Vijfde wijzigingsregeling Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 hebben vastgesteld op 1 december 2015;

 

Overwegende dat Noord-Brabant in de spits een aantal knelpunten op wegen tussen en in steden heeft met veel vrachtverkeer;

 

Overwegende dat dit de doorstroming en daardoor weggebruikers hindert;

 

Overwegende dat logistieke verbeterprocessen ervoor kunnen zorgen dat de druk op knelpunten vermindert;

 

Overwegende dat de huidige paragraaf 5 betreffende gelabelde BDU-uitkeringen is uitgewerkt en kan vervallen;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op paragraaf 5 van deze regeling de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013, betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013 (de-minimisverordening) van toepassing verklaren, ter rechtvaardiging van eventuele staatsteun;

 

Overwegende dat paragraaf 1 met ingang van het nieuwe jaar geactualiseerd dient te worden;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten hiertoe de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 wensen te wijzigen:

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijzigingen

De Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 1.5 wordt “2016” vervangen door: 2017.

 

B.

Paragraaf 5 komt te luiden;

§5 Logistieke verbeterprocessen

 

Artikel 5.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Noord-brabant;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    bestelauto : voertuig bestemd voor het vervoer van goederen, waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg en beschikt over een laadruimte met een inhoud van minimaal 1500 liter;

  • d.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de de-minimisverordening;

  • e.

    de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013, betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013;

  • f.

    doorstromingsknelpunt: punt waar de doorstroming stokt tijdens de spitstijden;

  • g.

    spitsmijding: het vermijden van rijden tijdens spitstijden;

  • h.

    spitstijden: maandag tot en met vrijdag van 7.00 uur tot 9.00 uur en van 16.00 uur tot 18.00 uur;

  • i.

    vrachtauto: motorvoertuig, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg.

 

Artikel 5.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door privaatrechtelijke rechtspersonen.

 

Artikel 5.3 Subsidievorm

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2.

    Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

 

Artikel 5.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het verbeteren van doorstromingsknelpunten door:

  • a.

    het verrichten van haalbaarheidsstudies naar logistieke procesverbeteringen;

  • b.

    het realiseren van logistieke procesverbeteringen met bestelauto’s;

  • c.

    het realiseren van logistieke procesverbeteringen met vrachtauto’s.

 

Artikel 5.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager reeds gemeentelijke, provinciale of nationale subsidie heeft ontvangen voor projecten als bedoeld in artikel 5.4, onder b en c;

  • b.

    het project is gericht op verandering van vervoersmodaliteit van weg naar spoor via spoorterminal: Railport Brabant in de gemeente Tilburg;

  • c.

    het project activiteiten betreft, waarover voor inwerkingtreding van deze regeling reeds door deelnemers van de Stichting Berzob in het kader van het programma Beter Benutten 1.0 een intentieverklaring is ondertekend ten behoeve van verandering van modaliteit van weg naar water en het project een verandering van vervoersmodaliteit betreft van weg naar binnenvaart over:

    • 1°.

      de Zuid-Willemsvaart;

    • 2°.

      het Wilhelminakanaal;

    • 3°.

      het Beatrixkanaal.

  • d.

    reeds voor indiening van de aanvraag met de uitvoering van het project is begonnen.

 

Artikel 5.6 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project is gericht op wegen in de provincie Noord-Brabant als aangegeven op de kaart in bijlage 4;

    • b.

      het project is gericht op logistieke procesverbeteringen;

    • c.

      het project is gericht op bestelauto’s of vrachtauto’s;

    • d.

      het project is gericht op een van de volgende doorstromingsknelpunten:

      • 1°.

        de wegen gelegen binnen de bebouwde kom van Breda;

      • 2°.

        de wegen gelegen binnen de bebouwde kom van Eindhoven;

      • 3°.

        de wegen gelegen binnen de bebouwde kom van Helmond;

      • 4°.

        de wegen gelegen binnen de bebouwde kom van ‘s-Hertogenbosch;

      • 5°.

        de wegen gelegen binnen de bebouwde kom van Tilburg;

      • 6°.

        de A16 vanaf Moerdijk tot aan knooppunt Galder in beide richtingen;

