Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2018, 2267 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2018, 2267 | Verordeningen |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent PLG3 Uitvoeringsregeling Programma Landelijk Gebied 3
Uitvoeringsregeling Programma Landelijk Gebied 3
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 13 maart 2018, nr. A.10, afdeling LGW, dossiernummer K146, is vastgesteld de Uitvoeringsregeling Programma Landelijk Gebied 3.
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen
Gelet op Artikel 3 van de Kaderverordening subsidie provincie Groningen 2017
Vast te stellen hetgeen volgt:
In het formulier wordt in ieder geval het volgende vermeld:
een gespecificeerde begroting en dekkingsplan van de kosten en de spreiding over de jaren van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarbij een opgave wordt gedaan van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.
Artikel 1.5 Aanvraagtermijn subsidieverlening
Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend binnen de door Gedeputeerde Staten in deze subsidieregeling genoemde termijn, doch uiterlijk dertien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Artikel 1.7 Toetsingscriteria subsidieverlening
De subsidie kan worden verleend voor zover:
Artikel 1.8 Algemene weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25 en art 4:35 van de Awb wordt een subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Als voor een activiteit al subsidie door een ander bestuursorgaan of door de Europese Commissie is verstrekt, wordt de te verstrekken subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten. Het totaal aan overheidsbijdragen kan niet meer bedragen dan volgens het Europees steunkader is toegestaan.
Artikel 1.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger(s)
Bij subsidieverlening kunnen verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 en 4:39 van de Awb worden opgelegd, die onder meer betrekking kunnen hebben op:
duurzaamheid, dat wil zeggen het op een maatschappelijk verantwoord wijze uitvoering geven aan de gesubsidieerde activiteiten, dat wil zeggen met aandacht voor de drie p’s, people (mensen binnen en buiten de onderneming), planet (binnen de grenzen van het (leef)milieu) en profit (de voortbrenging en economische effecten van goederen en diensten op een duurzame wijze);
Artikel 1.12 Tussentijdse rapportage
Bij subsidies van € 25.000 of meer hoeft de subsidieontvanger alleen tussentijdse rapportages bij Gedeputeerde Staten aan te leveren omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden baten en lasten als de subsidie een looptijd heeft van meer dan één jaar. Een dergelijke rapportage wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.
De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk melding bij Gedeputeerde Staten indien:
Artikel 1.14 Administratieve verplichtingen
Indien de subsidieontvanger een verplichting is opgelegd met betrekking tot de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voert de subsidieontvanger een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen, alsmede de uitgaven en inkomsten kunnen worden nagegaan.
Artikel 1.15 Verantwoording van subsidies tot € 25.000
Bij het verstrekken van een subsidie als bedoeld in het eerste lid geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om desgevraagd, op een door Gedeputeerde Staten van tevoren in de beschikking tot subsidieverlening aangegeven wijze, aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 1.16 Verantwoording van subsidies van € 25.000 tot € 125.000
Bij een subsidie van € 25.000 tot € 125.000 wordt bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag overgelegd, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening zijn verricht en aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
In afwijking van het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening bepalen dat de subsidieontvanger op een andere wijze dan in een activiteitenverslag kan aantonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 1.17 Verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten
Indien bij een subsidieverstrekking tussen € 25.000 en € 125.000 de kosten en opbrengsten ter zake van de te verrichten activiteiten in verband met de aard van die activiteiten zodanig ongewis zijn dat een realistische begroting niet vereist kan worden, kunnen Gedeputeerde Staten in afwijking van artikel 1.16 in het besluit tot subsidieverlening bepalen dat de subsidieontvanger op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten mag aantonen dat de activiteiten zijn verricht.
Artikel 2.1.1 Subsidiabele activiteit
Een subsidie kan worden verleend voor activiteiten met het doel:
Paragraaf 2 Landschapsprojecten
Artikel 2.2.1 Subsidiabele activiteit
Een subsidie kan worden verleend voor activiteiten gericht op:
Artikel 2.4.4 Subsidieaanvraag
Onverminderd artikel 1.4 bevat de subsidieaanvraag een onderbouwing van de mate waarin het project bijdraagt aan het doel van de gevraagde subsidie. In de onderbouwing wordt aangegeven voor welke soorten het doel wordt nagestreefd.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen
Gedeputeerde Staten kunnen de bepalingen gesteld bij of krachtens deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken indien toepassing hiervan , gelet op het belang van een doelgerichte of evenwichtige subsidieverstrekking, naar hun oordeel leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 3.2 Overgangsbepalingen
Subsidies die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend maar nog niet zijn vastgesteld, worden afgedaan volgens de bepalingen van die Uitvoeringsregeling subsidies inrichting landelijk gebied.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-2267.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.