Provinciaal blad van Gelderland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2018, 1340 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2018, 1340 | Overige besluiten van algemene strekking |
Rectificatie Besluit van Provinciale Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent het reglement van orde Reglement van Orde provinciale Staten van Gelderland 2017
Voorliggende bekendmaking bevat een rectificatie betreft artikel 5 lid 7. In de oorspronkelijke bekendmaking (Provinciaal Blad 2018, 1265) was deze onverhoopt niet op de juiste wijze opgenomen.
Bekendmaking van het besluit van 31 januari 2018 – PS2017-733 zaaknummer 2017-015991 tot vaststelling van een regeling en intrekking van enkele regelingen
PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op het voorstel PS2017-733 van dhr. Van Baak;
Gelet op artikel 16 van de Provinciewet;
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden en de vorming van fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in Provinciale Staten deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van Provinciale Staten aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in Provinciale Staten wil voeren. Deze naam geldt voor de gehele Statenperiode.
Een fractievolger legt, alvorens zijn functie te kunnen uitoefenen, in handen van de voorzitter van Provinciale Staten, de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om namens mijn fractie deel te nemen aan een vergadering van een commissie van Provinciale Staten, rechtstreeks noch middellijk, onder welke voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als fractievolger naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig". (Dat verklaar en beloof ik”.)
Van het afleggen van de eed (verklaring en belofte) maakt de griffier een proces-verbaal.
Bij Provinciale Staten ingediende Statenbrieven, burgerinitiatiefvoorstellen en andere ingekomen stukken gericht aan Provinciale Staten of een commissie worden op een lijst van ingekomen stukken geplaatst. Deze lijst wordt als bijlage bij de agenda van de commissies toegezonden aan de leden van Provinciale Staten.
Paragraaf 1 Voorbereiding van vergaderingen
De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden van Provinciale Staten een oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. De voorzitter kan van de oproeptermijn afwijken indien er sprake is van een spoedeisende situatie.
Bij aanvang van de vergadering beslissen Provinciale Staten over de aanvullingen op de agenda als bedoeld in het tweede lid en stellen de agenda vast. Provinciale Staten kunnen bij de vaststelling van de agenda op voorstel van een lid van Provinciale Staten of de voorzitter de volgorde van onderwerpen wijzigen of onderwerpen van de agenda afvoeren.
Artikel 13. Publicatie van stukken
Indien op stukken op grond van artikel 25 van de Provinciewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van Provinciale Staten inzage. De griffier verstrekt op uitdrukkelijk verzoek van een lid een genummerd afschrift. Hij houdt een registratie bij van de verstrekte afschriften.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van Provinciale Staten onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt de presentielijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
In het Presidium dan wel voorafgaand aan de vergadering melden de fractievoorzitters aan de voorzitter de agendapunten waarover de fractie het woord wenst te voeren en andere voor de orde relevante zaken.
Artikel 24. Handhaving van de orde
Indien een spreker zich op een beledigende of onbetamelijke wijze uitdrukt, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, roept de voorzitter hem tot de orde. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, over het betreffende onderwerp het woord ontzeggen.
Paragraaf 3 Beraadslaging en besluitvorming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt verzoeken om in de besluitenlijst op te nemen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit laatste geen verandering.
Artikel 28. Stemming over personen
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Provinciewet beschouwt de voorzitter leden die geen behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd als leden die geen stem hebben uitgebracht. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
Artikel 29. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, stemmen Provinciale Staten een derde maal. Deze derde stemming vindt plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan maken Provinciale Staten met een tussenstemming uit tussen welke twee personen de derde stemming plaatsvindt.
Artikel 35. Initiatiefvoorstel
Het Presidium bepaalt welke voorbereiding het initiatiefvoorstel behoeft op grond van de wet of bepalingen in dit reglement en plaatst het voorstel op de agenda van Provinciale Staten. Indien het voorstel een spoedeisend karakter heeft wordt het geagendeerd voor de eerstvolgende vergadering van Provinciale Staten.
Een lid van Provinciale Staten dient een verzoek tot het houden van een interpellatie vóór 12.00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de voorzitter in. Van deze termijn wijken Provinciale Staten af wanneer de voorzitter het verzoek spoedeisend acht. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter geeft de interpellant als eerste het woord. Daarna krijgen Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning de gelegenheid de verlangde inlichtingen te geven. Daarna start overeenkomstig artikel 25 van dit reglement de beraadslaging over de verkregen inlichtingen, waarbij de interpellant in de eerste termijn als eerste het woord krijgt.
Een lid van Provinciale Staten dient een gemotiveerd debatverzoek over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vóór 12.00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de voorzitter in. Van deze termijn wijken Provinciale Staten af wanneer de voorzitter het verzoek spoedeisend acht.
