Uitvoeringsregeling opruiming drugsafval provincie Drenthe 2017

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 31 januari 2017, kenmerk 4.4/2017000259, team Milieu, Bodem en Energie, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling opruiming drugsafval provincie Drenthe 2017

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

 

overwegende dat de Tweede Kamer op 30 oktober 2014 bij het vaststellen van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor het jaar 2015 een amendement heeft aangenomen, waarmee ten laste van de begroting van het ministerie in de jaren 2015, 2016 en 2017 telkens een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van cofinanciering tot maximaal 50% van de kosten van opruiming van drugsafvaldumpingen (Kamerstuk 34000 XII nr. 49);

 

overwegende dat op 3 december 2015 tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Vereniging van het Interprovinciaal Overleg het convenant ‘Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen’ is afgesloten, waarin nader is bepaald hoe de verdeelsleutel van het beschikbare bedrag tussen de provincies tot stand komt en waarin afspraken zijn vastgelegd over de wijze en voorwaarden waarop provincies overgaan tot subsidieverstrekking op basis van het amendement;

 

overwegende dat in de provincie Drenthe jaarlijks enkele drugsdumpingen plaatsvinden en derhalve voor 2015 en 2016 samen uit het gereserveerde bedrag € 40.429,45 via het Provinciefonds beschikbaar wordt gesteld aan de provincie Drenthe voor subsidieverstrekking;

 

overwegende dat zij, daar waar sprake is van staatssteun, in het kader van rechtvaardiging van staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing achten:

  • a.

    Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L352/1 van 24 december 2013;

  • b.

    Verordening (EG) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;

 

 

BESLUITEN:

 

 

vast te stellen de Uitvoeringsregeling opruiming drugsafval provincie Drenthe 2017.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

dr.h.c. J. Tichelaar, voorzitter

mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris

 

 

Uitgegeven 17 februari 2017

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling aan aanmelding als opgenomen in:

    • 1.

      Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L352/1 van 24 december 2013 of

    • 2.

      Verordening (EG) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;

  • b.

    drugsafval: afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs;

  • c.

    erkende verwijderaar: verwijderaar die over de benodigde milieuvergunningen beschikt om afval volgens de juiste regelgeving te kunnen en mogen verwijderen;

  • d.

    synthetische drugs: uit chemische grondstoffen geproduceerde verdovende middelen;

  • e.

    zakelijk gerechtigden: personen met een zakelijk recht als bedoeld in boek 3 en 5 van het Burgerlijk Wetboek, op een zaak.

 

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    gemeenten in de provincie Drenthe;

  • b.

    zakelijk gerechtigden binnen Drenthe.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:

  • a.

    het opruimen van drugsafval en/of

  • b.

    het opruimen van de bodemverontreiniging die voortvloeit uit het dumpen van drugsafval binnen Drenthe.

 

Artikel 4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager naar het oordeel van Gedeputeerde Staten medeverantwoordelijk geacht kan worden voor de productie of dumping van het drugsafval waarop de aanvraag is gericht.

 

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      er is sprake van een illegale dumping van drugsafval;

    • b.

      de grond waarop illegaal drugsafval is gedumpt:

      • 1.

        is gelegen binnen de gemeentegrenzen van de aanvragende gemeente of

      • 2.

        behoort tot het zakelijk recht van de aanvrager;

    • c.

      van de illegale dumping is aangifte gedaan bij de politie;

    • d.

      de opruiming van de dumping bedoeld onder a, is gedaan in de kalenderjaren 2015 en 2016 voorafgaand aan de aanvraag;

    • e.

      aan het project liggen ten grondslag:

      • 1.

        een bewijs van aangifte van de politie met ten minste een kaart met de locatie waar de drugsafval is aangetroffen, foto’s van de dumping en een beschrijving van de aangetroffen drugsgerelateerde afvalstoffen;

      • 2.

        een bewijs van de gemaakte kosten voor verwijdering en afvoer van het drugsafval;

      • 3.

        een bewijs van verwijdering en afvoer van het drugsafval.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 3, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het aangetroffen drugsafval is verwijderd conform de daartoe geldende wet- en regelgeving;

    • b.

      het aangetroffen drugsafval is verwijderd door een erkende verwijderaar.

