Eerste wijzigingsregeling Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat door herbestemming van vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties kansen worden geboden voor de revitalisering van het landelijk gebied;

Overwegende dat de eigenaren van vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties via een vouchersysteem adviezen kunnen inkopen met betrekking tot herbestemming van hun vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties;

Overwegende dat daar waar sprake is van staatssteun, in het kader van rechtvaardiging van staatssteun de volgende staatssteunmaatregelen van toepassing zijn:

 

  • a.

    Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de de-minimissteun;

  • b.

    Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de de-minimissteun in de landbouwsector.

 

Overwegende de subsidieregeling voor een tweede keer open te stellen;

 

Overwegende dat projecten die voor subsidie in aanmerking wensen te komen daartoe twee fases dienen te doorlopen;

 

Overwegende dat BTW die niet verrekenbaar is op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 ook subsidiabel wordt gesteld;

 

Overwegende dat de Subsidieregeling dientengevolge aanpassing behoeft;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling

Artikel I Wijzigingen

De Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

A.  

In artikel 1, onder c, wordt “Brabants Kennisplatform” vervangen door: Brabants Kennisplatform VABIMPULS.

B. Artikel 6, onder c, komt te luiden:

  • c.

    het project beoogt twee fases te doorlopen en vangt aan met:

    • 1°.

      Fase 1: een oriëntatiegesprek waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van herbestemming van de vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie worden verkend, resulterend in een haalbaarheidsanalyse;

    • Fase 2: de begeleiding van de uitwerking van een plan dat als basis kan dienen voor een herbestemmingsplantraject;

C. Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7 Subsidiabele kosten Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de kosten voor begeleiding door deskundigen tot een maximum van € 93 per uur;

  • b.

    BTW die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 niet verrekenbaar is;

D.  

In artikel 8 wordt “2 oktober 2017, 09.00 uur tot en met 9 januari 2018, 17.00 uur” vervangen door: 1 maart 2018, vanaf 09.00 uur tot en met 7 januari 2019, tot 17.00 uur.

E.  

In artikel 9 wordt “€ 300.000” vervangen door: € 350.000.

F. Artikel 10, eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor de kosten voor begeleiding als bedoeld in artikel 7 onder a, bedraagt:

    • a.

      100% van het aantal uren tot een maximum van 28 uur, voor de begeleiding van een oriëntatiegesprek, resulterend in een haalbaarheidsanalyse als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 1°;

    • b.

      37,5% van het aantal uren tot een maximum van 40 uur, voor de begeleiding van de uitwerking van een plan als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 2°;

G. Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger heeft in elk geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      de verkenning en haalbaarheidsanalyse als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 1°, wordt binnen 20 weken na verlening van de subsidie uitgevoerd.

    • b.

      voor het einde van Fase 1, zoals bedoeld in artikel 6, onder c onderdeel 1°, wordt een financieel overzicht met daarin de realisatie van Fase 1, zoals bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 1° overgelegd, alsmede een begroting die ziet op Fase 2 van het project zoals bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 2°;

    • c.

      indien de begeleiding van de uitwerking van een plan bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 2°, wordt uitgevoerd, wordt het project binnen 12 weken na afloop van de termijn, genoemd onder a, uitgevoerd.

    • d.

      het project wordt uitgevoerd door deskundigen die zijn aangesloten bij het Brabants Kennisplatform VABIMPULS.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de aanvrager de periode, genoemd in het eerste lid onder a en c, verlengen met maximaal 8 weken.

 

Artikel II Overgangsrecht

Op subsidieaanvragen die zijn ingediend in de periode van 2 oktober 2017, 09.00 uur tot en met 9 januari 2018, 17.00 uur, blijft de regeling zoals die luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Eerste wijzigingsregeling Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant van toepassing, met dien verstande dat:

  • a.

    in afwijking van artikel 12, eerste lid, onder a, zoals dat artikel luidde voor inwerkingtreding van deze Eerste wijzigingsregeling, de uitvoering van het oriëntatiegesprek plaatsvindt binnen 12 weken na verlening van de subsidie;

  • b.

    in aanvulling op artikel 7, zoals dat artikel luidde voor inwerkingtreding van deze Eerste wijzigingsregeling, tevens BTW subsidiabel wordt gesteld die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 niet verrekenbaar kan zijn;

  • c.

    in afwijking van artikel 10 aanhef en eerste lid onder a tot en met c, zoals dat artikel luidde voor inwerkingtreding van deze Eerste wijzigingsregeling, de hoogte van de subsidie voor de kosten voor begeleiding als bedoeld in artikel 7 onder a, bedraagt:

    • a.

      100% van het aantal uren tot een maximum van 8 uur voor het oriëntatiegesprek als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 1°;

    • b.

      75% van het aantal uren tot een maximum van 20 uur voor een analyse als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 2°;

    • c.

      50% van het aantal uren tot een maximum van 40 uur voor begeleiding van de uitwerking van een plan als bedoeld in artikel 6, onder c, onderdeel 3°.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel IV Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Eerste wijzigingsregeling Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant.

’s-Hertogenbosch, 5 februari 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. Van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Eerste wijzigingsregeling Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant.  