Het lid van Provinciale Staten dat mondelinge vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van de vragen vóór 12.00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering aan de voorzitter. De griffier informeert de leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning over de aangemelde vragen.
Artikel 39. Schriftelijke vragen
Indien beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden, stellen Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis. Hierbij geven zij de termijn aan waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. De griffier brengt een afschrift van dit bericht ter kennis van de leden van Provinciale Staten.
Zodra Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten inlichtingen hebben verstrekt als bedoeld in artikel 167, vierde lid, Provinciewet of op grond van de regeling Betrokkenheid van Provinciale Staten bij privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen en civiele verdediging, deelt de griffier dit mee aan de leden van Provinciale Staten met het verzoek binnen vijf dagen mee te delen of overleg met Gedeputeerde Staten gewenst is.
Artikel 41. Verantwoording en verslag
Een lid van Provinciale Staten, een gedeputeerde, de commissaris van de Koning of de secretaris, die door Provinciale Staten is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, kan vragen in de vergadering verslag te mogen doen over zaken die in de gemeenschappelijke regeling aan de orde zijn. De voorzitter kan door Provinciale Staten gewenste bespreking verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Artikel 42. Toepassing van dit reglement
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet in strijd zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 43. Opheffing van de geheimhouding
Indien Provinciale Staten op grond van artikel 25, vierde lid, van de Provinciewet het voornemen hebben de geheimhouding op te heffen, overleggen zij voorafgaand in een besloten vergadering met het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, indien dit orgaan daarom verzoekt.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
De commissie bestaat uit leden van Provinciale Staten die namens hun fractie zijn afgevaardigd. De fractie kan tevens een fractievolger afvaardigen. Provinciale Staten stellen het aantal zetels per fractie vast.
Paragraaf 2 Voorbereiding van vergaderingen
Elk lid van een fractie kan tot 12.00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering gemotiveerde debatverzoeken indienen bij de commissievoorzitter ter plaatsing op de agenda. De commissievoorzitter kan eveneens aanvullingen voorstellen op de agenda. De commissiegriffier informeert de leden van Provinciale Staten, fractievolgers, Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning hierover.
Artikel 51. Opening van de vergadering
De commissievoorzitter opent de vergadering wanneer ten minste de helft plus één van het aantal fracties als bedoeld in artikel 5 vertegenwoordigd zijn.
Paragraaf 4 Beraadslaging en advisering
Na de beraadslaging brengt de commissie op voorstel van de voorzitter een behandeladvies uit aan Provinciale Staten.
Indien over een beslissing stemming wordt verlangd, besluit de commissie bij meerderheid van de aanwezige afgevaardigden van fracties.
De commissie rapporteert over haar werkzaamheden aan Provinciale Staten dan wel de betreffende Statencommissie.
Binnen drie dagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen verzoeken het tijdstip van het verhoor te wijzigen.
De commissievoorzitter deelt de beslissing op dit verzoek uiterlijk één week voor het tijdstip van het verhoor aan de betrokken getuige of deskundige mee.
Indien een behoorlijk opgeroepen getuige of deskundige niet verschijnt, maakt de commissiegriffier daarvan een proces-verbaal dat de ter zitting aanwezige leden ondertekenen. Indien de enquêtecommissie dit nodig acht, stelt de commissievoorzitter dit proces-verbaal in handen van het openbaar ministerie van het arrondissement waarin de in gebreke gebleven getuige of deskundige woont.
Wanneer een getuige of deskundige ter hoorzitting weigert te antwoorden of de eed of de belofte af te leggen, maakt de commissiegriffier daarvan proces-verbaal op. Als de getuige of deskundige een reden van de weigering heeft gegeven, vermeldt de commissiegriffier deze in het proces-verbaal. De ter zitting aanwezige leden ondertekenen het proces-verbaal.
De commissievoorzitter en commissiegriffier ondertekenen het verslag. De commissiegriffier zendt het verslag aan Gedeputeerde Staten, de leden van Provinciale Staten en degene die is verhoord. Toezending vindt plaats nadat de degenen die zijn verhoord in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze op het conceptverslag kenbaar te maken.
De enquêtecommissie legt haar bevindingen neer in een rapport, legt haar rapport voor aan Provinciale Staten en zendt een afschrift daarvan aan Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning. Het rapport, met uitzondering van de in artikel 80, tweede en derde lid bedoelde bescheiden, is vanaf dat moment openbaar.
Voor zover de in het tweede lid bedoelde bescheiden deel uitmaken van het onderzoeksverslag, legt de commissiegriffier deze ter inzage voor de leden van Provinciale Staten. De leden van Provinciale Staten bewaren omtrent de inhoud van deze bescheiden geheimhouding totdat Provinciale Staten de geheimhouding opheffen.
