Besluit van provinciale staten van 14 december 2016, kenmerk PZH-2016-565716839, tot wijziging van de Verordening ruimte 2014 in verband met de Actualisering 2016 van de Visie ruimte en mobiliteit

Provinciale Staten van Zuid-Holland;

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten 27 september 2016 en 29 november 2016 over de partiële wijziging van de Verordening ruimte 2014 in het kader van de Actualisering 2016 van de Visie ruimte en mobiliteit;

Gelet op artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

Overwegende dat met het oog op een een goede ruimtelijke ordening, provinciale belangen het noodzakelijk maken om regels omtrent de inhoud van bestemmingsplannen te actualiseren;

Besluiten:

Artikel I

De Verordening ruimte 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A.

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De letteraanduidingen voorafgaand aan de begrippen en de daarbij behorende omschrijvingen vervallen en de begrippen met de daarbij behorende omschrijvingen worden alfabetisch gerangschikt. De begrippen worden in cursief weergegeven.

  • 2.

    De volgende begrippen met de daarbij behorende omschrijvingen komen te vervallen: “agrarisch aanverwant bedrijf”, “bedrijventerrein”, “ecologische hoofdstructuur”, “geometrische plaatsbepaling”, “kwaliteitsfonds”, “provinciale vaarweg”, “regionale waterkering”, “Romeinse Limes”, “sciencepark”, “veehouderij” en “zeehaventerrein”.

  • 3.

    De omschrijving van het begrip “adviescommissie detailhandel Zuid-Holland” komt te luiden:

    onafhankelijk adviesorgaan waarvan het reglement door Gedeputeerde Staten is vastgesteld bij besluit van 26 mei 2015 en dat de gemeentelijke onderbouwing van een nieuwe detailhandelsontwikkeling op kwantitatieve en kwalitatieve behoefte en de ruimtelijke effecten van de ontwikkeling, zoals woon- en leefklimaat, objectief valideert;.

  • 4.

    De omschrijving van het begrip “bestaand stads- en dorpsgebied” komt te luiden:

    bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing, met inbegrip van daartoe bouwrijp gemaakte terreinen, ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid (uitgezonderd glastuinbouw), detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur;.

  • 5.

    De omschrijving van het begrip “bouwmarkt” komt te luiden:

    detailhandelsvestiging waarvan het hoofdassortiment bestaat uit bouwmaterialen, alsmede materialen die voor het verrichten van bouw- en verbouwwerkzaamheden nodig zijn;.

  • 6.

    De omschrijving van het begrip “intensieve veehouderij” komt te luiden:

    bedrijf waar geiten, slacht-, fok-, leg-, of pelsdieren in gebouwen zonder substantiële weidegang worden gehouden, met uitzondering van fokdieren ten behoeve van de melkrundveehouderij;

  • 7.

    De omschrijving van het begrip “tuincentrum” komt te luiden:

    detailhandelsvestiging waarvan het hoofdassortiment bestaat uit boomkwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen, attributen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen, balkons en terrassen waaronder tuinmeubilair, alsmede de daarbij benodigde hulpmaterialen;.

  • 8.

    Het begrip “wezenlijke kenmerken en waarden ecologische hoofdstructuur” wordt vervangen door: wezenlijke kenmerken en waarden Natuurnetwerk Nederland. De omschrijving van het begrip komt te luiden:

    de kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland die zijn gekoppeld aan de natuurdoelen voor een gebied die zijn opgenomen in het 'Natuurbeheerplan Zuid-Holland', het ‘portaal natuur en landschap’ en de aanwijzingsbesluiten voor de Natura2000-gebieden;.

  • 9.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

    akkerbouwbedrijf: bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het telen van akkerbouwgewassen in de open grond;.

  • 10.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

    detailhandel in volumineuze goederen: detailhandel waarbij het hoofdassortiment bestaat uit omvangrijke goederen waarvoor een grote uitstallingsruimte nodig is, zoals auto’s, boten en caravans;.

  • 11

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

    kringloopwinkel: detailhandelsvestiging waarbij gebruikte huisraad, kleding, fietsen en overige kringloopgoederen om niet worden ingezameld en worden gerepareerd en verkocht;.

B.

Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

    • c.

      omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het bestemmingsplan of van de beheersverordening wordt afgeweken, voor zover het betreft de in bijlage 1 van deze verordening genoemde situaties;.

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

    • d.

      omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het bestemmingsplan of van de beheersverordening wordt afgeweken;.

  • 3.

    Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

    • b.

      ruimtelijke onderbouwing bij een omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid, onder c of d, of bij een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in het eerste lid, onder e.

  • 4.

    Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

    • b.

      waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een omgevingsvergunning is verleend of waarvoor op dat tijdstip een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend die op grond van het geldende bestemmingsplan moet of kan worden verleend;.

C.

In artikel 2.1.1 komt het tweede lid te vervallen en wordt het derde lid vernummerd tot het tweede lid.

D.

Artikel 2.1.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid, met opschrift, komt te luiden:

    Lid 2 Omvang van ontwikkelingen binnen de centra

    De nieuwe detailhandel, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      de ontwikkeling is in overeenstemming met het in het Programma ruimte beschreven ontwikkelingsperspectief voor de daarin benoemde te ontwikkelen centra, te optimaliseren centra en de overige centra;

    • b.

      aangetoond is dat als gevolg van de ontwikkeling het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast en geen onaanvaardbare leegstand ontstaat;

    • c.

      voor zover de ontwikkeling een omvang heeft van meer dan 2.000 m2 bruto vloeroppervlak, is mede met het oog op de eisen onder a en b, advies gevraagd aan de adviescommissie detailhandel Zuid-Holland.

  • 2.

    Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      detailhandel in goederen die qua aard of omvang van de aangeboden goederen niet of niet goed inpasbaar is in de centra:

    • i.

      detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;

    • ii.

      detailhandel in volumineuze goederen;

    • iii.

      meubelbedrijven met een omvang van minimaal 1.000 m2 bruto vloeroppervlak, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering, alsmede detailhandel in de volumineuze woongoederen: keukens, badkamers, vloeren, zonwering en jacuzzi’s, voor zover de ontwikkeling plaatsvindt binnen de bedrijventerreinen met PDV-locaties waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op ‘Kaart 2 Detailhandel’;

    • iv.

      tuincentra met een omvang van minimaal 1.000 m2 bruto vloeroppervlak;

    • v.

      bouwmarkten met een omvang van minimaal 1.000 m2 bruto vloeroppervlak;.

  • 3.

    Het derde lid, onderdeel e, komt te luiden:

    • e.

      kringloopwinkels.

  • 4.

    Het derde lid, onderdelen f en g , komen te vervallen.

     

  • 5.

    Het vierde lid, met opschrift, komt te luiden:

     

    Lid 4 Voorwaarden ontwikkelingen buiten de centra

    Het bestemmingsplan voorziet uitsluitend in de nieuwe detailhandel, bedoeld in het derde lidonder a, als is aangetoond dat het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast engeen onaanvaardbare leegstand ontstaat. Mede met het oog hierop is advies gevraagd aan deadviescommissie detailhandel Zuid-Holland, voor zover het gaat om de nieuwe detailhandel, be-doeld in het derde lid onder a, onderdelen iii, iv of v.

     

  • 6.

    In het vijfde lid, komt de zinsnede “e, f en g,” te vervallen.

     

  • E

     

Artikel 2.1.5, eerste lid, met opschift, komt te luiden:

Lid 1 Glastuinbouwgebied voor teelt onder glas

Een bestemmingsplan voor gronden binnen het glastuinbouwgebied, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op ‘Kaart 3 Teeltgebieden’, laat alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven toe, alsmede de daarbij behorende voorzieningen en voorzieningen voor energieopwekking.

F.

Een nieuw artikel 2.1.11, met opschrift, wordt ingevoegd, luidende:

Artikel 2.1.11 20 Ke-contour Schiphol

Lid 1 Woningbouw uitsluitend binnen bestaand stads- en dorpsgebied

Voor de gronden binnen de 20 Ke-contour, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op ‘Kaart 13 20 Ke-contour Schiphol’, kan een bestemmingsplan voorzien in nieuwe woningen, uitsluitend binnen het bestaand stads- en dorpsgebied.

