Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst West-Holland

De directeur van de Omgevingsdienst West-Holland, voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

Gelet op:

 

  • 1.

    De mandaatbesluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland;

  • 2.

    De samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Noordwijkerhout;

  • 3.

    Artikel 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht.

Besluit 

het volgende vast te stellen:

  • 1.

    De (onbezoldigd) ambtenaren die zijn en worden aangesteld, geplaatst of gedetacheerd bij de Omgevingsdienst West-Holland in de functies met toezichthoudende taken aan te wijzen als toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 5.10, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 

  • 2.

    De onder 1. genoemde personen zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in de Mandaatbesluiten genoemde wet- en regelgeving en de daarvoor in de plaats tredende regelgeving (voor zover daartoe door de gemeente dan wel de provincie mandaat is verleend): de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Woningwet, de Bouwverordening, het Bouwbesluit, de Brandveiligheidsverordening, het Besluit Brandveilig gebruik Bouwwerken, de Monumentenwet 1998, de Wet ruimtelijke ordening, de Drank- en Horecawet, de Wet bodembescherming, de Ontgrondingenwet, het Vuurwerkbesluit, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, Flora- en Faunawet, het Natuurbeschermingsbesluit, de Boswet, het besluit geluidproductie sportmotoren, de Provinciale Milieuverordening en de onderscheidenlijke Algemene Plaatselijke Verordeningen dan wel andere  in de mandaatbesluiten genoemde gemeentelijke verordeningen.  

  • 3.

    De aanwijzing van de betreffende ambtenaar vervalt met ingang van de dag, waarop het dienstverband met hem is beëindigd of zoveel eerder als daartoe een besluit wordt genomen. 

  • 4.

    Aan de aangewezen personen wordt ten behoeve van de toezichtsuitoefening op de naleving van de onder 2. genoemde wetten en regelingen, een legitimatiebewijs als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde ‘Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb’ verstrekt. 

  • 5.

    Dit besluit treedt in werking, met terugwerkende kracht tot en met 14 november 2016, de datum van toetreding van Voorschoten aan de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland, de dag nadat dit conform de daarvoor geschikte wijze, overeenkomstig artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht, bekend is gemaakt.

 

Aldus vastgesteld door de directeur a.i. van de Omgevingsdienst West-Holland op 23 februari 2017.

De directeur a.i. van de Omgevingsdienst West-Holland,

N.E. Mier

Naar boven