5e wijziging Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3)

Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136, eerste lid van de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 24 april 2018 hebben vastgesteld de :

 

5e wijziging Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3)

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat:

 

Provinciale Staten bij besluit van 16 december 2015, nummer 1794078 de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014 - 2020 provincie Flevoland hebben vastgesteld en daarbij aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben toegekend om wijzigingen van deze verordening vast te stellen,

 

deze verordening met ingang van 22 december 2015 in werking is getreden;

 

het wenselijk is om wijzigingen in deze verordening aan te brengen om knelpunten in de uitvoering te voorkomen;

 

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en het besluit van Provinciale Staten van 16 december 2015, nummer 1794078, waarmee Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben toegekend om wijzigingen van deze verordening vast te stellen;

 

BESLUITEN:

 

de volgende vijfde wijziging van de Subsidieverordening POP3 provincie Flevoland 2014-2020 vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

 

In artikel 1.1 Begripsbepalingen worden de volgende bepalingen in alfabetische volgorde ingevoegd:

bijdrage in natura: bijdrage als bedoeld in artikel 69 lid 1 van Verordening (EU) Nr. 1303/2013;

landbouwactiviteiten: primaire productie van landbouwproducten alsmede handel in landbouwproducten, als bedoeld in bijlage 1 VWEU;

VO (EU) 651/2014:Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard

voorbereidingskosten: kosten van handelingen ter voorbereiding van de subsidiabele activiteit(en) waar subsidie voor wordt aangevraagd, waaronder het maken van het projectplan.

 

Artikel 1.3 lid 3 aanhef wordt gewijzigd als volgt:

In het openstellingsbesluit kunnen Gedeputeerde Staten tevens nadere regels stellen met betrekking tot:

 

Artikel 1.3 lid 3 sub e, f worden gewijzigd als volgt:

  • e.

    de geografische begrenzing van de openstelling;

  • f.

    een drempel met betrekking tot de subsidiabele kosten;

 

Artikel 1.3 lid 3 wordt lid 4 en er wordt een nieuw lid 3 toegevoegd en luidt:

In het openstellingsbesluit kunnen Gedeputeerde Staten nadere regels stellen met betrekking tot de kostentypen als bedoeld in artikel 1.12 die voor subsidie in aanmerking komen.

 

Artikel 1.4 lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

Gedeputeerde Staten stellen in een openstellingsbesluit vast welke gedeelten van de in het eerste lid bedoelde steun met de openstelling beschikbaar worden gesteld.

 

Artikel 1.5 vervalt.

 

Artikel 1.6 lid 3 sub b wordt gewijzigd als volgt:

is de penvoerder verplicht de projectadministratie als bedoeld in artikel 1.17, aanhef en onder f, te voeren en de administratie en daartoe behorende bescheiden te bewaren tot de datum als bepaald in artikel 1.17, aanhef en onder g;

 

Artikel 1.7 lid 1 sub c wordt toegevoegd en luidt:

wordt voorzien van alle verplichte bijlagen.

 

Artikel 1.7 lid 2 sub a wordt gewijzigd als volgt:

een begroting van de kosten;

 

Artikel 1.7 lid 2 sub c wordt gewijzigd als volgt:

een financieringsplan;

 

Artikel 1.7 lid 2 sub e, f worden gewijzigd als volgt:

  • e.

    een overzicht van inkomsten die met de uitvoering van de activiteit gegenereerd worden;

  • f.

    een projectplan waarin tenminste is opgenomen:

    • 1°.

      de doelstellingen van het project;

    • 2°.

      een probleemanalyse waaruit onder andere de noodzaak van het project en de ter uitvoering van het project te maken kosten blijkt;

    • 3°.

      een beschrijving van de wijze van uitvoering van het project en de te ondernemen activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • 4°.

      de verwachte resultaten van het project;

    • 5°.

      de verwachte realisatietermijn van het project;

    • 6°.

      de wijze waarop de resultaten van het project worden getoetst.

 

Artikel 1.7 lid 5 vervalt.

 

Artikel 1.7a lid 1 sub c wordt gewijzigd als volgt:

gedigitaliseerde microfiches van originelen;

 

Artikel 1.7a lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Niet originele documenten die in het kader van deze regeling als bewijsstukken worden ingediend, worden slechts geaccepteerd indien de procedure bedoeld in bijlage I van de Regeling Europese EZ-subsidies is gevolgd.

 

Artikel 1.8 wordt gewijzigd als volgt en sub c wordt toegevoegd en luidt:

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht, wordt een subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd indien:

  • a.

    voor dezelfde activiteit op grond van dezelfde openstelling en openstellingsperiode / onder hetzelfde plafond / in dezelfde beoordelingsronde reeds subsidie is aangevraagd;

  • b.

    voor dezelfde activiteiten en subsidiabele kosten reeds subsidie van 1 euro of meer is verstrekt tot het op grond van Europese verordeningen toegestane maximale subsidiepercentage of – bedrag;

  • c.

    dezelfde activiteiten en subsidiabele kosten reeds anderszins uit de begroting van de Unie gefinancierd zijn;

  • d.

    de activiteit niet overwegend plaatsvindt in provincie Flevoland tenzij de activiteit of de resultaten ervan aantoonbaar ten goede komt of komen aan ingezetenen van provincie Flevoland, of de activiteit of de resultaten daarvan aantoonbaar op enigerlei wijze het belang van de provincie Flevoland dient of dienen;

  • e.

    met de uitvoering van de activiteit, niet zijnde de uitvoering van voorbereidingshandelingen voor de uitvoering van de activiteit, is gestart voordat de aanvraag om subsidie is ingediend;

  • f.

    in het opstellingsbesluit de benodigde nationale overheidsfinanciering als bedoeld in artikel 1.4, tweede lid, niet of niet volledig beschikbaar is gesteld en de aanvraag niet voorzien is van een bijdrageverklaring of een subsidiebeschikking voor de benodigde resterende nationale overheidsfinanciering;

  • g.

    een aanvraag minder scoort dan het voorgeschreven minimaal te behalen aantal punten;

  • h.

    de aanvrager geen verklaring verstrekt dat er geen sprake is van een onderneming in moeilijkheden als bedoeld in artikel 1, lid 4, aanhef en sub c van Verordening (EU) 651/2014 of artikel 2, lid 1 van VO (EU) 702/2014;

  • i.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat, volgend op een eerdere beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

 

Artikel 1.10 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Indien deze kosten subsidiabel gesteld zijn, zijn de kosten van de aankoop van bebouwde en niet bebouwde gronden subsidiabel tot maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten.

