Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls Fietsnetwerk in Drenthe; beleving en innovatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 31 januari 2017, kenmerk 4.1/2017000255, team 3P, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls Fietsnetwerk in Drenthe; beleving en innovatie

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls Fietsnetwerk in Drenthe; beleving en innovatie, vast te stellen.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

dr.h.c. J. Tichelaar, voorzitter

mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris

 

 

 

Uitgegeven 14 februari 2017

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Drenthe 2017

  • b.

    Routenetwerk: het geheel aan fietsroutes in Drenthe

  • c.

    Fietsnetwerk: fietspaden, fietsroutes en bijbehorende voorzieningen, services en dergelijke inclusief bewegwijzering

  • d.

    Multipliereffect: een effect dat een bestedingsimpuls van anderen uitlokt

  • e.

    VAT-kosten: voorbereiding, administratie en toezicht van een project

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft als doel om Drenthe te ontwikkelen tot optimaal aantrekkelijke, dynamische en gastvrije fietsprovincie door het vergroten en versterken van de fietsbeleving en fietsinnovaties in de breedste zin van het woord.

De kwaliteitsimpuls is bedoeld om ervoor te zorgen dat dit een multipliereffect sorteert op investeringen én dat dit leidt tot meer bestedingen en meer werkgelegenheid.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    maatregelen of producten in de provincie Drenthe, die een bijdrage leveren aan het vergroten en versterken van de kwaliteit van het fietsnetwerk en de fietsbeleving;

  • b.

    fietsinnovaties of fietsgerelateerde innovaties in de breedste zin van het woord. Creatieve en vernieuwende experimenten door of met ondernemers horen hier nadrukkelijk bij, evenals product-marktcombinaties.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt alleen verstrekt aan aanvragers die rechtspersoonlijkheid bezitten.

Artikel 5 Aanvraagperiode

Aanvragen kunnen het gehele jaar worden ingediend.

Artikel 6 Aanvraag

De aanvraag gaat naast de in de artikelen 2.1 en 2.3 van de Asv genoemde bescheiden vergezeld van een tijdsplanning.

Artikel 7 Toetsingscriteria

  • 1.

    Ingediende projecten versterken de vrijetijdseconomie in de vorm van extra bestedingen en structurele directe en indirecte werkgelegenheid. Samenwerking met ondernemers is vereist.

  • 2.

    De ingediende projecten leveren een bijdrage aan een of meerdere van de volgende criteria:

    • a.

      de verbetering van de beleving voor fietsers en de verbetering van de voorzieningen en services voor fietsers

    • b.

      de verbetering van de bewegwijzering/vindbaarheid van fietsinfrastructuur of routenetwerken

    • c.

      de verbetering van de informatievoorziening aan fietsers; over routes, netwerk, alsmede over historie, natuur, cultuur en dergelijke

  • 3.

    Daarnaast dienen de ingediende projecten bij te dragen aan een of meerdere van de volgende toegevoegde waarden:

    • a.

      innovatie

    • b.

      verbetering van het imago van Drenthe dé fietsprovincie

    • c.

      vergroten van de aantrekkelijkheid van Drenthe dé fietsprovincie

    • d.

      cross-overs tussen ‘fietsen’ en andere thema’s zoals natuur, cultuur, avontuur, duurzaamheid, water, zorg, gezondheid, sport en dergelijke

    • e.

      de mate van social return on investment

    • f.

      toegankelijkheid voor mensen met een beperking

      • 4.

        De uitvoering (start of opdracht verstrekken) van het project dient plaats te vinden binnen twaalf maanden nadat de subsidie is verleend.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidiabele kosten van een project zijn:

    • a.

      de noodzakelijke vergunningen en leges

    • b.

      de noodzakelijk benodigde materialen ter uitvoering van de aanleg, bouw, wijziging of inrichting van een maatregel of voorziening of product

    • c.

