Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor publicatie provinciale controlegegevens POP3

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de Regeling mandaat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Overwegende dat de Minister van Economische Zaken het beheer en de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma op grond van artikel 3 van de Regeling uitvoering ELFPO programmaperiode 2014-2020 heeft gedelegeerd aan de provinciebesturen;

Overwegende dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland door de Staatssecretaris van Economische Zaken bij zijn besluit van 5 februari 2015, is aangewezen als erkend betaalorgaan als bedoeld in artikel 7 van verordening (EU) nr. 1306/2013;

Overwegende dat de Staatssecretaris van Economische Zaken bij brief van 30 juni 2016 heeft besloten de transparantie over de uitkomsten van controles op Gemeenschappelijk Landbouwbeleid-subsidies te vergroten door de uitkomsten van de controles op regelingniveau openbaar te maken op de website van RVO.nl;

Overwegende dat geen controlegegevens op begunstigdeniveau worden gepubliceerd;

Overwegende dat het noodzakelijk is om de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland machtiging te verlenen voor publicatie van controlegegevens waarover zij in haar rol als betaalorgaan beschikt inzake de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020;

Besluiten vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

• a. directeur: algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

• b. mandaatregister: openbaar register als bedoeld in artikel 11 van het Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Artikel 2 Mandaatverlening

• 1. Gedeputeerde Staten verlenen aan de directeur mandaat tot het bekend maken van de volgende informatie die beschikbaar is bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland met betrekking tot de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020:

  • a. uitbetaald subsidiebedrag;

  • b. ingehouden bedrag als gevolg van administratieve controles;

  • c. gecontroleerd bedrag ter plaatse select gecontroleerd;

  • d. gecontroleerd bedrag ter plaatse a-select geecontroleerd;

  • e. ingehouden bedrag als gevolg van controles ter plaatse select gecontroleerd;

  • f. ingehouden bedrag als gevolg van controles ter plaatse a-select gecontroleerd.

Artikel 3 Ondermandaat

De directeur kan ondermandaat verlenen voor de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit mandaat heeft gekregen voor de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4 Toepasselijke wet- en regelgeving

De directeur neemt bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant en de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma Noord-Brabant 2014-2020 in acht.

Artikel 5 Informatieplicht

• 1. De directeur stelt Gedeputeerde Staten tijdig in kennis van krachtens mandaat te verrichten of reeds verrichtte handelingen, waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door hen gewenst is.

• 2. Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid, vindt in ieder geval plaats indien de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

• 3. Gedeputeerde Staten voorzien de directeur van alle benodigde informatie ten behoeve van de invulling van zijn mandaat.

Artikel 6 Registratie en inwerkingtreding

• 1. Dit besluit wordt gevoegd in het mandaatregister.

• 2. Dit besluit wordt aan de directeur gezonden.

• 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 7 september 2015.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor publicatie provinciale controlegegevens POP3.

’s-Hertogenbosch, 31 januari 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

mw. ir. A.M. Burger