 

Artikel 1.10 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Indien dit in het openstellingsbesluit wordt bepaald, dan zijn de kosten van de aankoop van bebouwde of onbebouwde gronden die zijn gelegen in verwaarloosde gebieden of voormalige industriezones subsidiabel tot maximaal 15% van de totale subsidiabele kosten. In het openstellingsbesluit wordt bepaald wanneer er sprake is van verwaarloosde gebieden als bedoeld in dit artikellid.

 

Artikel 1.10 lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

Gedeputeerde Staten kunnen in uitzonderlijke gevallen in een openstellingsbesluit een hoger percentage vaststellen voor de aankoop van bebouwde en niet bebouwde gronden in het kader van activiteiten ten behoeve van milieubehoud. Indien de bebouwde of niet bebouwde gronden zijn gelegen in Natura 2000 gebieden of onderdeel uit maken van Kader Richtlijn Water opgaven buiten de EHS én in het concrete geval ontbreken redelijke alternatieven om de milieudoelen te behalen, kan het subsidiepercentage, mits onderbouwd in de beschikking tot subsidieverlening, verhoogd worden tot 30% van de totale subsidiabele kosten.

 

Artikel 1.11 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Bijdragen in natura zijn slechts subsidiabel indien:

  • a.

    de aan de bijdrage in natura toegekende waarde niet hoger is dan de waarde die gewoonlijk op de desbetreffende markt wordt aanvaard; en

  • b.

    er een onafhankelijke beoordeling en verificatie van de waarde van de bijdrage in natura mogelijk is.

 

Artikel 1.11 lid 4 wordt gewijzigd als volgt:

Bijdrage in natura in de vorm van verstrekking van gronden en overige onroerende zaken is subsidiabel:

  • a.

    voor wat betreft gronden: tot maximaal de percentages genoemd in artikel 1.10;

  • b.

    voor wat betreft overige onroerende zaken: tot maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten.

 

Artikel 1.12 titel:

Subsidiabiliteit van de kosten’ wijzigt in: ‘ Subsidiabiliteit van kosten’

 

Artikel 1.12 wordt gewijzigd als volgt en lid 1, 5 worden toegevoegd en luiden:

  • 1.

    Subsidiabele kosten kunnen slechts bestaan uit de volgende kostentypen

    • a.

      personeelskosten voor zover zij zijn berekend overeenkomstig artikel 1.9;

    • b.

      kosten derden: kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd;

    • c.

      bijdragen in natura voor zover zij voldoen aan het bepaalde in artikel 1.11;

    • d.

      afschrijvingskosten.

  • 2.

    Subsidiabele kosten komen slechts voor subsidie in aanmerking indien zij zijn gemaakt of geleverd nadat de aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 3.

    Indien in het openstellingsbesluit voorbereidingskosten subsidiabel gesteld zijn, komen voorbereidingskosten gemaakt voor indiening van de aanvraag om subsidie slechts voor subsidie in aanmerking indien zij gemaakt zijn binnen één jaar of een in het openstellingsbesluit vastgelegde termijn voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 4.

    De in lid 3 bedoelde kosten kunnen uitsluitend bestaan uit:

    • a.

      kosten van architecten, ingenieurs en adviseurs;

    • b.

      kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied;

    • c.

      kosten van haalbaarheidsstudies.

  • 5.

    Kosten zijn slechts subsidiabel voor zover de kosten adequaat en noodzakelijk zijn in relatie tot het doel van de activiteit.

 

Artikel 1.12a wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Algemene kosten ten behoeve van investeringen

Algemene kosten ten behoeve van investeringen kunnen slechts bestaan uit:

  • a.

    kosten van architecten, ingenieurs en adviseurs;

  • b.

    kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied;

  • c.

    kosten van haalbaarheidsstudies.

 

Artikel 1.13 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

‘Subsidie wordt in ieder geval niet verstrekt voor de volgende kosten:’ wijzigen in: ‘Subsidie wordt in ieder geval niet verstrekt voor:’

 

Artikel 1.13 lid 1 sub g wordt gewijzigd als volgt:

kosten voor de vervaardiging van producten die melk of zuivelproducten imiteren of vervangen;

 

Artikel 1.13 lid 1 sub i wordt gewijzigd als volgt:

kosten die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet voldoen aan de vereisten van goed financieel beheer als bedoeld in artikel 30 van Verordening (EU) 966/2012 (Financieel Reglement);

 

Artikel 1.15 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verdelen het beschikbare subsidieplafond door middel van

    • a.

      rangschikking op basis van selectiecriteria;

    • b.

      rangschikking op basis van een investeringslijst;

    • c.

      een geografisch criterium; of

    • d.

      een combinatie van de onder a, b of c genoemde methoden.

  • 2.

    Aanvragen worden gehonoreerd op volgorde van de rangschikkingslijst, beginnend met de aanvraag die bovenaan die rangschikkingslijst geplaatst is.

  • 3.

    De aanvraag die de meeste punten toegekend heeft gekregen, wordt bovenaan de rangschikkingslijst geplaatst.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten stellen een procedure vast voor de honorering van aanvragen voor subsidie die op gelijke plaats zijn gerangschikt en bij honorering van die aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 5.

    Indien na toepassing van de procedure genoemd in het vierde lid, twee of meer aanvragen eenzelfde plaats in de rangschikking hebben en de som van de toe te kennen subsidiebedragen overstijgt het subsidieplafond, dan wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag of aanvragen gehonoreerd worden.

 

Artikel 1.15a wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Rangschikking op basis van selectiecriteria

  • 1.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op basis van selectiecriteria, wordt de rangschikking bepaald door het totaal aantal punten dat wordt behaald op basis van de selectiecriteria.

  • 2.

    Per selectiecriterium kan 0 tot en met 5 punten behaald worden.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 1.3 stellen Gedeputeerde Staten in een openstellingsbesluit per selectiecriterium een wegingsfactor van 1, 2, 3 of 4 vast.

  • 4.

    Het aantal punten van een aanvraag wordt bepaald door per selectiecriterium de score te vermenigvuldigen met de aangegeven weging van het criterium en alle zo verkregen punten op te tellen.

  • 5.

    Tenzij in het openstellingsbesluit een hoger te behalen percentage is bepaald, wordt een aanvraag niet gehonoreerd indien de aanvraag minder dan 60% van het totaal aantal te behalen punten heeft behaald.

 

Artikel 1.15b wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Rangschikking op basis van een investeringslijst

  • 1.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een investeringslijst, wordt de rangschikking bepaald door het aantal punten dat wordt behaald door toepassing van de investeringslijst.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.3 stellen Gedeputeerde Staten in een openstellingsbesluit het aantal te behalen punten per investeringscategorie, de investeringslijst, vast.

