Vierde wijzigingsregeling Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 5 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v.;

 

Overwegende dat het Rijk in 2017 opnieuw middelen beschikbaar heeft gesteld voor een aantal gestandaardiseerde MKB-instrumenten die in alle regio’s van Nederland worden uitgevoerd en derhalve een aanpassing van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015 noodzakelijk is;

 

Overwegende dat subsidies voor innovatieadviesdiensten en haalbaarheidsprojecten in tegenstelling tot eerdere openstellingen voortaan bij verlening direct worden vastgesteld;

 

Overwegende dat op 16 december 2016 de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. is vastgesteld;

 

Overwegende dat als gevolg hiervan technische wijzigingen noodzakelijk zijn;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijzigingen

De Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A. In artikel 1.7, aanhef wordt artikel 14 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg” vervangen door: artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v.

 

B. In artikel 1.9, tweede lid wordt “artikel 11 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg” vervangen door: artikel 12 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v.

 

C. Artikel 1.10, eerste lid vervalt.

 

D. In artikel 1.10, derde lid wordt “artikel 22 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg” vervangen door: artikel 25 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v.

 

E. In artikel 10 wordt het twee en derde lid vernummerd tot eerste lid en het tweede lid.

 

F. In artikel 1.11, tweede lid wordt “artikel 28 en 29 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg” vervangen door: artikel 31 en 32 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v.

 

G. Artikel 1.11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt na “subsidies” ingevoegd:

    als bedoeld in paragraaf 3.

  • 2.

    In het tweede lid wordt vervalt de tekst “tot € 50.000 respectievelijk”.

  • 3.

    In het derde lid, onder b wordt “artikel 30 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg met uitzondering van het eerste lid onder c” vervangen door: artikel 33 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. met uitzondering van het eerste lid onder c.

  • 4.

    Lid 3 wordt verletterd tot lid 4.

  • 5.

    Na het tweede lid wordt een nieuw lid 3 toegevoegd dat komt te luiden:

    In afwijking van het tweede lid en van paragraaf 1.7 en paragraaf 1.8 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland en in afwijking van de artikelen 21 en 22 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant en de artikelen 31 en 32 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. worden subsidies als bedoeld in paragraaf 2 tot en met € 25.000 direct vastgesteld.

 

H. Artikel 1.12 vervalt.

 

I. In artikel 2.6 wordt “10 mei tot en met 1 september 2016” vervangen door: 11 april 2017, 09.00 uur tot en met 7 september 2017, 17.00 uur.

 

J. In artikel 2.7 wordt “€ 3.190.802” vervangen door: € 3.139.200.

 

K. In artikel 2.8, tweede lid, wordt “€ 50.000” vervangen door: € 25.000.

 

L. Artikel 2.9, tweede lid komt te luiden:

Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomt.

 

M. Artikel 2.9, derde lid komt te luiden:

Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

 

N. Na artikel 2.10 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 2.11 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    Een adviesrapport indien er sprake is van een subsidie als bedoeld in artikel 2.1 aanhef onder a;

  • b.

    Een rapport van het haalbaarheidsonderzoek als er sprake is van een subsidie als bedoeld in artikel 2.1 aanhef onder b.

 

O. Na artikel 2.11 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 2.12 Betaling

De betaling van het subsidiebedrag vindt in een keer plaats.

 

P. In artikel 3.4 wordt “5 juli tot en met 1 september 2016” vervangen door: 3 juli, 09.00 uur tot en met 7 september 2017, 17.00 uur.

 

Q. Artikel 3.5 komt te luiden:

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3.1 voor de tenderperiode genoemd in artikel 3.4 vast op € 7.324.800 met dien verstande dat maximaal 50% van het subsidieplafond wordt toekend voor aanvragen met een subsidiehoogte van meer dan € 200.000 tot en met € 350.000.

 

R. In artikel 3.6, eerst lid wordt na ‘bedraagt’ ingevoegd: maximaal.

 

S. Artikel 3.9 komt te luiden:

  • 1.

    Ten aanzien van de subsidie, als bedoeld in artikel 3.1, heeft de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      Het project wordt uiterlijk zes maanden na het indienen van de volledige aanvraag gestart.

    • b.

      Het project wordt uiterlijk 24 maanden na de start van het project gerealiseerd.

    • c.

      De subsidieontvanger overlegt jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

    • d.

      De subsidieontvanger houdt een administratie bij van de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten.

 

T. Na artikel 3.9 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 3.10 Bevoorschotting

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken voor subsidies een voorschot van ten hoogste 75% op het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot als bedoeld in het derde lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 3.

    Gedeputeerde staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte van de termijnen en de tijdstippen van betaling in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

  • 4.

    De bevoorschotting als bedoeld in de voorgaande leden, geschiedt ambtshalve en gelijktijdig met de beschikking tot subsidieverlening.

 

U. In artikel 4.2 wordt “30 april 2017” vervangen door: 30 april 2018.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Vierde wijzigingsregeling Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 21 februari 2017.

de voorzitter

Drs. J.M.M. Polman

de secretaris

A.W. Smit

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Limburg, gehouden op 21 februari 2017.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

de secretaris

dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon

’s-Hertogenbosch, 20 februari 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

mw. ir. A.M. Burger

Toelichting behorende bij de Vierde wijzigingsregeling MKB Innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015

 

Algemeen

Naar aanleiding van landelijke afspraken met het ministerie van Economische Zaken en in overleg met de provincies Limburg, Zeeland en Noord-Brabant wordt de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015 op een aantal onderdelen gewijzigd. Er worden nieuwe middelen beschikbaar gesteld in 2017, de hoogte van de subsidies voor haalbaarheidsprojecten is gewijzigd en bij verlening van subsidies op basis van paragraaf 2 worden subsidies tot en met € 25.000 direct vastgesteld. Vanwege administratieve lastenverlichting en landelijke uniformiteit wordt hiervoor gekozen.

Verder worden er een aantal technische wijzigingen doorgevoerd, omdat Gedeputeerde Staten van Limburg onlangs een nieuwe Algemene subsidieverordening hebben vastgesteld.

 

Artikelsgewijs

Artikel 2.8, tweede lid

De hoogte bedraagt nu 40% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 25.000. Op deze manier kunnen er meerdere projecten in aanmerking komen voor subsidie.

 

Artikel 2.11

Omdat de subsidie bij verlening ook direct wordt vastgesteld, hoeven subsidieontvangers geen verzoek tot vaststelling meer in te dienen. Middels een steekproef kunnen subsidieontvangers wel gevraagd worden om een prestatieverantwoording te overleggen.

 

Gedeputeerde Staten van Zeeland,

 

de voorzitter de secretaris

Drs. J.M.M. Polman A.W. Smit

A.W. Smit

 

 

Gedeputeerde Staten van Limburg,

 

de voorzitter de secretaris

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon

dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon

 

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter de secretaris

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger

 

Naar boven