Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2017, 5188 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2017, 5188 | Overige besluiten van algemene strekking |
Uitvoeringsregeling verwijdering asbestdaken Drenthe
Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 31 oktober 2017, kenmerk 3.8/2017003067, team Milieu, Bodem en Energie, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling verwijdering asbestdaken Drenthe
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
gelet op de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017, de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;
de Uitvoeringsregeling verwijdering asbestdaken Drenthe vast te stellen.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten verlenen subsidie in de vorm van een laagrentende lening ter dekking van de kosten voor de volgende activiteiten:
Subsidie kan worden verstrekt aan een ieder die eigenaar is van een gebouw met een asbestdak dat is gelegen binnen de provincie Drenthe, alsmede vereniging van eigenaren (VVE) binnen de provincie Drenthe.
In aanvulling op de weigeringsgronden uit de Awb en de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien:
de verwijdering en afvoer niet wordt uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf, tenzij het een dak kleiner is dan 35 vierkante meter (per kadastraal perceel) waarbij sprake is van geschroefde, asbesthoudende platen met hechtgebonden asbestvezels (dakleien uitgezonderd) voor zover de woning of het bijgebouw niet voor de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt of is bestemd. Met dien verstande dat de aanvrager de sloopmaterialen afvoert naar een gemeentelijk afvalinzamelingsstation;
naar oordeel van Gedeputeerde Staten de aanvrager over onvoldoende vrij besteedbaar inkomen beschikt om de financieringslasten van de aangevraagde lening te dragen. De daarmee gemoeide krediettoets is onderdeel van het subsidieverleningsproces en wordt uitgevoerd door SVn in overeenstemming met de procedures- en uitvoeringsregels, zoals genoemd in artikel 12.
Artikel 10 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 11 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 12 Subsidiehoogte, looptijd en voorwaarden
SVn verstrekt en beheert de (toegekende) lening. Op de lening zijn van toepassing: 'Algemene bepalingen voor geldleningen', 'Productspecificaties Stimuleringslening', 'Procedures Stimuleringslening', 'Uitvoeringsregels Stimuleringslening’, 'Productspecificaties Bouwkrediet' en 'Toelichting op een SVn Financieringsplan', zoals die op het moment van toekennen van de subsidie zijn opgenomen in de dan geldende SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de op 15 december 2009 gesloten Samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Drenthe en SVn.
Artikel 15 Prestatieverantwoording
In afwijking van de artikelen 3.4, 3.5 en 3.6 van de Asv worden alle subsidies vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten overeenkomstig artikel 3.8 van de Asv.
Artikel 17 Bevoorschotting en betaling
SVn verstrekt de lening op basis van, en ter hoogte van de door de subsidieontvanger ingediende declaraties bij het SNN, conform het gestelde in de subsidiebeschikking.
Gedeputeerde Staten kunnen - voor zover van toepassing – artikelen uit deze Uitvoeringsregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, wanneer toepassing van deze artikelen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard in het belang van de aanvrager.
Artikel 20 Inwerkingtreding en horizonbepaling
Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van 15 november 2017 en vervalt op 1 januari 2020.
Dertig jaar na het verbod op het gebruik van asbest is er per 1 januari 2024 een verbod op asbestdaken. In 2015 is een ontwerpbesluit tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit (met het verbod op het voorhanden hebben van een asbestdak) ingediend. Het besluit wordt naar verwachting in 2018 vastgesteld nadat het wetsvoorstel van kracht is geworden. Dit betekent dat alle asbestdaken vóór 1 januari 2024 gesaneerd moeten zijn. Iedere eigenaar in bezit van een dergelijk dak is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering. Het stimuleren van het verwijderen van asbestdaken in de komende jaren is van belang om te bereiken dat alle asbestdaken in 2024 verwijderd zijn. Om deze ambitie te halen moet nu al een versnelling van de verwijdering van asbestdaken plaatsvinden. Deze regeling kan daarin bijdragen. De regeling moet er voor zorgen dat eigenaren niet wachten met de verwijdering van een asbestdak tot kort voor het ingaan van het verbod. De regeling heeft een volume van € 27,5 miljoen. Met het budget kunnen niet alle eigenaren worden geholpen. Geld wordt verstrekt in de vorm van een laagrentende lening. Eigenaren van asbestdaken worden gestimuleerd om aan de slag te gaan met vervanging. Ook is het de bedoeling om mensen die nog een paar jaar willen wachten, te stimuleren om eerder te beginnen met dak vervanging. Hiermee wordt naar verwachting een betere spreiding van asbestverwijdering bereikt tussen de inwerkingtreding van de regeling en 2024. Daarmee draagt de regeling bij in de realisatie van de versnellingsaanpak.