 

Artikel 1.15c wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Rangschikking op basis van een geografisch selectiecriterium

  • 1.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen uitsluitend gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium, komen projecten slechts in aanmerking indien gelegen in het aangewezen geografisch gebied.

  • 2.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium in combinatie met het criterium effectiviteit, komen projecten slechts in aanmerking indien gelegen in het aangewezen geografisch gebied en wordt de rangschikking van de in het geografisch gebied gelegen projecten bepaald door het aantal punten dat wordt behaald op het criterium effectiviteit.

  • 3.

    Tenzij in het openstellingsbesluit een hogere te behalen score is bepaald, wordt een aanvraag als bedoeld in het tweede lid niet gehonoreerd indien de aanvraag op het criterium effectiviteit minder dan 3 punten heeft behaald.

 

Artikel 1.16a wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Maximale hoogte subsidie

Er wordt niet meer subsidie verstrekt dan gevraagd.

 

Artikel 1.17 lid 1 sub d wordt gewijzigd als volgt:

indien er sprake is van een investering in infrastructuur of een productieve investering de investering gedurende vijf jaar na eindbetaling gebruiksklaar in stand te houden, tenzij er sprake is van een investering door een MKB-bedrijf of er sprake is van een investering die leidt tot door een MKB bedrijf gecreëerde banen, in welk geval de instandhoudingsverplichting drie jaar bedraagt;

 

Artikel 1.17 lid 1 sub h wordt gewijzigd als volgt:

eenmaal per jaar een verslag omtrent de voortgang van de activiteiten in te dienen, tenzij in het openstellingsbesluit of in de beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald;

 

Artikel 1.17 lid 1 sub l wordt gewijzigd als volgt:

vervreemding van de onderneming waaraan subsidie is verstrekt of grond waarop een activiteit waarvoor subsidie is verstrekt betrekking heeft, zo spoedig als mogelijk maar uiterlijk de dag van daadwerkelijke vervreemding bij de subsidieverstrekker te melden.

 

Artikel 1.17 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

‘Een verslag omtrent de voortgang van de activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onder j, bevat tenminste:’ wijzigen in: ‘Een verslag omtrent de voortgang van de activiteiten als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder h, bevat tenminste een beschrijving van:’

 

Artikel 1.19 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

‘subsidie-ontvanger’ wijzigen in: ‘subsidieontvanger’

 

Artikel 1.19 lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

‘subsidie-ontvanger’ wijzigen in: ‘subsidieontvanger’

 

Artikel 1.22 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

‘Indien de subsidie betrekking heeft op een investering in infrastructuur of op een productieve investering, verlagen Gedeputeerde Staten de vastgestelde subsidie indien binnen vijf jaar na vaststelling van de subsidie:’ wijzigen in: ‘Indien de subsidie betrekking heeft op een investering in infrastructuur of een productieve investering verlagen Gedeputeerde Staten de vastgestelde subsidie indien na vaststelling van de subsidie maar binnen de instandhoudingstermijn als bedoeld in artikel 1.17 lid 1 aanhef en onder d:’

 

Artikel 1.22 lid 1 sub b wordt gewijzigd als volgt:

een verandering in de eigendom van een infrastructuurvoorziening plaatsvindt waardoor een onderneming, rechtspersoon of een overheidsinstantie een onrechtmatig voordeel behaalt; of

 

Artikel 1.22 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

‘aan de vereisten wordt voldaan.’ wijzigen in: ‘aan de vereisten is voldaan.’

 

Artikel 1.22 lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

‘productiecapaciteit wordt beëindigd’ wijzigen in: ‘productiecapaciteit is beëindigd’

 

Artikel 1.22 lid 4 vervalt.

 

Artikel 1.23 lid 3 wordt gewijzigd als volgt en sub a wordt toegevoegd en luidt:

Een aanvraag om een voorschot bevat een verslag omtrent de voortgang als bedoeld in artikel 1.17, aanhef en sub h en bevat voor zover van toepassing:

  • a.

    bonnen en betaalbewijzen;

  • b.

    bewijsstukken inzake de gemaakte personeelskosten;

  • c.

    bewijsstukken inzake geleverde inbreng in natura;

  • d.

    bewijsstukken inzake afschrijvingskosten.

 

Artikel 1.23 lid 4 wordt gewijzigd als volgt:

Tenzij in het openstellingsbesluit of de beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald heeft de aanvraag om een voorschot betrekking op minimaal 25% van de verleende subsidie of minimaal € 50.000,- aan subsidie.

 

Artikel 1.24 lid 5 vervalt.

 

Artikel 1.25 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Indien in een openstelling bepaald, kunnen Gedeputeerde Staten op verzoek voorschotten vooruitlopend op realisatie verlenen.

 

Artikel 1.25 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Een voorschot vooruitlopend op realisatie kan slechts worden verleend indien er sprake is van investeringsgerelateerde steun of steun voor voorbereiding en uitvoering van samenwerkingsactiviteiten van de lokale groep.

 

Artikel 1.25 lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

Een voorschot vooruitlopend op realisatie kan slechts worden verleend indien er een bankgarantie of een gelijkwaardige garantie voor 100% van het voorschot is gesteld.

 

Artikel 1.25 lid 5 wordt gewijzigd als volgt:

Een voorschot vooruitlopend op realisatie kan maximaal 50% van de oorspronkelijk verleende subsidie bedragen.

 

Artikel 1.25 lid 6 wordt gewijzigd als volgt:

Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken op een verzoek om een voorschot vooruitlopend op realisatie.

Artikel 1.26 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Een verzoek tot wijziging van de beschikking tot subsidieverlening kan niet worden gehonoreerd indien de wijziging:

  • a.

    leidt tot een activiteit die op grond van het openstellingsbesluit niet subsidiabel is;

  • b.

    leidt tot een lager aantal punten dan het minimum aantal punten dat op grond van het openstellingsbesluit noodzakelijk was om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • c.

    zou leiden tot een lagere plaats op de rangschikking dan de plaats waarop het subsidieplafond werd bereikt.

 

Artikel 1.27 lid 2 wordt gewijzigd als volgt en sub c wordt toegevoegd en luidt:

De aanvraag om subsidievaststelling bevat tenminste:

  • a.

    een inhoudelijk en financieel verslag;

  • b.

    facturen en betaalbewijzen, tenzij de aanvraag tot subsidievaststelling geen verzoek om uitbetaling bevat;

  • c.

    indien van toepassing: bewijsstukken inzake personeelskosten, bijdragen in natura of afschrijvingskosten.