      • 7°.

        de A58 van Knooppunt Galder tot Eindhoven in beide richtingen;

      • 8°.

        de A58 vanaf de aansluiting op de A16 tot Etten-Leur in beide richtingen;

      • 9°.

        de A2 van Knooppunt Empel tot afslag Valkenswaard in beide richtingen;

      • 10°.

        de A67 van Eindhoven tot Venlo in beide richtingen;

      • 11°.

        de A59 vanaf de aansluiting op de A16 tot aan de aansluiting op de A27 in beide richtingen;

      • 12°.

        de A270/N270 tussen Eindhoven en Helmond in beide richtingen;

    • e.

      het project is erop gericht gedurende ten minste 12 maanden de te realiseren spitsmijdingen in stand te houden;

    • f.

      aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

      • 1°.

        op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

      • 2°.

        een beschrijving van het huidige logistieke proces;

      • 3°.

        een beschrijving van het logistieke proces na de procesverbetering;

      • 4°.

        een sluitende begroting.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 5.4, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan het vereiste dat het project is gericht op onderzoek naar logistieke procesverbeteringen die leiden tot spitsmijdingen.

  • 3.

    Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 5.4, onder b en c, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project leidt tot spitsmijdingen;

    • b.

      aan het project ligt ten grondslag:

      • 1°.

        een uitgevoerde nulmeting met daarin opgenomen het aantal dagelijkse ritten tijdens spitstijden op knelpunten;

      • 2°.

        een effectberekenig voor het bepalen van door het project beoogde aantal te realiseren spitsmijdingen op de wegen aangegeven in bijlage 4 en als bedoeld onder artikel 5.6, eerste lid, onderdeel d;

      • 3°.

        een methode voor effectmeting waarmee het aantal gerealiseerde spitsmijdingen na realisatie van de logistiek procesverbetering wordt geregistreerd of berekend;

      • 4°.

        een positieve business case.

 

Artikel 5.7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie als bedoeld in artikel 5.4, komen, voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen kosten derden, voor consultancy en gelijkwaardige diensten, die uitsluitend voor het project worden gebruikt, tot een maximum van € 150 per uur, in ieder geval voor subsidie in aanmerking;

  • 2.

    Voor de berekening van interne uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek genoemd in artikel 10, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant toe.

  • 3.

    In afwijking van artikel 13, eerste lid, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant bedraagt het uurtarief voor personeelsuren en arbeidsuren €60.

 

Artikel 5.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 5.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    investeringen in kapitaalgoederen;

  • b.

    exploitatiekosten;

  • c.

    kosten gemaakt voor indiening van de aanvraag.

 

Artikel 5.9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 maart 2017 tot en met 30 november 2017.

 

Artikel 5.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 5.4, voor de periode, genoemd in artikel 5.9, vast op €526.500.

 

Artikel 5.11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5.4, bedraagt 45 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van €42.500.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, bedraagt de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5.4, onder a, 45% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €4.000.

  • 3.

    Onverminderd het eerste lid, bedraagt de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5.4, onder b, 45% van de subsidiabele kosten met een maximum van:

    • a.

      € 910 per spitsmijding, voor de eerste vijf spitsmijdingen;

    • b.

      € 680 per spitsmijding, voor de zesde tot en met tiende spitsmijding;

    • c.

      € 455 per spitsmijding, voor de elfde tot en met twintigste spitsmijding;

    • d.

      € 225 per spitsmijding, voor de eenentwintigste tot en met vijftigste spitsmijding.

  • 4.

    Onverminderd het eerste lid, bedraagt de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5.4, onder c, 45 % van de subsidiabele kosten met een maximum van:

    • a.

      € 2.000 per spitsmijding, voor de eerste vijf spitsmijdingen;

    • b.

      € 1.500 per spitsmijding, voor de zesde tot en met tiende spitsmijding;

    • c.

      € 1.000 per spitsmijding, voor de elfde tot en met twintigste spitsmijding;

    • d.

      € 500 per spitsmijding, voor de eenentwintigste tot en met vijftigste spitsmijding.

  • 5.

