Zevende wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 31 mei 2016 de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant hebben vastgesteld;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de regeling willen voortzetten met enkele wijzigingen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijzigingen

 

De Subsidieregeling hedendaagse cultuur wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 6.5 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      de startdatum van het project ligt binnen 13 weken na aanmelding;

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • e.

      subsidie wordt geweigerd indien het project reeds provinciale subsidie heeft ontvangen.

B. Artikel 6.6 komt te luiden:

Artikel 6.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de artistieke kwaliteit van het project is geborgd door:

    • 1°.

      de positie van de aanvrager in het culturele veld, of;

    • 2°.

      het betrekken van erkende partijen uit het culturele veld;

  • b.

    het project draagt bij aan de ontwikkeling die de aanvrager beoogt, vanuit de context van het reguliere werk van de aanvrager en is daarmee van betekenis voor het Brabantse cultuursysteem;

  • c.

    het project is toekomstbestendig op bedrijfseconomisch dan wel maatschappelijk vlak en daarmee gericht op het realiseren van een blijvend effect;

  • d.

    het project is consistent in doel, opzet en uitvoering;

  • e.

    de subsidieaanvraag is aangemeld gedurende een van de volgende periodes:

    • 1°.

      12 maart 2018 tot en met 18 maart 2018;

    • 2°.

      7 mei 2018 tot en met 13 mei 2018;

    • 3°.

      27 augustus 2018 tot en met 2 september 2018;

    • 4°.

      8 oktober 2018 tot en met 14 oktober 2018.

  • f.

    bij aanvragen tot €49.999 liggen aan de aanvraag ten grondslag:

    • 1°.

      een projectplan van maximaal vier A4, waarin de beoogde impuls wordt beschreven en is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een sluitende en solide projectbegroting, voorzien van een specificatie en een toelichting, waaronder een toelichting op de keuze van de subsidievorm, bedoeld in artikel 6.3, tweede lid, en waar indien aan de orde een passend honorarium voor de betrokken makers in is opgenomen;

    • 3°.

      een advies van de jury.

  • g.

    bij aanvragen vanaf €50.000 liggen aan de aanvraag ten grondslag:

    • 1°.

      een ondernemingsplan toegespitst op het project van maximaal tien A4, waarin onder andere de beoogde impuls wordt beschreven en is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een sluitende en solide projectbegroting van ten minste drie jaar, voorzien van een specificatie en een toelichting, waaronder een toelichting op de keuze van de subsidievorm, bedoeld in artikel 6.3 tweede lid, en waar indien aan de orde een passend honorarium voor de betrokken makers in is opgenomen;

    • 3°.

      de laatste jaarrekening, indien aanwezig;

    • 4°.

      een advies van de jury.

C. Artikel 6.7 komt te luiden

Artikel 6.7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten in het eerste en tweede jaar van het project voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Voor de berekening van uurtarieven van interne loonkosten van de subsidieaanvrager en leden van het samenwerkingsverband past de subsidieaanvrager een van de berekeningssystematieken, genoemd in de artikelen 3, 4 en 5 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 toe.

D.  

In artikel 6.9 wordt “3 april 2017 tot en met 31 december 2018”

vervangen door: 12 maart 2018 tot en met 31 december 2018.

E.  

In artikel 6.10 wordt “€ 1.650.000“ vervangen door: € 1.783.640.

F.  

Artikel 6.14 vervalt.

 

Artikel 6.17 Komt te luiden

Artikel 6.17 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      het project wordt binnen drie jaar na verlening van de subsidie afgerond, met een verlengingsmogelijkheid van maximaal zes maanden;

    • b.

      de subsidieaanvrager maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden.

  • 2.

    Een verzoek tot verlenging als bedoeld in het eerste lid, onder a, kan door de subsidieontvanger gemotiveerd worden ingediend bij Gedeputeerde Staten uiterlijk voor de datum van het verstrijken van de termijn.

  • 3.

    Onverminderd het eerst tot en met tweede lid, overlegt de subsidieontvanger bij subsidies van €25.000 tot €125.000 jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

  • 4.

    Onverminderd het eerste en tweede lid, heeft de subsidieontvanger bij subsidies van €125.000 en hoger de volgende verplichtingen:

    • a.

      de subsidieontvanger overlegt jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt;

    • b.

      de subsidieontvanger houdt een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten.

G.  

In artikel 7.1 vervalt onderdeel d.