 

Artikel 1.27 lid 7 wordt gewijzigd als volgt:

Indien de aanvraag tot subsidievaststelling tevens een verzoek om uitbetaling van werkelijke kosten en betalingen bevat, zijn artikel 1.23, derde lid, en artikel 1.24 van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 1.29 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Gedeputeerde Staten verlagen de verleende subsidie, het voorschot of de vastgestelde subsidie indien er onregelmatigheden zijn geconstateerd.

 

Artikel 1.29 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Onder onregelmatigheid wordt elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht verstaan die bestaat uit een handeling of een nalaten van een subsidieontvanger waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld, hetzij door de vermindering of het achterwege blijven van ontvangsten uit de eigen middelen, die rechtstreeks voor rekening van de Gemeenschappen worden geïnd, hetzij door een onverschuldigde uitgave.

 

 

Hoofdstuk 2 Maatregelen

 

Artikel 2.1.1 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Subsidie kan worden verstrekt voor demonstraties of het verzorgen van trainingen, workshops en coaching aan een groep van landbouwondernemers.

 

Artikel 2.1.1 lid 2 sub c wordt gewijzigd als volgt:

maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik of een meer gesloten kringloop, met als resultaat een vermindering van de emissie van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlakte water en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen;

 

Artikel 2.1.4 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    kosten voor de inzet van procesbegeleiders en adviseurs;

  • b.

    materiaalkosten;

  • c.

    kosten voor ruimten en bijbehorende faciliteiten;

  • d.

    kosten voor drukwerk, mailings en de inrichting van website(s);

  • e.

    kosten van koop of huurkoop van fysieke investeringen die noodzakelijk zijn bij demonstratieactiviteiten;

  • f.

    kosten voor projectmanagement en projectadministratie;

  • g.

    voorbereidingskosten.

 

Artikel 2.1.4 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

In aanvulling op het eerste lid kan subsidie worden verleend voor:

  • a.

    algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a;

  • b.

    kosten van koop van tweedehands fysieke investeringen die noodzakelijk zijn bij demonstratieactiviteiten, tot maximaal de marktwaarde van de activa.

 

Artikel 2.1.5 sub c wordt gewijzigd als volgt:

Inbreng van eigen uren door landbouwers om als deelnemer aan de kennisoverdrachtsactiviteit deel te nemen.

 

Artikel 2.1.6 wordt gewijzigd als volgt:

De subsidie bedraagt 80% van de subsidiabele kosten.

 

Artikel 2.1.7 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden gerangschikt op basis van de volgende selectiecriteria:

  • a.

    Effectiviteit;

  • b.

    Haalbaarheid/Kans op succes;

  • c.

    Efficiëntie.

 

Artikel 2.1.7 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

Onverminderd het eerste lid, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten tevens de mate van innovativiteit als selectiecriterium te hanteren.

 

Artikel 2.1.7 lid 3, 4, 5 vervallen.

 

Artikel 2.1.8 vervalt.

 

Artikel 2.2.1 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Subsidie kan worden verstrekt voor fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties binnen de agrarische sector.

 

Artikel 2.2.1 lid 2 sub c wordt gewijzigd als volgt:

maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik of een meer gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);

 

Artikel 2.2.3 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    Kosten voor bouw of verbetering van onroerende zaken;

  • b.

    Kosten voor verwerving of leasing van onroerende zaken;

  • c.

    Kosten voor aankoop van grond.

  • d.

    Kosten van koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • e.

    algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a;

  • f.

    kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

 

Artikel 2.2.3 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

In het openstellingsbesluit kunnen de volgende kosten subsidiabel worden gesteld:

  • a.

    kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

  • b.

    kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten of merken;

  • c.

    kosten van koop van tweedehands machines en installaties tot maximaal

    de marktwaarde van de activa;

  • d.

    voorbereidingskosten.

 

Artikel 2.2.5 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Aanvragen kunnen worden gerangschikt op basis van selectiecriteria of op basis van een investeringslijst.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit wordt kenbaar gemaakt of aanvragen worden gerangschikt op basis van selectiecriteria of op basis van een investeringslijst.

  • 3.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt worden op basis van selectiecriteria, worden de aanvragen gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Effectiviteit;

    • b.

      Haalbaarheid/Kans op succes;

    • c.

      Mate van innovativiteit;

    • d.

      Efficiëntie.

  • 4.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een investeringslijst, vindt rangschikking plaats conform artikel 1.15b.

 

Artikel 2.3.2 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

In aanvulling op artikel 1.3 kunnen gedeputeerde Staten in een openstellingsbesluit het aantal investeringen waarop een aanvraag voor subsidie betrekking heeft, beperken.

 

Artikel 2.3.3 lid 5 wordt gewijzigd als volgt:

Indien de investering waarvoor subsidie wordt gevraagd wordt gedaan om te voldoen aan de normen van de Europese Unie voor landbouwproductie, wordt in aanvulling op de voorwaarden gesteld in het tweede lid slechts subsidie verstrekt aan jonge landbouwers die zich voor het eerst als bedrijfshoofd op een landbouwbedrijf vestigen, uiterlijk 24 maanden na de datum waarop de betrokken landbouwer zich als bedrijfshoofd heeft gevestigd.

 

Artikel 2.3.3 lid 6 wordt toegevoegd en luidt:

Onder vestiging als bedoeld in dit artikel wordt verstaan: de datum waarop de aanvrager een handeling of handelingen stelt of voltooit in verband met die vestiging.

 

Artikel 2.3.4 lid 1 sub d wordt toegevoegd en luidt:

een projectplan als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid aanhef en onder f, waarin opgenomen een beschrijving van de investeringen per categorie waaruit blijkt dat de betreffende investering voldoet aan de omschrijving van de categorie genoemd in de lijst.

 

Artikel 2.3.5 wordt gewijzigd als volgt:

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 wordt subsidie geweigerd indien er op grond van deze paragraaf reeds een subsidie van 1 euro of meer is verstrekt voor het landbouwbedrijf of er op grond van hoofdstuk 2, titel 6 paragraaf 2 van de Regeling LNV subsidies of de Subsidieregeling jonge Agrariërs van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit reeds een subsidie van 1 euro of meer is verstrekt aan de aanvrager.

 

Artikel 2.3.6 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    kosten voor bouw of verbetering van onroerende zaken;

  • b.

    kosten voor verwerving of leasing van onroerende zaken.

