Besluit van Gedeputeerde Staten, van 19 december 2017, kenmerk 01460593, tot wijziging van de Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

besluiten:

Artikel I

de Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân te wijzigen als volgt:

A.

Aan artikel 1.1 wordt na lid 17 een nieuw lid toegevoegd, luidende:

• 18. In paragraaf 6.2 van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. samenwerkingsverband: samenwerkingsverband van tenminste één uit de openbare kas bekostigde onderwijsinstelling en één arbeidsorganisatie, dat op grond van een samenwerkingsovereenkomst publiek-private samenwerking vorm geeft;

  • b. onderwijsinstelling: instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het bekostigde beroepsopleidingen betreft;

  • c. publiek-private samenwerking: samenwerking tussen in ieder geval één uit de openbare kas bekostigde onderwijsinstelling en een arbeidsorganisatie;

  • d. Regeling regionaal investeringsfonds mbo: Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 april 2014, nr. MBO/602732, houdende de verstrekking van subsidie voor de verbetering van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt door publiek-private samenwerking.

B.

In Hoofdstuk 6 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 6.2 Stimulering samenwerking MKB en mbo

Artikel 6.2.1 Doel

Het doel van deze regeling is het beschikbaar stellen van subsidie aan samenwerkingsverbanden die bestaan uit publieke en private partijen, die ten doel hebben de aansluiting van het beroepsonderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt te verbeteren.

Artikel 6.2.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor een duurzame publiek-private samenwerking, die ten doel heeft de aansluiting van het beroepsonderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt te verbeteren.

Artikel 6.2.3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan bevoegde gezagen van onderwijsinstellingen.

Artikel 6.2.4 Aanvraagperiode

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend binnen een door Gedeputeerde Staten vastgesteld tijdvak.

Artikel 6.2.5 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 6.2.6 Weigeringsgronden

Een subsidie wordt geweigerd indien:

• a. de activiteit naar het oordeel van Gedeputeerde Staten geen bijdrage levert aan het in artikel 6.2.1 genoemde doel van deze regeling;

• b. ten tijde van ontvangst van de aanvraag, bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geen subsidie was aangevraagd voor dezelfde activiteit op grond van de Regeling regionaal investeringsfonds mbo;

• c. de aanvraag is ontvangen buiten een in artikel 6.2.4 bedoelde aanvraagperiode, dan wel in strijd met artikel 6.2.5 is ingediend.

Artikel 6.2.7 Subsidiabele kosten

• 1. Subsidie wordt verstrekt voor de begrote kosten voor het bereiken van de in het plan van aanpak beschreven mijlpaal die naar twee jaar wordt bereikt, voor zover die kosten worden gemaakt voor 1 januari 2022.

• 2. Geen subsidie wordt verstrekt voor de kosten genoemd in artikel 8, tweede lid, van de Regeling regionaal investeringsfonds mbo.

Artikel 6.2.8 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt:

• a. tien procent van de subsidiabele kosten, indien een gemeentelijke overheid of andere provinciale overheid bijdraagt aan dezelfde activiteit, tot een maximum van € 250.000;

• b. vijf procent van de subsidiabele kosten, indien er geen gemeentelijke overheid of andere provinciale overheid bijdraagt aan dezelfde activiteit, tot een maximum van € 150.000 per aanvraag.

Artikel 6.2.9 Verdeelsystematiek

• 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

• 2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 6.2.10 Verplichtingen

Aan de subsidie-ontvanger wordt in ieder geval de verplichting opgelegd dat hij jaarlijks een rapportage overlegt over de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 6.2.11 Opschortende voorwaarde

De subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat de in artikel 6.2.6, onderdeel b, bedoelde aanvraag wordt gehonoreerd.

Artikel II

aan de toelichting bij de Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân onder Hoofdstuk 6 de volgende tekst toe te voegen:

Paragraaf 6.2 Stimulering samenwerking MKB en mbo

Het doel van deze regeling is het beschikbaar stellen van subsidie voor samenwerkingsverbanden die bestaan uit publieke en private partijen, die ten doel hebben de aansluiting van het beroepsonderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt te verbeteren. Het gaat hierbij om een procentuele cofinanciering op projecten die mede worden gesubsidieerd uit rijksmiddelen, namelijk uit het Regionaal Investeringsfonds mbo (RIF). Onder voorwaarde dat ook het Rijk bijdraagt aan de publiek-private samenwerking, kan een bevoegd gezag van een onderwijsinstelling een beroep doen op subsidie op grond van deze paragraaf. Het bedrijfsleven deelt hierbij kennis over technologische ontwikkelingen met het onderwijs. De innovaties in de branche worden door het mbo verwerkt in de lesstof, waardoor opleidingen actueel, het onderwijs innoveert en een optimale koppeling tussen theorie en praktijk wordt gerealiseerd. Daardoor is het bedrijfsleven verzekerd van hoogwaardig arbeidspotentieel, evenals van kennisoverdracht en -behoud. Dit biedt mkb bedrijven de mogelijkheid hun innovatiekracht te vergroten en de kwaliteit of kwantiteit van hun producten en diensten te verhogen. De provinciale subsidie is bedoeld voor de start- en ontwikkelfase van het project. Dat houdt in dat alleen kosten voor subsidie in aanmerking komen die worden gemaakt voor het bereiken van de in het plan van aanpak genoemde mijlpaal die na twee jaar wordt bereikt. Kosten die na 31 december 2021 worden gemaakt, zijn in ieder geval niet subsidiabel, evenals de kosten die worden genoemd in artikel 8, tweede lid, van de Regeling regionaal investeringsfonds mbo van de minister van OC&W.

De provincie zal 10% bijdragen indien ook gemeentelijke of andere provinciale overheden een bijdrage leveren, en 5% indien de provincie de enige regionale overheid is die subsidieert. De maximale subsidie is € 250.000 bij projecten waaraan ook gemeentelijke of andere provinciale overheden een bijdrage leveren en € 150.000 bij projecten met enkel een regionale bijdrage vanuit de provincie.

Artikel III

dat dit besluit in werking treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.