Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 2716 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 2716 | Verordeningen |
Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Paragraaf 3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
Artikel 3.3.1 Begripsbepalingen
Energieonderzoek komt als volgt te luiden:
Paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving
Artikel 4.3.1 Begripsbepalingen
Onder ‘bewonersinitiatief’ wordt het begrip ‘Groene leermodules’ toegevoegd:
Artikel 4.3.2 Subsidiabele activiteiten
Lid 2 sub b komt als volgt te luiden:
Lid 4 komt als volgt te luiden:
In aanvulling op het eerste lid voldoet een aanvraag als bedoeld in artikel 4.3.2 sub c aan de volgende criteria:
Artikel 4.3.8 Weigeringsgronden
Achter ‘gebouwen’ wordt toegevoegd: of schoolpleinen
Er wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten
Overijssel is een prachtige omgeving om te wonen, werken en recreëren. Een groot deel van de gebieden met veel natuurwaarden is te vinden in het Natuurnetwerk Nederland en de Natura 2000 gebieden. Provincie Overijssel neemt maatregelen om natuurwaarden te herstellen, te behouden en te versterken en om voldoende economische ontwikkelingsruimte te creëren. Dit wordt aangevuld met maatregelen voor die soorten en leefgebieden waarin het huidige natuur- en waterbeleid niet voorziet.
De provincie wil deze extra inspanningen vooral richten op soorten waarvoor het Overijsselse leefgebied belangrijk is om te overleven en die niet automatische meeprofiteren van huidige maatregelen. Deze soorten zijn opgenomen in de zogenaamde aandachtsoortenlijst.
Op basis van subparagraaf 4.5.2 kunnen initiatiefnemers subsidie ontvangen voor activiteiten of maatregelen waarmee de leefomstandigheden van soorten zoals opgenomen in onze aandachtsoortenlijst verbeteren. Voor deze subsidieregeling geldt een tenderprocedure.
Op basis van subparagraaf 4.5.3 kunnen initiatiefnemers subsidies ontvangen voor kennis en onderzoeksactiviteiten. Deze subsidies worden verleend in volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag.
Een aanvraag voor subsidie kan ingediend worden door inwoners, bedrijven, stichtingen, verenigingen, terreinbeheerders, grondeigenaren, kennisorganisaties of vrijwilligersgroepen.
Artikel 4.5.1.1 Begripsbepalingen
In subparagraaf 4.5.2. en subparagraaf 4.5.3 wordt verstaan onder:
Toelichting: De meest actuele aandachtsoortenlijst is te vinden op www.overijssel/subsidie .
Aandachtsoorten met een zeer beperkt leefgebied: stronkmier, breed wollegras, duifkruid, kruipend moerasscherm, liggende ereprijs, veenbloembies, veenmosorchis, IJslandsmos, wolfsklauwmos, beekprik, bruine eikenpage, donkere waterjuffer, gentiaanblauwtje, moerashoningzwam, ericabij, kauwende metselbij, moerasmaskerbij, kwabaal, knoflookpad;
leefgebied: een door specifieke abiotische en biotische factoren bepaald milieu waarin de soort tijdens één van de fasen van zijn biologische cyclus leeft. Hieronder worden ook de gebieden verstaan waar de soort vroeger voorkwam en nu niet meer, maar waar de soort mogelijk terug kan keren. De leefgebieden van aandachtsoorten worden op kaart gezet door de soortenorganisaties.
Toelichting: De meest actuele versie van dit rapport is te vinden op www.overijssel/subsidie .
Artikel 4.5.1.2 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
de aanvraag betrekking heeft op maatregelen voor de volgende akker-en weidevogels: grutto, kemphaan, scholekster, tureluur en wulp;
Toelichting: De provincie werkt aan een actieplan waaruit maatregelen voor weidevogels gefinancierd kunnen worden. Om overlap met die regeling te voorkomen en om zoveel mogelijk soorten te kunnen ondersteunen zijn de akker- en weidevogels uitgesloten.
Artikel 4.5.1.3 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond per subparagraaf vast.