  • c.

    kosten van koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • d.

    algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a;

  • e.

    kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

 

Artikel 2.3.6 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

In het openstellingsbesluit kunnen de volgende kosten subsidiabel worden gesteld:

  • a.

    kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

  • b.

    kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten of merken;

  • c.

    kosten van koop van tweedehands machines en installaties tot maximaal

    de marktwaarde van de activa;

  • d.

    voorbereidingskosten.

 

Artikel 2.3.8 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

‘1.15’ wijzigen in: ‘1.15b’

 

Artikel 2.3.8 lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

‘1.15’ wijzigen in: ‘1.15b’

 

Artikel 2.4.1 wordt gewijzigd als volgt:

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    planvorming;

  • b.

    de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven;

  • c.

    de verplaatsing van landbouwbedrijven en gericht op verbetering van de landbouwinfrastructuur

  • d.

    een combinatie van de onderdeel a met onderdeel b of c.

 

Artikel 2.4.2 gewijzigd als volgt:

‘artikel 2.4.1 onderdeel a en b wordt’ wijzigen in: ‘artikel 2.4.1 wordt’

 

Artikel 2.4.3 vervalt.

 

Artikel 2.4.4 vervalt.

 

Artikel 2.4.5 vervalt.

 

Artikel 2.4.6 vervalt.

 

Artikel 2.4.7 vervalt.

 

Artikel 2.4.8 vervalt.

 

Artikel 2.4.9 vervalt.

 

§ 2.4.1 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Planvorming / draagvlakontwikkeling ten behoeve van de verbetering van de verkavelingsstructuur of verplaatsing van landbouwbedrijven

 

Artikel 2.4.1.1 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Subsidiabele kosten in geval van planvorming

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 aanhef en onder a wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    kosten van architecten, ingenieurs en adviseurs, waaronder mede begrepen inhuur van kavelruilcoördinatoren en kosten voor gebiedscommissies;

  • b.

    kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied;

  • c.

    kosten van haalbaarheidsstudies, waaronder mede begrepen het faciliteren/voorbereiden van de aankoop van ruilgronden en het opstellen van verkavelingsplannen;

  • d.

    administratieve kosten;

  • e.

    juridische kosten;

  • f.

    kosten voor projectmanagement en projectadministratie;

  • g.

    voorbereidingskosten als bedoeld in artikel 1.12 lid 3 en lid 4.

 

Artikel 2.4.1.2 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt 100% van de kosten.

 

Artikel 2.4.1.3 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Rangschikking

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, kunnen worden gerangschikt op basis van:

    • a.

      selectiecriteria;

    • b.

      een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit wordt bekend gemaakt of gebruik gemaakt wordt van rangschikking op basis van selectiecriteria of op basis van een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit.

  • 3.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt worden op basis van selectiecriteria, worden de aanvragen gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Effectiviteit;

    • b.

      Haalbaarheid/Kans op succes;

    • c.

      Urgentie;

    • d.

      Efficiëntie.

  • 4.

    Indien aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit, vindt rangschikking plaats conform het bepaalde in artikel 1.15c.

 

§ 2.4.2 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven

 

Artikel 2.4.2.1 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Subsidiabele kosten

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 aanhef en onder b wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    administratieve en juridische procedurekosten verkaveling, waaronder mede begrepen het uitvoeren van verkavelingsplannen;

  • b.

    investeringen ten behoeve van inpassingsmaatregelen en de aankoop van ruilgronden;

  • c.

    investeringen om individuele kavels beter bewerkbaar of bereikbaar te maken.

 

Artikel 2.4.2.2 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Subsidiabele kosten voor investeringen

  • 1.

    Onder investeringen als bedoeld in artikel 2.4.2.1 aanhef en onder b en c worden de volgende kosten verstaan:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van de verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      de kosten van aankoop van grond;

    • d.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • e.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a;

    • f.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit kunnen de volgende kosten subsidiabel worden gesteld:

    • a.

      de kosten van de koop van tweede hands machines en installaties, indien noodzakelijk voor het project en de kosten aantoonbaar de marktwaarde niet overstijgen;

    • b.

      de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

    • c.

      de kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

    • e.

      voorbereidingskosten, als bedoeld in artikel 1.12, derde en vierde lid.

 

Artikel 2.4.2.3 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt:

  • a.

    100% van de administratieve en juridische kosten;

  • b.

    100% van de subsidiabele kosten van investeringen voor maatregelen als bedoeld in artikel 2.4.1.1 aanhef en sub b;

  • c.

    40% van de subsidiabele kosten van investeringen als bedoeld in artikel 2.4.1.1 aanhef en sub c.

 

Artikel 2.4.2.4 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Rangschikking

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, kunnen worden gerangschikt op basis van:

    • a.

      selectiecriteria;

    • b.

      een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit wordt bekend gemaakt of gebruik gemaakt wordt van rangschikking op basis van selectiecriteria of op basis van een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit.

  • 3.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt worden op basis van selectiecriteria, worden de aanvragen gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Effectiviteit;

    • b.

      Haalbaarheid/Kans op succes;

    • c.

      Urgentie;

    • d.

      Efficiëntie.

  • 4.

    Indien aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit, vindt rangschikking plaats conform het bepaalde in artikel 1.15c.

 

§ 2.4.3 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Verplaatsing van landbouwbedrijven gericht op verbetering van de landbouwinfrastructuur

 

Artikel 2.4.3.1 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Subsidiabele kosten

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 aanhef en onder c wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    administratieve en juridische kosten noodzakelijk voor de bedrijfsverplaatsing, waaronder mede begrepen het faciliteren van het verkrijgen van ruilgrond;

  • b.

    kosten van het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande voorzieningen;

  • c.

    investeringen in een nieuw (modern) gebouw of nieuwe (moderne) voorziening op de nieuwe bedrijfslocatie ;

  • d.

    investeringen ten behoeve van inpassingsmaatregelen;

  • e.

    investeringen om individuele kavels beter bewerkbaar of bereikbaar te maken.

 

Artikel 2.4.3.2 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Subsidiabele kosten voor investeringen gerelateerd aan de verplaatsing van een landbouwbedrijf

  • 1.

    Onder kosten van investeringen gerelateerd aan de verplaatsing van een landbouwbedrijf worden de volgende kosten verstaan:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van de verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      kosten voor aankoop van grond;

    • d.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • e.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a;

    • f.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit kunnen de volgende kosten subsidiabel worden gesteld:

    • a.

      de kosten van de koop van tweede hands machines en installaties, indien noodzakelijk voor het project en de kosten aantoonbaar de marktwaarde niet overstijgen;

    • b.

      de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

    • c.

      de kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

    • d.

      voorbereidingskosten, als bedoeld in artikel 1.12, derde en vierde lid.

