Uitvoeringsregeling Internationaal Ondernemen Drenthe

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 17 oktober 2017, kenmerk 3.5/2017002805, team Economie, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling Internationaal Ondernemen Drenthe.

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Uitvoeringsregeling Internationaal Ondernemen Drenthe vast te stellen.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

J.J. van Aartsen, voorzitter

drs. W.G.H.M. Rutten, wnd. secretaris

 

 

 

Uitgegeven 30 oktober 2017

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Algemene Groepsvrijstellingsverordening (PbEU L187/1);

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • c.

    beursstand: een plek op een beurs waarin de goederen of diensten van een bedrijf worden getoond;

  • d.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de Verordening (EG) nr. 1407/2013, PBEU L352, van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikel 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;

  • e.

    externe deskundige: onafhankelijk persoon die op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd moet worden geacht een opdracht uit te voeren in het kader van een op grond van deze regeling gesubsidieerde activiteit;

  • f.

    handelsmissie: georganiseerde, meerdaagse reis naar een buitenlandse markt waar meerdere Nederlandse ondernemingen deel aan nemen;

  • g.

    landbouw de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de Verordening (EG) nr. 1408/2013, PBEU L352/9, van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;

  • h.

    mkb-onderneming: een organisatie die:

    • i.

      er op is gericht met behulp van kapitaal en arbeid deel te nemen aan het maatschappelijke productie- of handelsproces met het oogmerk om winst te behalen;

    • ii.

      gelijk is gesteld aan de kmo (kleine en middelgrote ondernemingen)-definitie volgens de AGVV, bijlage I;

    • iii.

      geen publiekrechtelijk lichaam is en niet voor meer dan 10% structureel wordt gefinancierd door overheidsbijdragen.

  • i.

    internationale beurs: vakbeurs die plaatsvindt in Nederland of in het buitenland op het gebied van export;

  • j.

    zakenpartnerscan: afgerond onderzoek naar mogelijke zakenpartners in de beoogde buitenlandse markt wat heeft geleid tot een lijst met zakenpartners die hebben aangegeven met de aanvrager in contact te willen komen.

 

Artikel 1.2 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan mkb-ondernemingen.

 

Artikel 1.3 Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen

De Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Drenthe is niet van toepassing op onderhavige regeling.

 

Artikel 1.4 Aanvraagperiode

Een aanvraag om subsidie kan van 1 november 2017 tot en met 30 september 2021 worden ingediend.

 

Artikel 1.5 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld met de daarin genoemde bescheiden.

  • 2.

    Een aanvrager kan per subsidiabele activiteit meerdere aanvragen indienen, zolang het per aanvraag om een afzonderlijke activiteit gaat.

 

Artikel 1.6 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 1.13 van de ASV 2017 wordt geen subsidie verstrekt voor:

  • a.

    buitenlandse reis- en verblijfskosten;

  • b.

    kosten voor annuleringsverzekeringen;

  • c.

    kosten voor consumpties;

  • d.

    kosten voor materialen;

  • e.

    kosten van eigen uren van de onderneming van de aanvrager;

  • f.

    kosten die niet inzichtelijk kunnen worden gemaakt en overige kosten die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet rechtstreeks aan de activiteit zijn te koppelen.

 

Artikel 1.7 Verdeelsystematiek

Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen. Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 1.8 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de ASV 2017, wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    ter zake van de subsidiabele kosten verplichtingen zijn aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    in de aanvraag voor meer dan één activiteit subsidie wordt aangevraagd;

  • c.

    voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd reeds een andere subsidie is aangevraagd bij de provincie Drenthe dan wel reeds is verstrekt door laatstgenoemde;

  • d.

    voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd reeds een subsidie is aangevraagd bij een andere instantie of organisatie of reeds is verstrekt door een van de laatstgenoemden;

  • e.

    de onderneming van de aanvrager actief is in de volgende sectoren:

    • I.

      Visserij;

    • II.

      Aquacultuur.

 

Artikel 1.9 Staatssteun

  • 1.

    Subsidies in het kader van deze regeling worden verstrekt met toepassing van de de-minimisverordening of de landbouw de-minimisverordening.

  • 2.

    De aanvrager vult een (landbouw) de-minimisverklaring in om te bepalen of de subsidie met toepassing van (landbouw) de-minimissteun kan worden verstrekt.

 

Artikel 1.10 Prestatieverantwoording

  • 1.

