Provinciaal blad van Zeeland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2017, 5127 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2017, 5127 | Overige besluiten van algemene strekking |
Openstellingsbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Openstelling niet-productieve investeringen water
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland, 7 november 2017, kenmerk 170 229 29 houdende vaststelling Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water.
Gedeputeerde staten van Zeeland,
Gelet op artikel 1.3 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland.
Een aanvraag voor subsidie, als bedoeld in paragraaf 2.6 van de verordening kan worden ingediend in de periode van 13 november 2017 tot en met 12 januari 2018, 17.00 uur. Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de voornoemde periode is ontvangen.
Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.
Indien de aanvragen als bedoeld in het zevende lid een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c, wordt de subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
Indien de aanvragen als bedoeld in het achtste lid een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, c en b, wordt de subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.
In afwijking van artikel 1.23, derde lid, van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland heeft een aanvraag om een voorschot betrekking op minimaal € 50.000. Een aanvraag om een voorschot kan eenmaal per jaar worden ingediend.
Gedeputeerde staten stellen voor de rangschikking van de subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 6 van deze openstelling een adviescommissie in als bedoeld in artikel 1.14 van de verordening.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 7 november 2017.
Voorzitter, Drs. J.M.M. Polman
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 9 november 2017
De secretaris, A.W. Smit
Toelichting bij het Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water Zeeland
In het Plattelandsontwikkelingsprogramma voor Nederland 2014-2020 (hierna: POP programma) is voor Water- en bodembeheer de volgende SWOT analyse gemaakt:
De gehele SWOT-analyse uit het POP programma laat zien dat voor de landbouw in Nederland een verdere verduurzaming met behoud van de concurrentiekracht de grootste uitdaging is. De maatschappij stelt eisen aan het milieu, klimaat, dierenwelzijn, diergezondheid, landschap, omgevingskwaliteit (inclusief waterkwaliteit) en biodiversiteit.
De landbouw heeft invloed op de toestand van het water, zowel chemisch, ecologisch als fysisch. De 2e nota duurzame gewasbescherming vraagt om het voorkomen en verminderen van waterverontreiniging door gewasbeschermingsmiddelen. De Kaderrichtlijn Water (verder te noemen KRW) beoogt om uiterlijk in 2027 een goede ecologische toestand van grond- en oppervlaktewater te bereiken. Verdere informatie over de regionale doelen op het gebied van waterkwaliteit zijn te vinden in de Planherziening omgevingsplan Zeeland 2012-2018 van de Provincie Zeeland en in het Waterbeheerplan 2016-2021 van het waterschap Scheldestromen. Via de volgende link is een overzicht van de KRW waterlichamen te vinden: https://zldgwb.zeeland.nl/geoloket/?Viewer=Kaderrichtlijn.
De belasting van het oppervlaktewater met gewasbeschermingsmiddelen neemt volgens de SWOT-analyse slechts in geringe mate af waardoor de ecologische doelen van het waterbeleid slechts beperkt gehaald worden en normen voor grond- en oppervlaktewater ook niet gehaald worden. Dit wordt ook veroorzaakt door de sterk op snelle afvoer gerichte watergangen in agrarisch gebied. De opgave is daarom het ecologisch functioneren van het watersysteem in het agrarisch gebied te verbeteren door het herstel van de natuurlijke hydrologie en morfologie en door de emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Daarnaast is het van belang efficiënt om te gaan met onze hulpbronnen.
Op grond van dit openstellingsbesluit kunnen subsidies worden verstrekt voor niet-productieve investeringen in of nabij watersystemen. De investeringen moeten een bijdrage leveren aan de doelstellingen zoals beschreven in de Kaderrichtlijn Water en de 2e nota duurzame gewasbescherming, zoals bijvoorbeeld het verminderen van emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. De investeringen moeten tevens een directe relatie hebben met de landbouw.
Het openstellingsbesluit vormt samen met de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland het kader waaraan aanvragen om subsidie moeten voldoen.
Het onderhavige besluit betreft de openstelling van een subsidieregeling met betrekking tot paragraaf 2.6 van de verordening, niet-productieve investeringen water. Subsidiëring is mogelijk voor projecten op het gebied van waterkwaliteit.
Artikel 2. Subsidiabele activiteiten
Lid 1. Het begrip niet-productieve investering (NPI) betekent dat de investering niet leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van het landbouwbedrijf of een andere onderneming. Een investering moet om als NPI aangemerkt te kunnen worden dus primair gericht zijn op het behalen van de agromilieuklimaatdoelstellingen, waarbij eventuele productieve elementen slechts “bijvangst” zijn.
