Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2018-2019

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 19 maart 2013 de Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013 – 2016 hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat alle paragrafen in die subsidieregeling zijn uitgewerkt;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 19 april 2016 de nieuwe sportagenda 2016-2019 “Brabant beweegt” hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat het uniek sporten een speerpunt is in de provinciale sportagenda, waarbij het doel is het vanzelfsprekend maken van sport voor mensen met een beperking;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de organisaties van topsportevenementen willen stimuleren om side events en activatietrajecten te creëren voor uniek sporten;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de subsidiabele activiteiten uit de eerste paragaaf aanwijzen als niet-economische diensten van algemeen belang, omdat het zuiver sociale activiteiten betreft, waardoor subsidie die op basis van deze regeling wordt verstrekt geen staatssteun vormt in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

§ 1 Side events Uniek sporten

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    activatietraject: traject voorafgaand aan het side event waarbij mensen met een beperking worden geactiveerd om te gaan sporten of bewegen en ze daarna te begeleiden om mee te kunnen doen aan het side event;

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    deelnemer: persoon met een beperking die tijdens het side event de sport actief beoefend;

  • e.

    side event: programma met activiteiten georganiseerd naast het formele programma van het topsportevenement;

  • f.

    sportloket Uniek sporten: loket waar gehandicapten terecht kunnen voor advies en doorverwijzing met betrekking tot het sportaanbod;

  • g.

    topsportevenement: een kampioenschap op nationaal, Europees of wereldniveau of een vergelijkbare internationale of nationale wedstrijd op het hoogste competitieniveau;

  • h.

    Uniek sporten: sporten voor mensen met een beperking en chronisch zieken.

Artikel 1.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door rechtspersonen die een topsportevenement organiseren.

Artikel 1.3 Subsidievorm

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling projectsubsidies.

  • 2.

    Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het stimuleren van gehandicaptensport door middel van het organiseren van een side event gericht op Uniek sporten.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het side event reeds voor indiening van de aanvraag heeft plaatsgevonden;

  • b.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale subsidieregeling;

  • c.

    het side event binnen drie maanden na indiening van de aanvraag plaatsvindt, tenzij het plaatsvindt in januari of februari 2018.

Artikel 1.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project vormt een side event bij een topsportevenement;

  • c.

    de subsidieaanvrager organiseert het topsportevenement, bedoeld onder b;

  • d.

    het project is zichtbaar voor publiek;

  • e.

    het project is erop gericht mensen met een beperking een sportbeoefening actief te laten ervaren;

  • f.

    het project is gericht op het aantrekken van ten minste een van de volgende aantallen deelnemers:

    • 1°.

      50 tot en met 100 deelnemers;

    • 2°.

      101 tot en met 150 deelnemers;

    • 3°.

      151 tot en met 250 deelnemers, of;

    • 4°.

      251 of meer deelnemers;

  • g.

    het project wordt uitgevoerd in samenwerking met:

    • 1°.

      een regionaal sportloket Uniek sporten, en;

    • 2°.

      een zorginstelling, en;

    • 3°.

      een sportaanbieder, en;

    • 4°.

      mensen met een beperking welke de desbetreffende sport op het side event kunnen beoefenen.

  • h.

    het project is erop gericht met de inzet van communicatiemiddelen zoveel mogelijk mensen naar het side event te trekken en deel te laten nemen;

  • i.

    het project is erop gericht de betreffende sportactiviteit te promoten die binnen een straal van 25 kilometer van het hoofdevenement is te beoefenen;

  • j.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag, waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een communicatieplan;

    • 3°.

      een sluitende begroting.

Artikel 1.7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten ten behoeve van communicatie;

  • b.

    kosten ten behoeve van accommodatie bij het side event voor gebruik door mensen met een beperking;

  • c.

    kosten ten behoeve van ondersteuning van sporters tijdens het side event;

  • d.

    kosten ten behoeve van een activatietraject;

Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 1.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten ten behoeve van buitenlandse reizen;

  • b.

    kosten die al gemaakt worden ten behoeve van het topsportevenement;

  • c.

    kosten ten behoeve van interne uren.

Artikel 1.9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van:

  • a.

    22 november 2017 tot en met 30 oktober 2018;

  • b.

    1 november 2018 tot en met 30 september 2019.

Artikel 1.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4, voor de periode, genoemd in artikel 1.9,

  • a.

    onder a, vast op €200.000;

  • b.

    onder b, vast op €200.000.

Artikel 1.11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 1.4, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:

  • a.

    € 7.500 voor side events met een aantal deelnemers van 50 tot en met 100, als bedoeld in artikel 1.6, onderdeel f, onder 1º;

  • b.

    € 10.000 voor side events met een aantal deelnemers van 101 tot en met 150, als bedoeld in artikel 1.6, onderdeel f, onder 2º;

  • c.

    € 17.500 voor side events met een aantal deelnemers van 151 tot en met 250, als bedoeld in artikel 1.6, onderdeel f, onder 3º;

  • d.

    € 24.999 voor side events met een aantal sporters van 251 of meer, als bedoeld in artikel 1.6, onderdeel f, onder 4º.

