Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent Openstelling van Hoofdstuk 2 Maatregelen paragraaf 4 ‘Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven’ van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020

Gedeputeerde Staten van Flevoland;

 

Overwegende dat:

 

  • -

    Het wenselijk is dat de agrarische sector fysiek kan investeren in de innovatie en modernisering van haar sector;

  • -

    Zij gebruik willen maken van de mogelijkheid die artikel 1.3 van de Subsidieverordening POP3 Flevoland biedt om een openstellingsperiode, een subsidieplafond en nadere regels vast te stellen;

  • -

    Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020.

 

Besluiten:

Artikel 1 Openstelling

Open te stellen Hoofdstuk 2, Maatregelen 4’Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven’ van de Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020 – verder te noemen uitvoeringsregeling - voor de periode van 5 maart 2018 09:00 uur tot en met vrijdag 11 mei 2018 17:00 uur voor het indienen van aanvragen.

Artikel 2 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de in artikel 1 genoemde periode vast te stellen op € 2.060.000 bestaande uit 50% ELFPO middelen en 50% provinciale cofinanciering.

Artikel 3 Aanvragers

  • a.

    Landbouwers;

  • b.

    Grondeigenaren die geen landbouwer zijn;

  • c.

    Stichtingen voor Kavelruil;

  • d.

    Landbouworganisaties;

  • e.

    Waterschappen;

  • f.

    Een samenwerkingsverband van bovenstaande partijen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven.

 

In afwijking van artikel 1.27 lid 1 van de van Subsidieverordening POP3 Flevoland 2014-2020 verlengen we de subsidie vaststellingsaanvraag termijn tot en met juni 2022.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 onderdeel a van de uitvoeringsregeling wordt verstrekt voor:

  • a)

    proceskosten verkaveling;

  • b)

    procedurekosten verkaveling;

  • c)

    investeringen om kavels beter bewerkbaar en bereikbaar te maken;

  • d)

    investeringen ten behoeve van inpassingsmaatregelen.

 

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.5 van de uitvoeringsregeling wordt verstrekt voor:

  • a)

    de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende zaken;

  • b)

    algemene kosten met betrekking tot investeringen;

  • c)

    plan- en advieskosten;

  • d)

    algemene kosten met betrekking tot investeringen;

  • e)

    plan en uitvoeringskosten;

  • f)

    leges voor vergunningen en procedures;

  • g)

    haalbaarheidsstudies;

  • h)

    personeelskosten.

Artikel 6 Hoogte subsidie verbetering verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven

  • a.

    100% van de subsidiabele kosten van investeringen ten behoeve van inpassingsmaatregelen;

  • b.

    40% van de subsidiabele kosten van investeringen ten behoeve van een betere bereikbaarheid en bewerkbaarheid van kavels;

  • c.

    De subsidie voor juridische en algemene kosten bedoeld in artikel 2.4.3 onder a en b bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

Artikel 7 Totale beschikbare budget en hectare normbedrag

De minimale subsidie is het totale beschikbare subsidiebedrag zoals vastgesteld op € 2.060.000,-. Het maximum subsidiebedrag voor kavelverbetering bedraagt € 1250 per hectare.

Artikel 8 Verplichte bijlagen bij aanvraag

Bij het indienen van een aanvraag is een aantal bijlagen van het uit te werken projectplan verplicht: Curriculum Vitae van uitvoerende programma- projectleiders & staat van dienst van de aanvragende partij.

Artikel 9 Selectiecriteria

De aanvragen worden op basis van de volgende selectiecriteria gerangschikt:

  • a.

    effectiviteit

    De effectiviteit van het projectplan wordt bepaald door de beoogde kwaliteit die de uitvoeringsplannen hebben.

    0 punten: zeer geringe bijdrage

    1 punt: geringe bijdrage

    2 punten: matige bijdrage

    3 punten: voldoende bijdrage

    4 punten: goede bijdrage

    5 punten: zeer goede bijdrage

 

  • b.

    haalbaarheid

    De haalbaarheid van het plan tot opstellen van een verkavelingsplan zal beoordeeld worden door in samenhang de volgende aspecten te bezien

    • De eisen die worden gesteld aan de ervaring van de projectleider/ het bureau dat het plan tot opstellen van een verkavelingsplan heeft ingediend

    • De inhoudelijke kwaliteit van ‘het plan om te komen tot het verkavelingsplan

    • De mate waarin er al draagvlak voor het plan bestaat, aan te tonen door bijvoorbeeld de resultaten van een draagvlakonderzoek of enquêteresultaten

  • 0 punten: zeer geringe bijdrage

    1 punt: geringe bijdrage

    2 punten: matige bijdrage

    3 punten: voldoende bijdrage

    4 punten: goede bijdrage

    5 punten: zeer goede bijdrage

 

  • c.