 

Artikel 2.4.3.3 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Hoogte subsidie bij verplaatsing van landbouwbedrijven

Tenzij in het openstellingsbesluit een lager percentage is bepaald, bedraagt de subsidie voor

  • a.

    administratieve en juridische kosten en kosten voor inpassingsmaatregelen: 100%

  • b.

    kosten als bedoeld in artikel 2.4.3.1 aanhef en onder b en c, waarbij de bedrijfsverplaatsing niet leidt tot een verhoging van de productiecapaciteit, de waarde of rentabiliteit van de onderneming: 100%;

  • c.

    kosten als bedoeld in artikel 2.4.3.1 aanhef en onder b en c, waarbij de bedrijfsverplaatsing leidt tot een verhoging van de productiecapaciteit, de waarde of rentabiliteit van de onderneming:

    • -

      40% voor het deel dat leidt tot de verhoging van de productiecapaciteit, de waarde of rentabiliteit van de onderneming;

    • -

      100% voor het overige deel.

  • d.

    40% van de subsidiabele kosten van investeringen ten behoeve van een betere bereikbaarheid of bewerkbaarheid van individuele kavels.

 

Artikel 2.4.3.4 wordt toegevoegd en luidt:

Titel: Rangschikking

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, kunnen worden gerangschikt op basis van:

    • a.

      selectiecriteria;

    • b.

      een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit wordt bekend gemaakt of gebruik gemaakt wordt van rangschikking op basis van selectiecriteria of op basis van een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit.

  • 3.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt worden op basis van selectiecriteria, worden de aanvragen gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Effectiviteit;

    • b.

      Haalbaarheid/Kans op succes;

    • c.

      Urgentie;

    • d.

      Efficiëntie.

  • 4.

    Indien aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium in combinatie met een beoordeling van de effectiviteit, vindt rangschikking plaats conform het bepaalde in artikel 1.15c.

 

Artikel 2.5.3 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten, voor zover de kosten direct samenhangen met de investering:

  • a.

    de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken:

  • b.

    de kosten van verwerving of leasing van onroerende zaken;

  • c.

    de kosten van aankoop van grond;

  • d.

    de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • e.

    algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a;

  • f.

    de kosten van projectmanagement en projectadministratie.

 

Artikel 2.5.3 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

In het openstellingsbesluit kunnen de volgende kosten subsidiabel worden gesteld:

  • a.

    de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

  • b.

    de kosten voor verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

  • c.

    de kosten van koop van tweedehands installaties en machines tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • d.

    voorbereidingskosten.

 

Artikel 2.5.5 wordt in zijn geheel gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerkingkomen, kunnen worden gerangschikt op basis van selectiecriteria, op basis van een geografisch selectiecriterium of op basis van een investeringslijst.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit wordt aangegeven of rangschikking plaats zal vinden op basis van selectiecriteria, op basis van een geografisch selectiecriterium of op basis van een investeringslijst.

  • 3.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt worden op basis van selectiecriteria, worden de aanvragen gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Effectiviteit;

    • b.

      Haalbaarheid/Kans op succes;

    • c.

      Urgentie;

    • d.

      Efficiëntie.

  • 4.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een investeringslijst, vindt rangschikking plaats conform artikel 1.15b.

  • 5.

    Indien aanvragen worden gerangschikt op basis van een investeringslijst kan in het openstellingsbesluit worden bepaald dat aan aanvragers die door middel van een collectief inkoopsysteem een lagere aanschafprijs hebben bedongen een in het openstellingsbesluit bekend gemaakte hoeveelheid extra punten worden toegekend.

  • 6.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium, vindt rangschikking plaats conform artikel 1.15c.

 

Artikel 2.6.3 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten, voor zover de kosten direct samenhangen met de investering:

  • a.

    de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken:

  • b.

    de kosten van verwerving of leasing van onroerende zaken;

  • c.

    de kosten van aankoop van grond;

  • d.

    de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • e.

    algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a;

  • f.

    de kosten van projectmanagement en projectadministratie.

 

Artikel 2.6.3 lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

In het openstellingsbesluit kunnen de volgende kosten subsidiabel worden gesteld:

  • a.

    de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

  • b.

    de kosten voor verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

  • c.

    de kosten van koop van tweedehands installaties en machines tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • d.

    voorbereidingskosten.

 

Artikel 2.6.5 wordt in zijn geheel gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Aanvragen kunnen worden gerangschikt op basis van selectiecriteria, een geografisch selectiecriterium of een investeringslijst.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit wordt aangegeven of aanvragen gerangschikt worden op grond van selectiecriteria, een geografisch selectiecriterium of een investeringslijst.

  • 3.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt worden op basis van selectiecriteria, worden de aanvragen gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      Effectiviteit

    • b.

      Haalbaarheid/Kans op succes

    • c.

      Urgentie

    • d.

      Efficiëntie

  • 4.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een investeringslijst, vindt rangschikking plaats conform artikel 1.15b.

  • 5.

    Indien aanvragen worden gerangschikt op basis van een investeringslijst kan in het openstellingsbesluit worden bepaald dat aan aanvragers die door middel van een collectief inkoopsysteem een lagere aanschafprijs hebben bedongen een in het openstellingsbesluit bekend gemaakte hoeveelheid extra punten worden toegekend. Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium, vindt rangschikking plaats conform artikel 1.15c.

 

Artikel 2.7.1 lid 1 sub a wordt gewijzigd als volgt:

de oprichting van een projectmatig samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1.6 lid 1, en het gezamenlijk formuleren van een projectplan gericht op een innovatie, of

 

Artikel 2.7.1 lid 1 sub b vervalt en sub c wordt omgenummerd naar sub b

 

Artikel 2.7.1 lid 2 gewijzigd als volgt:

‘praktijk-rijp’ wijzigen in: ‘praktijkrijp’

 

Artikel 2.7.1 lid 2 sub c wordt gewijzigd als volgt:

maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik of een meer gesloten kringloop, met als resultaat een vermindering van de emissie van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlakte water en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen;

 

Artikel 2.7.2 wordt gewijzigd als volgt:

Het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 2.7.1, eerste lid, bestaat tenminste uit twee partijen die van belang zijn voor het verwezenlijken van de doelstelling(en) van het project waarvoor subsidie is aangevraagd en bevat tenminste één landbouwer of een organisatie die landbouwers vertegenwoordigt.

