Nadere subsidieregels coöperatieve energieprojecten 2018-2019

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 6 februari 2018 hebben vastgesteld:

 

NADERE SUBSIDIEREGELS COÖPERATIEVE ENERGIEPROJECTEN 2018-2019

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze nadere subsidieregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Asbestdakenproblematiek: verweerde asbestdaken leveren een bijdrage aan de gestage emissie van asbestvezels in het milieu. Vanaf 2024 zijn asbestdaken in Nederland naar verwachting verboden. Wanneer het verbod van kracht wordt, betekent dit dat eigenaren van gebouwen met asbesthoudende dakbedekking deze voor 2024 moeten verwijderen. Het verbod op asbestdaken is een middel om de hoeveelheid asbest in de leefomgeving te verminderen.

  • 2.

    Duurzame energie: energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu (inclusief klimaat) en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.

  • 3.

    Energiecoöperatie: juridische entiteit, ingeschreven bij KvK, maar niet noodzakelijkerwijs een coöperatie, die optreedt als initiatiefnemer, projectontwikkelaar, financier, exploitant en/of eigenaar van een installatie en waarvan het primaire doel de verduurzaming van de energievoorziening is. In de organisatie zijn burgers de belangrijkste dragers en ligt de zeggenschap bij de leden.

  • 4.

    Energieproject: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van activiteiten, met een duidelijk geformuleerd doel en eindresultaat, waarin een energiecoöperatie samen met de lokale gemeenschap werkt aan energiebesparing en/of lokale duurzame energieopwekking.

  • 5.

    Energietransitie: streven om klimaatverandering tegen te gaan door terugdringing van de CO2-uitstoot en het omschakelen naar duurzame energie, in het licht van de bindende nationale en internationale afspraken en voor de provincie nader uitgewerkt in het provinciaal omgevingsplan Limburg 2014 (zie www.limburg.nl/onderwerpen/omgeving/omgevingsplan).

  • 6.

    ICA: International Co-operative Alliance. Steller verklaring coöperatieve identiteit, samengevat in 7 coöperatieve principes: open en vrijwillig lidmaatschap, democratische controle door de leden, economische participatie van de leden, autonomie en onafhankelijkheid, onderwijs, vorming en informatieverstrekking, samenwerking tussen coöperaties en engagement voor de gemeenschap (zie ook https://ica.coop/en/whats-co-op/co-operative-identity-values-principles).

Artikel 2 Doelstelling van de regeling

De Provincie Limburg stelt zich ten doel om de realisatie van projecten op het vlak van energietransitie door middel van energiebesparing en duurzame energieopwekking te versnellen. Dergelijke projecten worden steeds vaker lokaal opgepakt door energiecoöperaties.

Gedeputeerde Staten willen energiecoöperaties ondersteunen bij het tot uitvoering laten komen van lokale energieprojecten. Het kan daarbij ook gaan om vanuit de asbestdakenproblematiek geïnitieerde coöperatieve energieprojecten. De ondersteuning is erop gericht om meer draagvlak te ontwikkelen, kennis over (duurzame) energie en professionaliteit te vergroten en de eerste kosten in de projectvoorbereiding mede te dragen. Dit leidt tot een toename van de slagingskans van lokale energieprojecten, nu en in de toekomst. Doordat energiecoöperaties de revenuen van de projecten investeren in de eigen samenleving, dragen zij bovendien bij aan de lokale economie en maatschappelijke cohesie.

Artikel 3 Aanvrager

Uitsluitend energiecoöperaties kunnen voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 4 Vooroverleg

Aanvrager dient voorafgaand aan een subsidieaanvraag een vooroverleg te hebben met een bij de energietransitie betrokken provinciaal beleidsmedewerker. In het vooroverleg worden de knelpunten en/of behoeften in relatie tot de eventuele subsidiemogelijkheden binnen de regeling besproken.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 5 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende criteria:

  • 1.

