Aanwijzen Verkeersbesluit ter aangeven van ondiepte in het Rijn-Schiekanaal

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

overwegende, dat hun college op grond van het bepaalde in artikel 2 van de

Scheepvaartverkeerswet bevoegd is tot het nemen van de in die wet bedoelde verkeersbesluiten

ter regeling van het scheepvaartverkeer op de provinciale vaarwegen;

dat langs de westelijke oever van het Rijn-Schiekanaal tussen de hectometerpaal 14.80 en 15.37, gelegen in de gemeente Voorschoten, is een ondiepte in de vaarweg geconstateerd.

dat van het Rijn-Schiekanaal tussen Leiden en Leidschendam met name tijdens het vaarseizoen door het recreatiefvaart intensief gebruik wordt gemaakt;

dat deze ondiepte in het Rijn-Schiekanaal vanwege de staat van de oeverconstructie niet eenvoudig weggehaald kan worden;

dat het gelet op de veiligheid van belang is om op voldoende afstand van de bewuste oever gevaren wordt;

dat gelet op de veilige doorstroming van het scheepvaartverkeer noodzakelijk is om de ondiepte aan te geven middels een scheepvaartbord als bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement;

dat ter voorbereiding op het onderhavige besluit uitvoering is gegeven aan het bepaalde in artikel 6 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

dat gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement (BPR), het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, alsmede het door hun college vastgestelde Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de provinciale organisatie 2017;

BESLUITEN:

  • I.

    het volgende verkeersbesluit te nemen, in belang van het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer; het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan op het Rijn-Schiekanaal, door het plaatsen van het onderstaande verkeersteken, zoals bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement:

    beperkingsteken C.5 aan de westelijke oever van het Rijn-Schiekanaal, inhoudende de beperking tot het houden van vijf meter afstand van de oever, ter hoogte van hmp. 14.80, alsmede aan de westelijke oever van het Rijn-Schiekanaal ter hoogte van hmp.15.37;

  • II.

    dit besluit ter openbare kennis te brengen door plaatsing in het Provinciaal Blad van Zuid-Holland;

  • III.

    dit besluit ter kennisneming te zenden aan:

    • a.

      Koninklijke BLN-Schuttevaer, Scheepmakerij 320, 3331 MC Zwijndrecht;

    • b.

      ANWB, afd. Watersport, Postbus 93200, 2509 BA Den Haag;

    • c.

      Koninklijk Nederlands Watersportverbond, Orteliuslaan 1041, 3528 BE Utrecht;

    • d.

      Rijkswaterstaat, Infocentrum Binnenwateren, Postbus 17, 8200 AA Lelystad;

    • e.

      Burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten,

    • f.

      Hoogheemraadschap van Rijnland. Postbus 156, 2300 AD Leiden

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

voor dezen,

mr. D.P. Boddé

Hoofd Eenheid Juridische Expertise en Handhaving

Dienst Beheer Infrastructuur

Deze brief is digitaal vastgesteld, hierdoor staat er geen fysieke handtekening in de brief.

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht

bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen.

Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van het

besluit worden toegezonden, onder vermelding van "Awb-bezwaar" in de linkerbovenhoek

van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ter attentie van het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de

Awb bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector Bestuursrecht,

Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag) een

verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend.

Wij verzoeken u een kopie van het verzoek om een voorlopige voorziening te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Besluit van 8 januari 2018 met kenmerk PZH-2018-634494603

Naar boven