Wijzigingsregeling Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015

 

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende regeling tot wijziging van de Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015

I  

 

De Subsidieregeling kavelruil Fryslân 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 1.1 komt te luiden:

 

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    agrarische onderneming: natuurlijke persoon of rechtspersoon die als economische activiteit gewassen teelt of dieren houdt, met als doel deze, of de producten die daaruit voortkomen, te verkopen;

  • b.

    inpassingsmaatregelen: maatregelen die noodzakelijk zijn om kavels bewerkbaar te maken en eventuele negatieve neveneffecten van de herverkaveling tegen te gaan;

  • c.

    inrichtingswerkzaamheden: investeringen voor inpassingsmaatregelen ten behoeve van de agrarische infrastructuur, de ecologische hoofdstructuur of weidevogelkerngebieden;

  • d.

    kavelruil: het bij schriftelijke overeenkomst, op vrijwillige basis meer praktisch en efficiënt verdelen van het grondeigendom van tenminste drie inbrengende partijen, waarvan ten hoogste één partij een geldsom bedingt en waarbij de bij die overeenkomst voorziene verdeling in goederenrechtelijke zin uiteindelijk plaatsvindt bij notariële akte, die wordt ingeschreven in de openbare registers;

  • e.

    toegedeelde hectare: door een deelnemer aan kavelruil ontvangen hectare op basis van een kavelruilovereenkomst;

  • f.

    Verordening (EU) 702/2014: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in L 193/1 van 1 juli 2014;

  • g.

    weidevogelkerngebieden: gebieden die als weidevogelkansgebied zijn aangemerkt op kaart 1 ‘Weidevogelkansgebieden en parels’, zoals opgenomen in bijlage 1 bij de Weidevogelnota 2014-2020.

 

B.

In artikel 2.1 wordt “ruilverkaveling” vervangen door: kavelruil.

 

C.

 

In artikel 2.2 vervalt “ruilen en”.

 

In artikel 2.2 wordt “ruilverkaveling” vervangen door: kavelruil

 

D.

 

Artikel 2.7 vervalt.

 

E.

 

Artikel 2.8 komt te luiden:

 

Artikel 2.8 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, kan subsidie worden verstrekt voor marktconforme inrichtingswerkzaamheden, samenhangend met de kavelruil, waaronder wordt verstaan:

  • a.

    de kosten voor minimaal noodzakelijke aanpassing van de hoofdontsluiting van de toegedeelde percelen, voor 100% van de subsidiabele kosten, met dien verstande dat de subsidie voor de aanleg of verbetering van een dam niet meer bedraagt dan € 3.500,- ;

  • b.

    de kosten van inrichtingsmaatregelen, samenhangend met de ruiling van gronden, ten behoeve van agrarische doelen of natuurdoelen en waarvan de betreffende agrarische ondernemer voordeel geniet, voor ten hoogste 40% van subsidiabele kosten, met een maximum van € 600 per toegedeelde hectare;

  • c.

    de kosten van inrichtingsmaatregelen, samenhangend met de ruiling van gronden, ten behoeve van andere dan agrarische doelen en waarvan de betreffende agrarische ondernemer geen voordeel geniet, voor 100% van de subsidiabele kosten; en

  • d.

    de kosten voor minimaal noodzakelijke aanpassingswerken ten behoeve van het herstel van de waterbeheersing ten behoeve van de toegedeelde kavels en percelen.

F.

 

Artikel 2.10 komt te luiden:

 

Artikel 2.10 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    proceskosten;

  • b.

    planvormingskosten;

  • c.

    kosten van een adviseur, een kavelcoördinator en een taxateur;

  • d.

    notaris- en kadasterkosten;

  • e.

    kosten van het saneren van de bodem;

  • f.

    kosten voor leges voor vergunningen en procedures;

  • g.

    kosten voor verwerking, aankoop of afzet van landbouwproducten;

  • h.

    kosten voor betalingsrechten;

  • i.

    kosten in verband met drainage, met uitzondering van hersteldrainage;

  • j.

    kosten voor het doorhalen of inschrijven van hypotheken;

  • k.

    kosten voor aankoop van gronden.

 

G.

Artikel 2.11 komt te luiden:

 

Artikel 2.11 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt maximaal € 24.500,- per aanvrager.

 

H.

 

Artikel 2.14 komt te luiden:

 

Artikel 2.14 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd met behulp van een activiteitenverslag, facturen van de werkzaamheden en beeldmateriaal aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en dat aan de opgelegde verplichtingen is voldaan.

 

I.

Artikel 2.15 komt te luiden:

 

Artikel 2.15 Staatssteun

Subsidie wordt slechts verstrekt met toepassing van hoofdstuk I en artikel 14 van Verordening (EU) Nr. 702/2014.

II.  

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven