Besluit van Gedeputeerde Staten van 31 oktober 2017 met besluitnummer PZH-2017-615204878 tot wijziging van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat met ingang van 21 april 2015 de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 van kracht is geworden;

 

Overwegende dat in de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 nog enkele wijzigingen dienen te worden aangebracht;

 

Besluiten de volgende wijzigingsregeling vast te stellen:

 

Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016

 

ARTIKEL I

De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 wordt gewijzigd als volgt:

 

Onderdeel A

Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:

 

Onderdeel c vervalt.

 

Onderdeel g wordt gewijzigd als volgt:

f. koppeltabel: in bijlage 3 opgenomen overzicht van de subsidiabele beheeractiviteiten en maximale vergoedingen;

 

Na onderdeel bb wordt toegevoegd onderdeel cc, luidende:

 

cc. Verordening (EU) nr. 640/2014: Gedelegeerde verordening van de Europese Commissie tot aanvullling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;

 

Onderdeel d tot en met bb wordt vernummerd tot onderdeel c tot en met onderdeel cc.

 

Onderdeel B

Artikel 1.5 wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 1.5 Bevoegdheid en beslistermijn subsidieverlening

1. Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een subsidie natuur- en landschapsbeheer of agrarisch natuur- en landschapsbeheer verstrekken.

Na het eerste lid wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

2. Gedeputeerde Staten beslissen op een aanvraag om subsidie binnen dertien weken na afloop van de aanvraagperiode.

 

Het tweede lid wordt vernummerd tot het derde lid.

 

Artikel 2.12 vervalt.

 

Artikel 2.14 tot en met 2.16 worden vernummerd tot artikel 2.12 tot en met 2.14.

 

Artikel 2.13 wordt gewijzigd als volgt:

 

Na het derde lid wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

 

4. In het openstellingsbesluit 2018 kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van het derde lid.

 

Onderdeel C

 

Artikel 3.4 vervalt.

 

Onderdeel D

Artikel 3.4 tot en met artikel 3.16 worden vernummerd tot artikel 3.4 tot en met artikel 3.15.

 

Onderdeel E

Aan artikel 3.11 wordt een zevende lid toegevoegd, luidende:

7. Het uitrijden van ruige stalmest is ten hoogste subsidiabel voor éénmaal de oppervlakte van het betreffende perceel, ook al maakt de subsidieontvanger in een kalenderjaar meerdere keren melding van het uitrijden van ruige stalmest op dat perceel.

 

Onderdeel F

Na Bijlage 3 wordt de volgende bijlagen toegevoegd, luidende:

Bijlage 4: Maximale vergoeding als bedoeld in artikel 3.12 lid 6 en 3.14 lid 5

Het overzicht met de maximale vergoedingen wordt geplaatst op http://www.portaalnatuurenlandschap.nl

Bijlage 5: Meldingstermijnen als bedoeld in artikel 3.12, aanhef en onder d en n van de SNL 2016 en overzicht kortingen als bedoeld in artikel 2.14, derde en vierde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP

 

verplichting

Meldingstermijnen als bedoeld in artikel 3.12 aanhef en onder d en n van SNL 2016.

Korting met 1% per werkdag op grond van artikel 2.14, derde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP indien deze termijnen worden overschreden:

Jaarbetaling 0% als bedoeld in art. 2.14, vierde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP indien later wordt gemeld dan:

1

Opvoeren nieuwe activiteiten c.q. wijzigen van activiteiten (art. 3.11.d)

periode verlengen (=verlengen rustperiode of inundatieperiode)

periode verkorten (=verkorten of naar voren halen rustperiode of inundatieperiode

Opvoeren c.q. wijzigen startdatum (1)

Uiterlijk 14 kalenderdagen voor het starten van de activiteit

5 werkdagen voor de oorspronkelijke einddatum, waarbij de termijn tussen datum van wijzigen en de nieuwe einddatum ten minste 14 kalenderdagen bedraagt

14 kalenderdagen voor de nieuwe einddatum

5 werkdagen voor de (nieuwe) startdatum

Daags vóór de start van de activiteit

Daags vóór de oorspronkelijke einddatum

Daags vóór de nieuwe einddatum

Daags vóór de (nieuwe) startdatum

2

Melden uitgevoerde activiteiten (art.3.11 n )

Activiteit 5 (melden van nestenclaves en plaatsen nestbeschermer)

Activiteit 6 (bemesten met ruige stalmest)

Activiteit 16 (schoonmaken van watergangen)

Activiteit 22 (snoeien)

