Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 27 maart 2018, kenmerk 18008210, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies voor kennis- en innovatienetwerken bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn;

  • overwegende dat in het kader van het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling, waarbij wordt ingezet op het duurzaam versterken van het innovatiesysteem van de economische clusters in Zeeland, deze bijzondere bepalingen enkele aanpassingen behoeven;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I  

 

Hoofdstuk 16 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt vervangen door:

 

Hoofdstuk 16 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor kennis- en innovatienetwerken

Artikel 16.1  

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    triple helix netwerk: een netwerk waarbij ondernemers, onderwijs- en/of onderzoeksinstellingen en overheden aantoonbaar betrokken zijn;

  • b.

    kennis- en innovatienetwerk: een georganiseerd triple helix netwerk gevormd door meerdere partijen binnen een economische sector met de intentie om kennis en ervaring te delen met als doel de sector te versterken en innovatie binnen de sector te stimuleren;

  • c.

    netwerk in de pioniersfase: een kennis- en innovatienetwerk waarbij de deelnemende partijen de mogelijkheden tot (structurele) samenwerking willen verkennen;

  • d.

    netwerk in de groeifase: een kennis- en innovatienetwerk waarbij de deelnemende partijen geconstateerd hebben dat structurele samenwerking van toegevoegde waarde is voor de deelnemende partijen en de sector in het algemeen en waarbij de deelnemende partijen het netwerk willen verstevigen, verdiepen en/of verbreden om tot een structurele samenwerking te komen; en eventueel verdieping of verbreding hierin willen aanbrengen;

  • e.

    netwerk in de volwassenfase: een kennis- en innovatienetwerk waarbij de deelnemende partijen een structurele, langjarige inzet hebben vastgelegd en financiering, organisatiestructuur en verantwoordelijkheden duidelijk zijn verankerd in de organisatie en waarbij de deelnemende partijen het organiserend vermogen van het netwerk verder willen versterken, vernieuwen of uitbreiden.

Artikel 16.2  

  • 1.

    Subsidie kan worden verleend voor de versterking van het organiserend vermogen van een kennis- en innovatienetwerk, dat:

    • a.

      bijdraagt aan de versterking van de Zeeuwse concurrentiekracht;

    • b.

      actief is binnen een van de volgende Zeeuwse economische clusters:

      1°. industrie en maintenance;

      2°. havens en logistiek;

      3°. agro en seafood;

      4°. water en energie;

      5°. vrijetijdseconomie;

      6°. zorg;

    • c.

      van toegevoegde waarde is op de reeds bestaande netwerken binnen de betreffende kernsector in Zeeland, in die zin dat er geen of beperkte inhoudelijke overlap is met bestaande netwerken;

    • d.

      de vraag vanuit de ondernemers als belangrijkste uitgangspunt neemt; en

    • e.

      ten minste Zeeland breed acteert.

  • 2.

    In individuele gevallen kunnen gedeputeerde staten besluiten gemotiveerd af te wijken van het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onderdeel b en c.

Artikel 16.3  

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.2.1, eerste lid, wordt subsidie slechts verstrekt aan een kennis- en innovatienetwerk dan wel aan één van de deelnemende partijen binnen het netwerk.

 

Artikel 16.4  

  • 1.

    Een subsidie kan uitsluitend worden verstrekt als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld door vaststelling van een subsidieplafond en van een openstellingsperiode voor de indiening van een aanvraag voor subsidie.

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3.

    Indien een aanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 4.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 16.5  

In aanvulling op artikel 1.4.2 bevat de aanvraag voor de subsidie een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier Kennis- en Innovatienetwerken.

 

Artikel 16.6  

Voor de beoordeling van de aanvraag kan advies worden gevraagd aan een extern deskundige.

 

Artikel 16.7  

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie bedraagt:

    • a.

      maximaal €15.000,- voor een netwerk in de pioniersfase;

    • b.

      maximaal €50.000,- voor een netwerk in de groeifase;

    • c.

      maximaal €50.000,- voor een netwerk in de volwassenfase.

Artikel II  

 

De Toelichting op hoofdstuk 16 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt vervangen door:

Toelichting op hoofdstuk 16 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor kennis- en innovatienetwerken

 

Algemene toelichting

 

Economische structuurversterking

Met de komst van het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling is het belang van de Zeeuwse kennis- en innovatienetwerken als belangrijke structuur voor de Zeeuwse economie en concurrentiekracht nogmaals benadrukt. Vanwege de complementariteit tussen de doelstellingen van enerzijds de subsidie voor kennis- en innovatienetwerken en anderzijds de subsidie voor haalbaarheidsonderzoeken en demonstratieprojecten in het kader van het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling is er gezocht naar een optimale koppeling tussen deze beide regelingen, zowel op inhoud als ook op het gebied van governance en beoordeling. Waar de subsidie voor kennis- en innovatienetwerken zich richt op het ondersteunen van het organiserend vermogen van de netwerken, richt de subsidie voor haalbaarheidsonderzoeken en demonstratieprojecten zich op de inhoudelijke projecten die onder andere voortkomen uit de kennis- en innovatienetwerken. Zo dragen deze twee subsidies in samenhang bij aan de economische structuurversterking en het opwerken van projecten richting Europese subsidieprogramma’s.

 

Campus Zeeland

De subsidieregeling voor kennis- en innovatienetwerken vloeit voort uit Campus Zeeland. Campus Zeeland is een samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en overheden in Zeeland. Zij bundelen de krachten om te zorgen voor een sterke koppeling tussen onderwijs en bedrijfsleven. Dat moet de innovatiekracht van Zeeland vergroten en zorgen voor een toekomstbestendige economie.

