnen de bebouwde kom, op jachtvelden kleiner dan 40 hectare en binnen de afpalingskring van eendenkooien.

  • 4.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Toelichting:

Het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 is op 5 februari 2018 door het bestuur van Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland vastgesteld en ter goedkeuring bij ons ingediend. Wij hebben getoetst of het voldoet aan de inhoudelijke eisen die de Wet natuurbescherming stelt aan het opstellen, vaststellen en goedkeuren van een faunabeheerplan en of het voldoet aan de inhoudelijke eisen van de Verordening faunabeheer Noord-Holland én de beleidsregel Natuurbescherming Noord-Holland. Het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 voldoet aan deze eisen met uitzondering van het onderdeel Beheer in de 10-20 km zone. Besluit onderdeel 2 ziet op het niet goedkeuren van dat onderdeel van het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024.

 

Aan het onderdeel Beheer in de 10-20 km zone onthouden wij goedkeuring voor zover dit onderdeel ziet op afschot en vangacties van de soorten kolgans, Canadese gans, brandgans, Indische gans en nijlgans. Er wordt wel goedkeuring verleend voor afschot en vangacties voor de soorten grauwe gans en soepganzen/hybriden/verwilderde ganzen. Wij beoordelen dat een direct verband tussen risicovolle baankruisingen en de ganzen die in de 10-20 km zone verblijven/rusten/ruien – behalve voor grauwe gans – niet aangetoond is. Daarmee zien wij geen directe aanleiding om de ganzen in de 10-20 km zone – anders dan grauwe gans - te beperken door middel van afschot en vangacties. Daarnaast vragen wij ons af of de uitbreiding van afschot en beheer naar de 10-20 km zone een minder effectieve uitvoering in de hand zal werken, omdat het uitvoeringsgebied wellicht groter wordt, maar er ook minder effectief uitgevoerd kan worden vanwege het uitsmeren van de inspanningen van uitvoerders.

Verder merken wij op dat in ontheffingsaanvragen op basis van dit Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 aanvullende onderbouwing nodig is van de effecten van de aangevraagde ontheffingen op de staat van instandhouding van de verschillende soorten. Doordat in de gehele provincie Noord-Holland reeds bestrijdingsmaatregelen mogelijk zijn op basis van landelijke en provinciale vrijstellingen en op basis van het Ganzenbeheerplan Noord-Holland 2015-2020, dienen de gevolgen van de op grond van het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol in ontheffingsaanvragen te worden gemotiveerd. Het faunabeheerplan bevat op dit punt onvoldoende onderbouwing. De onderbouwing bij de aanvraag voor een ontheffing zal nadrukkelijk door ons worden getoetst.

 

Ook de ontheffingsaanvragen op basis van dit Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 moeten een aanvullende onderbouwing bevatten met betrekking tot onder meer de noodzaak en effectiviteit van de in het plan genoemde uitvoeringsperioden van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang. Daarnaast moeten ontheffingsaanvragen op basis van dit Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 een aanvullende onderbouwing bevatten met betrekking tot het gebruik van aanvullende middelen, waaronder in ieder geval geluidsdempers en elektronische lokmiddelen. Het faunabeheerplan bevat hiervoor onvoldoende onderbouwing.

 

Tot slot zullen ontheffingsaanvragen op basis van dit Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 een aanvullende onderbouwing moeten bevatten met betrekking tot alle locaties waar extra verbodsbepalingen van toepassing zijn, zoals locaties binnen de bebouwde kom, op jachtvelden kleiner dan 40 hectare en binnen de afpalingskring van eendenkooien, indien uitvoering op die locaties gewenst is. In het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 wordt opgevoerd dat grote aantallen ganzen zich ophouden op locaties waar uitvoering tot op heden niet mogelijk is door extra van toepassing zijnde in de Wnb opgenomen verbodsbepalingen, met name gericht op het gebruik van het geweer. Het is echter niet wenselijk dat met de goedkeuring van het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 generiek wordt geïmpliceerd dat een akkoord wordt gegeven op aanvragen om ontheffing van deze verbodsbepalingen. Bij ontheffingsaanvragen zal onderbouwd moeten worden of de locatie geschikt en voldoende veilig is voor het gebruik van het geweer, het gebruik van het geweer noodzakelijk is en naar verwachting effectief is.

 

Op grond van de wetsgeschiedenis bij de Wet natuurbescherming blijkt dat bezwaar en beroep tegen het besluit tot goedkeuring van een faunabeheerplan alleen mogelijk is voor zover dat besluit betrekking heeft op vrijstellingen en/of jacht. Het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol 2018-2024 behelst geen uitvoering van vrijstellingen en/of bevat geen bepalingen over de jacht. Het goedkeuringsbesluit bevat dan ook geen onderdelen waartegen bezwaar en/of beroep mogelijk is.

 

Haarlem, 13 maart 2018.

 

 

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

 

J.W. Remkes, voorzitter,

 

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

 

 

 

 

 

Uitgegeven op 22 maart 2018

 

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

 

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris

 

Naar boven