Lid 2 Uitzonderingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied

In afwijking van het eerste lid kan een bestemmingsplan in onderstaande gevallen voorzien in nieuwe woningen buiten bestaand stads- en dorpsgebied als het betreft:

  • a.

    woningbouw binnen de voormalige bebouwingscontour van de streekplannen uit 2003, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op ‘Kaart 13 20 Ke-contour Schiphol’;

  • b.

    de toevoeging van ten hoogste enkele woningen in reeds aanwezige lintbebouwing buiten bestaand stads- en dorpsgebied;

  • c.

    de toevoeging van ten hoogste enkele greenportwoningen, als bedoeld in de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek;

  • d.

    de toevoeging van ten hoogste enkele woningen volgens het principe ruimte voor ruimte, waarbij de ruimtelijke kwaliteit wordt verbeterd door de sloop van overtollige bebouwing en kassen;

  • e.

    het omzetten van bedrijfswoningen naar burgerwoningen;

  • f.

    bedrijfswoningen, voor zover noodzakelijk voor de bedrijfsvoering.

Lid 3 Motivering met betrekking tot geluid

Voor zover een bestemmingsplan nieuwe woningen toestaat op de gronden binnen de 20Ke-contour, wordt in de toelichting van dat plan rekenschap gegeven van het feit dat op de betreffende locatie sprake is van geluid vanwege het luchtverkeer en worden de redenen vermeld die er toe hebben geleid om op de betreffende locatie nieuwe woningen te bestemmen.

G.

Artikel 2.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    Lid 1 Ruimtelijke kwaliteit bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen

    Een bestemmingsplan kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, onder de volgende voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit:

  • a.

    de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, voorziet geen wijziging op structuurniveau, past bij de aard en schaal van het gebied en voldoet aan de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart (inpassen);

  • b.

    als de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, maar wijziging op structuurniveau voorziet (aanpassen), wordt deze uitsluitend toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit per saldo ten minste gelijk blijft door:

    • i.

      zorgvuldige inbedding van de ontwikkeling in de omgeving, rekening houdend met de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart, en

    • ii.

      het zo nodig treffen van aanvullende ruimtelijke maatregelen als bedoeld in het derde lid;

  • c.

    als de ruimtelijke ontwikkeling niet past bij de bestaande gebiedsidentiteit (transformeren), wordt deze uitsluitend toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe ontwikkeling is gewaarborgd door:

    • i.

      een integraal ontwerp, waarin behalve aan de ruimtelijke kwaliteit van het gehele gebied ook aandacht is besteed aan de fysieke en visuele overgang naar de omgeving en de fasering in ruimte en tijd, alsmede rekening is gehouden met de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart, en

    • ii.

      het zo nodig treffen van aanvullende ruimtelijke maatregelen als bedoeld in het derde lid.

  • 2.

    In het, tweede lid, onderdeel a, wordt de zinsnede “of van natuur of om een in het Programma ruimte uitgezonderde ruimtelijke ontwikkeling” vervangen door: of van natuur of om een in het Programma ruimte uitgezonderde ruimtelijke ontwikkeling of een zwaarwegend algemeen belang.

  • 3.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt de zinsnede “of van natuur of om een in het Programma ruimte uitgezonderde ruimtelijke ontwikkeling” vervangen door: of van natuur of om een in het Programma ruimte uitgezonderde ruimtelijke ontwikkeling of een zwaarwegend algemeen belang.

  • 4.

    In het vierde lid wordt de zinsnede “bevat een motivering, bij voorkeur vervat in een beeldkwaliteitsparagraaf,” vervangen door: bevat een beeldkwaliteitsparagraaf, waarin het effect van deze ontwikkeling op de bestaande kenmerken en waarden wordt beschreven en.

  • 5.

    Er wordt een zesde lid, met opschrift ingevoegd, luidende:

Lid 6 Aanvullende regels voor kassen en bedrijfswoningen

Een bestemmingsplan voor gronden buiten het bestaand stads- en dorpsgebied is in overeenstemming met de volgende regels:

  • a.

    gebruik van kassen voor andere functies dan teelt onder glas is uitgesloten, uitgezonderd kleinschalige ontwikkelingen voor educatie of recreatie;

  • b.

    bij een niet-agrarisch bedrijf of een agrarisch aanverwant bedrijf buiten bestaand stads- en dorpsgebied is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, voor zover dat noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering.

