Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2017, 4819 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2017, 4819 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent We the North Uitvoeringsregeling We the North
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat in hun vergadering van 17 oktober 2017, nr. A.10, afdeling ECP, dossiernummer K6139, is vastgesteld de Uitvoeringsregeling We the North.
Gedeputeerde Staten der provincie Groningen
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
De subsidie heeft tot doel om een impuls te geven aan de ontwikkeling van Noord-Nederland tot een cultureel samenhangende regio en om input te leveren voor de herijking van het landelijke cultuurbestel ten behoeve van de planperiode 2021-2024.
HOOFDSTUK 2 AANVRAGEN EN VERLENEN VAN SUBSIDIE
Artikel 2.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan slechts worden verleend voor activiteiten die passen onder het bepaalde in artikel 53, tweede lid, onder a, c, d en e van de AGVV. De subsidie heeft geen betrekking op investeringssteun.
Artikel 2.4 Algemene weigeringsgronden
Een subsidie wordt geweigerd indien het project onvoldoende betrekking heeft op dan wel zich onvoldoende afspeelt in het noordelijk landsdeel.
Artikel 2.7 Beslistermijn subsidieaanvraag
Gedeputeerde staten beslissen binnen 22 weken nadat de aanvraag is ingediend.
Groningen, 17 oktober 2017.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas , voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.
Toelichting behorende bij de Uitvoeringsregeling We the North
Zie voor een nadere aanduiding van de rol van het ambtelijk NOC de toelichting op artikel 1.3 en artikel 2.1, eerste lid.
Het NOC (ambtelijk dan wel bestuurlijk) kan partijen uit het veld uitnodigen om in co-creatie een samenwerking of opdracht aan te gaan. Partijen kunnen ook de eerste stap zetten, waarna het NOC hen kan uitnodigen om in co-creatie het proces, project, plan of product (deels) verder af te maken of richting te geven.
Een penvoerder is niet alleen verantwoordelijk voor het indienen van de aanvraag, maar wordt via de verplichtingen die in de beschikking tot subsidieverlening worden opgenomen, ook eindverantwoordelijk voor een correcte uitvoering van de subsidie en de verantwoording van de besteding van de subsidie. Het is daarom zaak dat de partij die penvoerder is en de overige partijen in een project vóór de indiening van de aanvraag goede onderlinge afspraken maken over de verdeling van verantwoordelijkheden en (financiële) risico’s.
Dat iets een experiment is, betekent dat het in elk geval aanvullend is op activiteiten die in het noordelijk landsdeel plaatsvinden. Daarnaast moet een experiment ook iets opleveren voor Noord-Nederland (bijvoorbeeld een nieuwe methodiek, het bereiken van een ander en/of breder publiek of een talentontwikkelingsprogramma waaraan instellingen uit heel Noord-Nederland een bijdrage leveren. Bovendien is het gewenst dat het experiment input levert voor de ontwikkeling van een nieuw landelijk cultuurbestel.
Artikel 1.2 en artikel 2.1, eerste lid
Programma en programmabudget We the North zijn bedoeld voor het ontwikkelen en uitvoeren van experimenten die een meerwaarde hebben voor het noordelijk landsdeel én die relevante input leveren voor de herijking van een nieuw landelijk cultureel bestel voor de periode 2021-2024. Hoewel het indienen van “spontane” aanvragen niet op voorhand wordt uitgesloten, is de achterliggende bedoeling dat vanuit het ambtelijk NOC het initiatief wordt genomen om uit het veld ideeën te verzamelen en samen met het veld voorstellen te ontwikkelen voor in de periode 2017-2020 uit te voeren experimenten/projecten.
De regeling is primair gericht op organisaties/instellingen die “kunst en cultuur” in brede zin als (statutair) hoofddoel hebben. Indien er echter sprake is van intersectorale samenwerking, kunnen bijvoorbeeld ook onderwijs- of zorginstellingen in een samenwerking met “kunst- en cultuur”-instellingen aanvrager en ontvanger van subsidie zijn.
Het is uiteindelijk aan het bestuurlijk NOC om aan te geven of een project voldoende betrekking heeft of zich voldoende afspeelt in het noordelijk landsdeel. Projecten die zich in twee of drie provincies afspelen zullen eerder in aanmerking komen voor subsidie, maar een automatisme is dat niet. Projecten die klein van omvang zijn en die op enkele kleine locaties worden uitgevoerd, komen wellicht minder voor subsidie in aanmerking. Het kan ook zijn dat een project dat betrekking heeft op een thema dat in alle drie provincies speelt (bijvoorbeeld bevolkingsdaling), maar dat op slechts één locatie wordt uitgevoerd, wel voor subsidie in aanmerking komt.
Dat een project als noordelijk experiment relevante input levert voor de ontwikkeling van een nieuw landelijk cultureel bestel, houdt in dat de aanvrager de noodzaak of meerwaarde van het project in de ontwikkeling van een nieuw landelijk cultureel bestel kan weergeven in een of meer onderzoeksvragen of dat die onderzoeksvragen tijdens de uitvoering van het project worden ontwikkeld en als output van het project worden gepresenteerd.
Dat een project inhoudelijk betrekking heeft op en zich afspeelt in een groot deel van het noordelijk landsdeel, betekent dat in het project thema’s worden behandeld die in elk geval in meer een van de drie noordelijke provincies actueel zijn.
Een project wordt in principe als relevant voor (een groot deel van) het noordelijke culturele veld gezien als het project:
Er is gekozen voor een vrij ruime beslistermijn, omdat het bestuurlijk NOC, dat geen zeer hoge vergaderfrequentie kent, de aanvragen moet beoordelen, alvorens subsidies kunnen worden verleend.In de beslistermijn is rekening gehouden met de mogelijkheid om advies van een of meer onafhankelijke deskundigen te vragen.
Bij projecten die zich uitstrekken over meerdere kalenderjaren wordt de subsidie wel in één keer verleend, maar wordt een voorbehoud gemaakt voor de subsidie in komende jaren. De beschikbaarheid van voldoende financiële middelen is immers afhankelijk van de vraag of provinciale staten en gemeenteraden bij de vaststelling van komende begrotingen rekening houden met het beschikbaar stellen van middelen voor de uitvoering van het programma “We the North”.
Wat de hoogte van de subsidie betreft legt artikel 53 van de AGVV een beperking op. Subsidies die met gebruikmaking van dat artikel worden verleend, zijn gebonden aan een maximum van 80%.
De in aanmerking komende kosten, als bedoeld in het derde lid van dit artikel, zijn kosten als aangegeven in artikel 53, vijfde lid van de AGVV.
Bij communicatie-uitingen kan worden gedacht aan: vermelding op de websites van de aan een project deelnemende instellingen, flyers en affiches, berichten via sociale media etc. Het logo van “We the North” wordt beschikbaar gesteld via de website van de provincie Groningen.
Er zal geen aanleiding zijn om de subsidie lager vast te stellen, als de gesubsidieerde prestaties/resultaten niet geheel zijn gehaald, als dat niet aan de subsidieontvanger en eventuele samenwerkingspartners te wijten is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-4819.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.