  • 3.

    Onverminderd het eerste lid wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 3, onder b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de bodemverontreiniging is een gevolg van de illegale dumping van drugsafval als bedoeld in het eerste lid, onder a;

    • b.

      de bodemverontreiniging is verwijderd conform artikel 6 tot en met artikel 13 van de Wet bodembescherming.

 

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen voor subsidie in aanmerking de daadwerkelijk voor onafhankelijke derden gemaakte kosten, voor zover deze niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen, voor:

  • a.

    het opruimen van drugsafval of

  • b.

    de uit de dumping voortvloeiende bodemverontreiniging.

 

Artikel 7 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    btw die op grond van de Wet op de Omzetbelasting 1968 verrekenbaar kan zijn;

  • b.

    btw die op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds 2003 compensabel kan zijn.

 

Artikel 8 Vereisten subsidieaanvraag

Een subsidieaanvraag voldoet aan de volgende vereisten:

  • a.

    subsidieaanvragen worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • b.

    een subsidieaanvraag bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen;

  • c.

    subsidieaanvragen worden ingediend voor 1 mei 2017 bij het ontvangstloket van de provincie Noord-Brabant (www.brabant.nl).

 

Artikel 9 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3, wordt als procentuele bijdrage evenredig verdeeld over de aanvragen tot een maximum van 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid wordt, indien sprake is van staatssteun, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt, dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun niet wordt overschreden.

 

Artikel 10 Verdeelcriteria

Indien de binnen de periode, bedoeld in artikel 8, onder c, voor subsidie in aanmerking komende subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, wordt conform artikel 9, eerste lid, het percentage van de subsidiehoogte gewijzigd, zodat de totaal te verstrekken subsidie het subsidieplafond niet te boven gaat. Het totaal beschikbare subsidiebedrag wordt naar evenredigheid verdeeld onder alle voor subsidie in aanmerking komende aanvragers.

 

Artikel 11 Beslistermijnen

Gedeputeerde Staten beslissen op een aanvraag om subsidie binnen 13 weken na afloop van de aanvraagperiode.

 

Artikel 12 Subsidievaststelling en betaling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen de subsidie direct vast.

  • 2.

    Bij een beschikking als bedoeld in het eerste lid, vindt de betaling van het subsidiebedrag in één keer plaats.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2017 en vervalt op 1 mei 2017.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling opruiming drugsafval provincie Drenthe 2017.

 

Toelichting behorende bij de Uitvoeringsregeling opruiming dr ugsafval provincie Drenthe 2017

 

Algemeen

De uitvoeringsregeling vloeit voort uit het amendement inzake de tegemoetkoming in de kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de afspraken tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de provincies die in dat kader zijn gemaakt over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg dragen voor de cofinanciering van de kosten die gemeenten en grondeigenaren voor het opruimen van drugsafvaldumpingen hebben gemaakt.

 

Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsdumpingen. Onder andere omvat dit afspraken met betrekking tot de wijze waarop de beschikbare gelden over de provincies zijn verdeeld en de wijze waarop de beschikbare bedragen worden verstrekt aan de gedupeerden.

 

Het doel van de regeling is het verstrekken van subsidie tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van dumpingen van drugsafval. Er wordt regelmatig afval afkomstig van de productie van synthetische drugs gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De kosten van het opruimen komen nu voor rekening van de betrokken decentrale overheden, voornamelijk gemeenten, en grondeigenaren of degene die het grootst zakelijk recht op de grond heeft. In het convenant en aldus ook in deze regeling is het amendement zo uitgelegd dat niet alleen aan decentrale overheden, vooral gemeenten, subsidie kan worden verleend maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral in het buitengebied niet alleen sprake is van vol eigendom van grond, maar ook van zakelijke rechten zoals erfpacht en opstal waarbij bepaalde eigendomsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten, is in de regeling de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.

