Besluit van Gedeputeerde Staten van 13 maart 2018, PZH-2018-641006755(DOS-2013-0010135) tot wijziging van de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Overwegende dat het wenselijk is om technische wijzigingen door te voeren in hoofdstuk 1 en in paragraaf 2.6 van de Uitvoeringsregeling POP-3 in verband met wijzigingen in de landelijke model subsidieregeling voor POP-3;

 

Besluiten:

 

Artikel I

De Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1.1 komt te luiden:

Artikel 1.1 begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    afschrijvingskosten: de kosten van afschrijving, bedoeld in artikel 69, tweede lid van VO (EU) 1303/2013;

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

  • c.

    deelplafond: plafond als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Asv;

  • d.

    grondgebruiker: gebruikgerechtigde van de grond;

  • e.

    inpassingsmaatregelen: maatregelen die noodzakelijk zijn om kavels goed bewerkbaar te maken en eventuele neveneffecten van herverkaveling tegen te gaan;

  • f.

    landbouwer: een natuurlijk persoon, of rechtspersoon dan wel en groep natuurlijke personen of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groep en haar leden volgens het nationale recht, van wie het bedrijf zich bevindt binnen het territoriale toepassingsgebied van de verdragen als omschreven in artikel 52 VEU, en die een landbouwactiviteit uitoefent;

  • g.

    landbouwactiviteit: primaire productie van landbouwproducten, als bedoeld in bijlage 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • h.

    landbouwbedrijf: alle eenheden op het grondgebied van eenzelfde lidstaat die voor landbouwactiviteiten worden gebruikt en door een landbouwer worden beheerd;

  • i.

    netto inkomsten: instroom van kasmiddelen die gebruikers genereren door rechtstreeks te betalen voor de door middel van de gesubsidieerde activiteit verstrekte goederen of diensten, minus alle operationele kosten en de kosten voor vervanging van uitrusting met een korte levensduur die in de overeenkomstige periode zijn gemaakt. Besparingen op de operationele kosten die gerealiseerd worden door de gesubsidieerde activiteit worden als netto inkomsten gerekend, tenzij de besparingen teniet worden gedaan door een evenredige verlaging van een eventuele exploitatiesubsidie;

  • j.

    niet-productieve investering: investering die niet leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of rentabiliteit van de het landbouwbedrijf;

  • k.

    ELFPO: het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling als bedoeld in VO (EU) 1305/2013;

  • l.

    VO (EU) 1303/2013: Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU 2013,L347);

  • m.

    VO (EU) 1305/2013: Verordening (EU) Nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L 347);

  • n.

    Vo 702/2014: Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

  • o.

    voorbereidingskosten: kosten van handelingen ter voorbereiding van de subsidiabele activiteit waar subsidie wordt aangevraagd, waaronder het maken van een projectplan.

 

B.

Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. In het openstellingsbesluit kunnen gedeputeerde staten nadere regels stellen met betrekking tot de kostentypen, bedoeld in artikel 1.8, eerste lid.

  • 2.

    In het vierde lid, onderdeel e, wordt de zinsnede “territoriale begrenzing” vervangen door: de geografische begrenzing.

  • 3.

    Het vierde lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. de gegevens of bescheiden die bij de aanvraag om subsidie, voorschot, wijziging of vaststelling overlegd moeten worden;

 

C.

Artikel 1.5 vervalt.

 

D.

In artikel 1.6, derde lid, onder b, wordt de zinsnede “de projectadministratie als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid ,onder g” vervangen door: de projectadministratie als bedoeld in artikel 1.14, eerste lid, onder g.

 

E.

Artikel 1.6b, eerste lid, onder c, komt te luiden:

c. gedigitaliseerde microfiches van originelen;

 

F.

Artikel 1.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. de aanvrager geen verklaring verstrekt dat de onderneming van de aanvrager geen onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juli 2014 waarbij bepaalde categorieënsteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 193);

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:

f. dezelfde activiteiten en subsidiabele kosten reeds anderszins uit de begroting van de Unie gefinancierd zijn.