Artikel 1.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 4.

    De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 5.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris.

  • 6.

    De eerst getrokken aanvraag, wordt als hoogste gerangschikt.

  • 7.

    De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

Artikel 1.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    het project wordt binnen een jaar na verlening van de subsidie afgerond;

  • b.

    het project trekt het aantal deelnemers, als opgegeven bij de subsidieaanvraag, op basis van artikel 1.6, onder f, aan;

  • c.

    het project wordt uitgevoerd in samenwerking met:

    • 1°.

      een regionaal sportloket uniek sporten’

    • 2°.

      een zorginstelling;

    • 3°.

      een sportaanbieder, en;

    • 4°.

      mensen met een beperking welke de desbetreffende sport op het side event kunnen beoefenen.

  • d.

    de subsidieaanvrager zet communicatiemiddelen in om zoveel mogelijk deelnemers naar het side event te trekken;

  • e.

    de subsidieaanvrager maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden;

  • f.

    onverminderd artikel 16, onder b, van de Asv, neemt de subsidieaanvrager het Brabantse sport logo op in publicaties, indien door of namens de subsidieontvanger een of meer publicaties worden gedaan met betrekking tot de te subsidiëren activiteit;

  • g.

    het side event vindt uiterlijk 31 december 2019 plaats.

Artikel 1.14 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    een activiteitenverslag;

  • b.

    foto- of videomateriaal van het side event.

Artikel 1.15 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag overeenkomstig artikel 23, tweede lid van de Algemene subsidieverordening.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in een keer, overeenkomstig artikel 23, derde lid van de Algemene subsidieverordening.

Artikel 1.16 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2018 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze regeling in de praktijk.

§2 Slotbepalingen

Artikel 2.1 Intrekking

De Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013 - 2016 wordt ingetrokken.

Artikel 2.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 2.3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2018-2019.

 

’s-Hertogenbosch, 14 november 2017

de voorzitter de secretaris

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2018.

 

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

 

Meldingsplicht

Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit verplicht te melden bij Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen. Ook kan er ambtshalve een gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1.4 weigeringsgronden

De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit artikel 4:25 en 4:35 Awb en de weigeringsgronden uit artikel 8 van de Asv.

 

Artikel 1.6

Onder c

De subsidie heeft als doel aan mensen met een beperking te laten zien en

vooral te laten ervaren dat zij kunnen sporten. Hiertoe is het dus belangrijk dat de sportieve activiteiten rondom het side event zichtbaar zijn voor publiek

 

Onder d

Dit kan zijn in wedstrijdverband of door een clinic.

 

Onder e

De partijen genoemd in dit onderdeel dienen in een vorm betrokken te zijn bij de organisatie van het side event.

 

Onder f

De inzet van communicatiemiddelen word gebruikt om zoveel mogelijk deelnemers te krijgen voor het side event en zoveel mogelijk publiek te bereiken bij het side event.

 

Onder g

Het side event is een middel om mensen met een beperking enthousiast te maken om op een regelmatige basis te gaan sporten. Indien enthousiast geworden mensen niet in de omgeving kunnen gaan sporten, zullen zij dit alsnog niet gaan doen.

 

Artikel 1.8 Niet-subsidiabele kosten

BTW

Overeenkomstig artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, is verrekenbare BTW niet subsidiabel.

 

Onder c

Onder interne uren vallen uren binnen een dienstverband en vrijwilligersuren.

 

Artikel 1.11 Subsidiehoogte

De maximum hoogte van de subsidie is €24.999. Dit betekent dat alle subsidies vallen binnen het eerste arrangement van het Rijkssubsidiekader. Bij het bepalen van de subsidiehoogte is de subsidieaanvraag leidend. Indien minder dan 50% van de subsidiabele kosten wordt aangevraagd, is de te verlenen subsidie ook minder dan 50%.

 

Artikel 1.14 Prestatieverantwoording

Ambtshalve vaststelling subsidies tot € 25.000

Op subsidies tot € 25.000 is arrangement 1b van het Rijkssubsidiekader van toepassing. Dat wil zeggen dat Gedeputeerde Staten de subsidie eerst verlenen en na afloop van de prestatie de subsidie ambtshalve, dat wil zeggen zonder aanvraag tot vaststelling van de subsidieontvanger, vaststellen. Zolang de termijn voor de ambtshalve vaststelling (22 weken na afloop van het project) nog niet is verstreken, kunnen Gedeputeerde Staten steekproefsgewijs om verantwoording vragen en de subsidie zo nodig terugvorderen als de prestatie niet of niet geheel is geleverd. Gedeputeerde Staten kunnen daarbij de subsidieontvanger fysiek of administratief controleren of aan de verplichtingen is voldaan. De steekproef is gebaseerd op een risicogeoriënteerde benadering, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang, samenstelling en achtergrond van de doelgroep van het side event. In de subsidiebeschikking wordt vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteiten moeten zijn verricht en welke bewijsstukken de subsidieontvanger in de eigen administratie dient te bewaren.

 

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter de secretaris

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger

Naar boven