    Een subsidie die verleend wordt in het kader van deze regeling, wordt direct vastgesteld.

  • 2.

    De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Hiervoor dienen kopieën van facturen en betaalbewijzen ter zake van de gemaakte en betaalde kosten van de gesubsidieerde activiteit te worden overgelegd als ook een kopie van het adviesrapport dat door de externe deskundige is opgesteld. Of, indien de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt niet leidt tot het opstellen van een adviesrapport, een verslag van de activiteit waaraan is deelgenomen of een verslag van de door de externe deskundige uitgevoerde werkzaamheden waarmee kan worden aangetoond dat de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt is uitgevoerd en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 3.

    De subsidieontvanger doet binnen een jaar na aanvraag van de subsidie inhoudelijk verslag van de gedane activiteiten en de resultaten van deze activiteiten. Dit verslag mag gebruikt worden voor PR-doeleinden van de provincie Drenthe.

 

Artikel 1.11 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten publiceren jaarlijks het subsidieplafond.

 

Artikel 1.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verplicht om de gesubsidieerde activiteit binnen een jaar na ontvangst van de subsidie te realiseren.

 

Hoofdstuk 2 Internationale marktverkenningsactiviteiten

Artikel 2.1 Doel

Het verbeteren van het kennisniveau op het gebied van internationale handel voor het Drentse mkb om de export in de provincie Drenthe te stimuleren. Door middel van onderzoeken of studie wordt informatie verzameld voor de eigen organisatie, landen of buitenlandse markten. De informatie vormt voor bedrijven de basis voor het beleid en de strategie om buitenlandse markten verder te ontwikkelen.

 

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de kosten van:

  • a.

    haalbaarheidsonderzoek: het laten uitvoeren van een onderzoek door een externe deskundige, of de onderneming in staat is om producten of diensten te gaan exporteren;

  • b.

    marktonderzoek: het laten uitvoeren van onderzoek door een externe deskundige, naar landen of buitenlandse markten, waar bestaande of nieuwe producten dan wel diensten kunnen worden afgezet;

  • c.

    exportplan: het laten uitvoeren van een onderzoek door een externe deskundige voor landen of buitenlandse markten. Het resultaat van het onderzoek is een plan dat gericht is op het inrichten van de bedrijfsvoering, de producten of diensten en de markt- en klantbewerking van de aanvrager voor export.

 

Artikel 2.3 Toetsingscriteria

Om voor de subsidie in aanmerking te komen voor de activiteit zoals vermeld in artikel 2.2, wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een onderneming met een fysieke vestiging in de provincie Drenthe die vanuit deze Drentse vestiging ondernemingsactiviteiten uitvoert;

  • b.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd beoogt direct of indirect bij te dragen aan de internationalisering van de Drentse vestiging van de onderneming van de aanvrager;

  • c.

    realisatie van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd komt primair ten goede aan de ondernemingsactiviteiten van de Drentse vestiging van de onderneming van de aanvrager;

  • d.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd vindt plaats binnen een jaar na ontvangst van de aanvraag;

  • e.

    de begrote kosten van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zijn onderbouwd door middel van een offerte van de externe deskundige.

 

Artikel 2.5 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt:

  • a.

    door een activiteit als genoemd in artikel 2.2, onder a:

    maximaal 50% van de subsidiabele kosten, exclusief btw, met een maximum van € 5.000,--;

  • b.

    voor een activiteit als genoemd in artikel 2.2, onder b:

    maximaal 50% van de subsidiabele kosten, exclusief btw, met een maximum van € 5.000,--;

  • c.

    voor een activiteit als genoemd in artikel 2.2, onder c:

    maximaal 50% van de subsidiabele kosten, exclusief btw, met een maximum van € 5.000,--;

 

Hoofdstuk 3 Internationale marktontwikkelingsactiviteiten

Artikel 3.1 Doel

Het ondersteunen van de organisatie van het Drentse mkb op het gebied van internationale handel om de export in de provincie Drenthe te stimuleren. Door middel van organisatieverbeteringen, opleidingen of trainingen en ondersteuning bij het creëren van nieuwe handelsrelaties, worden Drentse organisaties gestimuleerd hun exportplannen tot uitvoering te brengen.