 

G.

Artikel 1.8 komt te luiden:

Artikel 1.8 subsidiabiliteit van de kosten

  • 1.

    Subsidiabele kosten kunnen slechts bestaan uit de volgende kostentypen:

    • a.

      personeelskosten;

    • b.

      kosten waarvoor van derden een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd;

    • c.

      bijdragen in natura;

    • d.

      afschrijvingskosten.

  • 2.

    In afwijking van artikel 11, eerste lid, onder a, van de Asv komen subsidiabele kosten slechts voor subsidie in aanmerking nadat de aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 3.

    Indien in het openstellingsbesluit bepaald komen voorbereidingskosten ook voor subsidie in aanmerking indien zij gemaakt zijn binnen één jaar of in een openstellingsbesluit genoemde termijn voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 4.

    Voorbereidingskosten kunnen uitsluitend bestaan uit:

    • a.

      kosten van architecten, ingenieurs en adviseurs;

    • b.

      kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied;

    • c.

      kosten van haalbaarheidsstudies.

  • 5.

    Kosten zijn slechts subsidiabel voor zover de kosten adequaat en noodzakelijk zijn in relatie tot het doel van de activiteit.

 

H.

Na artikel 1.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.8a algemene kosten ten behoeve van investeringen.

Algemene kosten ten behoeve van investeringen kunnen slechts bestaan uit:

  • a.

    kosten van architecten, ingenieurs en adviseurs;

  • b.

    kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied;

  • c.

    kosten van haalbaarheidsstudies.

 

I.

Artikel 1.12, vierde lid, komt te luiden:

4. Bijdragen in natura in de vorm van verstrekking van gronden zijn subsidiabel tot maximaal de percentages genoemd in artikel 1.10, bijdragen in natura in de vorm van verstrekking van overige onroerende goederen zijn subsidiabel tot maximaal 10% van de totale subsidiabele projectkosten.

 

J.

Artikel 1.13 komt te luiden:

Artikel 1.13 verdeling deelplafond

  • 1.

    Gedeputeerde staten verdelen het beschikbare deelplafond door middel van:

    • a.

      rangschikking op basis van selectiecriteria;

    • b.

      rangschikking op basis van een investeringslijst;

    • c.

      een geografisch criterium, of

    • d.

      een combinatie van de onder a, b, of c genoemde methoden.

  • 2.

    Aanvragen worden gehonoreerd op volgorde van rangschikking, beginnend met de aanvraag die het hoogst gerangschikt is.

  • 3.

    De aanvraag die de meeste punten heeft behaald, wordt het hoogst gerangschikt.

  • 4.

    Gedeputeerde staten stellen een procedure vast voor de honorering van aanvragen voor subsidie die op een gelijke plaats zijn gerangschikt en bij honorering van die aanvragen het deelplafond wordt overschreden.

  • 5.

    In dien na toepassing van de procedure, bedoeld in het vierde lid, twee of meer aanvragen eenzelfde plaats in de rangschikking hebben en de som van de toe te kennen bedragen het deelplafond overstijgt, wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag of aanvragen gehonoreerd worden.

 

K.

Na artikel 1.13 worden drie artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 1.13a rangschikking op basis van selectiecriteria

  • 1.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op basis van selectiecriteria, wordt de rangschikking bepaald door het totaal aantal punten dat wordt behaald op basis van de selectiecriteria.

  • 2.

    Per selectiecriterium kan 0 tot en met 5 punten worden behaald.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 1.3 stellen gedeputeerde staten in een openstellingsbesluit per selectiecriterium een wegingsfactor van 1, 2, 3 of 4 vast.

  • 4.

    Het totaal aantal punten van een aanvraag wordt bepaald door per selectiecriterium de behaalde punten te vermenigvuldigen met de aangeven wegingsfactor.