Artikel 81. Toehoorders en pers
Toehoorders en pers wonen de openbare verhoren bij op de voor hen bestemde plaatsen.
Artikel 82. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die tijdens het openbare verhoor geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, melden dit aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 85. Indiening van het verzoek
Het verzoek wordt voorts ondertekend door een plaatsvervanger van de indiener en bevat zijn achternaam, voornamen, adres en geboortedatum. De plaatsvervanger dient te voldoen aan de vereisten van het eerste lid. De plaatsvervanger is gerechtigd om na machtiging van de indiener diens plaats in te nemen bij de uitoefening van de rechten, die de indiener op grond van dit reglement toekomen.
Artikel 87. Agendering en behandeling van het burgerinitiatiefvoorstel
Indien Provinciale Staten het verzoek als geldig aanmerken, agenderen zij het burgerinitiatiefvoorstel voor hun eerstvolgende vergadering. Zij agenderen het voorstel voor een latere vergadering indien dat noodzakelijk is in verband met de wettelijke vereiste voorbereidingsprocedure van de voorgestelde beslissing of wanneer voorafgaande behandeling door een Statencommissie wenselijk wordt geacht.
In gevallen waarin hoofdstukken 8, 9 en 10 niet voorzien of bij twijfel omtrent de toepassing van deze hoofdstukken, beslist de betreffende commissie. In alle andere gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement, beslissen Provinciale Staten.
TOELICHTING OP HET REGLEMENT VAN ORDE PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND 2017
Artikelen 9, 13, 50 en hoofdstuk 7 (Beslotenheid en geheimhouding)
De grondslagen voor het beraadslagen buiten de openbaarheid en het verstrekken van geheime stukken zijn behalve in de artikelen in dit reglement neergelegd in diverse wetten:
Deze wetteksten bieden niet in alle voorkomende situaties volledige helderheid. In gevallen waarin twijfel bestaat, moet voorafgaand in het Presidium worden overlegd.
Wanneer kan geheimhouding worden opgelegd?
Openbaarheid is de norm. Geheimhouding kan alleen worden opgelegd wanneer er sprake is van één van de gronden genoemd in artikel 10 Wob. Degene die geheimhouding oplegt, zal dus altijd moeten aangeven op welke grond hij een beroep doet en waarom. De opsomming in artikel 10 Wob is uitputtend. Andere redenen voor geheimhouding zijn er niet.
Artikel 24 Provinciewet meldt enkele situaties waarin er in geen geval sprake kan zijn van het opleggen van geheimhouding waaronder het vaststellen en wijzigen van begroting en jaarrekening.
Het openbaren van informatie waarvoor geheimhouding is opgelegd is strafbaar. Daarnaast is het ‘lekken’ ook een schending van de gedragscode bestuurlijke integriteit. Bij een vermoeden van ‘lekken’ kunnen GS resp. de commissaris hiervan aangifte doen. Na onderzoek kan het Openbaar Ministerie bij voldoende bewijs strafvervolging instellen.
Wie kan geheimhouding opleggen en weer opheffen?
Er zijn diverse situaties bij het opleggen en opheffen van geheimhouding:
Provinciale Staten kunnen geheimhouding opleggen voor de inhoud van stukken en de inhoud van de beraadslaging in een besloten vergadering. De plicht tot geheimhouding geldt totdat PS deze hebben opgeheven.
Als PS met gesloten deuren vergaderen wordt daarvan een afzonderlijk, niet openbaar, verslag gemaakt. Dit verslag wordt niet verzonden, maar is in te zien bij de griffier. Het verslag wordt vastgesteld in de eerstvolgende vergadering. Leden kunnen bij de griffier schriftelijk voorstellen doen voor wijzigingen van het verslag. Mochten er geen voorstellen tot wijzigingen zijn, dan kan het verslag in de openbare vergadering worden vastgesteld. Mochten er wel voorstellen tot wijziging zijn, dan zal het verslag in een besloten vergadering moeten worden vastgesteld. In de praktijk zal het niet zo vaak voorkomen dat het initiatief tot geheimhouding vanuit PS zelf komt. Een voorbeeld is de procedure rond de benoeming van een commissaris van de Koning.
Een commissie kan geheimhouding opleggen voor de inhoud van stukken en de inhoud van de beraadslaging in een besloten vergadering. De wet maakt geen melding van een minimaal aantal leden dat om geheimhouding moet verzoeken. Voor het overige geldt de werkwijze onder a) naar analogie.
De plicht tot geheimhouding geldt totdat de commissie deze heeft opgeheven, behalve wanneer het betreffende onderwerp wordt besproken in PS. In dat laatste geval beslissen PS over de opheffing van de geheimhouding.