Subparagraaf 4.5.2 Uitvoeren maatregelen voor aandachtsoorten
Artikel 4.5.2.1 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van de condities voor soorten zoals opgenomen in de Aandachtsoortenlijst:
het verbeteren van de ruimtelijke condities;
Toelichting: Voor veel soorten is het belangrijk dat er een voldoende groot en samenhangend leefgebied is. Vanuit ruimtelijk oogpunt zijn twee zaken essentieel: het behoud of herstel van voldoende grote leefgebieden van goede kwaliteit en de mogelijkheden voor soorten om zich te kunnen verplaatsen tussen (delen van) leefgebieden.
Voorbeelden van activiteiten die bijdragen aan het verbeteren van de ruimtelijk condities zijn:
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.5.2.1 voldoet aan de volgende criteria:
beheer en onderhoud van de maatregelen is voor ten minste zes jaren, na datum van de subsidieverlening, geregeld;
Toelichting: De subsidie is gericht op eenmalige (herstel)maatregelen. De subsidie is niet bedoeld voor de kosten van het beheer en onderhoud van de gesubsidieerde activiteiten. In de aanvraag wordt kort maar duidelijk beschreven op welke wijze langjarig invulling wordt gegeven aan beheer en onderhoud.
Artikel 4.5.2.3 Grondslag subsidie
De subsidie als bedoeld in artikel 4.5.2.1 bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500.000,- per aanvraag.
Artikel 4.5.2.4 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
Toelichting: Bij onvolledigheid van de aanvraag na de sluitingsdatum is er alleen ruimte voor het herstel van kleinigheden zoals een handtekening, een bankrekeningnummer, kamer van koophandel gegevens e.d., het moet gaan om informatie die niet inhoudelijk betrekking heeft op de beoordelingscriteria zoals opgenomen in deze subsidieparagraaf. De tijdige volledigheid/juistheid van de aanvraag is de verantwoordelijkheid van de aanvrager. Het in de beoordeling van de aanvraag meenemen van informatie die dateert van na de sluiting van de aanvraagtermijn verdraagt zich niet met de gelijktijdige onderlinge beoordeling en rangschikking van de ingediende aanvragen die in het tendersysteem centraal staat. Uit de aard van het tendersysteem volgt dat vóór de sluiting van de aanvraagtermijn alle voor die beoordeling en rangschikking relevante gegevens moeten zijn overlegd en dat daarna geen rekening kan worden gehouden met informatie dat neerkomt op een wijziging of aanvulling van de aanvraag.
Artikel 4.5.2.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 4.5.2.6 Volgorde van behandeling
In afwijking van artikel 1.1.4 plaatsen Gedeputeerde Staten de subsidieaanvragen die voldoen aan de in artikel 4.5.2.2 gestelde criteria, in een prioriteitsvolgorde. De prioriteitsvolgorde wordt bepaald op basis van scoretabel 1. Gedeputeerde Staten verstrekken de subsidie in de volgorde van de vastgestelde prioriteit, voor zover het subsidieplafond dit toelaat.
Bij een gelijke score wordt prioriteit gegeven aan een aanvraag die betrekking heeft op aandachtssoorten waarvoor, nog geen subsidie is aangevraagd op grond van deze subparagraaf. Indien dit ook tot een gelijkscore resulteert dan wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag die het beste scoort op het wegingscriterium als bedoeld in scoretabel 1 onder a.
Door maatregelen te richten op gevarieerde condities, profiteren meerdere soorten tegelijk en worden middelen efficiënt ingezet. Het effect hiervan wordt groter als zo veel mogelijk leefgebieden van een soort profiteren van de maatregelen. Het aantal leefgebieden varieert per soort. De leefgebieden van aandachtsoorten worden op kaart gezet door de soortenorganisaties. Bij de scoring wordt gekeken naar op welk aandeel van het leefgebied van een bepaalde soort het project voorziet. Voor soorten die maar op 1 plek voorkomen is dat al snel 100% terwijl dit voor soorten die verspreid over de provincie voorkomen een eerder een lager % is. Wij waarderen projecten hoger die voor veel leefgebieden van een soort condities op orde maken, bijvoorbeeld voor alle leefgebieden van bepaald amfibie of insect.