Campus Zeeland richt zich vooral op die sectoren die hun oorsprong en voorsprong te danken hebben aan het water dat Zeeland omringt: industrie & maintenance, havens & logistiek, agro- & seafood, water & energie, vrijetijdseconomie en zorg.

Concreet werkt Campus Zeeland aan drie hoofdthema’s: Onderwijs & Onderzoek, Bèta College en Kennis & Innovatienetwerken.

Met de komst van het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling wordt K&I netwerken in samenspel tussen Economic Board en de Stuurgroep van Campus Zeeland gerealiseerd.

 

De subsidieregeling kennis- en innovatienetwerken

De subsidieregeling kennis- en innovatienetwerken is in het leven geroepen om de start, groei en doorontwikkeling van kennis- en innovatienetwerken in Zeeland mogelijk te maken. Het doel is het verbeteren van de aansluiting van onderzoek en onderwijs op de vraag vanuit ondernemers en het ondersteunen van samenwerking binnen de Zeeuwse kernsectoren. De ambitie is om minimaal één à twee volwassen netwerken per economische sector te realiseren. De netwerken zetten de subsidie in voor de versterking van het organiserend vermogen.

Er wordt binnen deze subsidieregeling onderscheid gemaakt tussen drie verschillende groeifasen waarin kennis- en innovatienetwerken zich kunnen bevinden:

  • netwerken in de pioniersfase;

  • netwerken in de groeifase;

  • netwerken in de volwassenfase.

 

De regeling is daarmee nadrukkelijk bedoeld om zowel verkenning van samenwerking te stimuleren, om partijen die geconstateerd hebben dat een samenwerking in de vorm van een kennis- en innovatienetwerk van toegevoegde waarde is te ondersteunen, en daarnaast ook gevestigde netwerken te helpen om hun organiserend vermogen verder te versterken.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 16.1

In dit artikel zijn de definities opgenomen van enkele begrippen die worden gebruikt in dit hoofdstuk.

 

Onderdeel a

Binnen een triple helix netwerk zijn zowel ondernemers, onderwijs- en/of onderzoeksinstellingen als ook overheden betrokken. De mate en vorm van betrokkenheid van de verschillende partijen kan variëren, maar het is belangrijk dat vertegenwoordigers van alle drie de soorten gremia het belang van samenwerken binnen het kennis- en innovatienetwerk erkennen en (actief) ondersteunen.

 

Onderdeel c

Bij een netwerk in de pioniersfase onderzoeken de deelnemende partijen of eventuele (structurele) samenwerking, al dan niet in de vorm van een netwerk, van toegevoegde waarde is voor de deelnemers en de economische sector. Activiteiten die aansluiten bij deze fase zijn bijvoorbeeld het organiseren van inspiratie bijeenkomsten of bijeenkomsten die kennismaking tussen de verkennende partijen faciliteren.

 

Onderdeel d

Bij een netwerk in de groeifase is door de deelnemende partijen geconcludeerd dat structureel samenwerken voor de partijen specifiek en de sector in het algemeen van toegevoegde waarde is. De deelnemende partijen willen het netwerk graag structureel borgen en zijn bereid hier een (structurele) bijdrage aan te leveren. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van uren of middelen zijn. Activiteiten die aansluiten bij deze fase zijn bijvoorbeeld de opzet van een strategisch meerjarenplan of het schrijven van een businesscase.

 

Onderdeel e

Bij een netwerk in de volwassenfase is het netwerk reeds structureel geborgd, maar willen de deelnemende partijen de samenwerking een nadere impuls geven. Activiteiten die aansluiten bij deze fase zijn bijvoorbeeld het opzetten of herinrichten van een professionele organisatie, of het organiseren van een fusie tussen verschillende netwerken.

 

Artikel 16.2

Lid 1

De subsidieregeling kennis- en innovatienetwerken is gericht op het versterken van het organiserend vermogen van een netwerk, zoals bijvoorbeeld de coördinatie en organisatie van de verschillende activiteiten. De middelen zijn nadrukkelijk niet bedoeld om te dienen als projectgelden, dat wil zeggen voor projecten die voortvloeien uit het kennis- en innovatienetwerk. Daarnaast is het zeer aannemelijk en/of aantoonbaar dat het netwerk zal bijdragen aan de Zeeuwse (economische) concurrentiekracht.

 

Lid 1 onderdeel d

De vraag van ondernemers dient het centraal uitgangspunt te vormen van het kennis- en innovatienetwerk, dat wil zeggen dat deze ondernemersvraag een belangrijke aanleiding is voor de opzet en invulling van het netwerk.

 

Artikel 16.5

Kenniswerf Zeeland en NV Economische Impuls Zeeland zijn door de Provincie Zeeland aangewezen om begeleiding te bieden aan kennis- en innovatienetwerken met een voorgenomen subsidieaanvraag. De geboden begeleiding is op vrijwillige basis.

 

Artikel 16.6

Voor de beoordeling van de subsidieaanvraag, met name ten aanzien van de vraag of de subsidieaanvraag passend is binnen de omschrijving van de subsidiabele activiteit, zoals verwoord in artikel 16.2, eerste lid, kan advies worden gevraagd aan een extern deskundige. In de praktijk zal, vanwege de samenhang tussen de doelstellingen van enerzijds de subsidie voor kennis- en innovatienetwerken en anderzijds de subsidie voor haalbaarheidsonderzoeken en demonstratieprojecten in het kader van het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling, voor dit advies doorgaans een beroep worden gedaan op de voorzitter en een lid en eventueel een adviseur van de Deskundigencommissie Zeeland in Stroomversnelling. Op die manier is een integrale beoordeling geborgd.

 

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2018.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 27 maart 2018.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Uitgegeven 29 maart 2018

De secretaris, A.W. Smit

Naar boven