Gedeputeerde Staten of de commissaris kunnen aan PS als collectief geheimhouding opleggen met betrekking tot stukken die zij hebben verstrekt. Een voorbeeld is een Statenbrief waarvan de inhoud geheim moet blijven. Dit is echter een voorlopige geheimhoudingsplicht. De geheimhoudingsplicht moet worden bekrachtigd in de eerstvolgende vergadering van Provinciale Staten. Gebeurt dit niet, dan het is stuk vanaf dat moment openbaar geworden. Bekrachtigen PS de geheimhouding wel, dan geldt deze tot het moment dat Provinciale Staten de geheimhouding hebben opgeheven.
De griffie reikt het geheime stuk uit aan de leden van PS en houdt een registratie bij van diegenen die het hebben ontvangen. Is uitreiken niet mogelijk, dan wordt het stuk verzonden in een dubbele envelop. Na het lezen van een toelichting kan de ontvanger besluiten of hij de gesloten enveloppe wenst te openen en kennis wenst te nemen van de geheime inhoud. Desgewenst kan hij de gesloten enveloppe inleveren bij de griffie. Alle stukken zijn genummerd en de ontvangers zullen deze na afloop van de besloten vergadering weer moeten inleveren bij de griffie;
Gedeputeerde Staten, de commissaris of de voorzitter van de commissie kunnen aan een commissie als collectief geheimhouding opleggen met betrekking tot stukken die zij hebben verstrekt. De werkwijze onder c) geldt naar analogie.
In dit geval blijft de geheimhouding in stand totdat diegene die de geheimhouding heeft opgelegd deze ook weer opheft, behalve wanneer het onderwerp wordt besproken in Provinciale Staten. In dat laatste geval beslissen PS over de opheffing van de geheimhouding.
Gedeputeerde Staten of de commissaris kunnen aan één of meerdere leden van PS geheimhouding opleggen met betrekking tot stukken die zij hebben verstrekt. Een voorbeeld is een geheim stuk dat dient als achtergrondinformatie, maar waarvan de inhoud geen onderwerp van bespreking is. Of een geheime voorhangprocedure. De plicht tot geheimhouding blijft in dit geval in stand totdat GS dan wel de commissaris de geheimhouding opheffen. Mocht het stuk alsnog worden voorgelegd ter bespreking bij PS, dan kunnen Provinciale Staten beslissen over de opheffing van de geheimhouding, overigens niet nadat hierover in beslotenheid met GS resp. commissaris is overlegd.
Wanneer GS resp. commissaris aan de griffie melden dat de geheimhouding is opgeheven, zal de griffie diegenen die kennis hebben genomen van het geheime stuk informeren. In geval GS buiten de griffie om geheime stukken verstrekken, zullen zij uiteraard zelf moeten zorgdragen voor een correcte werkwijze.
Informatie onder embargo, geen artikel 10 Wob
Soms is er een situatie waarin GS informatie willen delen met (leden van) PS en/of een commissie, waarvan zij vinden dat deze informatie (tijdelijk) binnenskamers moet blijven maar waarvoor zij artikel 10 Wob niet kunnen inroepen. In dat geval kunnen GS hooguit een beroep doen de bereidheid om de informatie niet naar buiten te brengen. Maar de afweging om de informatie al dan niet in de openbaarheid te brengen ligt dan bij het Statenlid. Hij of zij is hierop door GS niet aanspreekbaar. Het is aan GS om een inschatting te maken van het risico dat de informatie toch niet binnenskamers blijft en van de gevolgen die dit kan hebben.
Ook hier geldt overigens dat het verstrekken van informatie onder embargo en het houden van vertrouwelijke bijeenkomsten tot een minimum moeten worden beperkt.
Informatie die altijd geheim blijft
Los van de procedures rond het opleggen en opheffen van geheimhouding kan er op grond van artikel 10, eerste lid Wob sprake zijn van informatie die toch niet in de openbaarheid mag komen. Voorbeelden hiervan zijn bedrijfs- en fabricagegegevens die vertrouwelijk aan de provincie zijn verstrekt of persoonsgegevens. De plicht tot geheimhouding van deze informatie kan dus niet worden opgeheven.
Uiteraard geldt bovenstaande ook voor een beëdigd fractievolger.
Op voorstel van de voorzitter kunnen PS besluiten geen stemming te houden, maar in plaats daarvan één of meerdere personen bij acclamatie te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen.
Provinciale Staten stellen de Statencommissie bedoeld in dit hoofdstuk in op grond van artikel 80 van de Provinciewet.
Provinciale Staten stellen de adviescommissie bedoeld in dit hoofdstuk in op grond van artikel 82 van de Provinciewet.
Provinciale Staten stellen de enquêtecommissie bedoeld in dit hoofdstuk in op grond van artikel 151a, derde lid van de Provinciewet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-1340.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.