 

Artikel 2.7.4 sub a, b worden gewijzigd als volgt:

  • a.

    een beschrijving van het te ontwikkelen, te testen of aan te passen product, proces of procedé of het uit te voeren innovatieve project;

  • b.

    een beschrijving van de verwachte resultaten en – indien relevant - van de bijdrage aan de doelstelling om de productiviteit en het duurzame beheer van hulpbronnen te verbeteren;

 

Artikel 2.7.4 sub d wordt gewijzigd als volgt:

‘Een’ wijzigen in: ‘een’

 

Artikel 2.7.5 sub c wordt gewijzigd als volgt:

‘voedings’ wijzigen in: ‘voedingsmiddelen-’

 

Artikel 2.7.6 wordt in zijn geheel gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Voor de oprichting van een projectmatig samenwerkingsverband en het gezamenlijk formuleren van een projectplan, wordt subsidie verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      kosten voor het werven van deelnemers;

    • b.

      kosten voor het netwerken om het project goed te definiëren;

    • c.

      kosten voor het opstellen van een projectplan en de samenwerkingsovereenkomst

    • d.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • 2.

    Voor de uitvoering van een innovatieproject, wordt subsidie verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      coördinatiekosten van het samenwerkingsverband;

    • b.

      kosten voor het verspreiden van resultaten van het project;

    • c.

      operationele kosten direct verbonden aan de uitvoering van het innovatieproject;

    • d.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • 3.

    Indien voor de uitvoering van een innovatieproject een fysieke investering wordt gedaan, wordt subsidie verstrekt voor:

    • a.

      kosten voor bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      kosten voor verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      kosten voor aankoop van grond;

    • d.

      kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • e.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a.

  • 4.

    In aanvulling op het derde lid en voor zover verband houdend met een fysieke investering in het kader van het project kunnen in het openstellingsbesluit de volgende kosten subsidiabel worden gesteld:

    • a.

      kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

    • b.

      kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

    • c.

      kosten van de koop van tweedehands machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa.

 

Artikel 2.7.7 wordt gewijzigd als volgt:

‘tweede’ wijzigen in: ‘derde’

 

Artikel 2.7.8 wordt in zijn geheel gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Indien de activiteit betrekking heeft op de voortbrenging van landbouwproducten of handel in landbouwproducten bedraagt de hoogte van subsidie:

    • a.

      voor kosten als bedoeld in 2.7.6 lid 1: 100% van de subsidiabele kosten;

    • b.

      voor kosten als bedoeld in artikel 2.7.6 lid 2: 70% van de kosten;

    • c.

      voor kosten als bedoeld in artikel 2.7.6 lid 3 en lid 4:

      • i.

        40% van de subsidiabele kosten voor productieve investeringen;

      • ii.

        100% van de subsidiabele kosten voor niet-productieve investeringen.

  • 2.

    Indien de activiteit geen betrekking heeft op de handel in en de voortbrenging van landbouw producten bedraagt de hoogte van subsidie:

    • a.

      25% van de subsidiabele kosten indien de subsidieontvanger een grote onderneming is;

    • b.

      35% van de subsidiabele kosten indien de subsidieontvanger een middel grote onderneming is;

    • c.

      45% van de subsidiabele kosten indien de subsidieontvanger een kleine onderneming is.

  • 3.

    De percentages genoemd in het tweede lid, aanhef en onder a tot en met c kunnen worden verhoogd met 15% indien:

    • a.

      het samenwerkingsverband bestaat uit tenminste één kleine- of middelgrote onderneming als omschreven in bijlage 1 bij Vo (EU) 651/2014 en geen van de partijen meer dan 70% van de kosten draagt, of

    • b.

      een onderzoeks- of onderwijsinstelling aan het samenwerkingsverband deelneemt en deze instelling minimaal 10% van de kosten draagt.

 

Artikel 2.7.9 wordt gewijzigd als volgt:

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op basis van de volgende selectiecriteria:

  • a.

    Effectiviteit;

  • b.

    Haalbaarheid/Kans op succes;

  • c.

    Innovativiteit;

  • d.

    Efficiëntie.

 

Artikel 2.7.10 wordt gewijzigd als volgt:

De subsidieontvanger is verplicht om de resultaten van de activiteit openbaar te maken via het EIP-netwerk als bedoeld in artikel 57, derde lid van Vo (EU) 1305/2013 en andere geëigende netwerken.

 

Artikel 2.8.1 sub a wordt gewijzigd als volgt:

EIP: het Europees Partnerschap voor innovatie, voor de productiviteit en duurzaamheid in de landbouw als bedoeld in artikel 53 Vo (EU) 1305/2013;

 

Artikel 2.8.1 sub b wordt gewijzigd als volgt:

‘hun’ wijzigen in: ‘landbouwers’

 

Artikel 2.8.2 lid 1 sub a wordt gewijzigd als volgt:

de oprichting van een operationele groep als bedoeld in artikel 1.6 lid 1 jo artikel 2.8.1 aanhef en onder b, en het gezamenlijk formuleren van een projectplan gericht op een innovatie; of

 

Artikel 2.8.2 lid 1 sub b vervalt en sub c wordt omgenummerd naar sub b

 

Artikel 2.8.2 lid 2 sub c wordt gewijzigd als volgt:

maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik of een meer gesloten kringloop, met als resultaat een vermindering van de emissie van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlakte water en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen;

 

Artikel 2.8.2 lid 3 sub b wordt gewijzigd als volgt:

het minimale aantal partijen in het samenwerkingsverband;

 

Artikel 2.8.4 sub a, b worden gewijzigd als volgt:

  • a.

    een beschrijving van het te ontwikkelen, te testen, of aan te passen product, proces of procedé of uit te voeren innovatieve project;

  • b.

    een beschrijving van de verwachte resultaten en – indien relevant - van de bijdrage aan de doelstelling om de productiviteit of het duurzame beheer van hulpbronnen te verbeteren;

 

Artikel 2.8.4 sub d wordt gewijzigd als volgt:

‘Een’ wijzigen in: ‘een’

 

Artikel 2.8.6 wordt in zijn geheel gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Voor de oprichting van een projectmatig samenwerkingsverband en het gezamenlijk formuleren van een projectplan, wordt subsidie verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      kosten voor het werven van deelnemers;

    • b.

      kosten voor het netwerken om het project goed te definiëren;

    • c.

      kosten voor het opstellen van een projectplan en de samenwerkingsovereenkomst;

    • d.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • 2.