We stellen binnen het natuurbeleid de betekenis voor mensen meer centraal en verleggen het accent van eenzijdige bescherming van natuur naar beleven, benutten en beschermen van natuur. Als het project ook werkt aan de andere thema’s uit het Koersdocument is het effect groter. Koersdocument Natuur voor elkaar is te vinden op Koersdocument staat: https://www.overijssel.nl/thema%27s/natuur-en-landschap/natuur-elkaar/ .
Artikel 4.5.27 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikelen 1.4.1, 1.4.3, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht monitoring uit te voeren naar de resultaten van het project voor de plant- of diersoorten en deze resultaten gelabeld in te voeren in een een - voor de betreffende aanvrager - vrij beschikbare applicatie. De gegevens moeten in de Nationale Databank Flora en Fauna komen. In de beschikking wordt aangegeven hoe dit werkt.
Toelichting: Met behulp van deze monitoring worden de effecten van de genomen maatregelen aan de provincie gerapporteerd.
Subparagraaf 4.5.3 Kennis en onderzoek aandachtsoorten
Artikel 4.5.3.1 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten die bijdragen aan het verbeteren van de condities voor soorten zoals opgenomen in de Aandachtsoortenlijst:
onderzoek gericht op de vraag welke maatregelen, waar in Overijssel genomen kunnen worden om de condities voor soorten zoals opgenomen in de Aandachtsoortenlijst te verbeteren;
Toelichting: Hierbij kan gedacht worden aan de volgende soorten: bruine vuurvlinder, gentiaanblauwtje, iepenpage, das, hermelijn, baardvleermuis, Bechsteins vleermuis, bosvleermuis, Brandts vleermuis, franjestaart, gewone grootoorvleermuis, rosse vleermuis. Dit is een indicatieve opsomming; in het projectplan moet gemotiveerd worden waarom voor een bepaalde soort onderzoek nodig is.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.5.3.1 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 4.5.3.3 Grondslag subsidie
De subsidie als bedoeld in artikel 4.5.3.1 bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,- per aanvraag.
Artikel 4.5.3.4 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 4.5.3.5 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikelen 1.4.1, 1.4.3, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht de resultaten van de activiteiten te delen indien daarom wordt gevraagd.
Er wordt een nieuw paragraaf toegevoegd:
Paragraaf 4.6 Instandhouding gescheperde schaapskuddes Overijssel
Vanuit het oogpunt van natuurbeheer, recreatie en toerisme en de instandhouding van cultuurhistorisch erfgoed willen Gedeputeerde Staten bijdragen aan de instandhouding van gescheperde schaapskuddes in Overijssel.
Artikel 4.6.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 4.6.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de instandhouding van gescheperde schaapskuddes in Overijssel voor de periode 2018 t/m 2021.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.6.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 4.6.4 Grondslag subsidie
De subsidie bedraagt een vast bedrag van maximaal € 30.000,- per jaar per schaapskudde met een maximum subsidie van € 120.000,- per aanvraag.
Artikel 4.6.5 Begrotingsvoorbehoud
Gedeputeerde Staten verlenen de subsidie voor een periode van vier achtereenvolgende jaren, onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting voor 2019, 2020 en 2021.
Artikel 4.6.6 Subsidiabele kosten
Artikel 4.6.7 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag voor subsidie ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 oktober 2018 vóór 17.00 uur.
Artikel 4.6.8 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Gedeputeerde Staten stellen in 2018 een subsidieplafond vast.
Artikel 4.6.10 Volgorde van behandeling
Indien met de ingediende volledige aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, dan krijgt een aanvraag voor traditionele gescheperde schaapkuddes, zijnde schaapskuddes die minimaal vijf jaar of langer bestaan, prioriteit.
Artikel 4.6.11 Bevoorschotting
In afwijking van artikel 1.3.2 verstrekken Gedeputeerde Staten de aanvrager jaarlijks een voorschot van maximaal € 30.000,-.