    Onverminderd voorgaande leden wordt indien sprake is van staatssteun maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat over een periode van drie belastingjaren het plafond voor de-minimissteun niet wordt overschreden.

 

Artikel 5.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

 

Artikel 5.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      het project is afgerond voor 31 december 2017;

    • b.

      het project leidt gedurende ten minste 12 maanden tot spitsmijdingen op de wegen als aangegeven op de kaart in bijlage 4.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, heeft de subsidieontvanger van subsidie als bedoeld in artikel 5.4, onder b en c, de verplichting de doelstelling en de resultaten van het project toegankelijk te maken voor derden voor 1 februari 2018.

 

Artikel 5.14 Prestatieverantwoording

  • 1.

    Bij subsidiebedragen tot €25.000 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

    • a.

      een overzicht van de gerealiseerde spitsmijdingen;

    • b.

      activiteitenverslag.

  • 2.

    Bij subsidiebedragen van €25.000 tot € 125.000 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

 

Artikel 5.15 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Bij subsidies tot € 25.000 verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag, overeenkomstig artikel 23, tweede lid, van de Asv.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot overeenkomstig artikel 23, derde lid, van de Asv in een keer.

  • 3.

    Bij subsidies van €25.000 tot € 125.000 verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 50% van het verleende subsidiebedrag.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot, bedoeld in het derde lid, in een keer.

 

C.

Er wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

 

Bijlage 4 bij Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

Wegen met doorstromingsknelpunten

 

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van Artikel I, onderdeel A, welke terugwerkt tot en met 1 januari 2017.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Vijfde wijzigingsregeling Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016.

’s-Hertogenbosch, 20 februari 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

mw. ir. A.M. Burger

Toelichting behorende bij de Vijfde wijzigingsregeling Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016.

 

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

 

Het doel van de subsidie is dat bedrijven hun logistieke proces dusdanig verbeteren dat het ertoe leidt dat voertuigen de geselecteerde wegen gaan mijden tijdens de spitstijden gedurende tenminste 12 maanden.

 

Het is niet noodzakelijk dat dagelijks hetzelfde voertuig de spits mijdt, maar dat er structureel één rit minder op de aangegeven wegen rijdt tijdens de spits. Ook hoeft geen sprake te zijn van een dagelijks terugkerende rit. Het gaat bij een structurele spitsmijding om 5 ritten op weekbasis die niet meer in de spits plaatsvinden. Dat kunnen dus ook 2 ritten op maandag, 2 ritten op dinsdag en 1 rit op donderdag zijn. Als op weekbasis maar 5 spitsmijdingen gerealiseerd worden.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 5.4 Subsidiabele activiteiten

Logistieke procesverbeteringen zijn aanpassingen aan het proces waardoor de uitvoering van de goederenstroom wordt geoptimaliseerd. De logistieke procesverbeteringen dienen een efficiencywinst op te leveren waardoor het aantrekkelijk is de logistieke verandering blijvend te realiseren.

Onder logistieke procesverbeteringen wordt niet verstaan: veranderingen in logistieke processen door:

  • -

    bedrijfsverhuizingen of verplaatsing van activiteiten als gevolg van herontwikkeling van bedrijventerreinen of ruimtegebrek;

  • -

    selectie van andere leveranciers;

  • -

    verlies van opdrachten of contracten van klanten;

  • -

    faillissement van leveranciers of klanten.

 

Artikel 5.5 Weigeringsgronden

De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit artikel 4:25 en 4:35 Awb en de weigeringsgronden uit artikel 8 van de Asv.

 

Onder b

De logistieke procesverbetering mag niet inhouden dat een verandering van vervoersmodaliteit plaatsvindt van weg naar spoor via Spoorterminal: Railport Brabant in de gemeente Tilburg.

 

Onder c

Binnen het programma Beter Benutten zijn afspraken gemaakt met een aantal partijen over verandering van vervoersmodaliteit van weg naar binnenvaart over het traject Veghel-Eindhoven: de Zuid-Willemsvaart, het Wilhelminakanaal en het Beatrixkanaal. Deze afspraken staan bekend als de Berzob afspraken. Projecten die gericht zijn op het uitvoeren van de Berzob afspraken met betrekking tot verandering van vervoersmodaliteit van weg naar binnenvaart over het traject Veghel-Eindhoven: de Zuid-Willemsvaart, het Wilhelminakanaal en het Beatrixkanaal, worden geweigerd.