 

Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de kosten van:

  • a.

    kennisvergroting export: deelname aan een opleiding, training, seminar of cursus op het gebied van export die wordt aangeboden door een externe deskundige of een overkoepelende organisatie van externe deskundigen;

  • b.

    vertaling export: het door een externe deskundige laten vertalen van bedrijfs-, marketing-, of productinformatie van de onderneming van de aanvrager vanuit het Nederlands naar een buitenlandse taal;

  • c.

    ontwikkelingsprogramma: het laten uitvoeren van een programma binnen de onderneming van de aanvrager door een externe deskundige, dat gericht is op de aanpassing of ontwikkeling van bestaande producten of diensten tot exporteerbare producten dan wel op het geschikt maken van het eigen distributieproces voor de export;

  • d.

    zakenpartnerscan: afgerond onderzoek naar mogelijke zakenpartners in de beoogde buitenlandse markt wat heeft geleid tot een lijst met zakenpartners die hebben aangegeven met de aanvrager in contact te willen komen.

 

Artikel 3.3 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen voor de activiteit zoals vermeld in artikel 3.2 , wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een onderneming met een fysieke vestiging in de provincie Drenthe die vanuit deze Drentse vestiging ondernemingsactiviteiten uitvoert;

  • b.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd beoogt direct of indirect een bijdrage te leveren aan de internationalisering van de vestiging van de onderneming van de aanvrager;

  • c.

    realisatie van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd komt primair ten goede aan de ondernemingsactiviteiten van de vestiging van de onderneming van de aanvrager;

  • d.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd vindt plaats binnen een jaar na ontvangst van de aanvraag;

  • e.

    de begrote kosten van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zijn onderbouwd door middel van een offerte van de externe deskundige.

 

Artikel 3.5 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt:

  • a.

    voor een activiteit als genoemd in artikel 3.2, onder a:

    maximaal 50% van de subsidiabele kosten, exclusief btw, met een maximum van € 5.000,--;

  • b.

    voor een activiteit als genoemd in artikel 3.2, onder b:

    maximaal 50% van de subsidiabele kosten, exclusief btw, met een maximum van € 5.000,--;

  • c.

    voor een activiteit als genoemd in artikel 3.2, onder c:

    maximaal 50% van de subsidiabele kosten, exclusief btw, met een maximum van € 5.000,--;

  • d.

    voor een activiteit als genoemd in artikel 3.2, onder d:

    maximaal 50% van de subsidiabele kosten, exclusief btw, met een maximum van € 5.000,--.

 

Hoofdstuk 4 Handelsmissies

Artikel 4.1. Doel

De subsidie heeft als doel een sterk economisch Drenthe te bewerkstelligen, die er toe doet op de internationale exportmarkt.

 

Artikel 4.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    deelname aan een uitgaande handelsmissie naar een land waar de onderneming van de aanvrager op het moment van de aanvraag beperkte handel verricht;

  • b.

    deelname aan een internationale beurs met een eigen beursstand.

 

Artikel 4.3 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen voor een activiteit zoals vermeld in artikel 4.2 wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een onderneming met een fysieke vestiging in de provincie Drenthe die vanuit deze Drentse vestiging ondernemingsactiviteiten uitvoert;

  • b.

    deelname aan de handelsmissie of internationale beurs draagt bij aan de ontwikkeling en de vergroting van het exportaandeel in de omzet van de Drentse vestiging van de aanvrager;

  • c.

    deelname aan de handelsmissie of internationale beurs komt primair ten goede aan de ondernemingsactiviteiten die vanuit de Drentse vestiging van de aanvrager worden verricht;

  • d.

    de handelsmissie of internationale beurs vindt plaats binnen één jaar nadat de aanvraag om subsidie is ontvangen;

  • e.

    de handelsmissie is aantoonbaar voorbereid met een zakenpartnersscan;

  • f.

    aan de internationale beurs wordt deelgenomen met een eigen beursstand;

  • g.

    deelname aan een uitgaande handelsmissie naar een land die vermeld staat op de Agenda Internationaal ondernemen op de website van RVO.nl of op de agenda op de website van WTC Noord NL, of aan een andere organisatie die als hoofdactiviteit dergelijke missies organiseert;

  • h.

    de handelsmissie is onderdeel van een georganiseerde handelsreis.

 

Artikel 4.4 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      in geval van deelname aan een handelsmissie: de kosten voor organisatie- en zakenpartnerscan, deelname aan evenementen tijdens de handelsmissie die hiermee verband houden of deel uitmaken van het programma van de handelsmissie, de kosten voor het inhuren van tolken en de kosten van begeleiding door een of meer handelsagenten tijdens de handelsmissie; reis- en verblijfskosten komen niet voor subsidie in aanmerking.