H.

Artikel 2.3.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ingevoegd een nieuw onderdeel b, onder verlettering van de overige onderdelen, luidende:

    • b.

      in afwijking van onderdeel a, kan bij samenvoeging van twee akkerbouwbedrijven de omvang van het agrarisch bouwperceel worden vergroot tot de op het moment van samenvoeging bestaande maximaal mogelijke planologische omvang van beide bouwpercelen gezamenlijk, mits het achter te laten bouwperceel wordt gesaneerd;.

  • 2.

    In het eerste lid wordt ingevoegd een nieuwe onderdeel h, onder verlettering van de overige onderdelen, luidende:

    • h.

      uitbreiding van bebouwing ten behoeve van een bestaande intensieve veehouderij als hoofdtak of als neventak kan binnen het bouwperceel van maximaal 2 hectare worden toegelaten, voor zover de bebouwing wordt gebruikt voor het houden van dieren op een biologische wijze als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Verordening (EG) 834/2007 van de Raad en mits de neventak niet uitgroeit tot hoofdtak;

  • 3.

    In het eerste lid, onderdeel l (nieuw) wordt de zinsnede “g tot en met i” vervangen door: i tot en met k.

  • 4.

    In het derde lid wordt de zinsnede “tot maximaal 2,5 hectare” vervangen door: met ten hoogste 0,5 hectare.

I.

De artikelen 2.3.2, 2.3.3 en 2.3.7 komen te vervallen, onder vernummering van de artikelen 2.3.4, 2.3.5 en 2.3.6 tot 2.3.2, 2.3.3 en 2.3.4.

J.

Artikel 2.3.2 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het opschrift van artikel 2.3.2 wordt de zinsnede “Ecologische Hoofdstructuur” vervangen door: Natuurnetwerk Nederland.

  • 2.

    De zinsnede “de ecologische hoofdstructuur” wordt telkens vervangen door: het Natuurnetwerk Nederland.

  • 3.

    De zinsnede “ecologische hoofdstructuur” wordt telkens vervangen door: Natuurnetwerk Nederland.

  • 4.

    In de opschriften van de leden 2 en 3, wordt de zinsnede “EHS” telkens vervangen door: NNN.

K.

Artikel 2.3.3, eerste lid, onderdeel b, (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de onderdelen i en j wordt de zinsnede “als de molen is gelegen in het gebied” telkens vervangen door: voor zover dit gebied is gelegen.

  • 2.

    Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel ii door een punt, vervalt onderdeel iii.

L.

Artikel 2.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid komt de zinsnede “met een vermogen van meer dan 30 kW” te vervallen.

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

Lid 3 Afwijkingsmogelijkheid voor kleine en middelgrote windturbines

In afwijking van het eerste lid kan een bestemmingsplan voor gronden buiten het bestaand stads-en dorpsgebied kleine windturbines met een ashoogte tot 15 meter toelaten en kan een bestemmingsplan voor gronden binnen het bestaand stads- en dorpsgebied of voor gronden binnen het glastuinbouwgebied, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op ‘Kaart 3 Teeltgebieden’, kleine en middelgrote windturbines met een ashoogte tot 45 meter toelaten, voor zover dat passend is bij de lokale situatie.

M.

Artikel 3.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het opschrift wordt wordt de zinsnede “de ecologische hoofdstructuur” vervangen door: het Natuurnetwerk Nederland.

  • 2.

    De zinsnede “de ecologische hoofdstructuur” wordt telkens vervangen door: het Natuurnetwerk Nederland.

  • 3.

    De zinsnede “artikel 2.3.4” wordt telkens vervangen door: artikel 2.3.2.

N.

Artikel 3.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De zinsnede “de ecologische hoofdstructuur” wordt vervangen door: het Natuurnetwerk Nederland.

  • 2.

    De zinsnede “artikel 2.3.4” wordt vervangen door: artikel 2.3.2.

O.

In artikel 3.4, tweede lid, komt de zinsnede “, artikel 2.3.2, artikel 2.3.3” te vervallen.

P.

In artikel 3.7 komt het tweede lid te vervallen, alsmede het opschrift bij het eerste lid.

Q.