Artikel 4.6.12 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.3, 1.4.5 en 1.4.6 voldoet de subsdieontvanger aan de volgende verplichtingen:
de schaapskudde wordt gedurende ten minste 200 dagen per jaar gehoed door een herder, met gebruik van één of meer honden, gedurende ten minste vijf uren per dag. Dit met uitzondering van perioden van de lammertijd en extreme omstandigheden. Afwijking van dit punt door andere omstandigheden dan de lammertijd en extreme omstandigheden, dient u te motiveren in de subsidieaanvraag;
Paragraaf 6.10 Product Markt Partner Combinaties (PMPC’s) Toerisme Overijssel
Sub d komt als volgt te luiden:
Paragraaf 6.11 Paragraaf Breedbandinfrastructuur Overijssel
Paragraaf 6.21 Voucherregeling startende ondernemers
Artikel 6.21.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
‘een ondertekend offerte ’wordt vervangen door: een door de aanvrager ondertekende offerte
Paragraaf 6.29 1000 Kansen voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt
Sub e (i): achter ‘AGVV’ wordt toegevoegd: of de-minimisverordening
Paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten
Artikel 7.2.1 Begripsbepalingen
Sub iii: achter energiereductie wordt toegevoegd: over een periode van 15 jaren
Onder rijkmonument wordt toegevoegd:
Rijksmonumentenregister: lijst van alle onroerende zaken in Nederland die een rijksmonument zijn omdat ze van nationale betekenis zijn, te raadplegen via www.monumentenregister.nl;
Artikel 7.2.2 Subsidiabele activiteiten
Sub b komt als volgt te luiden:
Sub f: ‘of in samenwerking met’ vervalt
Artikel 7.2.4 Grondslag subsidie
‘50%’ wordt vervangen door 30%
‘€ 60.000,-‘ wordt vervangen door: € 30.000,-
Artikel 7.2.6 Indieningstermijn aanvraag
‘1 juni’ wordt vervangen door: 1 mei
‘1 juli’ wordt vervangen door: 1 juni
Artikel 7.2.9 Volgorde van behandeling
Lid 2: Scoretabel 1 wordt als volgt gewijzigd:
‘percentueel ten opzichte van de totale subsidiabele kosten’ vervalt
Paragraaf 7.4 Versterking productieaanbod Overijssel
Aan paragraaf 7.4 wordt de volgende algemene toelichting toegevoegd:
Gedeputeerde Staten hebben op 4 oktober 2016 het “Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020” vastgesteld. Het Uitvoeringsprogramma is vindbaar op de website van de provincie Overijssel. Met deze subsidieparagraaf Versterking productieaanbod Overijssel wordt bijgedragen aan de ontwikkeling en vernieuwing van culturele producties in verschillende kunstdisciplines. Hiermee wordt versterking van het culturele aanbod en een gezond productieklimaat gestimuleerd.
Artikel 7.4.1 Begripsbepalingen
Definitie van ‘productie’ komt als volgt te luiden:
productie: het geheel van artistieke ontwikkeling, creatie en uitvoering van een nieuwe uiting op het terrein van ten minste één van de volgende kunstdisciplines: muziek, theater, beeldende kunst en vormgeving, film, nieuwe media, literaire cultuur(niet zijnde een festival), concert, concertreeks, boek, muziekdragers, een dvd-uitgave of een tentoonstelling. De nadruk ligt op de ontwikkeling en creatie van een nieuwe uiting;
Toelichting: Het doel van deze subsidieparagraaf is het bijdragen aan de ontwikkeling en vernieuwing van culturele producties in verschillende kunstdisciplines. De subsidie moet daarom vooral ten goede komen aan het ontwikkelen en creëren van een nieuwe uiting. Wanneer uit een aanvraag blijkt dat de subsidie vooral ten goede komt aan de uitvoering van een nieuwe uiting, kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie afwijzen.