 

Artikel 5.6 Subsidie vereisten

Eerste lid, onder f

Indien het gaat om het verrichten van haalbaarheidsstudies naar logistieke procesverbetering dient de studie erop gericht te zijn dat de spitsmijdingen minimaal 12 maanden in stand worden gehouden.

 

Tweede lid, onder a

Nul-meting

De nulmeting is een overzicht van het aantal ritten dat dagelijks tijdens de spitstijden op de wegen aangegeven in bijlage 4, en opgenomen in artikel 5.6, eerste lid, onder e, wordt uitgevoerd. De nul-meting dient te zijn uitgevoerd voor de uitvoering van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. De nulmeting is gebaseerd op registraties van voertuigbewegingen of laadlosprocessen die bij de aanvrager of ketenpartijen beschikbaar en controleerbaar zijn. De data waarop de nulmeting is gebaseerd is onderdeel van de nulmeting.

 

Tweede lid, onder b

Effectberekening

De effectberekening is de kwantitatieve berekening waarmee wordt onderbouwd op welke wijze het aantal spitsritten in de nulmeting wordt gereduceerd door het project.

 

Tweede lid, onder c,

Business case

De business case beschrijft de (meerjarige) jaarlijkse kosten en baten van de voorgenomen logistieke verbetering. De business case dient positief te zijn. Een business case is positief als de kosten van de logistieke procesverbetering door het bedrijf volledig worden terugverdiend en het logistieke proces zonder externe bijdrage door het bedrijf kan worden voortgezet.

 

Derde lid, onderdeel c, onder 3°

De methode voor effectmeting bestaat uit de registratie van een of meerdere meetbare activiteiten uit het verbeterde logistieke proces (bijvoorbeeld ritten of zendingen) waarmee wordt aangetoond dat het verbeteringsproces is afgerond en in de praktijk wordt toegepast. Met de registratie van deze activiteiten moet kunnen worden berekend hoeveel spitsmijdingen zijn gerealiseerd. De activiteiten worden gemeten met bestaande dataregistraties van deze logistieke activiteiten.

 

Artikel 5.11

Vijfde lid

In beginsel is het plafond voor de-minimissteun € 200.000 in drie jaar. Echter voor ondernemingen die voor rekening van derden goederen over de weg vervoeren geldt een lagere steunruimte van €100.000 per drie jaar. Steun voor ondernemingen die voor rekening van derden goederen over de weg vervoeren, mag niet worden gebruikt voor de aanschaf van vervoermiddelen voor goederenvervoer over de weg.

 

Artikel 5.13 Verplichtingen

Tijdens het project worden de activiteiten verricht die nodig zijn voor het realiseren van logistieke procesverbeteringen in het vervoer van goederen met bestelauto’s en vrachtauto’s. De gevolgen van het project zijn de spitsmijdingen. Op het moment dat de activiteiten uitgevoerd zijn ten behoeve van de veranderingen van het logistieke proces is het project afgerond. De gevolgen van het project dienen 12 maanden te bestaan, dus zullen na afronding van het project in stand gehouden dienen te worden.

 

Tweede lid

De resultaten, daarbij inbegrepen het aantal gerealiseerde spitsmijdingen, worden openbaargemaakt voor derden voor 1 februari 2018. Bij het verzoek tot vaststelling dient de bron opgegeven te worden waar de resultaten te vinden zijn.

 

Artikel 5.14 Prestatieverantwoording

Het activiteitenverslag bij de haalbaarheidsstudies bevat een kort verslag met de vraagstukken, de belangrijkste bevindingen van het onderzoek en de consequenties voor de vervolgstappen.

 

Het activiteitenverslag bij de projecten gericht op logistieke verbeteringen bevat

het aantal gerealiseerde spitsmijdingen berekend met de in de aanvraag beschreven effectmeetmethode en wordt op basis van maandcijfers gerapporteerd middels het rapportageformulier.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter de secretaris

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger

 

 

Naar boven