    • b.

      in geval van deelname aan een internationale beurs: de kosten van inschrijving voor deelname aan een internationale beurs, de kosten voor het huren van een stand of standplaats, de kosten voor het laten bouwen van een stand door derden, de kosten voor het huren van materialen voor het inrichten van een stand, de kosten voor transport van beursmaterialen, de kosten van opslag van beursmaterialen ter plekke.

  • 2.

    Indien meerdere ondernemingen die geen organisatorische, juridische of economische banden met elkaar onderhouden, subsidie aanvragen voor deelname aan een en dezelfde handelsmissie, dan worden de subsidiabele kosten voor de deelname aan deze handelsmissie naar rato verdeeld over de verschillende aanvragers op het moment dat de kosten voor deelname gezamenlijk worden gedragen door vorengenoemde ondernemingen.

 

Artikel 4.5 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten, exclusief btw, met een maximum van € 3.000,--.

 

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2017 en vervalt van rechtswege op 1 oktober 2021.

 

Toelichting op regeling

 

Artikel 1.1, onder e

Een deskundige die wordt ingeschakeld om een gesubsidieerde activiteit in opdracht van de subsidieaanvrager uit te voeren, dient op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd te zijn deze opdracht uit te voeren. Voor de beoordeling kan worden gekeken naar de ondernemingsactiviteiten van het bedrijf dat wordt ingehuurd en/of de aantoonbare kennis en ervaring van de persoon die de opdracht uitvoert. Een deskundige dient tevens onafhankelijk te zijn. Dit houdt in dat de deskundige onafhankelijk de gegeven opdracht dient uit te kunnen voeren waarbij geen sprake mag zijn van enig vorm van belangenverstrengeling. Het gaat er ook om dat de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden.

 

Artikel 1.1, onder h

Hierin wordt aangegeven welke ondernemingen in aanmerking kunnen komen voor een subsidie op grond van de onderhavige regeling. Conform de door de Europese Commissie vastgestelde definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen in bijlage I van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van 17 juni 2014 behoren tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo’s), ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet overschrijdt. Deze normen worden verder aangehaald als mkb-normen. Gevolg van deze Europese regelgeving is dat het gehele verband van ondernemingen waartoe de aanvragende (dus ook een medeaanvragende) onderneming behoort, wordt getoetst aan de mkb-normen. Denk bijvoorbeeld aan moedermaatschappijen, zusterondernemingen en dochterondernemingen. Indien de aanvragende onderneming direct of indirect voor 25% of meer en minder dan 50% qua aandelenkapitaal en/of zeggenschap relaties heeft met andere ondernemingen, wordt voor het bepalen of de aanvragende onderneming een kmo is, het aantal werkzame personen, de jaaromzet en het balanstotaal van die ondernemingen naar rato meegenomen. Dit geldt ook indien een andere onderneming 25% of meer aandelen in de aanvragende onderneming heeft. Indien de aanvragende onderneming op een andere onderneming of een andere onderneming op de aanvragende onderneming overheersende invloed kan uitoefenen of een andere invloed heeft als genoemd in de definitie van een kom, dienen voor het bepalen of de aanvragende onderneming een kmo is, het aantal fte, de jaaromzet en het balanstotaal van die ondernemingen volledig meegenomen te worden. Indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten van de aanvragende onderneming dan kan de aanvragende onderneming (behoudens de uitzonderingen die in de definitie zijn genoemd) niet als een kmo worden aangemerkt.

 

Artikel 1.1, onder i

Een internationale beurs is een op export gericht evenement met een begin- en einddatum dat over het algemeen regelmatig plaatsvindt, waar ondernemingen hun producten en/of diensten presenteren, met als doel (potentiële) klanten te ontmoeten en de belangstelling voor hun producten en/of diensten op te wekken of te bestendigen. Internationale beurzen zijn voornamelijk gericht op zakelijke bezoekers.

 

Artikel 1.2

Uitsluitend mkb-ondernemingen met een rechtsvorm zoals opgenomen in dit artikel komen binnen deze regeling voor subsidie in aanmerking. Indien de onderneming van de aanvrager een mkb-onderneming in oprichting is, dan valt de aanvrager niet onder de doelgroep van de regeling en wordt de subsidie geweigerd.