Artikel 7.4.2 Subsidiabele activiteiten
achter ‘Aanvrager voor festivals’, wordt geplaatst : concerten/concertreeksen
cd wordt vervangen door: muziekdragers
Paragraaf 7.7 Cultuurparticipatie
‘subsidiabele kosten’ wordt vervangen door: projectkosten
Artikel 7.7.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Aan lid 2 wordt sub d toegevoegd:
Paragraaf 7.10 Week van de Amateurkunst
Artikel 7.10.6 Indieningstermijn aanvraag
Paragraaf 9.1 Uitvoering Ontwikkelopgave Natura 2000
Artikel 9.1.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Aan lid 3 wordt sub c toegevoegd:
Toelichting: Dit geldt ook bij een wijziging van de subsidie.
Artikel 9.1.5 Subsidiabele kosten
Lid 2 komt als volgt te luiden:
In aanvulling op artikel 1.1.5 eerste lid geldt voor de loonkosten als maximum de tarieven zoals opgenomen in de Handleiding Overheidstarieven, op basis van de tarieven uit de tabel ‘integrale loonkosten’, kosten-plus tarief. Per 1 januari 2018 worden de maximum tarieven jaarlijks bijgesteld op basis van de HICP-index ten opzichte van de Handleiding Overheidstarieven 2017.
Voor het afleiden van het maximale tarief per functie sluit de subsidieaanvrager hierbij per functie aan op een passende of vergelijkbare functieschaal van het functiegebouw van de Rijksoverheid;
Toelichting: Het Functiegebouw van de Rijksoverheid is te vinden op https://www.functiegebouwrijksoverheid.nl/functiegebouw-html.
Paragraaf 9.3 wordt geheel herzien en komt als volgt te luiden:
Paragraaf 9.3 Gebiedsontwikkeling Noordoost-Twente 4.0
De provincie wil een sociaal-economische impuls aan Noordoost-Twente geven. Op basis van deze subsidieparagraaf kunnen aanvragen ingediend worden voor de volgende activiteiten:
Artikel 9.3.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
gebiedsvisie: een door Gedeputeerde Staten vastgestelde visie, waarin de ontwikkelingsrichting van Noordoost Twente verwoord is;
Toelichting: de gebiedsvisie is te vinden op:
https://www.dropbox.com/s/volbbz2lfna1cpl/Gebiedsvisie%20Noordoost-Twente%20d.d.%20juli%202012.pdf?dl=0
Artikel 9.3.2 Subsidiabele activiteiten
In aanvulling op het eerste lid voldoet een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 9.3.2 eerste lid onder sub a aan de volgende criteria:
de activiteiten hebben een maatschappelijke meerwaarde;
Toelichting: Er is sprake van een maatschappelijke meerwaarde als er behoefte is vanuit de samenleving (ondernemers, organisaties en/of inwoners). De aanvrager geeft een omschrijving en onderbouwing van deze behoefte en geeft aan op welke wijze de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd daar aan zullen bijdragen.
er is sprake van samenwerking tussen minimaal twee van de volgende partijen: inwoners uit Noordoost-Twente, ondernemers uit Noordoost-Twente, overheid of onderwijs.
Toelichting: De provincie wil de samenwerking tussen deze partijen stimuleren. De partijen kunnen van toegevoegde waarde zijn, omdat kennis en deskundigheid beschikbaar gesteld kan worden. Er zijn geen nadere eisen gesteld aan de samenwerking. Het kan bijvoorbeeld gaan om samenwerking op inhoudelijk niveau, door kennis met elkaar te delen. Er is ook sprake van samenwerking als deze partijen een financiële bijdrage leveren, een faciliterende of een coördinerende rol hebben.
In aanvulling op het eerste lid voldoet een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 9.3.2 eerste lid onder sub b aan ten minste één van de volgende criteria:
indien de subsidie betrekking heeft op fysieke maatregelen dan is aangetoond dat na realisatie sprake is van een sluitende exploitatie voor ten minste zes jaren.