 

Artikel 1.13b rangschikking op basis van een investeringslijst

  • 1.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een investeringslijst, wordt de rangschikking bepaald door het aantal punten dat wordt behaald door toepassing van de investeringslijst.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.3 stellen gedeputeerde staten in een openstellingsbesluit het aantal te behalen punten per investeringscategorie, de investeringslijst vast.

 

Artikel 1.13c rangschikking op basis van een geografisch selectiecriterium

  • 1.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen uitsluitend gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium in combinatie met het selectiecriterium effectiviteit, komen, wordt de rangschikking bepaald door het aantal punten dat wordt behaald op het selectiecriterium effectiviteit.

  • 2.

    Tenzij in een openstellingsbesluit een hoger minimum aantal punten is behaald, wordt een aanvraag om subsidie geweigerd indien minder dan 3 punten worden behaald.

 

L.

Artikel 1.14, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. indien er sprake is van een investering in infrastructuur of een productieve investering de investering gedurende vijf jaar na eindbetaling gebruiksklaar in stand te houden, of gedurende drie jaar indien er sprake is van een investering door een MKB-bedrijf of er sprake is van een investering die leidt tot door een MKB-bedrijf gecreëerde banen;

 

M.

Artikel 1.17 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt de zinsnede “binnen vijf jaar na vaststelling van de subsidie” vervangen door: binnen de instandhoudingstermijn, bedoeld in artikel 1.14, eerste lid, onder d.

  • 2.

    Het vierde lid vervalt.

N.

Aan artikel 1.17a wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 13 weken op een verzoek de beschikking tot subsidieverlening te wijzigen.

 

O.

Artikel 1.18 komt te luiden:

Artikel 1.18 aanvraag subsidievaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 29, eerste lid, van de Asv dient de subsidieontvanger uiterlijk 1 april 2023 een aanvraag tot vaststelling in, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening een eerdere datum is bepaald.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat tenminste:

    • a.

      een inhoudelijk een financieel verslag;

    • b.

      een opgave van alle aan de activiteit gelieerde inkomsten, waaronder mede begrepen eventueel ander toegekende subsidies die op de gesubsidieerde activiteit betrekking hebben.

  • 3.

    Het inhoudelijk verslag bevat ten minste:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten die in het kader van de activiteit zijn verricht;

    • b.

      een evaluatie van de mate waarin de activiteiten hebben bijgedragen aan de doelstellingen, omschreven in het projectplan dat onderdeel vormt van de beschikking tot subsidieverlening;

    • c.

      de kennis en informatie die met de activiteit zijn opgedaan, en

    • d.

      de wijze waarop de kennis en informatie, bedoeld in onderdeel c, openbaar is of zal worden gemaakt, indien openbaarmaking een aan de subsidie verbonden verplichting is.

  • 4.

    Indien de aanvraag tot vaststelling tevens een verzoek om uitbetaling van de subsidie is, bevat de aanvraag tot vaststelling tevens de gegevens als bedoeld in artikel 1.19, tweede lid.

  • 5.

    Bij de rekening en verantwoording, bedoeld in artikel 4:45, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, maakt de subsidieontvanger een onderverdeling naar de onderscheiden subsidiabele kosten.

 

P.

Artikel 1.19, tweede lid, komt te luiden:

2. Een aanvraag om voorschot bevat ten minste een verslag omtrent de voortgang als bedoeld in artikel 1.14, eerste lid, onder i, en voor zover van toepassing:

  • a.

    facturen en betaalbewijzen;

  • b.

    bewijsstukken inzake gemaakte personeelskosten;

  • c.

    bewijsstukken inzake geleverde bijdragen in natura;

  • d.

    bewijsstukken inzake afschrijvingskosten.

 

Q.

Artikel 1.21 vervalt.

 

R.

Artikel 1.23, eerste lid, komt te luiden:

1. Gedeputeerde staten verlagen de verleende subsidie, het voorschot of de vastgestelde subsidie indien er onregelmatigheden zijn geconstateerd.