Algemeen

Met deze eerste wijzigingsregeling wordt een tweede tranche opengesteld van de Subsidieregeling vouchers vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties Noord-Brabant, die eigenaren van leegstaande stallen in staat stelt gebruik te maken van deskundig individueel advies en begeleiding bij hun beslissingen over een duurzame herbestemming of sloop.

De bij de eerste openstelling opgedane ervaringen hebben tot aanpassing van enkele onderdelen van de Subsidieregeling geleid. Deze worden voor zover nodig toegelicht in onderstaande artikelsgewijze toelichting.

 

Artikelsgewijs

Artikel 1 Wijzigingen

B.

In artikel 6, onder c, worden de oorspronkelijke eerste fase die zag op een oriëntatiegesprek en de oorspronkelijke tweede fase die zag op een analyse van de haalbaarheid samengevoegd in een nieuwe eerste fase. In de uitvoeringspraktijk blijken het oriëntatiegesprek en de analyse van de haalbaarheid namelijk door elkaar heen te lopen en niet altijd strikt te scheiden te zijn. Het samenvoegen van deze twee fases tot een nieuwe fase brengt bovendien ook een verlichting van de administratieve lasten met zich mee.

De eerste fase in deze wijzigingsregeling bestaat nu uit het voeren van een oriëntatiegesprek waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van herbestemming van de vrijgekomen agrarische bedrijfslocaties worden verkend, resulterend in een haalbaarheidsanalyse. Gebleken is dat het oriëntatiegesprek veelal start met een intake, een eerste kennismaking tussen aanvrager en deskundige. De intake wordt gevolgd door een verkenning van de mogelijkheden en onmogelijkheden, waarvan vervolgens de haalbaarheid wordt geanalyseerd en neergelegd in een verslag.

De oorspronkelijke derde fase die zag op de begeleiding van de uitwerking van een plan dat als basis kan dienen voor een herbestemmingsplantraject, is in deze wijzigingsregeling nu als tweede fase ongewijzigd gebleven.

 

C.

Aan artikel 7 is toegevoegd dat BTW die niet verrekenbaar is op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 ook subsidiabel is. Hierdoor wordt een ongelijkheid opgeheven in de Subsidieregeling tussen enerzijds aanvragers die een natuurlijk persoon zijn en anderzijds aanvragers die een ondernemer zijn in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968. Het door de in te schakelen deskundigen te rekenen maximale uurtarief van € 93, is exclusief BTW. Aanvragers die ook ondernemer zijn in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968, kunnen de BTW van 21% die wordt geheven over het uurtarief van € 93, verrekenen met de omzetbelasting die zij betalen over de inkomsten van hun onderneming. Een aanvrager die een natuurlijk persoon is kan dat niet en dient de over het uurtarief van € 93 geheven BTW van 21% uit eigen zak te betalen. Door de wijziging van artikel 7 wordt nu voor aanvragers die een natuurlijk persoon zijn, ook de BTW onder de subsidiabele kosten gebracht en wordt de situatie met aanvragers die ondernemer zijn weer gelijkgetrokken.

 

F.

Vanwege het subsidiabel stellen van niet verrekenbare BTW voor aanvragers die een natuurlijk persoon zijn, worden in artikel 10 aanhef en in het eerste lid onder a tot en met c, geen vaste maximum bedragen meer genoemd, maar daarvoor in de plaats een maximum aantal uren.

 

G.

In de Subsidieregeling die oorspronkelijk uitging van drie fases, werd op twee verschillende momenten een begroting gevraagd, een keer ten behoeve van de tweede fase die zag op de analyse van de haalbaarheid van herbestemming van de vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie en een keer ten behoeve van de derde fase die zag op de uitwerking van een plan dat als basis kan dienen voor een herbestemmingstraject. In artikel 12, eerste lid onder b, van deze wijzigingsregeling wordt nu geregeld dat slechts op één moment, voor het einde van de nieuwe eerste fase, een financieel overzicht van de realisatie van de eerste fase, alsmede een begroting van de tweede fase wordt overgelegd.

 

Artikel II Overgangsrecht

Het overgangsrecht regelt dat voor de subsidieaanvragen die in de eerste openstellingsperiode van 2 oktober 2017 tot en met 9 januari 2018 zijn ingediend, de Subsidieregeling blijft gelden zoals die oorspronkelijk luidde voor de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Daarmee blijven de drie verschillende fasen die oorspronkelijk in de Subsidieregeling waren opgenomen, van toepassing op lopende subsidieaanvragen. Ook voor deze lopende subsidieaanvragen zijn nog enkele verbeteringen in het proces opgenomen. Zo moet het oriëntatiegesprek plaatsvinden binnen 12 weken na verlening van de subsidie en niet binnen de te kort gebleken termijn van 8 weken. Ook voor aanvragers die in deze periode hun aanvraag hebben ingediend en een natuurlijk persoon zijn, wordt de BTW die niet verrekenbaar is subsidiabel gesteld. Als gevolg daarvan wordt ook hier in het oorspronkelijke artikel 10, aanhef en eerste lid, onder a tot en met c, niet meer gewerkt met een maximum vast bedrag, maar met een maximum aantal uur.

 

Gedeputeerde Staten van Noord‑Brabant,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

Naar boven