    Het betreft een energieproject in Nederlands Limburg, onder te verdelen in:

    • -

      activiteiten die bijdragen aan de verankering van de energiecoöperatie binnen de gemeente/lokale gemeenschap (communicatie, ledenwerving); en/of

    • -

      activiteiten gericht op de toename van kennis over energieprojecten via inhoudsdeskundigen (professionalisering) en het managen daarvan; en/of

    • -

      idee ontwikkeling en voorbereiding van het energieproject.

  • 2.

    Er is ten aanzien van het energieproject sprake van aantoonbare medewerking en/of inzet van de gemeente waarin de energiecoöperatie opereert.

Artikel 6 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Uiterlijk binnen 2 maanden na de datum van verzending van de subsidieverstrekkingsbeschikking dient te worden gestart met de activiteiten, tenzij Gedeputeerde Staten bij de subsidieverstrekking een andere termijn bepalen;

  • 2.

    De activiteiten waarvoor de subsidie is verleend dienen uiterlijk binnen 1 jaar na de datum van de subsidieverstrekkingsbeschikking te zijn gerealiseerd, tenzij in de subsidiebeschikking anders is bepaald;

  • 3.

    De opzet en resultaten van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt dienen beschikbaar te worden gehouden voor derden, zodat die van het project kunnen leren.

  • 4.

    Subsidieontvanger streeft het gedachtegoed van de ICA na.

Artikel 7 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    geen vooroverleg heeft plaatsgevonden zoals bepaald in artikel 4;

  • b.

    het project niet bijdraagt aan de doelstelling zoals bepaald in artikel 2;

  • c.

    de subsidieaanvraag niet is ingediend door de aanvrager zoals opgenomen in artikel 3;

  • d.

    niet wordt voldaan aan (één van) de criteria in artikel 5;

  • e.

    reeds eerder aan de aanvrager binnen deze regeling een subsidie is verstrekt, dan wel de Provincie Limburg dezelfde activiteiten al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

  • f.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 12.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond van deze Nadere subsidieregels voor de looptijd van deze regeling vast.

  • 2.

    De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/loket/subsidies/subsidieplafonds.

Artikel 9 Subsidiebedrag

Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 20.000,00 van de totale subsidiabele kosten.:

Artikel 10 Niet subsidiabele kosten

Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

  • a.

    bouw- en verbouwkosten;

  • b.

    consumptieve kosten;

  • c.

    aflossingskosten;

  • d.

    exploitatiekosten.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 11 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan na vooroverleg, zoals omschreven in artikel 4, uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele- subsidies.

  • 2.

    De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).

Artikel 12 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan vanaf de inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend en dient uiterlijk 28 februari 2019 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 14 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2.

    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 maart 2019, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels coöperatieve energieprojecten 2018-2019”.

 

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 6 februari 2018.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

de heer drs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Een voorbeeld van een vanuit de asbestdakenproblematiek geïnitieerd coöperatief energieproject is de situatie waarbij sprake is van het opwekken van zonne-energie en van te verwijderen asbest van daken. Het beoogde energieproject voorziet erin dat de kosten voor asbestverwijdering (deels) worden terugverdiend. De daarvoor noodzakelijke voorbereidingen voor uitvoering zoals bijvoorbeeld een haalbaarheidsstudie, asbestinventarisatie en oriëntatie op asbestverwijderaars vallen onder “voorbereiding van het energieproject”, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid.

Artikel 5, tweede lid

Voorbeelden van medewerking en/of inzet door de gemeente kunnen zijn: een financiële bijdrage, maar ook andere vormen van ondersteuning, zoals het beschikbaar stellen van vergader- en kopieerfaciliteiten, het bieden van ambtelijke ondersteuning aan de energiecoöperatie en het ondersteunen bij communicatie-aspecten (persbericht, vermelding webpagina, etc.).

Deze medewerking mag ook zijn verleend in de voorgaande periode, voor zover deze direct te relateren is aan het beoogde energieproject.

Het aan te leveren bewijs van medewerking en/of inzet van de gemeente is een ambtelijke kennisgeving op schrift of besluit van de gemeente (bijvoorbeeld afgegeven vergunning) waarin de vorm is omschreven van de medewerking en/of inzet van de gemeente aan de betreffende energiecoöperatie in relatie tot het bewuste energieproject.

Naar boven