Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 31-10-2017, nummer 81C0AFE8, tot wijziging van het Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004, inhoudende aanpassing van de topstructuur

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

De commissaris van de Koning in de provincie Utrecht;

 

Gelet op artikel 158, eerste lid, onder c, van de Provinciewet;

 

Overwegende dat:

 

  • -

    op basis van een GS-besluit van 6 september 2016 vier kwartiermakers een plan van aanpak hebben opgesteld om te komen tot een advies met betrekking tot de sturing en inrichting van de topstructuur / organisatie;

  • -

    de vier kwartiermakers conform het plan van aanpak een visie hebben ontwikkeld op doorontwikkeling van de concernsturing, de daarbij behorende sturingsprioriteiten en de opzet en inrichting van een nieuwe topstructuur;

  • -

    hierin een 3 sporen aanpak is opgenomen, waarvan het eerste spoor uitwerking van de topstructuur is (directie en CMT);

  • -

    het GS-besluit, het plan van aanpak en het visiedocument ertoe hebben geleid dat veranderingen worden doorgevoerd op het niveau van directie en afdelingsmanagers, gericht op domeinsturing;

  • -

    in bijgaand besluit deze organisatie ontwikkeling formeel is vastgelegd;

Besluiten:

Artikel I

Het Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 7 komt als volgt te luiden:

Artikel 7 Secretaris

 

  • 1.

    De secretaris is hoofd van de ambtelijke organisatie en in die hoedanigheid algemeen directeur.

     

  • 2.

    Jegens gedeputeerde staten is hij verantwoordelijk voor het functioneren van de ambtelijke organisatie.

B.

 

Artikel 7a komt als volgt te luiden:

Artikel 7a Directeuren

 

  • 1.

    Naast de algemeen directeur zijn er twee andere directeuren. De algemeen directeur is de leidinggevende van de andere directeuren.

     

  • 2.

    De algemeen directeur regelt in overleg met de andere directeuren de taak- en portefeuilleverdeling en de verdeling van inhoudelijke aanspreekbaarheid voor de afdelingsmanagers.

     

  • 3.

    De drie directeuren zijn binnen hun portefeuille integraal verantwoordelijk voor de strategische koers en slagkracht, het aangaan en verstevigen van externe relaties, de monitoring op financiën en inhoud en de sturing op bereiken van concerndoelstellingen. Een directeur kan opdrachtgever zijn van concernprogramma’s.

C.

 

Artikel 8, inclusief artikel 8a, komt als volgt te luiden:

Artikel 8 Domeinen

 

  • 1.

    De ambtelijke organisatie is verdeeld in drie domeinen met:

    • a.

      een afdeling Fysieke Leefomgeving,

    • b.

      een afdeling Mobiliteit, en

    • c.

      een afdeling Bedrijfsvoering.

  • 2.

    De afdelingen worden aangestuurd door een afdelingsmanager. De algemeen directeur is de leidinggevende van de afdelingsmanagers.

     

  • 3.

    De drie afdelingsmanagers geven leiding aan een afdeling en zijn integraal verantwoordelijk voor de resultaten in de afdeling, en de integraliteit zowel binnen de afdeling als in de relatie naar de andere afdelingen en concerncontrol. Een afdelingsmanager kan opdrachtgever zijn van concernprogramma’s en domeinopgaven.

D.

 

Artikel 9 komt als volgt te luiden:

Artikel 9 Concern Management Team

 

  • 1.

    De drie directeuren en de drie afdelingsmanagers, bedoeld in artikel 8, vormen het Concern Management Team (CMT).

     

  • 2.

    De algemeen directeur is de voorzitter van het CMT, hij beslist na raadpleging van de andere leden van het CMT. De concerncontroller kan de vergaderingen van het CMT bijwonen en, als adviseur, deelnemen aan de beraadslagingen.

     

  • 3.

    Het CMT stuurt op de strategische koers van de organisatie, het vaststellen van concernbrede kaders, programma’s en afspraken, de voortgang van de concernopgaven, bedrijfsvoering, control en andere zaken die de sturing van het CMT behoeven.

E.

 

Artikel 10 komt al volgt te luiden:

Artikel 10 Stafafdeling

 

  • 1.

    Naast de afdelingen voor domeinen heeft de organisatie een stafafdeling Bestuurs- en Directieondersteuning.

     

  • 2.

    De stafafdeling Bestuurs- en Directieondersteuning wordt aangestuurd door een afdelingsmanager. De algemeen directeur is de leidinggevende van de afdelingsmanager.

     

  • 3.

    De afdelingsmanager geeft leiding aan de stafafdeling Bestuurs- en Directieondersteuning en is integraal verantwoordelijk voor de resultaten in de stafdeling, en de integraliteit zowel binnen de stafafdeling als in de relatie naar de andere afdelingen en concerncontrol, behoudens het gestelde in het zesde lid. De afdelingsmanager kan opdrachtgever zijn van opgaven voor bestuurs- en directieondersteuning.

     

  • 4.

    Het kabinet Commissaris van de Koning (kabinet CvdK) is ondergebracht in de stafafdeling Bestuurs- en Directieondersteuning.

     

  • 5.

    Het kabinet CvdK wordt aangestuurd door de chef Kabinet.

     

  • 6.

    De chef Kabinet is integraal verantwoordelijk voor het functioneren van het kabinet.

    • a.

      Hij legt voor financiën, personeelsbeleid en bedrijfsvoering verantwoording af aan de algemeen directeur.

    • b.

      Inhoudelijk legt de chef Kabinet verantwoording af aan de commissaris van de Koning.

F.

 

Artikel 11a komt als volgt te luiden:

Artikel 11a HRM-kolom

 

  • 1.

    De afdelingsmanager Bedrijfsvoering adviseert de algemeen directeur inzake het te ontwikkelen personeelsbeleid en de uitvoering van vastgesteld PenO-beleid, geldende regelgeving en CAO-afspraken op dit terrein.

     

  • 2.

    De afdelingsmanager Bedrijfsvoering is bevoegd de algemeen directeur te verzoeken om directeuren en afdelingsmanagers aanwijzingen te geven inzake de juiste uitvoering van vastgesteld PenO-beleid , geldende regelgeving en CAO-afspraken.

     

  • 3.

    De afdelingsmanager Bedrijfsvoering kan, indien hij dit nodig vindt en met medeweten van de algemeen directeur, inzake de uitvoering van vastgesteld PenO-beleid en de uitvoering van geldende regelgeving en CAO-afspraken op dit terrein, rechtstreeks aan de portefeuillehouder voor personeelsaangelegenheden uit gedeputeerde staten informatie en adviezen geven.

     

  • 4.

    Met het oog op de goede uitvoering door de secretaris van zijn in artikel 3, tweede lid, genoemde bevoegdheid, adviseert de afdelingsmanager Bedrijfsvoering op verzoek of uit eigen beweging de secretaris over de gevolgen, die feitelijk en voorgenomen beleid en beheer kunnen hebben voor de ambtelijke organisatie. 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde staten van Utrecht op 31 oktober 2017,

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Voorzitter

Secretaris

De commissaris van de Koning in de provincie Utrecht,

Naar boven