 

Artikel 1.4

Aanvragen om subsidie in het kader van de subsidieregeling kunnen worden ingediend vanaf 1 november 2017 tot 30 september 2021. Aanvragen die buiten dit tijdvak worden ontvangen, worden buitenbehandeling gesteld. Voor de volgorde van registratie en behandeling van de aanvragen wordt uitgegaan van de ontvangsttheorie. Dat wil zeggen dat de datum van ontvangst van de volledige aanvragen bepalend is voor de volgorde waarin de subsidies worden verdeeld. Aanvragen worden per datum en niet per tijdstip geregistreerd, omdat het niet mogelijk is om gelijke behandeling te garanderen voor alle mogelijkheden waarop de aanvragen kunnen binnenkomen (fax, post, persoonlijk afgeven). Elke aanvraag die op eenzelfde dag binnenkomt, wordt daarom zonder tijdstip geregistreerd.

 

Artikel 1.5

Een aanvrager kan per subsidiabele activiteit meerdere aanvragen indienen, zolang het per aanvraag om een afzonderlijke activiteit gaat.

Ter illustratie: aan aanvrager A is op grond van artikel 3.2, onder a, van de regeling een subsidie verstrekt voor de kosten van deelname aan een cursus. Aanvrager A kan dan voor de kosten van deelname aan een andere cursus opnieuw een subsidie aanvragen op grond van het vorengenoemde artikel en ontvangen, mits deze aanvraag betrekking heeft op een andere cursus dan waarvoor reeds subsidie is verstrekt.

Er is geen limiet verbonden aan het aantal aanvragen dat een aanvrager kan indienen per subsidiabele activiteit.

 

Artikel 1.7

De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe 'wie het eerst komt, wie het eerst maalt'. De volledigheid van de aanvraag is daarbij echter wel bepalend voor de datum van binnenkomst. Dit betekent dat in geval dat een ontvangen aanvraag onvolledig is, de datum van ontvangst van de aanvraag wordt vastgesteld op het moment dat de aanvraag volledig is aangevuld en deze volledige aanvulling ontvangen is door Gedeputeerde Staten op het in het aanvraagformulier aangegeven contactadres. Na ontvangst van een volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor subsidie in aanmerking komt.

 

Artikel 1.9

Het steunkader waarbinnen subsidie wordt verstrekt in het kader van deze regeling is de de-minimissteun en is geregeld in Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013. Op grond van deze verordening kan Gedeputeerde Staten aan mkb-ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000,-- aan subsidies verstrekken zonder dat dit staatssteun oplevert. Voor goederenvervoer over de weg geldt een maximum bedrag van €100.000,-- per drie belastingjaren. Om te kunnen beoordelen dat het vorengenoemde plafondbedrag niet wordt overschreden met de subsidieverstrekking in het kader van deze regeling, dient bij de aanvraag een ingevulde de-minimisverklaring te worden overgelegd.

De de-minimisverordening is in principe van toepassing op steun aan ondernemingen in alle sectoren. Een aantal sectoren zijn echter uitgesloten van het toepassingsgebied van de de-minimisverordening. Dit zijn ondernemingen in de primaire landbouw. Deze ondernemingen vallen onder de Verordening (EG) nr. 1408/2013, PBEU L352/9, van 18 december 2013, de landbouw de-minimisverordening. Op grond van deze verordening kan Gedeputeerde Staten aan mkb-ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 15.000,-- aan subsidies verstrekken zonder dat dit staatssteun oplevert. Om te kunnen beoordelen dat het vorengenoemde plafondbedrag niet wordt overschreden met de subsidieverstrekking in het kader van deze regeling, dient bij de aanvraag een ingevulde landbouw de-minimisverklaring te worden overgelegd.

Voor beide verordeningen geldt dat zowel naar de aanvragende onderneming wordt gekeken als naar eventuele moeder- of zusterondernemingen. Voor het geheel geldt de (landbouw) de-minimisgrens per drie belastingjaren.

Ondernemingen in de visserij en aquacultuur zijn uitgesloten van deze regeling. Dit is ook een weigeringsgrond op grond van artikel 1.8, onder e.

 

Artikel 1.10

Subsidie die verstrekt wordt in het kader van de regeling wordt direct vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit in beginsel geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.

