Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2018, 2288 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2018, 2288 | Overige besluiten van algemene strekking |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent de transitie van veehouderijen Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 10 oktober 2017 het Uitvoeringsprogramma ondersteunende maatregelen transitie Veehouderij hebben vastgesteld; dat dit programma is gericht op een verdere ontwikkeling van de veehouderij naar een duurzame en rendabele sector;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten bij de uitvoering van dit programma streven naar een financieel gezonde en vitale sector die op rechtmatige wijze het hoofd weet te bieden aan de uitdagingen die er liggen op het terrein van milieu, volksgezondheid en dierenwelzijn;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe een nieuwe aanbouwregeling veehouderijen wensen vast te stellen, waarin diverse paragrafen met stimuleringsmogelijkheden zullen worden opgenomen om bovenstaand doel te bereiken;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten met de paragraaf Validatiemeting innovatieve stalsystemen willen bereiken dat stalsystemen die op integrale wijze en via aanpak bij de bron bijdragen aan de doelstellingen van de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant, op versnelde wijze in gebruik kunnen worden genomen;
Overwegende dat de kosten van validatiemetingen van stalsystemen een zeer hoge investering vergen en Gedeputeerde Staten zich derhalve willen richten op het gedeeltelijk vergoeden van die kosten;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op deze paragraaf, hoofdstuk 1 en artikel 49 van Verordening 651/2014 van de Europese Commissie (PBEU 2014 L187/1) van toepassing willen verklaren.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van validatiemetingen ten behoeve van het verkrijgen van definitieve emissiefactoren voor innovatieve stalsystemen voor de volgende diercategorieën:
Subsidie kan worden geweigerd indien de aanvrager of iemand die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de aanvrager in de afgelopen vijf jaar is veroordeeld, een strafbeschikking heeft gekregen, met het Openbaar Ministerie een schikking is aangegaan, strafrechtelijk, bestuurlijk of fiscaalrechtelijk is beboet, dan wel in het kader van een bestuursrechtelijk handhavingstraject een last onder dwangsom of bestuursdwang opgelegd heeft gekregen, wegens:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
het project omvat de volgende metingen:
voor projecten als bedoeld in onderdeel c, onder 1°: validatiemetingen van fijnstof, geur en ammoniak die resulteren in een meetrapport dat geschikt is om een aanvraag voor een definitieve emissiefactor mee in te dienen, waarbij in de diercategorie melkrundvee volstaan kan worden met metingen van ammoniak;
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen uitsluitend kosten derden voor het uitvoeren van en rapporteren over validatiemetingen, voor subsidie in aanmerking.
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 1.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 3 april 2018 tot en met 2 juli 2018.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode genoemd in artikel 1.9, voor subsidies als bedoeld in:
Gedeputeerde Staten zenden in 2020 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze regeling in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 20 maart 2018
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter de
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling veehouderijen Noord-Brabant
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is bestudering van de Asv dus noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Veehouders moeten om aan de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant te kunnen voldoen, de komende jaren op grote schaal hun stallen aanpassen zodat de ammoniakemissie sterk afneemt. Voor sommige diercategorieën zijn reeds stalsystemen beschikbaar die aan de ammoniaknormen voldoen. Voor melkvee, geiten en vleeskalveren zijn er echter nog onvoldoende systemen die ammoniakemissie reduceren in lijn met onze ambities. Voor varkens zijn met name stalsystemen beschikbaar die uitsluitend gebruik maken van end of pipe technieken (met name luchtwassers). Voor pluimvee zijn brongerichte maatregelen beschikbaar die deeloplossingen bieden. Het streven is stalsystemen beschikbaar te krijgen die emissies integraal en aan de bron verminderen. Integraal wil zeggen dat niet alleen reductie van ammoniak, geur en fijnstof wordt nagestreefd, maar ook dat andere maatschappelijke vraagstukken worden geadresseerd zoals dierenwelzijn, gezondheid mens en dier, geluidsbelasting, emissie methaan en endotoxines, energieverbruik, hergebruik materialen en efficiënt bedrijfsvoering. Ook is gewenst dat het stalsysteem anticipeert op mestbewerking (door het scheiden van urine en faeces in de stal of door dagverse mest direct te verwerken). Met de juiste bewerking kan mest immers een bijdrage leveren aan het sluiten van de kringlopen in de landbouw.
Deze subsidieregeling beoogt het uitvoeren van validatiemetingen voor deze ‘innovatieve stalsystemen’ te subsidiëren en daarmee de ontwikkeling van dergelijke stalsystemen te stimuleren.
Gekozen is voor een zo ruim mogelijke doelgroep. Zowel veehouders, ontwerpers of fabrikanten van stalsystemen, onderzoeksinstellingen als samenwerkingsverbanden van deze, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het uitvoeren van de validatiemetingen zelf. Het bouwen of aanpassen van een stalsysteem om de validatiemeting mogelijk te maken, is dus niet aan te merken als een subsidiabele activiteit.
De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit artikel 4:25 en 4:35 Awb en de weigeringsgronden uit artikel 8 van de Asv.
Voorwaarde voor subsidieverlening is dat het stalsysteem waarop de metingen uitgevoerd zullen worden, naar verwachting moet voldoen aan de nieuwe eisen uit de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant die medio 2017 zijn vastgesteld. Dat betekent dat de voorlopige of bijzondere emissiefactoren die voor het betreffende stalsysteem beschikbaar zijn, minimaal zullen moeten voldoen aan de eisen die tot en met eind 2019 van kracht zijn (bijlage 1 van de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant, tweede kolom). Naarmate deze subsidieregeling langer van kracht is, zullen deze normen echter strenger worden. Dat aan deze eisen voldaan zal worden, moet onderbouwd worden in het projectplan dat bij de subsidieaanvraag wordt overlegd.
Voor de in de regeling genoemde diercategorieën wordt gestreefd naar stalsystemen die ‘aan de bron’ en ‘integraal’ voor emissiereductie zorgen. ‘Aan de bron’ wil zeggen dat end-of-pipe technieken (zoals bijv. luchtwassers) alleen als aanvulling op andere maatregelen zijn toegestaan: voor 75% moet de emissiereductie veroorzaakt worden door maatregelen ‘aan de bron’. ‘Integraal’ houdt in dat zowel de reductie van ammoniak, geur en fijnstof wordt aangepakt als dat er ook aandacht is voor andere aspecten, als dierenwelzijn, gezondheid mens en dier, geluidsbelasting, emissie methaan, energieverbruik, anticipatie op mestbewerking, hergebruik materialen en efficiënte bedrijfsvoering. Voor melkrundvee geldt een uitzondering van de verplichting om fijnstof en geur te meten, aangezien in die sector dergelijke emissies een minder grote rol spelen.
Voor alle innovatieve stalsystemen geldt dat gebruik kan worden gemaakt van een combinatie van technieken en maatregelen die tezamen leiden tot de gewenste emissiereductie.
De metingen zullen verricht moeten worden conform het Vera-protocol (www.vera-verification.eu/fileadmin/download/Test_programs/Housing.pdf), dat voor ammoniakmetingen is vertaald in het meetprotocol (www.rvo.nl/sites/default/files/2017/09/Protocol-voor-meting-van-ammoniakemissie-uit-huisvestingssystemen-in-de-veehouderij-2013a.pdf).
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-2288.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.