Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Overwegende dat het wenselijk is om technische wijzigingen in de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland door te voeren ten aanzien van de vereisten die gesteld worden aan het verstrekken van subsidies aan samenwerkingsverbanden, en dat het wenselijk is om technische wijzigingen door te voeren in paragraaf 2.3, de subsidies aan jonge landbouwers;
Besluiten:
Artikel I
De Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 1.6, eerste lid, komt te luiden:
1. Indien subsidie wordt aangevraagd door deelnemers in een samenwerkingsverband, komen slechts voor subsidie in aanmerking samenwerkingsverbanden:
- a.
waarvan de deelnemers natuurlijke personen of rechtspersonen , ieder met een andere eigenaar en niet in eigendom van een deelnemende natuurlijke persoon, zijn, en
- b.
die voldoen aan de concurrentieregels zoals die gelden krachtens de artikelen 206 tot en met 210 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG)nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347).
B.
Aan artikel 2.3.2 wordt onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, een lid toegevoegd, luidende:
2. In aanvulling op artikel 1.3 kunnen Gedeputeerde Staten in een openstellingsbesluit het aantal investeringen waarop een aanvraag voor subsidie betrekking heeft, beperken.
C.
Artikel 2.3.8, zesde lid, komt te luiden:
6. In aanvulling op artikel 1.3 kunnen Gedeputeerde Staten in een openstellingsbesluit een minimum bedrag per investering vaststellen.
D
.
Aan artikel 2.3.9 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking is zodanig dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag als eerste wordt gehonoreerd.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit is geplaatst, met uitzondering van Artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 19 juni 2016.
Den Haag, 7 november 2017
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
drs. J.H. de Baas, secretaris
drs. J. Smit, voorzitter
Toelichting
A.
Met deze wijziging is het duidelijker dat het mogelijk is dat partijen in een samenwerkingsverband een aanvraag om subsidie in kunnen dienen. Projecten van meerdere partijen in een samenwerkingsverband zijn veelal effectiever dan projecten van individuele partijen. Samenwerking wordt dan ook gestimuleerd.
B en C.
Met deze wijzigingen ontstaat meer flexibiliteit om de openstellingen zo efficiënt mogelijk in te richten. Zo kan het aantal investeringen waarop een aanvraag betrekking heeft worden beperkt en kan er een minimum bedrag per investering worden vastgesteld.
D.
Met deze wijziging is het duidelijk dat in de situatie dat er meerdere aanvragen gelijk gerangschikt zijn en het subsidieplafond zodanig is dat er slechts één van de gelijk gerangschikte aanvragen gehonoreerd kan worden, door middel van loting wordt bepaald welke aanvraag dat is.