    urgentie

    Bij urgentie gaat het om de vraag in hoeverre de opgave(n) die worden aangepakt worden door verkaveling geïdentificeerd zijn als opgaven die integraal dan wel sectoraal noodzakelijk aangepakt dienen te worden en op welke termijn die aanpak noodzakelijk is

    0 punten: zeer geringe bijdrage

    1 punt: geringe bijdrage

    2 punten: matige bijdrage

    3 punten: voldoende bijdrage

    4 punten: goede bijdrage

    5 punten: zeer goede bijdrage

 

  • d.

    efficiëntie

    De efficiëntie wordt bepaald door de passendheid van de inzet van middelen en het gebruik van kennis, kunde en middelen te beoordelen

    0 punten: zeer geringe bijdrage

    1 punt: geringe bijdrage

    2 punten: matige bijdrage

    3 punten: voldoende bijdrage

    4 punten: goede bijdrage

    5 punten: zeer goede bijdrage

Artikel 10 Puntenmethodiek

De criteria hebben de volgende wegingsfactoren:

  • a.

    Het criterium Effectiviteit heeft een wegingsfactor 3

  • b.

    Het criterium Haalbaarheid op succes heeft een wegingsfactor 2

  • c.

    Het criterium Urgentie heeft een wegingsfactor van 4

  • d.

    Het criterium Efficiëntie van de activiteit heeft een wegingsfactor 2

Artikel 11 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de uitvoeringsregeling wordt subsidie geweigerd indien:

Het project bij de weging van de selectiecriteria minder scoort dan 60% van het maximaal te behalen aantal punten, max is 55 punten dus 33 punten.

Artikel 12 Adviescommissie

Gedeputeerde Staten stellen voor de rangschikking van de subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 1.15 van de Uitvoeringsregeling POP3 subsidies Flevoland een adviescommissie in als bedoeld in artikel 1.14 van de Uitvoeringsregeling POP3 Flevoland.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag van plaatsing in het provinciaal blad.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 20 februari 2018

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

de secretaris, de voorzitter,

De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland  

BIJLAGE TOELICHTING  

 

ALGEMEEN beleidstoelichting Flevoland

Flevoland is vanaf de droogleging en inrichting van de Noordoostpolder in de jaren veertig van de vorige eeuw bij uitstek een agrarische provincie. Wel is in elke volgende periode van inrichting een agrarische structuur gehanteerd die paste bij die tijd: grotere gemiddelde kavel- en bedrijfsgrootte, en een groter aandeel niet-agrarische gronden.

 

De gemiddelde grootte van de agrarische bedrijven steeg in heel Flevoland in de jaren na de respectievelijke inpolderingen. De extra behoefte aan grond kon daarbij in veel gevallen niet aansluitend op de eigen kavel worden verkregen. Dit leidde tot een steeds grotere spreiding van de bedrijfsgrond over de provincie met vergroting van de gemiddelde afstand tussen de kavels als gevolg.

 

Daarnaast is sprake van een ruimtelijke claim voor met name woningbouw, bedrijventerreinen, natuur en infrastructuur. Soms leidt dit tot onttrekking van gronden met een agrarische functie op grote schaal, zoals bij de groei van Almere. Veel vaker is er sprake van dat op kleine schaal agrarische gronden een andere bestemming krijgen om maatschappelijke doelen te realiseren.

Het is voor agrarische ondernemers van belang om duidelijkheid te krijgen over de toekomst van hun onderneming. Ruiling van kavels op vrijwillige basis kan voor ondernemers die actief willen blijven een oplossing zijn. Dit zal niet altijd plaats kunnen vinden “met gesloten beurs”. Voor die gevallen wil de provincie Flevoland de POP3 regeling ‘Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven’ openstellen.

 

Deze subsidieregeling heeft de volgende kenmerken:

 

  • 1)

    het werkingsgebied is in principe het hele grondgebied van de provincie Flevoland, gevraagd is 1 integrale uitwerking voor de hele provincie;

  • 2)

    elke ruiling moet bij voorkeur een bijdrage leveren aan de uitvoering van de omgevingsvisie Flevoland met aandacht voor de prioritaire ambities daarin van onder andere Landbouw Meerdere Smaken zoals Bodemdaling, Duurzame Landbouw, Natuur en Biodiversiteit, Infrastructuur en Verkeersveiligheid en Verstedelijking (http://www.omgevingsvisieflevoland.nl);

  • 3)

    elke ruiling daagt bij aan maatschappelijke doelen, zoals bijvoorbeeld vermindering van de het gebruik van openbare wegen door landbouwvoertuigen;

  • 4)

    onder regie van de provincie wordt een inventarisatie van toekomstige trends voor Flevolands ambities gemaakt met de gebiedspartijen LTO; Waterschap Zuiderzeeland en het Rijksvastgoedbedrijf in de eerste helft van 2018;

  • 5)

    uiterlijk juni 2022 moet het project volledig zijn afgerond.