 

S.

Artikel 2.6.3 komt te luiden:

Artikel 2.6.3 subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      de kosten van aankoop van grond;

    • d.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • e.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.8a;

    • f.

      de kosten van projectmanagement en projectadministratie.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid kunnen gedeputeerde staten in het openstellingsbesluit bepalen dat ook subsidie verstrekt kan worden voor:

    • a.

      de kosten voor verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

    • b.

      de kosten voor verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

    • c.

      de kosten van koop van tweedehands installaties en machines tot maximaal de marktwaarde van de activa.

 

T.

Artikel 2.6.5 komt te luiden:

Artikel 2.6.5 rangschikking

  • 1.

    Aanvragen kunnen worden gerangschikt op basis van selectiecriteria, een geografisch selectiecriterium of een investeringslijst.

  • 2.

    In een openstellingsbesluit wordt aangeven op welke wijze aanvragen gerangschikt worden.

  • 3.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt worden op basis van selectiecriteria, worden de aanvragen gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de mate van effectiviteit van de activiteit;

    • b.

      de haalbaarheid van de activiteit;

    • c.

      de mate van efficiëntie van uitvoering van de activiteit;

    • d.

      de mate van urgentie.

  • 4.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een investeringslijst, vindt rangschikking plaats op basis van artikel 1.13b.

  • 5.

    Indien aanvragen worden gerangschikt op basis van een investeringslijst kan in het openstellingsbesluit worden bepaald dat aanvragers die door middel van een collectief inkoopsysteem een lagere aanschafprijs hebben bedongen een in het openstellingsbesluit bekend gemaakte hoeveelheid extra punten worden toegekend.

  • 6.

    Indien de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt worden op basis van een geografisch selectiecriterium, vindt rangschikking plaats op basis van artikel 1.13c.

 

Artikel II

De Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op subsidies die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn aangevraagd.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit is geplaatst, met uitzondering van Artikel I, onderdeel C, dat in werking treeft met ingang van de dag na de uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 23 mei 2015.

 

Den Haag, 13 maart 2018

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. J.H. de Baas, secretaris.

drs. J. Smit, voorzitter.

Toelichting

Met dit wijzigingsbesluit worden technische wijzigingen die zijn doorgevoerd in de landelijke model subsidieregeling voor POP-3 ook worden doorgevoerd in de provinciale uitvoeringsregeling POP-3.

 

Onderdeel C

De voorwaarde dat alleen subsidie kan worden verstrekt aan kleine of middelgrote landbouwbedrijven, komt niet in het Nederlandse POP-3 programma voor en is niet vereist op grond van Europese verordeningen. De voorwaarde kan dus vervallen.

 

Onderdelen B en G

In de uitvoeringsregeling wordt de term kostentypen geïntroduceerd. Met de term wordt aangegeven op welke wijze subsidiabele kosten gemaakt kunnen worden. Een architect kan worden ingehuurd (kosten derden), maar een architect kan ook bij de subsidieontvanger in loondienst zijn (personeelskosten). Een machine kan aangekocht worden (kosten derden), maar ook al in bezit van de subsidieontvanger zijn (afschrijvingskosten).

 

Onderdelen J en K

De wijzen waarop het beschikbare deelplafond kan worden verdeeld staan beschreven in het Handboek Selectiecriteria. Op 8 december 2017 is door het Comité van Toezicht het Handboek selectiecriteria 2017 geaccordeerd.

Met het nieuwe artikel 1.13 en de ingevoerde artikelen 1.13a, 1.13b en 1.13c is het Handboek 2017 verwerkt in de uitvoeringsregeling.

 

Onderdeel S

Het artikel is aangepast is aan het (nieuwe) onderscheid tussen kostentypen en kosten.

 

Onderdeel T

Het artikel is aangepast aan het Handboek selectiecriteria 2017.

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven