Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2018, 33 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2018, 33 | Verordeningen |
Zesde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 31 mei 2016 de Subsidieregeling hedendaagse Cultuur Noord-Brabant hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 19 april 2016 het uitvoeringsprogramma Cultuur 2016-2020 “Werk in Uitvoering” hebben vastgesteld, waarin Talenthub Brabant wordt genoemd als programma waarlangs Gedeputeerde Staten de ontwikkeling van talenten in de professionele kunsten willen vormgeven;
Overwegende dat talenten cruciaal zijn voor de duurzame ontwikkeling, de vernieuwing en de bevordering van kunst en cultuur;
Overwegende dat kunst en cultuur bijdraagt aan de kwaliteit van leven en aan het woon- en werkklimaat in de provincie Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten derhalve de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wensen te wijzigen door een nieuwe paragraaf inzake talentontwikkeling toe te voegen;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
De Subsidieregeling hedendaagse kunst Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van paragraaf 9 tot paragraaf 10 en onder vernummering van de artikelen 9.1 tot en met 9.3 tot de artikelen 10.1 tot en met 10.3, wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 9.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van talenten in de professionele kunsten op het gebied van:
Subsidie wordt geweigerd indien:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 9.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 9.7 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van uurtarieven van interne loonkosten van de subsidieaanvrager of de leden van het samenwerkingsverband past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek genoemd in artikel 2, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord Brabant 2017 toe en hanteert daarbij het daarin genoemde uurtarief van €50.
Artikel 9.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 9.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 9.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 15 januari 2018 tot en met 1 oktober 2019.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 9.9, vast op:
Artikel 9.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 9.14 Prestatieverantwoording
Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000, toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Bij subsidies van € 125.000 en hoger toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Artikel 9.15 Bevoorschotting en betaling
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Zesde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant.
’s-Hertogenbosch, 19 december 2017
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen
Toelichting behorende bij de Zesde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant.
Kern van de filosofie van Talenthub Brabant is dat het nieuwe talent opgenomen wordt in een relevant netwerk. Culturele instellingen, opleidingen, bedrijfsleven en overheden trekken hierin samen op. Verschillende partijen uit het veld vormen zo samen een nest waarin een talent zich op zakelijk, artistiek en maatschappelijk gebied kan ontwikkelen. Dit om uiteindelijk zelf onderdeel te worden van dit relevante netwerk, waarin productie en presentatie zijn vertegenwoordigd, en zo een plek op de arbeidsmarkt te vinden.
Met de ondersteuning van de Talenthub Brabant kan het veld een coördinator aanstellen, de talenten met een klein productiebudget ruimte bieden om zich te ontwikkelen, en partners uit het culturele veld, zowel producerend als presenterend, ondersteunen om hun rol te nemen in de begeleiding.
De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit artikel 4:25 en 4:35 Awb en de weigeringsgronden uit artikel 8 van de Asv.
Onder i Ontwikkeling competenties talenten
Het talentontwikkelprogramma dient gericht te zijn op onder andere de ontwikkeling van de werkhouding van een geselecteerd talent. Met werkhouding wordt onder andere gedoeld op de inzet, het werkgedrag, het coachable zijn, het omgaan met feedback, het willen leren, de doelgerichtheid, de planning, de efficiency en het presteren onder druk.
Met dit vereiste wordt bedoeld dat het project vanuit een analyse van de huidige situatie een ontwikkelperspectief van het talent in beeld brengt.
Onder m Aanstellen coördinator
De coördinator dient onafhankelijk te opereren, dat wil zeggen dat deze persoon boven de partijen staat en boven de belangen van de leden van het samenwerkingsverband. De taken van de coördinator kunnen bijvoorbeeld bestaan uit:
Onder o Gezamenlijk gedragen selectie
Dit vereiste houdt in dat in het projectplan dient te worden opgenomen hoe de selectieprocedure van de talenten eruit zal zien.
Artikel 9.7 Subsidiabele kosten
De subsidieaanvrager dient bij het berekenen van subsidiabele uurtarieven uit te gaan van de berekeningswijze op basis van een forfaitair vastgesteld uurtarief. Het standaard uurtarief voor interne personeelsuren en arbeidsuren bedraagt op grond van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 50 euro.
Artikel 9.8 Niet-subsidiabele kosten
Overeenkomstig artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, is verrekenbare BTW niet subsidiabel.
Artikel 9.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Het gaat hier om kennisdeling en interdisciplinariteit, dus samenwerking tussen de samenwerkingsverbanden van verschillende kunstdisciplines. Dat kan bijvoorbeeld gaan om kennisdeling, gezamenlijke activiteiten, samenwerking als het gaat om talentontwikkeling van talenten die interdisciplinair werken of het opzetten van een gezamenlijk scholingsprogramma.
Artikel 9.14 Prestatieverantwoording
Ambtshalve vaststelling subsidies tot € 25.000
Op subsidies tot € 25.000 is arrangement 1b van het Rijkssubsidiekader van toepassing. Dat wil zeggen dat Gedeputeerde Staten de subsidie eerst verlenen en na afloop van de prestatie de subsidie ambtshalve, dat wil zeggen zonder aanvraag tot vaststelling van de subsidieontvanger, vaststellen. Zolang de termijn voor de ambtshalve vaststelling (22 weken na afloop van het project) nog niet is verstreken, kunnen Gedeputeerde Staten steekproefsgewijs om verantwoording vragen en de subsidie zo nodig terugvorderen als de prestatie niet of niet geheel is geleverd. Gedeputeerde Staten kunnen daarbij de subsidieontvanger fysiek of administratief controleren of aan de verplichtingen is voldaan. De steekproef is gebaseerd op een risicogeoriënteerde benadering, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang, samenstelling en achtergrond van de doelgroep. In de subsidiebeschikking wordt vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteiten moeten zijn verricht en welke bewijsstukken de subsidieontvanger in de eigen administratie dient te bewaren.
Bestuursverklaring subsidies van € 25.000 tot €125.000
Op subsidies van € 25.000 tot € 125.000 is arrangement 2 van het Rijkssubsidiekader van toepassing. Omdat het in deze paragraaf gaat om innovatieve projecten, waarbij het niet mogelijk is de prestatie vooraf te definiëren, biedt het subsidiesysteem de subsidieontvanger de mogelijkheid om te verantwoorden op basis van een opgave van de totale kosten. De subsidieontvanger dient een bestuursverklaring te overleggen over het totaal van kosten en baten van de prestatie. Hiervoor dient de subsidieontvanger gebruik te maken van de daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde modelverklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten. Het gaat daarbij om een globaal overzicht waaruit blijkt dat de gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden met daaraan verbonden kosten; dus geen gedetailleerde kostenverantwoording. Een volledige en diepgaande prestatieverantwoording komt daarmee te vervallen. Volstaan kan worden met een beknopte toelichting op de prestatie. De opgave van de gerealiseerde baten en lasten leidt tot het totale subsidiebedrag. Als de kosten lager zijn dan begroot, stellen Gedeputeerde Staten de subsidie lager vast en wordt te veel verstrekte subsidie teruggevorderd. Als de kosten hoger uitvallen, keren Gedeputeerde Staten maximaal het verleende subsidiebedrag uit.
Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit verplicht te melden bij Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen. Ook kan er ambtshalve een gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-33.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.