Activiteit 23 (maaien en/of schonen)

Activiteit 26 (spuiten van bagger)

Activiteit 30 (onderwerken gewasresten)

5 werkdagen na uitvoering

14 kalenderdagen na uitvoering

14 kalenderdagen na uitvoering

14 kalenderdagen na uitvoering, doch uiterlijk 15 maart (m.b.t. snoeien in de periode 16 juli jaar x-1 tot 15 maart jaar x)

14 kalenderdagen na uitvoering

14 kalenderdagen na uitvoering

14 kalenderdagen na uitvoering

Uiterlijk 14 kalenderdagen na uitvoering

Uiterlijk 28 kalenderdagen na uitvoering

Uiterlijk 28 kalenderdagen na uitvoering

Uiterlijk 28 kalenderdagen na uitvoering, doch uiterlijk 28 maart (m.b.t. snoeien in de periode 16 juli jaar x-1 tot 15 maart jaar x)

Uiterlijk 28 kalenderdagen na uitvoering

Uiterlijk 28 kalenderdagen na uitvoering

Uiterlijk 28 kalenderdagen na uitvoering

ARTIKEL II

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2.

    Het eerste lid is mede van toepassing op subsidiebeschikkingen die op 1 januari 2017 zijn ingegaan.

     

Den Haag, 31 oktober 2017,

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

drs. J.H. de Baas, secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

 

TOELICHTING

ARTIKEL I

 

Onderdeel A

In artikel 1.1 Begripsbepalingen is de Catalogus goen blauwe diensten vervangen door een koppeltabel. In deze tabel is een overzicht opgenomen van de subsidiabele beheeractiviteiten en maximale vergoedingen.

 

Onderdeel B

In artikel 3.11 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer (SNL 2016) zijn voorwaarden opgenomen met betrekking tot het tijdig opvoeren van beheeractiviteiten (onderdeel d) en het tijdig melden van het uitvoeren van bepaalde beheeractiviteiten (onderdelen n), de zogenaamde “actieve meldingen”. In de uitvoeringspraktijk bleken ook meldingen die te laat zijn gedaan nog te kunnen worden geaccepteerd, zei het dat er dan een sanctie van toepassing is. In bijlage 5, derde kolom van de SNL 2016 is in het kader van de kenbaarheid en rechtszekerheid uitgewerkt wanneer een opgegeven activiteit niet subsidiabel is doordat de opgave zodanig laat plaatsvindt dat de correcte uitvoering van de activiteit niet meer te controleren valt. Aangegeven is wat de uiterste termijnen zijn waarop nog is vast te stellen of de activiteit (correct) is uitgevoerd. Wordt de opgave later gedaan dan aangegeven in de derde kolom van bijlage 5 van de SNL 2016, dan is de betreffende activiteit niet subsidiabel.

 

Onderdeel C

Activiteit 6 (SCAN-pakket 7) maakt het mogelijk om ten behoeve van het weidevogelbeheer ruige stalmest uit te rijden. Dit mag niet gedurende de rustperiode en de periode die uitgesloten is op basis van het Besluit gebruik meststoffen (september tot februari van het daaropvolgende jaar). Momenteel zijn er dus twee potentiële uitrijperiodes: één in het vroege voorjaar (februari-maart) en één in de nazomer (na de rustperiode tot september). Het uitrijden van ruige mest moet ecologisch effectief zijn en actief gemeld worden. De activiteit is niet bedoeld om (gesubsidieerd) het mestoverschot te verlagen.

 

Onder de ANLb wordt subsidie verstrekt voor het uitvoeren van (bepaalde) activiteiten. Dat betekent dat zolang aan de voorwaarden wordt voldaan, de activiteit subsidiabel is. Activiteit 6 is een zogenaamde gestapelde activiteit. Dat betekent dat telkens als er volgens de voorwaarden ruige mest wordt uitgereden, deze activiteit subsidiabel is ondanks dat ze niet langer ecologisch effectief is. Dit is geen efficiënte inzet van de beschikbare middelen. Daarom wordt voorgesteld de toeslag ruige mest te limiteren tot éénmaal de oppervlakte van het betreffende perceel.

ARTIKEL II

Om het verband tussen de beleidsregel verlagen subsidies POP en de SNL 2016 te handhaven, is het nodig dat deze SNL 2016-wijziging mede betrekking heeft op lopende subsidiebeschikkingen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het onderhavige wijzigingsvoorstel géén feitelijke verzwaring betreft van de voorwaarden waaraan het collectief moet voldoen.

Naar boven