      VAT-kosten tot een maximum van 10% van de totale subsidiabele kosten

    • d.

      onvoorziene omstandigheden, voor zover die betrekking hebben op kosten genoemd in de onderdelen a tot en met c, tot een maximum van 5% van de totale subsidiabele kosten

      • 2.

        De onderdelen genoemd in lid 1, a. tot en met d. van dit artikel zijn subsidiabel tot een maximum van 50% van de totale subsidiabele kosten.

Artikel 9 Niet-subsidiabele kosten

De niet-subsidiabele kosten van een project zijn:

  • a.

    investeringen in vastgoed en accommodaties

  • b.

    maatregelen, voorzieningen, producten die niet openbaar toegankelijk zijn

  • c.

    aanleg van fietspaden en mountainbikeroutes

  • d.

    evenementen en activiteiten.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele (investerings)kosten.

  • 2.

    Deze subsidie kan worden gecombineerd met andere provinciale subsidies. De som van alle provinciale subsidies bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele (investerings)kosten.

Artikel 11 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.

Artikel 12 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld naarmate zij meer voldoen aan de criteria opgenomen in artikel 8 van deze regeling.

  • 3.

    Voor onvolledige aanvragen geldt de datum waarop zij compleet zijn gemaakt als ontvangstdatum van de aanvraag.

Artikel 13 Staatssteun

Subsidie wordt slechts verstrekt met toepassing van Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.

Artikel 14 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2017 en vervalt op 31 december 2018.

Artikel 15 Citeertitel

De subsidieregeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls Fietsnetwerk in Drenthe; beleving en innovatie.

 

Toelichting

 

Algemeen

Naast deze regeling is er voor 2017 tot en met 2019 nog een subsidieregeling voor een Kwaliteitsimpuls Fietsnetwerk, namelijk de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls Fietsnetwerk in Drenthe: infrastructuur. Deze regeling is in werking getreden op 1 januari 2017. Wanneer onduidelijk is onder welke regeling een project valt, is het belangrijk om contact op te nemen met de projectleider Fietsnetwerk van het programma Fietsen.

In theorie kan het zijn dat een project elementen van beide regelingen bevat; er kan dan één aanvraag ingediend worden en de provincie zal bepalen uit welk budget een eventuele toe te kennen subsidie betaald wordt.

Artikel 3  

Enkele voorbeelden van subsidiabele activiteiten zijn: belevingsobjecten, spannende trekpleisters/iconische projecten, afstapplekken, duurzame oplaadpunten voor e-bikes, een duurzame Drenthe-fiets met smartphone-/tabletoplaadmogelijkheden of een themaroute gekoppeld aan horeca of arrangement. Het heeft wel vaak een relatie met fietspaden, ondanks dat deze niet voor subsidie in aanmerking komen op basis van deze regeling. Het moet Drenthe dé fietsprovincie verder brengen/zichtbaar verschil maken; dit kunnen ook apps, producten en arrangementen zijn.

Artikel 7  

Van versterking van de vrijetijdseconomie is bijvoorbeeld sprake als er wordt (samen)gewerkt door of met minimaal één ondernemer.

Artikel 9  

Ook niet-subsidiabele kosten zijn de kosten voor voorzieningen e.d. die niet openbaar toegankelijk zijn. Hiermee wordt bedoeld dat voorzieningen openbaar toegankelijk moeten zijn tijdens normaal gangbare openingstijden voor de beoogde doelgroep.

Fietspaden en mountainbikeroutes zijn niet subsidiabel; hiervoor is de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls Fietsnetwerk in Drenthe: Infrastructuur beschikbaar. Evenementen en activiteiten sec zijn niet subsidiabel. Er moet sprake zijn van een combinatie van ‘fysieke maatregel, voorziening of product’.

Artikel 10  

Per project wordt beoordeeld welk percentage cofinanciering passend is, met een maximum van 50%. Het percentage cofinanciering is afhankelijk van de mate waarin het project bijdraagt aan de doelen, zoals genoemd in artikel 2, en de mate waarin het project voldoet aan de criteria, zoals opgenomen in artikel 7 van deze regeling.

 

Naar boven