Naar schatting ligt er in Drenthe tussen de vijf en zeven miljoen vierkante meter aan asbestdaken.
Door hun ouderdom zijn asbestdaken steeds meer onderhevig aan verwering onder invloed van de weersomstandigheden. Hierdoor komen er ook steeds meer asbestvezels in het milieu terecht, waaraan mensen kunnen worden blootgesteld. Het overheidsbeleid is er daarom op gericht om feitelijke blootstelling aan asbestvezels in de leefomgeving te voorkomen. Door het verbod moeten overheden vanaf 1 januari 2024 handhavend optreden richting eigenaren die dan nog een asbestdak hebben. Het zijn met name gemeenten – en in mindere mate de provincie – die deze gevallen moeten handhaven. Overtreders krijgen vanaf dat moment een dwangsom opgelegd en de verplichting het dak alsnog te (laten) saneren.
Naast het gezondheidsaspect, is er sprake van financiële onzekerheden waarmee een eigenaar te maken krijgt, zoals onverkoopbaarheid en onverzekerbaarheid. Maar de impact reikt verder dan alleen de eigenaar van een dergelijk dak. Incidenten kunnen tot kosten leiden voor de eigenaren van terreinen waar asbest is terechtgekomen. Eigenaren zijn verplicht tot verwijdering van het asbest op eigen kosten, zelfs wanneer zij geen schuld hebben aan het ontstaan van deze situatie. Op openbare terreinen nemen gemeenten het opruimen vaak voor hun rekening.
Gebrek aan voldoende financiële middelen is bij eigenaren in bepaalde gevallen een probleem. Deze regeling kan vanwege landelijke financieringsregels (rond kredietcheck) voor een deel van de groep niets betekenen. De verwachting is dat hiervoor landelijk producten op maat worden geïntroduceerd voor eigenaren die minder draagkrachtig zijn, bijvoorbeeld via een landelijk fonds.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten, onder b
De kans is aanwezig dat onder asbestdaken beschermde diersoorten aanwezig zijn. Volgens de Wet natuurbescherming mag bij werkzaamheden geen negatieve effecten worden toegebracht aan vogels en beschermde dieren of planten. Als hier vooraf niet naar is gekeken, kan dit leiden tot stillegging van het saneringsproject. In het najaar van 2017 is een landelijke traject gestart over de versnellingsaanpak sanering van asbestdaken en de implicaties van de Wet natuurbescherming om overeenstemming te krijgen over het inzetten van de juiste instrumenten en oplossingsrichtingen. Daarbij wordt gekeken naar oplossingen als locatiespecifieke ontheffing, gebiedsgerichte ontheffing (soortenmanagement), vrijstelling bij provinciale verordening en gedragscode teneinde de versnellingsaanpak van de uitvoering van het traject naar een verbod op asbestdaken niet onnodig te vertragen.
In sommige situaties en onder bepaalde voorwaarden geldt een uitzondering en kan een ontheffing worden verleend of kan sprake zijn van een vrijstelling. Mogelijk is het dus nodig een ontheffing aan te vragen. Voor het verkrijgen van een ontheffing dient onderzoek te worden gedaan naar de aanwezige beschermde soorten. Het onderzoek en het verkrijgen van een ontheffing kan enige tijd in beslag nemen. Uitgebreide informatie: https://www.provincie.drenthe.nl/onderwerpen/natuur-milieu/natuur/wnb/@125291/soortenbescherming/
Artikel 8 Weigeringsgronden, onder b
Een aanvraag die wordt ingediend nadat de verwijdering van het asbestdak al is gestart, komt niet voor een lening in aanmerking.