 

Artikel 1

In het Europees Subsidieprogramma POP3 is de mogelijkheid opgenomen Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen op te nemen en open te stellen. Provincie Flevoland doet dit in de overtuiging dat een programmatische en gecoördineerde inzet bij kan dragen aan de modernisering en innovatie van haar landbouw sector. Provincie Flevoland richt zich op professionele partijen die voor de hele provincie een plan kunnen opstellen en uitvoeren wat betreft de verbetering van de verkavelingsstructuur in Flevoland en waar nodig en mogelijk de verplaatsing van landbouwondernemingen gericht op verbetering van de landbouwinfrastructuur.

 

Artikel 2

Provincie Flevoland richt zich op een eenmalige openstelling van het volledige beschikbare budget inclusief de provinciale cofinanciering om tijdige realisatie en efficiënte uitvoeringspraktijk te stimuleren.

 

Artikel 3 en 4

Met deze regeling kan een bijdrage geleverd worden aan de vastgestelde omgevingsvisie Flevoland en de prioritaire ambities daarin van onder andere Landbouw Meerdere Smaken zoals Bodemdaling, Duurzame Landbouw, Natuur en Biodiversiteit, Infrastructuur en Verkeersveiligheid, Verstedelijking.

 

Provincie Flevoland ziet alleen kans van slagen door een integrale benadering en behandeling van deze vraagstukken uit te werken. Gedacht wordt aan een samenwerkingsverband met regie op de totale ambitie. Essentieel en voorwaardelijk is dat deze samenwerkingsverbanden in samenwerkingsovereenkomsten uitgewerkt zullen worden.

 

Omdat dit de enige openstelling is en het vraagstuk grondige voorbereiding en uitwerking nodig zal hebben is gekozen voor een verruiming van de subsidie vaststellingstermijn. Het project zal uiterlijk in juni 2022 afgerond moeten zijn. Kosten die hierna gemaakt worden kunnen niet meer voor vergoeding in aanmerking komen.

 

Artikel 7

Provincie Flevoland hecht waarde aan efficiënte inzet van algemene middelen aan zowel de uitvoering praktijk in het veld als de uitvoeringspraktijk van de subsidiestromen. Op ervaringskennis heeft de provincie Flevoland haar normbedrag per hectare kavel verbetering op € 1.250 per hectare gesteld.

 

Artikel 8

In het projectplan is uitgewerkt welke resultaten de aanvragende partij heeft behaald op het thema landbouwstructuurversterking en welke ervaring ingezet zal worden bij het ingediende integrale project. De provincie ziet deze kennis en kunde als voorwaarde voor een succesvolle samenwerking in het gebied en met de verschillende gebiedspartijen op zowel praktisch als bestuurlijk niveau. Referenties in de Curriculum Vitae kunnen hiervoor geraadpleegd worden.

 

Artikel 9 Criteria

De effectiviteit wordt bepaald door in samenhang de volgende aspecten te bezien:

  • De begrenzing van het gebied waar het plan betrekking op zal hebben;

  • Het aantal deelnemers uit het betreffende gebied dat bij het opstellen van het plan betrokken zal gaan worden;

  • De grootte van het beoogde gebied waarop de kavelruil van toepassing zal gaan zijn;

  • De mate van integraliteit van het verkavelingsplan;

  • De verbetering van de verkavelingsstructuur die bereikt zal worden.

 

De haalbaarheid wordt bepaald door in samenhang de volgende aspecten te bezien:

  • De eisen die worden gesteld aan de ervaring van de projectleider/ het bureau dat het plan tot opstellen van een verkavelingsplan heeft ingediend

  • De inhoudelijke kwaliteit van ‘het plan om te komen tot het verkavelingsplan te bepalen aan de hand van de volgende criteria:

    • 1

      hoe realistisch is het plan

    • 2

      zijn de relevante partijen bij de ontwikkeling betrokken

    • 3

      kent een project een realistische planning/ opzet en begroting

    • 4

      zijn risico’s geïdentificeerd en gereduceerd

  • De mate waarin er al draagvlak voor het plan bestaat, aan te tonen door bijvoorbeeld de resultaten van een draagvlakonderzoek of enquêteresultaten

 

De urgentie wordt bepaald door in samenhang de volgende aspecten te bezien:

  • Het werkingsgebied is in principe het hele grondgebied van de provincie Flevoland

  • Integrale samenwerking met alle gebiedspartijen van Flevoland

  • Elke ruiling en verbetering van kavels moet in principe bijdragen in de uitvoering en aansluiten bij de beleid ambities van provincie Flevoland

  • Elke ruiling, verbetering van kavels draagt bij voorkeur bij aan maatschappelijke doelen, zoals bijvoorbeeld vermindering van de het gebruik van openbare wegen door landbouwvoertuigen

 

De efficiëntie wordt bepaald door in samenhang de volgende aspecten te bezien:

  • Aantoonbare kennis van het werkingsgebied

  • Aantoonbare kunde bij de uitvoering

  • Aansprekende resultaten in het veld van verkavelen

Naar boven