Projecten dienen een direct verband met landbouwactiviteiten te hebben. Dit verband moet expliciet beschreven worden in de subsidieaanvraag.
De doelgroep is conform artikel 2.6.2. van de verordening. Voor indieners van een samenwerkingsverband verwijzen we naar artikel 1.6 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) 2014-2020 Zeeland.
Om projecten van enige omvang te verkrijgen, en aldus de uitvoeringskosten van de regeling te beperken, is ten aanzien van de subsidiabele kosten een minimumgrens opgenomen van 100.000 euro.
Artikel 5. Subsidiabele kosten
Lid 1. Kosten waarvoor subsidie kan worden verstrekt.
Het aantal subsidiabele kostencategorieën is minder dan de in artikel 2.6.3. lid 1 en lid 2 van de verordening genoemde lijst.
Er wordt geen subsidie verstrekt voor:
De selectie van aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen zal plaatsvinden via een zogenaamde ‘tender-methode’: alle tijdig ingediende aanvragen worden, indien ze voldoen aan de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen, gescoord op basis van vier criteria. Indien de score tenminste gelijk is dan het minimum aantal punten (20 punten) komen de projecten voor subsidie in aanmerking. Is het beschikbare subsidieplafond ontoereikend dan gaan projecten met hogere scores voor. In het geval er meerdere aanvragen op dezelfde plaats gerangschikt worden en vanwege het bereiken subsidieplafond niet al die aanvragen kunnen worden gehonoreerd wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag met de hoogste score op het criterium ‘mate van effectiviteit’. Indien de aanvragen even hoog scoren op het criterium ‘mate van effectiviteit’, dan wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag met de hoogste score op het criterium ‘kosteneffectiviteit’. Scoren de aanvragen ook op dit criterium even hoog, dan wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag die het hoogst scoort op het criterium ‘haalbaarheid’. Scoren de aanvragen ook op dit criterium even hoog, dan wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag die het hoogst scoort op het criterium ‘urgentie’. Scoren de aanvragen ook op dit punt even hoog, dan beslist het lot welke aanvraag wordt gehonoreerd.
Criterium a: de kosteneffectiviteit van de activiteit
Met dit criterium wordt gekeken naar de kosten van de investering in relatie met de effectiviteit van de investering (value for money). De kosten van een investering kunnen zeer hoog zijn, maar tegelijk kan de investering ook heel effectief zijn (door de investering wordt een grote bijdrage geleverd aan de verbetering van de waterkwaliteit/ wateropgave).
Zijn de kosten van de investering relatief hoog ten opzichte van het effect (het gaat om een relatief kostbare investering met bijvoorbeeld een beperkt effect op de waterkwaliteit), dan al de kosteneffectiviteit matig zijn.
1 punt wordt toegekend indien de totale subsidiabele kosten zeer hoog zijn ten opzichte van het effect van de investering op de doelstelling(en) van de openstelling.
2 punten worden toegekend indien de totale subsidiabele kosten hoog zijn ten opzichte van het effect van de investering op de doelstelling(en) van de openstelling.
3 punten worden toegekend indien de totale subsidiabele kosten redelijk zijn ten opzichte van het effect van de investering op de doelstelling(en) van de openstelling .
4 punten worden toegekend indien de totale subsidiabele kosten zeer redelijk zijn ten opzichte van het effect de investering op de doelstelling(en) van de openstelling .
Er is niet gekozen om dit criterium te beoordelen op basis van normkosten. Onder dit openstellingsbesluit kunnen verschillende soorten investeringen gesubsidieerd worden. Het is dan ook niet mogelijk om voor deze openstelling een uitputtende lijst van investeringen met normkosten daaraan gekoppeld vast te stellen.
Met dit criterium wordt naar de haalbaarheid van de investering gekeken. In samenhang worden de volgende aspecten bezien:
Op basis van bovenstaande punten wordt de haalbaarheid van de activiteit als onvoldoende, redelijk, goed of zeer goed gekwalificeerd.