Toelichting: De aanvrager neemt voordat de aanvraag wordt ingediend contact op met de projectleider van het betreffende inrichtingsplan Natura 2000 om af te stemmen of de betreffende activiteiten voldoen aan één van de in lid drie genoemde criteria.
In aanvulling op het eerste lid voldoet een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 9.3.2 eerste lid onder sub c aan de volgende criteria:
de activiteiten dragen bij aan ten minste één van de volgende thema’s uit de gebiedsvisie:
Nieuwe economische dragers landbouw;
Toelichting: Door de natuuropgave in en rond de Natura 2000-gebieden in Noordoost- Twente staat de landbouw onder druk. Vernatting en beperkingen op de bemesting drukken de opbrengst. Daarnaast is er nieuwe wetgeving voor de veehouderij die beperkingen legt op de omvang van bedrijven. Deze oorzaken maken dat agrarische ondernemers moeten nadenken over de toekomst van hun bedrijf. Omdat de landbouw bepalend is voor het landschap van Noordoost-Twente, wil de gebiedsontwikkeling de mogelijkheid bieden om te ondersteunen bij het ontwikkelen van nieuwe functies in het landelijk gebied, vooral als die de teloorgang van Twentse erven tegengaan.
Toelichting: In Noordoost-Twente is sprake van afnemende groei, dan wel krimp van de bevolking. Met name in de kleine kernen (zoals Vasse, Tilligte, Overdinkel en Lattrop) komt hierdoor de leefbaarheid onder druk te staan. Kunnen scholen nog wel open blijven? Kunnen voorzieningen als een sporthal nog wel uit? Projecten die bijdragen aan het leefbaar houden van deze kernen kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
Toelichting: De grote kernen, maar vooral Oldenzaal, zien het buitengebied van Noordoost- Twente als hun achtertuin. Tegelijk hebben deze kernen een belangrijke verzorgende functie wat betreft voorzieningen voor deze achtertuin en haar bewoners. Een goede stad-land verbinding is cruciaal voor het goed functioneren van deze wederzijdse relatie. Initiatieven die deze verbinding fysiek of gevoelsmatig versterken kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
Grensoverschrijdende verbindingen (naar Duitsland);
Toelichting: Noordoost-Twente is een Nationaal Landschap in de grensregio. Er is al veel geïnvesteerd in infrastructuur, voorzieningen en communicatie om Noordoost Twente zowel in binnen- als buitenland te promoten en aantrekkelijk te maken. Richting Duitsland kan die verbinding nog sterker met name de nabijheid van grote steden als Nordhorn maakt dat hier potenties zijn om meer toeristen naar NOT te trekken. Initiatieven die fysiek die verbinding versterken kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
Artikel 9.3.4 Grondslag subsidie
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.
Artikel 9.3.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In aanvulling op het tweede lid wordt, indien sprake is van een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 9.3.2 eerste lid sub a, wordt in het projectplan ook een omschrijving van de samenwerking en de toegevoegde waarde als gevolg van de samenwerking tussen ondernemers, onderwijs of overheid in het projectplan opgenomen.
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 9.3.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikel 1.4.1, 1.4.3, 1.4.5 en 1.4.6 moet de subsidieontvanger de activiteit voor 1 januari 2021 hebben afgerond.
De titel van paragraaf 9.4 komt als volgt te luiden:
Paragraaf 9.4 Verplaatsing landbouwbedrijfsgebouwen vanwege de ontwikkelopgave Natura 2000
Eerste alinea van de Algemene toelichting komt als volgt te luiden:
In de Omgevingsvisie van Overijssel is, ten behoeve van het Natuurnetwerk Nederland (hierna NNN genoemd), onder meer het uitwerkingsgebied ontwikkelopgave Natura2000 opgenomen. Binnen de begrenzing van dit uitwerkingsgebied dienen maatregelen te worden genomen die de realisering van het NNN en de instandhouding van de Natura2000-gebieden bewerkstelligen.
In de gehele paragraaf wordt ‘EHS/Natura 2000 vervangen door: Natura 2000
In de gehele paragraaf wordt de ‘EHS’ vervangen door: het NNN
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-2716.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.