Asbestinventarisaties zijn verplicht bij de renovatie of sloop van gebouwen en objecten van vóór 1994. Zowel het Asbestverwijderingsbesluit 2005 (Avb) als de Arbowet schrijft een totale asbestinventarisatie voor, ofwel visuele inspectie met monsterneming (type A), plus uitbreiding met een destructief onderzoek (type B) als er gesloopt gaat worden. Inventarisaties zijn drie jaar geldig, daarna moeten ze worden geactualiseerd.
Verwijdering en afvoer moet worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf. Volgens het Asbestverwijderingsbesluit 2005 mogen particulieren bij het verwijderen van geschroefde, asbesthoudende platen met hechtgebonden asbestvezels (dakleien uitgezonderd) voor zover de woning of het (bij)gebouw niet voor de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt of is bestemd zelf uitvoeren. De oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende platen bedraagt maximaal 35 m2 per kadastraal perceel. In het kader van deze regeling dient een eigenaar die dit niet door een gecertificeerd bedrijf laat doen, in ieder geval een asbestinventarisatieonderzoek te laten uitvoeren.
Artikel 10 Subsidiabele kosten
Vanuit Rijksbeleid mogen boeidelen (opstaande zijden van een dakgoot), dakgoten en gevelpanelen voorlopig blijven zitten. In deze regeling kunnen genoemde zaken in de sanering worden meegenomen en vallen onder subsidiabele kosten.
De via een laagrentende lening beschikbaar te stellen subsidie biedt mogelijkheden om meer dan alleen een asbestdak te vervangen. In de meeste gevallen moet er ook weer een nieuw dak komen, of kiest een eigenaar ervoor om het gebouw, zoals een vervallen schuur, te slopen. Wij bieden de mogelijkheid om tot een maximumbedrag deze onderdelen mee te financieren in de lening.
De verwijdering van een asbestdak kan in sommige gevallen leiden tot andere kosten dan directe vervangingskosten, bijvoorbeeld als gevolg van aanpassing van het bouwwerk om de nieuwe dakbedekking te kunnen aanbrengen. Dit zijn echter kosten die redelijkerwijs voor het risico van de eigenaar horen te komen, omdat geen enkel dak het eeuwige leven heeft. Desondanks is in de regeling hierin voorzien, omdat de vervanging van een asbestdak erom vraagt dat er direct weer een vervangend dak wordt aangebracht (tenzij sloop van het gebouw aan de orde is).
Gebleken is dat asbestdaken zonder dakgoot vaak tot zodanige asbestverontreiniging van de toplaag van de bodem hebben geleid, dat er sprake is van een gezondheidsrisico voor mensen. Alle verontreiniging met asbest in de bodem als gevolg van het asbest dient te worden verwijderd. Op grond van de Wet bodembescherming is verwijdering van de ernstige bodemverontreiniging verplicht. De Wet Milieubeheer zal gaan voorzien in een regeling om ook niet-ernstige beperkte asbestverontreiniging te doen (laten) verwijderen.
Als bij de inventarisatie blijkt dat het dak erg verweerd is of beschadigd is, is het gewenst om ook de toplaag van de bodem te onderzoeken. Derhalve zijn kosten hiervoor in de uitvoeringsregeling op te voeren als subsidiabele kosten.
Er zijn situaties waarbij riet onder asbestdaken is verwerkt. Bij sanering moeten aanwezige asbestvezels in het riet worden verwijderd, met extra kosten. In voorkomende gevallen zijn deze kosten subsidiabel.
Artikel 12 Subsidiehoogte, looptijd en voorwaarden, lid 7
De rente wordt vastgesteld conform de productspecificaties en voorwaarden van SVn. Dit rentepercentage is te vinden op hun website: https://www.svn.nl/rentetarieven.
Het rentepercentage wordt verhoogd met 0,1% voor het afdekken van risico's.
Wanneer er sprake is van een subsidieverlening aan een onderneming, kan er sprake zijn van staatssteun. De gehele regeling is kennisgegeven aan de Europese Commissie onder artikel 36 van de AGVV, steun voor milieubescherming. Het verwijderen van asbestdaken valt onder dergelijke bescherming, nu dit verder gaat dan de huidige Europese Unienormen rondom de bescherming van het milieu. De meeste subsidies aan ondernemingen zullen onder dit artikel kunnen vallen vanwege de relatief lage steunintensiteit. Mocht dit toch niet kunnen, dan wordt de De-minimisverordening gebruikt voor verlening van de steun.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-5188.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.