Tweede wijziging Nadere Regels (voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen) voor Provinciale Vaarwegen Flevoland

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat het wenselijk is om de nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland aan te passen;

 

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 30 mei 2017 met kenmerk HB 2066357;

 

Gelet op artikel 7.9 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012, de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet;

 

Besluiten:

 

Vast te stellen de wijziging van de Nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland:

Tweede wijziging van de Nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland

 

Artikel l Wijziging nadere regels

De Nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Paragraaf 4.2.2 wordt gewijzigd: Binnen de bebouwde kom (niet zijnde bij bedrijventerreinen) ziet de provincie op basis van de huidige gebruiksintensiteit geen noodzaak voor nieuwe afmeervoorzieningen. Indien de gemeente nut en noodzaak kan aantonen, kan het onder voorwaarden:

  • a)

    het belemmert de vlotte en veilige doorvaart niet;

  • b)

    de oevers dienen vrij toegankelijk te zijn voor de provincie in het kader van verantwoord en kosten efficiënt beheer en onderhoud;

  • c)

    de provincie wil en kan geen oneerlijke concurrentie aangaan met jachthavens. een verzoek doen tot het aanleggen van kleine bouwwerken (als steigers, vlonders etc.). De kosten voor aanleg en voor het beheer en onderhoud komen voor rekening van die gemeente. Schepen mogen de oevers en afmeervoorzieningen van de provinciale vaarten niet langdurig gebruiken voor (semi-) permanente bewoning. Uitzondering hierop zijn gemeentelijke initiatieven voor "wonen op het water" die zijn vastgelegd in een bestemmingsplan.

 

B.

Paragraaf 4.2.6 de volgende tekst wordt toegevoegd:

Afmeren langs provinciale vaarwegen is onder voorwaarden toegestaan:

  • Op de kaart (www.flevoland.nl/afmeren) met de vaarwegprofielen wordt aangegeven dat afmeren op de locatie waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd mogelijk is. Hierbij is uitgegaan van afmeer mogelijkheden buiten een straal van 50 meter bij bruggen en 200 meter bij sluizen. Daarnaast is rekening gehouden met de veiligheid wat betreft zicht bij kruispunten.

  • Afgemeerd mag worden in het vaarseizoen (1 april – 1 november) met één boot. Gedetailleerde inspecties door de provincie vinden buiten het vaarseizoen plaats. Aangezien op het moment dat een vaartuig is afgemeerd de oeverbeschoeiing aan het oog wordt onttrokken voor inspecties vanaf de waterkant, wordt aan booteigenaren gevraagd om plotselinge verslechteringen aan de oeverbeschoeiing aan de provincie te rapporteren.

  • Een ligplaats ontheffing zal worden verleend op het moment dat deze gecombineerd wordt met de verhuur van de beheerstrook welke direct aan het perceel van de booteigenaar grenst.

  • Een marktconforme vergoeding moet aan de provincie worden betaald.

  • De aan te leggen boot mag niet langer zijn dan de breedte van het perceel. Aan de voor- en achterkant blijft 1 meter tussenruimte over.

 

C.

Aan Bijlage 3 Tabel met hectometrering wordt de volgende wijziging aangebracht

In de tabel is aangegeven dat aan de Lemstervaart tussen 6.50 en 6.60 aan de rechterzijde een bedrijventerrein aanwezig is. Dit is echter een evidente verschrijving, aangezien het bedrijventerrein zich bevindt aan de linkerzijde van de Lemstervaart. Het volgende wordt in de tabel toegevoegd

 

  • Vaart

  • Zone (van – tot in km.)

  • Argument

  • Lemstervaart links

  • 6.40 – 6.70

  • Bedrijventerrein

  

 

Artikel ll Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 20 december 2017.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 19 december 2017

T. van der Wal, secretaris,

J. Lodders, plv. voorzitter,

De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland

Naar boven