 

Voor het opruimen van drugsafval bestaan in iedere regio protocollen vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidsschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hierbij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.

 

Juridisch kader

De inhoud van de regeling is tot stand gekomen met de 12 provincies. Iedere provincie hanteert dezelfde bepalingen voor wat betreft de volgende essentialia:

  • doelgroep

  • subsidiabele activiteit

  • weigeringsgronden

  • vereisten subsidiabele activiteit

  • vereisten aanvraag

  • periode van openstelling

  • subsidiabele kosten

  • subsidiehoogte

  • verdeelcriteria

  • beslistermijnen en vaststelling ineens.

 

Deze essentialia worden door iedere provincie binnen hun eigen structuur van regelgeving, waaronder de eigen Algemene subsidieverordening, vastgesteld in een regeling of als onderdeel van een algemeen subsidiebesluit of een algemene subsidieverordening.

 

Staatssteun

Mogelijk is subsidie voor het opruimen van drugsafval aan te merken als staatssteun, uitgaande van het volgende:

  • de ontvanger is een onderneming in de zin van Europees recht;

  • het voordeel dat met de subsidie wórdt verkregen, zou niet op de markt verkregen zijn;

  • de subsidie geldt voor specifieke sectoren;

  • de maatregel vervalst in potentie de mededinging of concurrentiepositie omdat de ontvanger in staat wordt gesteld investeringen te doen.

 

Indien hiervan in het concrete geval sprake blijkt te zijn, wordt gebruikgemaakt van de ruimte die de de-minimisverordening biedt, in algemene zin en specifiek voor de landbouwsector.

 

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving zoals gehanteerd in het convenant.

Onder b drugsafval

Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders.

Onder c erkende verwijderaar

Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogd de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen.

Onder e zakelijk gerechtigden

Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkte rechten die op een eigendom gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.

 

Artikel 2 Doelgroep

Voor de doelgroep is aangesloten bij de uitleg die in het convenant aan het amendement is gegeven. Voorts is het begrip grondeigenaar opgevat als zakelijk gerechtigde op de grond.

Van belang bij de afbakening van de doelgroep is dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker, zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Op grond van de formulering wordt ook voor het opruimen van bodemverontreiniging door dumping van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van de drugsdumping. Overigens is het ook mogelijk dat er geen bodemverontreiniging is bij een dumping van drugsafval.

 

Artikel 4 Weigeringsgronden

Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, kan wijzen op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag. Het al dan niet ontvangen van een tegemoetkoming in de kosten op andere wijze is geen reden tot weigering, mogelijk wel tot matiging van de subsidiehoogte. Dit is geregeld in artikel 6.

 

Artikel 5 Subsidievereisten

Onder d

In het convenant en het amendement is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van de opruiming van dumpingen in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Omdat de regeling mogelijk meerdere keren op deze wijze wordt opengesteld, is niet het concrete jaar genoemd maar verwezen naar het jaar voor het moment van aanvraag, vermits deze als vanzelfsprekend binnen de openstellingsperiode is ingediend.

Onder e

De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten zijn beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is niet meer aan de orde.

 

Artikel 6 Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op factuur aantoonbaar.

 

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

Onder b

In de geest van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement is de tegemoetkoming die gemeenten krijgen in de kosten van de opruiming van drugsafval, inclusief de btw-compensatie, procentueel gelijk aan de tegemoetkoming die grondeigenaren, niet zijnde gemeenten, ontvangen voor de door hen gemaakte kosten. Daarom is bij het bepalen van de te verstrekken cofinanciering vanuit het provinciefonds rekening gehouden met de btw-compensatie.

 

Artikel 8 Vereisten subsidieaanvraag

Onder a

Voor het vaststellen van het aanvraagformulier hebben GS mandaat verleend aan GS van de provincie Noord-Brabant omdat de provincie Noord-Brabant de volledigheidstoets en de inhoudelijke toets op zich neemt. Noord-Brabant fungeert als subsidieloket.

Naar boven