1 punt bij onvoldoende score op genoemde aspecten
2 punten bij redelijke score op genoemde aspecten
3 punten bij goede score op genoemde aspecten
4 punten bij zeer goede score op genoemde aspecten
Criterium c: mate van effectiviteit van de activiteit
Met dit criterium wordt gekeken naar de effectiviteit van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Een activiteit is minder effectief (matig) als er met de investering slechts een kleine bijdrage aan
bijvoorbeeld de verbetering van de waterkwaliteit van één overig water (niet KRW-water), wordt geleverd. Een activiteit is voldoende als in 2 tot 5 overige wateren een bijdrage aan verbetering van de waterkwaliteit wordt geleverd. Een activiteit krijgt de kwalificatie goed als in meer dan 5 overige wateren een bijdrage wordt geleverd voor de verbetering van de waterkwaliteit. Een activiteit is zeer effectief als de bijvoorbeeld door de activiteit de waterkwaliteit in één of meer KRW waterlichaam wordt verbeterd.
Een voorbeeld van een activiteit zijn maatregelen om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen richting het water te verminderen.
1 punt wordt toegekend indien de kwalificatie matig is.
2 punten worden toegekend indien de kwalificatie voldoende is.
3 punten worden toegekend indien de kwalificatie goed is.
4 punten worden toegekend indien de kwalificatie zeer goed is.
Criterium d: de mate van urgentie om de doelen bedoeld onder a te realiseren.
1 punt op basis van een op grond van in het openstellingsbesluit weergegeven provinciale en waterbeheerplannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen pas op langere termijn aanpak hoeft,
2 punten op basis van een op grond van in het openstellingsbesluit weergegeven provinciale en waterbeheerplannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen pas binnen afzienbare termijn aangepakt moet worden,
3 punten op basis van een op grond van in het openstellingsbesluit weergegeven provinciale en waterbeheerplannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen op korte termijn aangepakt moet worden,
4 punten op basis van een op grond van in het openstellingsbesluit weergegeven provinciale en waterbeheerplannen noodzakelijke opgave die op grond van die plannen onmiddellijk aangepakt moet worden,
Aan de criteria ‘kosteneffectiviteit’ en ‘mate van effectiviteit’ wordt de hoogste wegingsfactor toegekend. De effectiefste activiteiten dragen het meeste bij aan de beleidsdoelen. Ook is van belang dat die bijdrage kosteneffectief gebeurt. Het criterium ‘urgentie’ heeft de laagste wegingsfactor. De maatregelen waarvoor subsidie wordt gevraagd zullen naar verwachting allen urgent zijn.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor bovenwettelijke activiteiten. In het Programmadocument POP3 is in het maatregelfiche ‘niet-productieve investeringen water’ opgenomen dat geen investeringen worden ondersteund om aan eisen te voldoen die direct voortvloeien uit de EU-richtlijnen. Omdat deze zin voor meer dan één uitleg vatbaar was, is in de notificatie POP3 deze passage scherper geformuleerd, namelijk: "Voor deze submaatregel is de investering er op gericht verder te gaan dan de eisen die direct en rechtstreeks voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water of 2e nota duurzame gewasbescherming, zoals beschreven in de basismaatregelen KRW (artikel 11, lid 3, onder a t/m l, KRW) en omschreven in de ‘Samenvatting maatregelprogramma’ Schelde 2016-2021”.
De samenvatting maatregelenprogramma kent de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1. Communautaire waterbeschermingswetgeving. Dit betreft het implementeren van de Europese richtlijnen in de nationale wetgeving.
Hoofdstuk 2. Overige basismaatregelen. Dit betreft onder andere maatregelen die op basis van generiek beleid worden genomen, gericht op een duurzaam en efficiënt watergebruik, puntbronnen, diffuse bronnen, waterbeweging en hydromorfologie, directe lozing van stoffen in grondwater, prioritaire stoffen en ter voorkoming van calamiteiten.
Hoofdstuk 3. Aanvullende maatregelen, met onderscheid naar:
Hoofdstuk 4. Maatregelen voor specifieke knelpunten. Hieronder worden onder andere verstaan de aanpak van gewasbeschermingsmiddelen, nutriënten en aanpak van knelpunten in de inrichting van een watersysteem.
Van deze maatregelen komen alleen de maatregelen als bedoeld in hoofdstuk 3 en 4 voor POP3 subsidie in aanmerking. Hoofdstuk 1 en 2 zijn maatregelen die direct voortvloeien uit de EU-richtlijnen en zijn ‘wettelijk verplicht’. Ook activiteiten die op grond van een bijvoorbeeld de keur van het waterschap verplicht zijn, zoals mitigerende maatregelen, komen niet voor subsidie in aanmerking.
In de toetsing van aanvragen in het kader van de Uitvoeringsregeling POP3 zal hiermee rekening worden gehouden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-5127.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.