Aanwijzing Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) Stichting Topsport Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 14 en artikel 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VwEU);

Gelet op het besluit van de Commissie, nr. 2012/21/EU van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, kennisgegeven onder nummer C(2011) 9380 (hierna: Vrijstellingsbesluit).

Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;

Overwegende dat Diensten van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het VwEU. Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving, moet daarvoor een onderneming specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB worden belast;

Overwegende dat het naar mening van Gedeputeerde Staten noodzakelijk is om deze dienst aan een selecte groep ondernemers toe te vertrouwen, omdat daarmee in hoge mate wordt voldaan aan algemene behoeften van – grote groepen – Brabantse burgers en Gedeputeerde Staten het daarom belangrijk vindt dat deze dienst kan worden aangeboden. Hier komt bij dat wij als uitgangspunt hebben dat de onderneming sociaal verantwoorde tarieven hanteert en dat er door de onderneming continuïteit en zekerheid in de dienstverlening wordt geboden.

Besluiten:

• I. aan te wijzen als Dienst van Algemeen Economisch Belang, de volgende diensten:

  De activiteiten van de Stichting Topsport Brabant op het gebied van Talentontwikkeling, Evenementen en Programmamanagement, als zodanig aangeduid in de jaarlijkse subsidieverleningsbeschikking. Het gaat hierbij om:

  Activiteiten op het gebied van Talentontwikkeling

  • (Programma)management

    • het algemeen beleid, wat betekent afstemming met NOC*NSF, Provincie, de B5-steden en (toekomstige) bedrijvenpartners;

    • het maken van afspraken met sportbonden over de inzet van experts;

    • het maken van afspraken binnen de leerlijnen (medische centra, woningcorporaties, onderwijsinstellingen, experts voeding, prestatiegedrag en dopingautoriteit);

  • ondersteuning van programma’s in het kader van het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO);

  • ondersteuning van talenten instroomprogramma’s;

  • ondersteuning van individuele talenten;

  • High Perfomance Team Zuid: de leerlijnen;

  • talentidentificatie;

  • carrière na de sport;

  • samenwerking Team Brabant Sport;

  • communicatie;

  • monitoring.

    Activiteiten op het gebied van sportactivatie van Brabanders door Brabantse topsporters

  • organisatie van een aantal events waar Brabantse topsporters hun naam aan verbinden c.q. een actieve bijdrage leveren;

  • inzet van social media om de bekendheid van ‘Team Brabant Sport’ te vergroten;

  • ontwikkelen van activatieprogramma’s voor werknemers van Brabantse bedrijven (op termijn).

    Activiteiten op het gebied van Evenementen

  • het proactief acquireren en lobbyen gericht op het binnenhalen van grote topsportevenementen met internationale allure in Brabant;

  • het ondersteunen van sportevenementen;

  • het organiseren van side-events rondom de topsportevenementen;

  • het ontwikkelen van samenwerking met (voornamelijke private) partners en nauwe onderlinge samenhang met andere sportlijnen.

    Activiteiten op het gebied van Programmamanagement

  • Programmamanagement

    • aanbrengen en borgen van samenhang tussen de onderdelen Talentontwikkeling (w.o. CTO Zuid, Team BrabantSport), Evenementen, Innovatie en Aangepast sporten

    • sturen op resultaatsdoelstellingen en de daarvoor benodigde organisatorische en personele inzet

    • verantwoording over het programma afleggen naar de provincie en andere opdrachtgevers

  • Lobby

    • signaleren ontwikkelingen in Brabant en daarbuiten en deze vertalen naar kansen voor programma-organisatie;

    • onder de aandacht brengen van BrabantSport bij bestuurders van bedrijven, overheden, onderwijsinstellingen en bonden/NOC*NSF;

  • Partnerships

    • werven van partners voor BrabantSport

    • sturen op een propositie voor potentiële partners van BrabantSport onder bedrijven en andere organisaties

  • Marketing & communicatie

    • ontwikkelen en uitvoeren propositie voor partners BrabantSport

    • ontwikkelen communicatie-activiteiten voor BrabantSport als geheel en de onderdelen CTO Zuid, Team BrabantSport, Sports & Technology en evenementen

  • Ondersteuning

    • financiële, administratieve en communicatieve ondersteuning voor alle taken BrabantSport.

      Ons college is (mede) belast met toezicht op de tenuitvoerlegging hiervan. Zodra de omvang van deze openbare opdracht wordt verruimd tot nieuwe diensten, dient het aanwijzingsbesluit, c.q. subsidieverleningsbeschikking dienovereenkomstig te worden aangepast, binnen de beperkingen van artikel 106, tweede lid, van het VwEU.

• II. aard en duur van de openbare dienstverplichtingen:

  de verplichtingen voortvloeiende uit de taakomschrijving van de Stichting Topsport Brabant, zoals vastgelegd in de statuten van Stichting Topsport Brabant, in het besluit van Gedeputeerde Staten van 7 februari 2017 waarbij subsidie is verleend voor een periode van 1 jaar. Deze aanwijzing eindigt op 1 januari 2020.

• III. betrokken ondernemingen en het betrokken grondgebied:

  Stichting Topsport Brabant, t.b.v. diensten die worden uitgevoerd op het grondgebied van de provincie Noord-Brabant.

• IV. aard van de uitsluitende of bijzondere rechten, die de ondernemingen zijn toegekend:

  Niet van toepassing.

• V. de parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie:

  zie het door Stichting Topsport Brabant ingediende werkplan van

  9 december 2016 en de jaarlijkse subsidieverleningsbeschikking ten aanzien van Stichting Topsport Brabant. De opbouw van de kosten voor de diensten is beschreven in de subsidieaanvraag.

• VI. de regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen:

  De grondslag is te vinden in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant. De subsidie wordt vastgesteld op basis van daadwerkelijk gemaakte in aanmerking komende kosten.

’s-Hertogenbosch, 7 februari 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

mw. ir. A.M. Burger

Bezwaar

Bent u het niet eens met dit besluit, dan kunt u schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Zorgt u ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer mogen behandelen. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval uw naam en adres, de datum van uw bezwaarschrift, het besluit waartegen het bezwaar is gericht, de redenen van het bezwaar en voorzie het bezwaarschrift van een handtekening. U richt uw bezwaarschrift aan:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC ’s-Hertogenbosch

Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord ‘bezwaarschrift’ te vermelden.

Voor meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften verwijzen wij u naar www.brabant.nl/bezwaar. Het secretariaat van de hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 16 en e-mailadres bezwaar@brabant.nl.