Ingevoegd wordt een nieuwe bijlage 1, luidende:

Bijlage 1 Situaties als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c (toepassingen van de kruimelregeling waarvoor de verordening geldt).

Toepassing van de hierna genoemde onderdelen van artikel 4, hoofdstuk IV, Bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht:

  • 1.

    onderdeel 1 , voor zover sprake is van ontwikkelingen

    • ten behoeve van detailhandel en/of kantoren;

    • op gronden binnen de veiligheidszone langs de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op 'Kaart 6 Veiligheidszonering Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas';

    • op bedrijventerreinen, aangeduid op de bedrijventerreinenkaart in paragraaf 2.2.4 van het Programma ruimte, of

    • op gronden binnen de molenbiotoop van traditionele windmolens, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op 'Kaart 9 Cultureel erfgoed';

  • 2.

    onderdeel 9, voor zover het betreft ontwikkelingen binnen bestaand stads- en dorpsgebied conform de verordening en sprake is van gebruikswijziging(en):

    • ten behoeve van detailhandel of kantoren;

    • op gronden binnen de veiligheidszone langs de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op 'Kaart 6 Veiligheidszonering Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas', of

    • op bedrijventerreinen, aangeduid op de bedrijventerreinenkaart in paragraaf 2.2.4 van het Programma ruimte;

  • 3.

    onderdeel 9, voor zover het betreft ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied conform de verordening , tenzij sprake is van het realiseren van tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten bij een agrarisch bedrijf gedurende een korte seizoen piekperiode;

  • 4.

    onderdeel 11, tenzij sprake is van:

    • het realiseren van tijdelijke nieuwe woningen binnen bestaand stads- en dorpsgebied conform de verordening, of

    • het realiseren van nieuwe tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten bij een agrarisch bedrijf gedurende een korte seizoenspiekperiode.

R.

De kaartenbijlage wordt vernoemd tot:

Bijlage 2 kaarten.

S.

De geometrische plaatsbepaling van de kantorenconcentratielocaties op “Kaart 1 Kantoren” wordt gewijzigd zoals geometrisch is bepaald en verbeeld op de bij deze verordening behorende kaartbijlage.

T.

De geometrische plaatsbepaling van het bollenteeltgebied, het compensatiegebied bollenteelt en de beschermde graslanden in de bollenstreek, zoals verbeeld op “Kaart 3 Teeltgebieden” wordt gewijzigd zoals geometrisch bepaald en verbeeld op de bij deze verordening behorende kaartbijlage.

U.

De geometrische plaatsbepaling van de veiligheidszonering oevers Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas op “Kaart 6 Veiligheidszonering Oevers Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas” wordt gewijzigd zoals geometrisch is bepaald en verbeeld op de bij deze verordening behorende kaartbijlage.

V.

De geometrische plaatsbepaling van de ecologische hoofdstructuur en de beschermde graslanden in de bollenstreek zoals verbeeld op “Kaart 7 Beschermingscategorieën ruimtelijke kwaliteit” en “Kaart 8 Natuurnetwerk Nederland” wordt gewijzigd zoals geometrisch bepaald en verbeeld op de bij deze verordening behorende kaartbijlage.

W.

De geometrische plaatsbepaling van de stedelijke agglomeratie, de regionale kernen en het glastuinbouwgebied Westland-Oostland, op “Kaart 10 Windenergie” komt te vervallen zoals geometrisch is bepaald en verbeeld op de bij deze verordening behorende kaartbijlage.

X.

De geometrische plaatsbepaling van de regionale waterkeringen zoals verbeeld op “Kaart 11 Regionale waterkeringen” wordt gewijzigd zoals geometrisch bepaald en verbeeld op de bij deze verordening behorende kaartbijlage.

Y.

De geometrische plaatsbepaling van bekende archeologische waarden op “Kaart 12 Archeologie” wordt gewijzigd zoals geometrisch is bepaald en verbeeld op de bij deze verordening behorende kaartbijlage.

Z.

Ingevoegd wordt een nieuwe “Kaart 13 20 Ke-contour Schiphol” zoals verbeeld op de bij deze verordening behorende kaartbijlage.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin deze verordening wordt geplaatst.

Den Haag, 14 december 2016,

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

 

wnd. griffier,

F.Kas

voorzitter,

drs. J. Smit

Naar boven