Evenwel controleert Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling verstrekte subsidies steekproefsgewijs. Als een subsidieontvanger in de steekproef valt, is hij verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Hiervoor dienen kopieën van facturen en betaalbewijzen ter zake van de gemaakte en betaalde kosten van de gesubsidieerde activiteit te worden overlegd als ook een kopie van het adviesrapport dat door de externe deskundige is opgesteld. Of, indien de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt niet leidt tot het opstellen van een (advies)rapport, een verslag van activiteit waaraan is deelgenomen of een verslag van de door de externe deskundige uitgevoerde werkzaamheden waarmee kan worden aangetoond dat de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt is uitgevoerd en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Als uit de steekproef onregelmatigheden blijken, dan wordt de subsidievaststelling ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken conform artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

Ook geeft dit artikel in lid 3 aan dat de subsidieontvanger inhoudelijk verslag doet van de gedane activiteiten. Dit verslag mag voor PR-doeleinden door de provincie Drenthe worden gebruikt.

 

Artikel 1.11

Jaarlijks stellen Gedeputeerde Staten een subsidieplafond vast. In dit aparte besluit wordt ook een onderverdeling in deelsubsidieplafonds gemaakt tussen de verschillende paragrafen in deze regeling.

 

Artikel 2.2, onder a

Bij een haalbaarheidsonderzoek dient uit het onderzoek te blijken of het wel of niet haalbaar is om producten of diensten te gaan exporteren. De haalbaarheid spitst zich toe op de ondernemer en de bedrijfsvoering en organisatie en een globale externe analyse van de internationale marktkansen. Het is de bedoeling dat de aanvragende onderneming op basis van de uitkomsten van het onderzoek voldoende onderbouwing heeft om een go of no-go besluit te nemen.

 

Artikel 2.2, onder b

Bij het laten uitvoeren van een marktonderzoek dienen potentiele nieuwe markten, partners en doelgroepen in het buitenland in kaart te worden gebracht waarop de onderneming van de subsidie aanvrager haar producten of diensten kan afzetten. Hierbij kan het zowel gaan om de afzet van producten of diensten die de onderneming van de aanvrager reeds afzet, maar ook om nieuwe producten of diensten die nog niet worden afgezet.

De onderzoeksvraag die centraal staat bij het laten uitvoeren van een marktonderzoek is of een product of dienst succesvol kan worden afgezet op een nieuwe markt of in een nieuw land, en zo ja, wat hier bij de kansen en risico's zijn.

 

Artikel 2.2, onder c

Het exportplan is een diepgaand onderzoek naar een specifieke markt of een specifiek land. Met het exportplan dat wordt opgesteld, verkrijgt de onderneming van de aanvrager een of meer gerichte ontwikkelingsscenario(s) die zij tot uitvoering kan brengen. Een exportplan is feitelijk een internationaal verkoopplan dat de onderneming van de aanvrager kan gaan uitvoeren om daadwerkelijk in het landkwestie een nieuwe markt te kunnen ontwikkelen, partners te kunnen vinden en afzet te kunnen realiseren.

 

Artikel 3.2, onder a

Om succesvol te zijn in de export is niet alleen een goed gevoel voor kansen nodig, maar ook een degelijke kennis van wet- en regelgeving, het ondernemen in andere landen en culturen en het opzetten van een exportgerichte interne organisatie. Het verwerven van kennis over dergelijke onderwerpen bij een externe deskundige kan op de korte of lange termijn een bijdrage leveren aan het succesvol exporteren.

Deelname aan een (incompany) opleiding, training, seminar of cursus zoals bedoeld in dit lid, mag geschieden door één of meer medewerkers van de onderneming van de aanvrager. In geval van deelname door meer medewerkers kunnen de totale kosten van deelname subsidiabel worden gesteld. De maximum te verlenen subsidie bedraagt hierbij echter nooit meer dan € 5.000,-- voor alle deelnemers gezamenlijk.

 

Artikel 3.2, onder c

Een ontwikkelingsprogramma is een deel van de implementatie van het exportplan wat gericht is op het product en de (intercompany) distributie (onder 'intercompany' worden financiële transacties verstaan tussen twee of meer ondernemingen die deel uitmaken van hetzelfde verband van ondernemingen).

 

Artikel 4.3

Alleen handelsmissies die onderdeel zijn van een georganiseerde handelsreis komen voor subsidie in aanmerking. De missie moet dus onderdeel zijn van een reis, en mag niet op zichzelf staan.

 

Artikel 4.4

Alleen de kosten van de handelsmissie of de handelsbeurs komen voor subsidie in aanmerking. De reis- en verblijfskosten niet.

Naar boven