H. In artikel 7.5 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • a.

      de subsidieaanvrager voor de derde keer binnen twee jaar een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 7.4 indient;

  • 2.

    Onderdeel e komt te luiden:

    • e.

      voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale subsidieregeling.

I. Artikel 7.6 komt te luiden:

Artikel 7.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 7.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    aan het project ligt een duidelijke leervraag van de aanvrager ten grondslag, die voortkomt uit aantoonbare belemmeringen in de groei van het cultureel ondernemerschap;

  • b.

    het project draagt bij aan de structurele versterking van het cultureel ondernemerschap van de subsidieaanvrager door de inbedding van de uitkomsten van de kennisvoucher in de reguliere bedrijfsvoering;

  • c.

    het project is consistent in doel, opzet en uitvoering;

  • d.

    aan de aanvraag ligt ten grondslag:

    • 1°.

      een projectplan van maximaal vier A4, waarin de beoogde ontwikkeling wordt beschreven en is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een sluitende begroting, voorzien van een specificatie en een toelichting;

    • 3°.

      een offerte van een expert of coach die over specifieke deskundigheid beschikt op het te versterken onderdeel van cultureel ondernemerschap en die op maat ingaat op de oplossingsrichting voor de beschreven leervraag.

J. Artikel 7.8 komt te luiden:

Artikel 7.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 7.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten waarvoor reeds subsidie is ontvangen;

  • b.

    kosten voor een incidentele cursus of workshop.  

K.  

In artikel 7.10 wordt “€ 200.000“ vervangen door: € 100.000

L. Artikel 8.5, onderdeel c, komt te luiden:

  • c.

    de startdatum ligt binnen drie weken na aanmelding van de subsidieaanvraag;

 

Artikel 8.7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Voor de berekening van uurtarieven van interne loonkosten van de subsidieaanvrager / leden van het samenwerkingsverband past de subsidieaanvrager een van de berekeningssystematieken, genoemd in de artikelen 3, 4 en 5 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 toe.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Zevende wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant.

’s-Hertogenbosch, 30 januari 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

de secretaris

Toelichting behorende bij de Zevende wijzigingsregeling Subsidie Noord-Brabant.  

Algemeen

Artikelsgewijs

 

A.  

Behorende bij artikel 6.5 Weigeringsgronden 

  • e.

    Subsidie wordt geweigerd indien er voor het zelfde project reeds provinciale subsidie is verleend. Subsidie vanuit Brabant C cultuur fonds is ook provinciale subsidie.

 

B.  

Behorende bij artikel 6.6 Subsidievereisten

Onder a 

De artistieke kwaliteit wordt altijd bezien vanuit de context van de aanvrager of, in het geval van een aanvrager uit het niet-culturele domein, vanuit de context van de culturele samenwerkingspartner.

 

Onder c

Onder toekomstbestendig wordt verstaan dat het project een duurzaam karakter heeft. Dit in tegenstelling tot een incidentele activiteit. De aanvrager dient verder te kijken dan alleen de subsidieperiode. De aanvrager moet zichtbaar kunnen maken hoe het project na de impulsbijdrage doorgang vindt dan wel hoe de resultaten van het project in de toekomst worden ingebed in de reguliere beroepspraktijk dan wel organisatie.”

 

Onder f en g

Onder een een sluitende en solide projectbegroting wordt verstaan dat de begroting betrouwbaar is. Dit wil zeggen dat de opgenomen inkomsten en uitgaven aannemelijk en realistisch zijn en dat er sprake is van een evenwichtige verhouding tussen de begroting en het projectplan.

 

Onder f en g

Het vereiste van een passend honorarium dient ervoor te zorgen dat makers een redelijke vergoeding ontvangen gelet op de aard van het werk en de ingezette arbeidsuren.

 

Onder g onderdeel 1

Naast dat in het ondernemingsplan de beoogde impuls wordt beschreven en is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de subsidievereisten, wordt in het ondernemingsplan ingegaan op de inhoud en doelstellingen van het project, het projectteam, de context van de aanvrager en het project, de marketingstrategie, de financiën, het organisatiemodel en de bestuursvorm van de aanvrager.

 

L.  

Behorende bij artikel 8.5

Projecten dienen te worden aangemeld bij Brabants kenniscentrum kunst en cultuur. Aanmelding dient te geschreven via hun website www.bkkc.nl

 

Gedeputeerde Staten van Noord‑Brabant,

Naar boven