    Voor de uitvoering van een innovatieproject, wordt subsidie verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      coördinatiekosten van het samenwerkingsverband;

    • b.

      kosten voor het verspreiden van resultaten van het project;

    • c.

      operationele kosten direct verbonden aan de uitvoering van het innovatieproject;

    • d.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • 3.

    Indien voor de uitvoering van een innovatieproject een fysieke investering wordt gedaan, wordt subsidie verstrekt voor:

    • a.

      kosten voor bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      kosten voor verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      kosten voor aankoop van grond.

    • d.

      kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • e.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a.

  • 4.

    In aanvulling op het derde lid en voor zover verband houdend met een fysieke investering in het kader van het project kunnen in het openstellingsbesluit de volgende kosten subsidiabel worden gesteld:

    • a.

      kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

    • b.

      kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

    • c.

      kosten van koop van tweedehands machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa.

 

Artikel 2.8.7 wordt gewijzigd als volgt:

‘tweede’ wijzigen in: ‘derde’

 

Artikel 2.8.8 wordt in zijn geheel gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Indien de activiteit betrekking heeft op de voortbrenging van landbouwproducten of handel in landbouwproducten bedraagt de hoogte van subsidie:

    • a.

      voor kosten als bedoeld in 2.7.6 lid 1: 100% van de subsidiabele kosten;

    • b.

      voor kosten als bedoeld in artikel 2.7.6 lid 2: 70% van de kosten;

    • c.

      voor kosten als bedoeld in artikel 2.7.6 lid 3 en lid 4:

      • i.

        voor zover in het openstellingsbesluit bepaald: 60% van de subsidiabele kosten voor productieve investeringen door landbouwers;

      • ii.

        40% van de subsidiabele kosten voor productieve investeringen door niet landbouwers en productieve investeringen door landbouwers tenzij onderdeel i van toepassing is;

      • ii.

        100% van de subsidiabele kosten voor niet-productieve investeringen.

  • 2.

    Indien de activiteit geen betrekking heeft op de handel in en de voortbrenging van landbouw producten bedraagt de hoogte van subsidie:

    • a.

      25% van de subsidiabele kosten indien de subsidieontvanger een grote onderneming is;

    • b.

      35% van de subsidiabele kosten indien de subsidieontvanger een middel grote onderneming is;

    • c.

      45% van de subsidiabele kosten indien de subsidieontvanger een kleine onderneming is.

  • 3.

    De percentages genoemd in het tweede lid, aanhef en onder a tot en met c kunnen worden verhoogd met 15% indien:

    • a.

      het samenwerkingsverband bestaat uit tenminste één kleine- of middelgrote onderneming als omschreven in bijlage 1 bij Vo (EU) 651/2014 en geen van de partijen meer dan 70% van de kosten draagt, of

    • b.

      een onderzoeks- of onderwijsinstelling aan het samenwerkingsverband deelneemt en deze instelling minimaal 10% van de kosten draagt.

 

Artikel 2.8.9 wordt gewijzigd als volgt:

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op basis van de volgende selectiecriteria:

a. Effectiviteit;

b. Haalbaarheid/Kans op succes;

c. Innovativiteit;

d. Efficiëntie.

 

Artikel 2.8.10 wordt gewijzigd als volgt:

De subsidieontvanger is verplicht om de resultaten van de activiteit openbaar te maken via het EIP-netwerk als bedoeld in artikel 57, derde lid van Vo (EU) 1305/2013 en andere geëigende netwerken.

 

 

Hoofdstuk 3 Leader

 

Artikel 3.2.3 sub f wordt toegevoegd en luidt:

kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

 

Artikel 3.3.3 wordt gewijzigd als volgt:

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.12 en 1.13 kan subsidie worden verstrekt voor alle in het openstellingsbesluit subsidiabel gestelde kosten, voor zover gemaakt ter voorbereiding of uitvoering van projecten die passen binnen de LOS.

 

Artikel 3.3.4 wordt gewijzigd als volgt:

De hoogte van de subsidie wordt bepaald door Gedeputeerde Staten, op basis van een advies daarover door de LAG en, voor zover van toepassing, passend binnen de van toepassing zijnde staatssteunbegrenzingen. Het advies van de LAG dient te zijn gebaseerd op de berekeningsmethode als vastgelegd in de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde LOS.

 

Artikel 3.4.4 sub a wordt gewijzigd als volgt:

‘wordt verstrekt voor:’ wijzigen in: ‘wordt verstrekt voor de volgende kosten:’

 

Artikel 3.4.4 sub a ten iii wordt gewijzigd als volgt:

operationele kosten voor de organisatie van een samenwerkingsproject;

 

Artikel 3.4.4 sub a ten v wordt toegevoegd en luidt:

kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

 

Artikel 3.4.4 sub b wordt gewijzigd als volgt:

‘wordt verstrekt voor:’ wijzigen in: ‘wordt verstrekt voor de volgende kosten:’

 

Artikel 3.4.4 sub b ten ii wordt gewijzigd als volgt:

operationele kosten voor de organisatie van een samenwerkingsproject;

 

Artikel 3.4.4 sub b ten iv wordt toegevoegd en luidt:

kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

 

Artikel 3.5.4 sub a wordt gewijzigd als volgt:

‘wordt verstrekt voor:’ wijzigen in: ‘wordt verstrekt voor de volgende kosten:’

 

Artikel 3.5.4 sub a ten i wordt gewijzigd als volgt:

operationele kosten;

 

Artikel 3.5.4 sub a ten vi wordt toegevoegd en luidt:

kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

 

Artikel 3.5.4 sub b wordt gewijzigd als volgt:

‘wordt verstrekt voor:’ wijzigen in: ‘wordt verstrekt voor de volgende kosten:’

 

Artikel 3.5.4 sub b ten iv wordt toegevoegd en luidt:

kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

 

 

Hoofdstuk 4 Slotbepaling

 

Artikel 4.1 lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

‘staten’ wijzigen in: ‘Staten’

Dit besluit treedt in werking met Ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal, blad waarin zij Is geplaatst.

Aldus vastgesteld In de vergadering van Gedeputeerde Staten van 24 april 2018.

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

de secretaris,

de voorzitter,

TOELICHTING

Provinciale Staten van Flevoland heeft op 16 december 2015 de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014 – 2020 vastgesteld. De verordening wordt door Gedeputeerde Staten van Flevoland door middel van deze vijfde wijziging op diverse onderdelen aangepast. Provinciale Staten heeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid toegekend om wijzigingen van deze verordening vast te stellen. Het gaat hierbij om (taal)technische wijzigingen of wijzigingen waarvan in Europees en/of interprovinciaal/landelijk verband is afgesproken dat deze noodzakelijk zijn.

Naar boven